E REDT U i
ZELVEN
Rrbeid adelt
Gemeente Nieuwerkerken.
i a e iii
Teelt van het (Uitloof.
Landbouwweekblad
~>-V
GOED NIEUWS
REIS NAAR NAMEN
EN DINANT
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Benige tnoopden oüep Qeeöepbeteping
en (pell^ontpool.
Zedelijke InOloed
öcm den Londboutu.
0pie? üan
Don^el CUisius.
'^5i «jiaMaroiabtfa^
Bureel en Redactie QROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
5de JAARGANG
DAG 10 JUNI 1923.
Prijs IU centiemen.
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
De Koornbloem is pas haar vijfde
jaar ingetreden en ze mag zich vandaag
met fierheid bij hare getrouwe lezers
aanbieden in den vorm van een groot
weekblad. Op vijf jaar is het schuchtere
Koornbloemeken geworden zooals ge
ze nu ziet. Schuchter was ze van vorm
en grootte, dapper en stout was ze in
het verdedigen zonder vrees van het
heilig recht der boeren, dat juist in die
dagen na den wagenstilstand door nie
mand anders ter harte genomen werd.
Het was eene noodzakelijkheid gewor-
den voor de boeren een blad als eigen
dom te bezitten om hun eer en hunne
belangen voor te staan tegenover de tal
rijke boerenvijanden van toen. Als De
Koornbloem geworden is wat ze thans
is, dan is dat hoofdzakelijk het werk van
de boeren zelf ik mag het gerust zeg
gen zonder de verdiensten te ontkennen
van de ontwerpers en stichters want
goeie wil en samenspannen waren de
allernoodzakelijkste waarborgen voor
het voortbestaan onzer beweging, voor
het in leven houden en het bloeien van
De Koornbloem.
Ze mogen er dan ook fier op zijn,
zooals een echte boer fier is over een,
dank aan zijn zwoegen, welgelukten
En bij monde van De Koornbloem
wenschen wij hen heden geluk en nog
nog veel aanhoudenden moed om steeds
beter streven en werk aan te vatten en
voltrekken. Daarmee vat ik nu mijn
onderwerp aan.
Wanneer wij hoorden spreken over
den bloei van den landbouw in vreemde
landen, hebben wij ons dan wel eens
afgevraagd waaraan die bloei aldaar te
danken is. Dit is nochtans een vraag van
allereerste belang. Men zal zeggen Ja
dit is vooral te danken aan het toepassen
van de nieuwe wetenschappelijke metho
den, in 't algemeen aan het gebruik van
scheikundige meststoffen, van wat het
bebouwen betreft. Dat is heeLzeker waar.
Doch op dit gïbied volgen wij hen
dicht op de hielen. Bracht de tarwe bij
ons in 1921 niet gemiddeld 2.800 kilos
per Hectare op, terwijl ze in de jaren
1866 slechts den helft daarvan geven
kon, ja 1.400 k"
Zijn onze paardenkweekers, ander-
zijds, er niet toegekomen prachtexempla-
ren te kweeken, en een ras dat niet al
leen uitmunt door zijn uiterlijke schoon
heid en vorm. maar tevens ook voor
zijn morale en physische hoedanigheden.
En toch mag men niet zeggen dat onze
paardenkweekers voor hun werk be
loond worden zooals ze het verdienen,
niettegenstaande staatshulp en steun van
provinciale besturen. Daar ontbreekt
iets doelmatigs, een werking die mis
schien zoo met den slag niet te bepalen
is, maar die we toch moeten trachten
te vinden.
De groententeelt de fruitkweek, enz.
kunnen veel meer geven én voor het
land én voor den voortbrenger zelf.
Dit geldt natuurlijk niet alleen voor die
kweeken of teelten die voor den uitvoer
bestemd zijn, maar ook voor die, welke
voortbrengselen geven enkel voor het
binnenland. Over de bloei van de land
bouw en al wat er betrekking op heeft,
kunnen alle ernstige menschen zich
enkel verheugen en de landbouwers zelf
eerst en vooral,
Geniet onze landbouw van een zeke
ren bloei, is er vooruitgang in de op
brengst, zijn de gronden verbeterd, toch
kan er nog meer worden voortgebracht,
toch mogen wij niet roemen op den ge-
wenschten bloei van onzen Belgischen
landbouw en nochtans wordt wel eens
het tegenovergestelde beweerd.
In het blad van de Nationale Maat
schappij schreef onlans de Heer J. Van-
dervaeren i 44 De zedelijke en vakkun
dige hoedanigheden van onzen Belgi
schen landbouwer, zijn werklust, de
familiegeest die zeer levendig blijft in
den schoot onzer landbouwbevolking,
hebben den Belgischen landbouw een
der eerste plaatsen doen bekleeden in
den modernen landbouw.
Daar is veel waarheid in deze woor
den maar tegenover de laatste bewe
ring stellen wij de vraag Hoe komt het
dan dat er niet meer welstand heerscht
bij onze boeren en dat er zelfs bij velen
in 't geheel geen welstand is Brengf de
bloei van de nijverheid geen welstand
voor haar voortbrengers, de werklieden
inbegrepen
Men kan nochtans niet aannemen dat
er in dit geval weer, zooals het maar al
te dikwijls gebeurt, een uitzondering be
staat voor de boeren.
Om kort te gaan mogen we dus ge
rust besluiten dat de welstand onder on
ze boerenbevolking niet evenredig is
met den vooruitgang van onzen land
bouw gedurende de laatste vijf en twin
tig jaar. Inderdaad, we moeten het dur
ven bekennen, want te dikwijls oordeelt
men verkeerd. Wordt er niet dikwijls
gewezen op werklieden, die een tamelijk
schoon loon verdienen in de nijverheid
of elders en dan thuis ook boer spelen
op boeren die terzelfdertijd op hun ge
meente stieleman of klein-handelaar
zijn Neen, men moet alleen nagaan, of
zij die zich uitsluitend met den landbouw
bezig houden, in hun bedrijf een betrek-
kelijken welstand vinden en dan zal het
antwoord meest altijd ontkennend lui
den.
In mijn artikel van verleden week
wees ik er op, hoe wij met ons te specia-
liseeren grooten vooruitgang kunnen
maken en ik hoop dat ik daarover de
waarheid heb gezegd. Maar ook dat is
niet voldoende.
Wanneer er bijvoorbeeld in een
streek een voldoende getal specialisten
zijn, 't wezen paardenfokkers, witloof
kweekers, groentenkweekers, hoppe- en
tabakkweekers of wat anders, hoe on- j
derlegd zij ook zijn in de noodige ken- j
nissen, hoe rijk aan ondervinding ook, j
dan zullen zij toch nog op den maximum
voorspoed niet mogen roemen zonder
samenspanning, zonder samenwerking,
zonder syndikaat.
Doch dit woord moet in den breedst
mogelijken zin worden opgevat. Syndi-
kalisme mag geen luxe-artikel zijn en
syndikaat niet een loutere eerenaam,
zooals het maar al te dikwijls gebeurt.
Een syndikaat voor landbouwers, tot
welk bijzonder beroep zij ook behooren
of dat ze eenvoudig weg boeren zijn,
moet de algemeene belangen van de le
den verdedigen de eene zal er den an
dere helpen en onderrichten en het
syndikaat zal ook, buiten de algemeene
I belangen, de afzonderlijke of persoon-
i lijke belangen van zijn leden ter harte
nemen Het tot stand brengen van zoo'n
syndikaat ware geen bluf, maar kort en
goed een groote daad waar velen naar
j trachten.
Gedachten vooruitzetten en verdedi-
gen helpt tot niets, als men niet overgaat
tot de verwezenlijking er van.
In een volgend artikel zullen wij uit-
eenzetten het doel en de werking van
een algemeend syndikaat, waarbij afzon
derlijke of plaatselijke syndikaten zich
aansluiten.
Zonder grooten tam-tam moeten
wij werken aan de volmaking van onze
inrichting, want zooals ik het reeds
meermalen schreef, is geen zegepraal
mogelijk zonder een wel doordachte en
flink ineengezette organisatie. De boe-
renbeweging zal zich alleen uitbreiden,
versterken en groeien tot een macht
door het verstandig gebruik van al onze
persoonlijke en gezamenlijke krachten.
H. KLOPTEROP.
Van heden af herbeginnen wij ons schoon mengelwerk "De Eigen
Haard Bij gebrek aan plaats hebben wij het sedert geruimen tijd moeten
schorsen. Voortaan zullen wij het een bijzondere plaats voorbehouden onder
aan de laatste bladzijde. Onze nieuwe lezers zullen het dan ook met groot ge
noegen kunnen volgen en aangename stonden slijten bij het lezen van dien
boeienden boerenroman.
Om onze talrijke oude en nieuwe lezers en lezeressen aangenaam te zijn,
zullen we 44 De Eigen Haard van af het begin teruggeven.
Het Bestuur van de Landbouwersvereeniging Redt 11 Zeiven afdeeling
Nieuwerkerken in vergadering van 6 Juni heeft volgend besluit genomen, dat
aan al de leden der gemeente wordt medegedeeld
Na onderzoek van de niet-aanvaarding van ons op de laatste algemeene
veraadering gekozen magazijn door het hoofdbestuur van Aalst,
Verklaart zich volkomen t akkoord met deze schikkingen,
Kiest dusvolgens eenen nieuwen magazijnier, namelijk de heer Emiel Van
Hauwermeiren, Kwalestraat, tegen t dorp.
Het magazijn zal dusvolgens van heden af open zijn en voorzien van alle
waren. De meerverkoop is vastgesteld op 1 fr. per 100 kilo. Be„tuur
Aan mijnen boezemvriend Martin Hoste.
't Is alles zwart, zegt gij, de toekomst en 't verleden,
Het zijnde doet u pijn.
En zoo kwelt gij uw geest met sombre narigheden
Die slechts inbeelding zijn
Gij ziet het kille graf reeds open aan uw voeten,
En waant uw geest verward.
Gij weigert vriendentroost, die wil uw lot verzoeten.
Al komt hij uit het hart 1
Zoo houdt u uwe kwaal genepen in haar klauwen,
En schroeft ze al meerder vast
Zoo wijkt u uit het hart elk vezelke vertrouwen
Wordt 't leven u een last
En toch, als ik uw beeld zie voor mijn oogen rijzen,
En lees uw heerlijk dicht,
Neen, dan kunt gij, dan kan ik zelf mij niet bewijzen
Waarin uw krankheid ligt
Waarom dan, dierbre Vriend, met eigen handen graven
Uw zoo ontijdig graf...?
Toe, leef schenk aan uw Volk de schoonheid van uw gaven
Die God zoo rijk u gaf
Toe, slinger weg van u die heillooze gedachten
Zoo wordt weer zoet uw lot
Toe, help u zelf... maar wil uit al uw krachten,
Zoo zal u helpen God
Fons Van de Maele,
Benevens de voeding zou men in ons
land meer belang moeten echten aan
de voorschriften der gezondheidsleer.
Het is van groot belang dat de dieren
zich ontwikkelen en leven in een mid
den waar ze gezonde lucht inademen,
waar een groot deel hunner krachten
niet gebruikt worden om de ziekte-kie
men min of meer zegepralend te bestrij
den. Gelukkiglijk worden onze dieren
meestal geboren rondom den tijd dat de
weidegang aanvangt. Niettemin bren
gen onze huisdieren meer dan de helft
van hun leven door in stallen en hokken.
Deze worden nog te dikwijls slecht on
derhouden, zijn weinig verlicht en wei
nig verlucht. Zolderingen, vloeren, mu
ren laten veel te wenschen.
44 Tegenwoordig, schrijft M. Schur-
linck, een welbekende Hollandsche vee
arts, is men het over het gewichtige van
den gezondheidsleer tot het landbouw
bedrijf, overal eens. De gezondheidsleer
wordt nu overal naar waarde geschat
Mag men zeggen dat zulks alhier het
geval is
Neen, zeker niet, voor vele boeren en
wel Bijzonder voor vele boerenvrouwen
is alle uitgave om den hygienischen toe
stand te verbeteren eene verkwisting,
zooals ook alle aankoop van 44 vet dat
geen 44 zout of geen ammoniak,, is. Wat I
al ziekten en moeielijkheden zouden ver- 1
meden worden door eene behoorlijke
toepassing van de gezondheidsleer. Deze
zegt nogmaals M. Schurlinck, is voor
den veehouder eene trouwe raadgeefster
te aanvaarden, naar gelang der omstan
digheden.
De keus' der fokdieren. Dit is
onbetwistbaar het punt van t meeste
belangi in zake veeteelt, 'k Ben niet zin
nens eene theorie uiteen te zetten over
de .nieuwe grondbeginsels van de erf-
baarheid, over factoren, kromosooms
enz. Dat deze theoriën meer en meer
zullen toegepast worden is heel waar
schijnlijk. Alleenlijk moeten de praktische
doenwijzen nog min of meer vastgesteld
worden.
Mijn dunkens is de keus der kweek
dieren voor wat het vee betreft in
België meestal zeer gebrekkig geweest
Deze keus was nooit gesteund op we.
tenschappelijke grondbegingelen. Men
is voor de koeien nagenoeg te werk ge
gaan zooals voor de peerden, en noch
tans, welk verschil tusschen die 2 kwee
kerijen. Uitwendige kenmerken en
lichaamsbouw geven gewoonlijk cage
noeg vaste en zekere aanduidingen no
pens de hoedanigheid van het paard. Is
zulks ook het geval voor de koe Wij
beweren neen. Kweekdieren kiezen,
namelijk stieren, zonder vaste en ge
gronde methode, kan tot geene voldoen
de uitslagen leiden, 't Is daarom dat
andere landen, zooals wij het reeds zeg
den, ons vooruit zijn in zake veeverbe
tering.
Hoe staan de zaken De dieren ko
men naar de keuren maar men weet niet
waarvan ze afstammen en men bekom
merd zich geenszins om hun produkten,
om hunne afstammelingen.
Nochtans, men weet dat de kwalitei
ten die men van hen vereischt, erfbaar
zijn en men moet anderzijds bekennen,
dat ze voor 't algemeen met de bloote
oog niet zichtbaar zijn. Zekere uiterlijke
kenmerken die in acht genomen worden,
zijn weliswaar dikwijls doch niet al
tijd van groote vaarde, doch anderen
zijn van geene of van weinige beteeke-
nis. Daarom ware het reeds een merke
lijke vooruitgang eene goede punten
schaal toe te passen. Het getal punten
moet e rst en vooral voor elk deel van
het dier, op voorhand vastgesteld wor
den. De keurleden onderzoeken de die
ren met de puntenschaal in hand. Na
de keuring zouden al de kaarten met de
punten der dieren dienen uitgeplakt of
ten minste aan de belanghebbenden ge
geven. Derwijze leert de kweeker de
gebreken zijner dieren kennen, hij kan
nuttige vergelijkingen doen enz. enz.
In zekere streken heeft men zelfs voor
gewoonte de keurleden te verdeelen.
Een jurylid houdt zich b.v. bezig met de
kenmerken die meest betrek hebben op
de boter- of melkproduktie uier, spe
nen, meikader, enz.
In alle geval moet de puntenschaal
zeer uitgebreid zijn, d. i. een groot getal
punten en kenmerken in aanmerking ne
men. Ziehier een puntenschaal die in
Normandië toegepast werd.
('t Vervolgt). D.BRICOUT.
't Deed me waarlijk groot genoegen
te lezen, in een artikel verschenen in
44 De Koornbloem onder het hand
teeken van Klopterop, dat de landbou
wers in België, en inzonderheid in
Vlaanderen, zich zouden moeten specia-
liseeren in een of anderen kweek, t Is
ook mijn gedacht, En om de landbou
wers zoowel als hoveniers er nog meer
van te overtuigen wil ik me in dit artikel
bijzonder met den teelt van het Witloof
bezighouden. Deze teelt heeft sedert
eenige jaren een zoo kolossale uitbrei
ding genomen dat iedereen, die zich met
de hovenierderij een weinig bezig houdt,
er waarlijk over verwonderd is. 't Zijn
niet meer alleen de fijngebekte Brusse
laars die het 44 Witloof geren, zelfs
onze landelijke bevolking, de bedienden,
de werkleden, kortom alleman, wil er
eens zijn bekomst van hebben, 't Is lek
ker ook, een weinig bitter misschien
wel, maar bitter in den mond maakt het
hart gezond, 't Is gezonde kost ook en
gereedgemaakt met een aangepaste saus,
als sommige vrouwen het bereiden kun
nen, doet het witloof waarlijk watertan
den. Me dunkt ik hoor nog 't gerucht
van de lippen mijner dischgenooten, zoo
goed lieten ze zich dit gerecht welgeval
len. 't Is waarlijk een buitenkansje en
men geniet er van bijzonder in 't doode
seizoen als de andere groenten eerder
schaars zijn. 'k Mag zeggen zonder
vrees van tegenspraak dat wie er van
eet, bedorven is en er nog van proeven
wil.
En zeggen dat het witloof is gewon
nen uit de gewone of wilde suikerij, wel
ke sommige menschen wel eens met den
naam van meerschsalade betitelen. Een
klaar bewijs dat men sommige planten
wel veredelen en verbeteren kan, zooda
nig dat het zicht alleen de oogen van
vreugde tintelen doet.
De wilde suikerij heeft twee onder
rassen voortgebracht, namelijk de sui
kerij van Brunswick, een stad van
90,000 zielen, gelegen als hoofdstad in
de provincie van denzelfden naam in
Duitschlacd.
Wat zouden onze vrouwen zeggen,
die zoo graag een lekker potje kofhe
binnenproeven, moesten zij het onder-
produkt van deze suikerij missen. De
wortels ervan immers dienen tot het be
reiden van bitte'rpeeën of koffiesuikerij.
die wij, in het gereedmaken van dien
lekkeren vrouwendrank gebruiken. Dat
wil nu toch wel juist niet zeggen dat de
mannen er ook geen liefhebbers van
zijn en ik vraag me wel eens af waar
mede wij, mannen, ons des morgens ont
nuchteren zouden, moesten wij het lekker
potje koffie ontberen.
Een andere verscheidenheid is deze
van Magdeburg, een stad van 120,000
inwoners, gelegen in Pruisen en hoofd
plaats van Saxen. Deze twee onderras
sen alhoewel uit dezelfde molsuikerij ge
wonnen, hebben nochtans bijzondere
kenteekens die zelfs een oningewijde ge
makkelijk o"deischeiden kan. De eerste
immers heeft fijn gekertelde bladeren op
den grond opengespreid de andere
heeft gaafronde bladeren die opgericht
zijn. Uit de suikerij van Magdeburg is
de Brusselsche suikerij of liever het wit
loof gesproten.
Nog niet lang geleden vernam ik uit
den mond van een mijner vrienden land
bouwers dat hij reeds een maand gele
den witloof had gezaaid, dit van einde
April. Dit verwonderde me niet, want
zegde ik hem, ik ken er die 't nog vroe
ger zaaiden en die met mij schenen te
spotten toen ik hen zegde dat het beste
tijdstip om witloof te zaaien, tijdstip dat
al de groenseliers uit de omstreken van
Brussel benuttigen, gaat van 25 Mei tot
15 Juni.
Sommige menschen zijn moeilijk te
bekeeren, 't zijn vasthoudisten zonder
weerga en menschen die het goed mee-
nen niet hunne belangen en met de be
langen van den landbouw ia 't alge
meen, schijnen ze soms niet te gelooven.
Ze moeten het later dan tot hun eigen
schande en nadeel bekennen. De land
bouw zeker moet proefondervindelijk
zijn, maar dit wil nu toch wel juist niet
zeggen dat wij ons de ondervinding van
anderen niet mogen ten nutte maken en
indien de specialisten in het vak dit tijd
stip varkiezen, laat ons daar dan liever
eenvoudig bij neerleggen en zeggen
44 Geen kwader dooven dan deze die niet
hooren willen
En denkt toch niet dat dit laattijdig
zaaien zijn reden niet heeft. Immers, hij
die te vroeg zaait, ziet soms een deel
zijner planten tot zaad opgaan en dus
verloren zijn ten andere de schoonste
kroppen, dichtstgesioten, worden ge
wonnen uit planten die slechts tot de
drie vierden hunner volle ontwikkeling
gekomen zijn. de andere geven kleinere,
lossere kroppen en zijn min winstaf-
werpend.
Maar 'k en zou niet gaarne mijn land
zoo lang laten braak liggenDaarin
hebt ge overschot van gelijk en daar
waar ge reeds lang kroplatouwen, radij
zen, spinazie weggeoogst hebt, kunt ge
met gemak, en met veel meer zekerheid
nog witloof winnen. Sommige landbou
wers zaaien ook wel eens witloof tus
schen de erwten dat keur ik ten streng
ste af, al de planten verlangen lucht, licht
en zon en die plaats is nu toch aller
best geschikt om hen hiervan te beroo-
ven. Zaait op een afzonderlijk bed op 't
gunstige tijdstip en ge zult en moet luk
ken.
lijksch brood moet worden neêr te
vellen
Aan elk dier korenhalmen perelt een
zweetdroppel, welke de ziedende zonne
den noesten maaier uit 't lichaam perste!
Welnu, stedeling, laat me dan ook eens
toe U te vragen, hoevele dier zweet
droppels den boterham besproeiden,
welke ge dagelijksch gebakken thuis
krijgt
Deze voorafgaande beschouwing
dischte ik onzen achtbaren lezer slechts
ter inleiding, want met 'n rechtmatige
fierheid en 'n gedeeltelijke voldoening
mogen we thans ronduit bekennen, dat
men er stilaan begint aan te denken, hoe
loon naar werken behoeft gewaardeerd.
Ja,sinds den oorlog zijn de rollen ver
anderd. De landbouw gisfren een
ruime doch verdeelde macht en om
dienswille grootendeels verwaarloosd,
zooniet bijna ongekendlegt thans n
gelukkige poging aan den dag, ten einde
zich tot 'n algeheel korps in te richten,
en zulks niet enkel in elk afzonderlijk
land, maar tevens ook onder interna
tionaal oogpunt.
Ten bewijze daarvan, het Internatio
naal landbouwkongres, welke op 't
huidige oogenblik zijn belangrijke zittin
gen houdt in Parijs. Voornoemd Kon-
gres vereenigt de afgevaardigden van
niet min dan negen en twintig onder
scheidene staten.
't Is weliswaar niet het eerste weder-
landsch kongres dat plaats grijpt De
vooroorlog kende er reeds een tiental.
Doch daar men op voorgaande inter
nationale kongressen zich slechts op uit
sluitende wijze bezig hield, met vragen
over teknisch gebied, enkel in betrek
met het vakberoep, streeft de huidige
vergadering er naar den horizon harer
werkzaamheden te verbreeden, en dit
voornamelijk met aan den landbouw
zulke richting te willen vergunnen, dat
deze als 'n dagende lichtfakkel de baan
breker en leider dient te worden, van
vredelievenden invloed, welke de land
bouw op voorrang en bij voorkeur kan
uitoefenen, om aan de wereld de rust,
de veiligheid van den arbeid, kortom
den waren, stillen, kalmen vrede van
voorheen terug te schenken.
Ziedaar in enkele breede trekken de
weergave der gedachte welke door den
hooggeachten heer Jules Méline voor
zitter van voornoemd kongres, en een
der dekens der wereldlandbouwkunde,
op meesterlijke wijze, door 'n talentvolle
redevoering uiteengezet is geworden op
het weerlandsch kongres. Zelfde ge
dachte werd ook met meeslependen ijver
vooruitgezet door de zoogezegde ziel
van 't zetelend kongres, Heere Victor
Boret, gewezen minster van Landbouw.
Er mag hier tevens met 'n rechtma
tige fierheid bijgevoegd, dat België er
'n bijzondere voorrangplaats bekleedde.
Benevens onze officieele vertegenwoor
digers, telde ons land er twintig afvaar
digingen der grootste organismen van
private initiatief in zake landbouw.
Bovendien dient vermeld, dat in loop
der eerste zitting, toen er kwestie was
het woord te geven aan een afgevaar
digde, om in naam van al de vreemde
vertegenwoordigers op te treden, deze
hooge eer nogmaals te beurt viel aan n
onzer belgische afgevaardigden, Mr
Maenhout, onzen doorieverigen en
onvermoeibaren volksvertegenwoor
diger. In een volgend artikel daarover
deelen we in bondig verslag de werk
zaamheden mede, welke op wetenschap
pelijk gebied, in voornoemd kongres
plaats grepen.
RUSTICUS.
L. HAEMS
Landbouwvoordrachtgever.
Ten allen tijde werd de landbouw
aanzien en behandeld als 'n asschepoet-
ster. Soms hier en daar terloops n aan
moedigend woordje aan de opbrengst,
'n banaal of oogverblindend lof toe
zwaaien, ter eere van hen, welke in elk
land de bevolking voedden, en daar
mee ponctum
Men scheen te oordeelen, dat het den
noesten landman totaal volstond, dat
buitengewoon zielsgenot te deelen,
voorheen door den Latijnschen Dichter
bezongen Zeker, dat stille, rustige en
kalme buitenleven, met z'n bevallige om
geving, met z'n duizende afwisselende
tooneeltjes, met z'n weergalooze land
schapschilderingen, met z'n zoete ak
koorden, z'n bekoorlijke landouwen,
z'n droomerige en hartvleiende natuur
schoonheden, z'n stillen eenvoud, z'n
weelderigste akkervelden, tot z'n dorste
heidevlakten, 't biedt alles 'n schouw
spel, zoo geheimzinnig lief, zóó wissel
vallig, soms zóó eigenaardig, dat meni-
gen opgesloten stedeling, dit zoet bui
tengenot van den dorpeling benijdt, tel
kens 't lieve zomerzonnetje hem onwille
keurig naar den buiten lokt.
Doch wat die onbewuste stedeling
niet eens schijnt te beseffen en veel min
der nog weet te waardeeren is, ten prij-
ze van wat al last en leed, kommer en
angstige zorgen, onverpoosd zwoegen
en zweeten.de noeste landman er slechts
aan denken durft, b(j al dat natuur-
schoone zijner stille omgeving 't afge
sloofde lijf 'n pooze neêr te vleien, om
zich de vermoeide en afgematte leden uit
te rusten na 'n drukken werkdag.
Hebt ge dien onvermoeibaren land
man reeds gadegeslagen, wanneer hij bij
brandenden zomerdag, z'n blinkende
pik of zeis, met forschen en zwierigen
arm door 't korenveld slaat, om den
goudgelen oogst welke ons dage-
De inschrijvingen kunnen nog aan
vaard worden tot Woensdag 13 Juni
(laatste dag) prijs voor Aalst-Namen
heen en terug 11,25 fr. te storten bij
inschrijving. (Hierbij zijn de kosten voor
den boot Namen-Dinantniet begrepen).
Vertrek uit Aalst om 5,58 uur 's mor
gens. Terugkomst in Aalst om 20,51
's avonds (9 uur).
Wie een aangename reis wil meema
ken schrijft in.
Allo Boeren en Boerinnekes, met ken
nissen en familie, neemt de gelegenheid
te baat.
BESTE REDACTIE.
Ik kan vandaag maar een paar rege
len schrijven, daar ik geen tijd heb. Ik
zal alles vertellen op onze aangename
reis naar Namen-Dinant en de Maas-
boorden. Vandaag schrijf ik dus alleen
lijk
Het is aan iemand die werkt en zorgt
toegelaten, ja zelfs noodzakelijk op tijd
en stond eene uitspanning te nemen,
Hewel zoo ge dit wilt doen, gaat met
ons mee naar Namen-Dinant. Ik zal er
bij zijn geloofc me vrij
Beste groeten.
Nonkel Wisius.
Grote Daad zonden Blaf
oogst. i
i