REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
11 JUliI WORDT GEVIERD
't (Das maar een Specht!
De Stand der
flardappelen.
Landbouwweekblad
Aan de Landbouwers.
O die helsche
Warmte
De Revue Internationale de
Renseigncments Agricoles.
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ABONNEERT U
ZONDAG 15 JULI 1923.
Prijs 1U centlemen.
5de JAARGANG Nr 237
Abonnementsprijs i 5,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Met meer en meer luister telkenjare
wordt door gansch het Vlaamsche land
den Slag der Gulden Sporen gevierd.
Het was 11 Juli 1302. De Fransche
overweldiger, geprikkeld door de bloe
dige Brugsche Metten hem toegediend
door de mannen van Jan Breydel en
Pieter de Coninck, kwam met een mach
tig eb prachtig leger van Prinsen, Ede
len en betaalde soldaten het graafschap
Vlaanderen binnen en ontplooide zijn
macht onder de muren van Kortrijk in
den Groeningekouter voor een beek.
Tot daar waren de Vlaamsche ge
meentenaren de Fransche benden tege
moet gekomen.
De Fransche koning had gezworen
eens voor goed gedaan te maken met
die koppige Vlamingen en het Graaf
schap Vlaanderen voor eeuwig en altijd
bij Frankrijk aan te hechten.
In den vroegen morgen van dien
11 Juli knielden de Vlaamsche strijders
in het open veld en woonden ze de H.
Mis bij, en daar namen ze allen een
weinig aarde, brachten ze aan hun lip
pen en zwoeren voor den geboortegrond
te sterven ofte overwinnen.
En ze overwonnen
De Fransche ridders en edellieden,
trots op hun overmacht, wierpen zich
blindelings op de Vlamingen; maar deze
bleven kalm, wachten den vijand af en
hakten, kapten, schoten en smeten er
duchtig in.
Het was een vreeselijke dag. De slag
duurde van 's morgens tot bij 't vallen
van den avond. De rest van het Fran
sche leger was op de vlucht, maar het
slagveld, de Groeningekouter was met
lijken bedekt en het water der beek zag
rood van bloed
Onder de gesneuvelden vond men
talrijke prinsen en edelen van Franschen
bloede en ook zes honderd gulden spo
ren, die in Onze L. Vrouwkerk te Kor
trijk, uit dankbaarheid, werden opge
hangen.
Ziedaar in 't kort de beteekenis van
den 11 Julidag of van den Slag der Gul
den Sporen 1302.
In 1914 als in begin van Augustus al
onze klokken in steden en dorpen onze
soldaten ten strijde riepen tegen een an
dere vreemde macht, die van den toen-
maligen Duitschen Keizer Willem, sprak
onze dappere Koning Albert zijn leger
toe en zei tot de Vlamingen in den slag:
Gedenkt den Slag der Gulden
Sporen
En toen zag men het boven-
oxenschelijk heldenvertoon van ons
klein leger, de Duitsche almacht werd
gebroken, en na vier jaar aanhoudend
vechten, dank aan die kleine Belgen
werd ze in de modder van den Yzer
verpletterd.
In dien reuzenstrijd hebben de Vla-
tulogen door hun overgroot getal het
grootste aandeel genomen en getoond
dat de koning hen niet te vergeefs had
herinnerd dat zij de zonen zijn van de
dapperen die den Guldensporenslag
wonnen.
Terwijl onze soldaten moedig streden
aan den Yzer verdroegen hier de Vla
mingen zoowel als de Walen manmoedig
de harde Duitsche bezetting en zoo mag
men zeggen dat er geen enkele reden
bestaat, opdat er zoo onderscheid ge
maakt worden tusschen Vlamingen en
Walen in België. Er is maar een ver
schil dat mag bestaan en kan bestaan als
in ons land rechtvaardigheid heerscht
't is dat de Vlamingen Vlaamsch en de
Walen Fransen of Waalsch spreken
Doch spijtig genoeg moeten we besta-
Onze boeren die fijne, neerstige, verstandige lieden zijn de
bekomen uitslagen bewijzen het genoeg hebben maar een fout
Ze lezen te weinig
Het lezen van goede landbouivwerken is nochtans een der meest
doeltreffende middels om den vooruitgang op landbouwgebied te
verspreiden. Een werkje van overwegend belang en we zijn zoo
vrij er op bezondere wijze het lezen van aan te raden is de
brochuur getiteld Zulk Zaad, zulke Oogst uitgegeven door
den achtbaren Heer Miserez, hoofd-opziener bij het Ministerie
van Landbouw. Alhoewel met tal van schoone platen voorzien,
kost het maar 1,25 fr„ de prijs van een borrel.
Het gebruik van goede zaden is een der gemakkelijkste en te
vens een der meest doeltreffende middels om onze opbrengsten,
zonder meer moeite te vermeerderen. Het voortbrengen van ver
edelde zaden kan overigens eene bron van schoone winsten zijn
voor den landbouwer. Nopens deze punten, nopens een groot ge
tal verscheidenheden, nopens zaadveredeling enz. bevat dit werkje
de meest sprekende wenken. Elkeen die belang stelt in den voor
uitgang van den landbouw zal dit Werkje willen lezen. D. B.
tigen dat er buiten het taalverschil in
België ondanks alles wel veel onder
scheid gemaakt werd tusschen Walen en
Vlamingen en dat de grondwettelijke
gelijkheid maar een ijdel woord is.
Moeten de Walen in hun streek
Vlaamsch kennen om een mooi plaatsje
aan den staat te bekleeden Kunnen de
Walen aldus niet gansch België afreizen
en overal in hun taal bediend geraken
Hoeveel tijd en geld gaat er bij de Vla
mingen niet verloren omdat zij twee ta
len moeten aanleeren waar de Waal er
met eene komt.
In België zijn twee hoogescholen van
den staat zij worden betaald en onder
houden met ons aller geld en meest met
Vlaamsch geld, want de Vlamingen zijn
talrijker.
Die twee hoogescholen zijn Fransche
hoogescholen. Wat kost het geweld en
moeite om er een af te staan aan de Vla
mingen.
De Walen zijn hardnekkig en de
Brusselaars nog koppiger. Meester spe
len moet toch plezierig zijn Maar broe
der Waal en stoefer Brusseleer mogen
zich dik en boos maken en on^ alle ver
wijtingen naar het hoofd slingeren, wij
vragen recht en gelijkheid, niets meer,
maar ook niets min.
In 1830, toen België werd gesticht
zooals het nu bestaat, dachten de toen
malige regeerders het Vlaamsch uit te
roeien en te vernietigen, niet alleen in
het Staatsleven, maar ook in het familie-
of burgerlijk leven.
Zij beginnen dus dezelfde fout als de
Hollanders, tegen wie ze waren opge
staan omdat deze aan de Walen hetNe-
derlandsch verplichtend hadden ge
maakt.
Binnen zeven jaar is het een eeuw
geleden, dat die fout werd bedreven en
nu nog is die fout niet hersteld.
De Vlamingen, die leden onder de
ongelijkheiden verdrongen werden door
de Walen, kwamen op tegen onze on
rechtvaardige taaltoestanden en zoo ont
stond de Vlaamsche beweging, die den
dag van heden een machtige beweging
geworden is.
Voor die macht alleen geven de re
geerders nu toe, ten minste in schijn,
maar ze zal maar ophouden te bestaan,
als er volledige gelijkheid zal heerschen
tusschen Walen of franschspr^kenden
en Vlamingen of Vlaamsprekenden.
Er mogen in een land geen verdruk
ten zijn, want dat is onrecht en het on
recht is als een poermijn onder den
grond die den staat in gedurig gevaar
brengt.
Zooals de Vlamingen in 1302 zwoe
ren te strijden op 'leven en dood, zoo
moeten de Vlamingen vangheden vol
houden en strijden, tot ze volle recht en
gelijkheid verkregen hebben.
Deze dagen zal er gefeest, gevierd
worden, strijdliederen zullen dreunen,
volksfanfaren zullen schetteren en spe
len, de harten zullen in feeststemming
zijn, maar toch zal het geen ongemeng
de vreugde zijn, en bij de viering van
11 Juli zullen de Vlaamsche harten zich
met droef gemoed afvragen Waarom,
waarom duurt het zoolang eer recht en
gelijkheid geschonken worden
En velen zullen denken, omdat het
een volkszaak is, en alle volksbelangen
lijden last voor 't zegepralen.
Boeren, Vlaamsche boeren, gedenkt
gij ook den Guldensporenslag, want gij
voelt beter dan wie ook in België, wat
het beteekent geregeerd te worden door
menschen die met ons niet meeleven,
omdat ze met ons niet meevoelen.
H. KLOPTEROP.
Wat is 't warm Wat is 't verdom-
melijk warm 1 ziedaar de uitdrukking
welke sinds 'n week van mond tot mond
gaat. Ja, al zien oude goeie vrienden
mekaar dan nog twintig jjmaal per dag,
gaat het bij elk weerzien over 't z<-!fde
kapitel en over denzelfden koekoek-
éénzang 't Is kolossaal heet 't Is
haast niet meer g>m uit te staan Van
daag zullen de kraaien er van gapen
't Is erger dan in Congo 't Is om te
verstikken Gaan z'ons nu levend bra
den Zal dat spel nog lang duren
en zoo meer en zoo meer En
terwijl ons teergevoelig stadsch heerke
met z'n even teergevoelig kippenvel en
z'n kruidje roer me niet zit te sakke
ren en 't weer en 't lieflachend zomer
zonnetje onmeedoogend naar den blik
sem wescht, zit ons braaf boerke zich
't buikje vet te lachen, wijl hij z'n gebuur
gulhartig toeroept Kobe Nu hebben
we 't weerke wel vast hé, man Spijtig
dat zulks geen maand vroeger kwam
En terwijl hij de opgerolde hemds
mouw eens duchtig over 't perelend
voorhoofd wrijft, en den breedgeranden
zomerhoed wat dieper den verschroei
den hals induwt, gaat ons vergenoegd
boerke lustig z'n gang want bij zulk
weer mag er niet geluierikt worden
tenzij om 't welkom middaguiltje te
vangen.
Immers bij de ongelijkkige vooraf
gaande regendagen is er veel, ja zeer
veel hooi binnengeschuurd dat niet al te
droog was. Nu elke verstandige land
man weet maar al te wel dat hooi en
graan 't welk niet voldoende droog is
binnengekomen, gemakkelijk bederft en
verhit, ja zelfs blootgesteld is aan in-
brandschieting. Immers versch ge
schuurd hooi zweet en gist. Deze gisting
doet eenen hoogen warmtegraad ont
staan de warmte vindt geen uitweg en
stapelt zich noodzakelijk op in dicht cj<-
een geperste massa. Wil men dus zijn
hooistapel niet zien beschimmelen, ver
zuren of erger nog in brand schieten,
dient er zonder uitstel voor gezorgd om
zulke rampen te voorkomen. Men han-
dele dan wijs en verstandig met zulke
hooistapels opnieuw te doorschudden,
en tusschen elke hooilaag 'n greep zout
uit te strooien (1 of 2 Immers zout
trekt de vochtigheid tot zich verhindert
bovendien het beschimmelen en voor
komt het bederven het geeft tevens een
aangeoamen smaak aan t hooi, welken
ons vee graag lust.
't Ware eveneens geraadzaam tus
schen elke laag eene stroolaag te schui
ven van 10 a 20 cm. dik. Stroo, slechte
geleider der warmte, belet het verhitten,
wijl het de vochtontsnapping vergemak
kelijkt. Het spreekt eindelijk van zelf,
dat men er voor zorge binst de groote
hitte aanhoudende luchttochten te ver
wekken in hooischuren of op hooi
schelften.
Dieren, zoowel als menschen, lijden
aan overgroote hitte, 't Valt ons dan
ook ten plichte onze huisdieren op
menschelijke wijze te behandelen. Die
ren genoodzaakt een gedeelte van den
dag en den ganschen nacht op stal door
te brengen, lijden bij drukke warmte erg
aan bevanging en benauwdheid.
Dus regelmatig de stalling zuiveren
van mest en dikwijls verfrisschen door
créoline-besproeiïngen. Verder welge
schikte luchttochten verwekken vooral
des nachts en voornamelijk in enge en
lage stallingen, waar 't vee bij zulke
hitte haast zou verstikken.
Men leidde 't vee en de paarden min
stens tweemaal daags buiten stal naar
'n drinkkuip met koel en frisch water ge
vuld. Zoolang de hitte voortduurt, stake
men 't stelsel van warme rantsoenen.
Voor wat het vee betreft datop voeder-
of vetweide 't seizoen doorbrengt, zorge
men er voor eene overdekte gaanderij
of schutsel ter plaats op te timmeren,
waaronder de dieren zich na 't grazen,
bij de herkauwing kunnen uitrusten en
aldus een lommerrijke plaats vinden om
zich binst den dag tegen overdreven
hitte en binst den nacht tegen te groote
killigheid te beschutten.Beschikken deze
dieren eindelijk wel over 'n welgevulden
frisschen waterpoel
Sommige hoeven hebben in hun bereik
't zij een waterpoel of vinden in de na
bijheid 't zij een vijver of ondiepe beek.
Niéts zal hun dus beletten dagelijks vee
en paarden eens flink te laten baden.
Zulke verfrissching verkoelt bij de die
ren 't gansche lijf en neemt het jeuksel
weg, waaraan ze bij warm weder erg lij
den vooral op de beenen en in den hals.
Nat bezweette paarden zal men, alvo
rens ze op stal te zetten, eens flink af-
sponsen met frisch water, ten einde het
zweet te beletten aan huid en haar te
plakken, hetgeen in den stal n onaange-
namen geur verwekt.
Aan onze boerinnekes hoeven we ze
ker niet te herinneren, dat bij zulke tem
peratuur alle melkgerief, emmers, kan
nen, kruiken, afroomer, dubbele rein-
heidszorgen vragen, vallen ze geen ge
vaar loopen, de melk onmiddellijk te zien
stremmen en hun boter te zien verzuren
na enkele dagen. Overgroote reinheid
speelt thans meer dan ooit den hoofdrol.
Ook is het noodig de melk na 't melken
onmiddellijk af te koelen.
Vergeten we eindelijk ons neerhof
vogels niet Zij ook, vergen bij bran
dende zon, speciale zorgen. Ververschen
we op tijd en stond hun drinkbak met
koel en frisch water. Beschutten we onze
hoenders en vooral de jonge kiekens
tegen te groote warmte, door hun een
lommerrijke plaats te verschaffen. Einde
lijk dienen de hoenderhokken flink ge-
kuischt en ververscht door kalkuitstrooi-
ing of creoline besproeiing.
Kortom reinheid, verluchting en ver
frissching dienen bij drukke hitte meer
dan ooit op de hoeve aangewend.
R. AKKERMANS.
We zullen dit jaar mogen inboeken
als zijnde een van de beste Aalst-ker-
missen van een gansch menschenleven.
Is me dat een weerken En daarbij zoo
veel spel en attractie's op de verschil
lende markten, ge zoudt 'n ezel moeten
hebben die geld k... om dat alles eens
van dichtbij te kunnen zien.
Ach hoe dikwijls komt men bedro
gen en teleurgesteld uit sommige koten
terug en 't vermaak dat men er vindt,
kost peperduur. Wie zich eens oprecht
smakelijk een dikken buik wil lachen,
zonder veel geld te verteren, die moest
toch maar eens de groote feestzaal van
ons lokaal binnenstappen lekker bier,
puike kluchtzangers, goede zitplaatsen,
goede verluchting, in een woord een
ideaal van gemak en inrichting.Moesten
er nog zijn die 't niet bijgewoond heb
ben, er is nog kans op Zondag 15 Juli.
Maar 'k moet voor vandaag gansch
mijn proces klaar spinnen over de spech
ten, de uitspraak, Beste Vrienden Land
bouwers, die laat ik dan maar gerust
aan U over. Spechten treft men in alle
landen aan 'tis genoeg dat er wat hout
wast om ze te doen afkomen. Hun ge
liefkoosd verblijf nochtans zijn oude
bosschen met verkankerde boomen.
Bij regenweder en binst de duisternis
van den nacht schuilen en slapen ze in
holen, uitgebeiteld in de boomstammen,
Alhoewel dit ingemaakt kamerken maar
donker is, vinden ze er toch plaats en
licht genoeg om er hun nesten id te ma
ken. Het nest van den specht is zoowat
als dit der musch, slordig afgemaakt,
maar veel ruwer, doordien de stof om
het nest te maken, bestaat uit fijne twijg
jes en geen zacht en plooibaar hooi. In
de Lente leggen ze zilverglanzende
eitjes.
Maar zijn de spechten dan niet scha
delijk aan den boschteelt met zoo langs
alle kanten in de boomen te boren en de
schors los te rukken Ik laat liever deze
vraag beantwoorden door oprecht ge
leerde vogelkenners en ge zult zien dat
zij zelf niet al te goed akkoord gaan.
Docter Altum, leeraar van bijzondere
bosch-dierenkunde, in Neustadt, Ebers-
walde, in Duitschland zegt dat ze aan de
bosschen eerder schadelijk zijn dan nut
tig, andere gezaghebbende lieden, zooals
Docter Toussenel, noemen de spechten
de groote vrijwaarders onzer bos
schen Niets dat meer overtuigend
is dan hetgene we zelf gemakkelijk kun
nen bemerken. Indien de boomen, en
wel inzonderheid de olmen, die de lanen
onzer steden verfraaien, zoo snel door
de houtwormen verknaagd zijn, treuren
en wegsterven, 't is mipschien wel omdat
de spechten, die groote bangerikken zijn
er zrlden of nooit komen.
En denkt ook niet dat de spechten
niets anders doen dan gaten maken. Een
hol gemaakt om er te lentetijd te nesten
en later te vernachten blijft bestaan
zoolang de boom op stam is en dient
voor ouders, kinderen en kleinkinderen
tot een moeilijk uit te diepen geslachts
boom.
Te Brussel, waar ze nu toch alles best
weten, zelfs liedjes die op een ander
reeds lang afgezaagd zijn, daar hebben
ze zich gewaardigd ook eens ovèr de
spechten te handelen op een vergadering
van bijzondere vakmannen die voor de
vogels het kaf uit 't koren moesten
scheide. Men vroeg daar ook moet de
specht als nuttige vogel aanzien en be
schermd worden
Terwijl ze daar te Brussel zaten over
te redekavelen en er niet wijs uit geraak
ten (zoo min als uit de Vlaamsche
Hoogeschool), zat de specht, die nu toch
allermeest voor 't behoud van zijn eigen
vel moest inzitten, intusschen onver
poosd te hameren en liet voor al wie
't hooren wou zijn klinkende stem weer-
schallen. Hij was leutig de vent omdat
de uitslag moest van Brussel komen,
waar ze nu toch eenmaal over niet be
slissen kunnen, tenzij op een aangegeven
toon te Parijs.
Dokter Quinet wilde de uitspraak van
het vonnis verdagen tot hij de maag van
een zeker aantal spechten onderzocht
had. 't Was voor mij den echten en
en eenigen goeden weg. Edoch, Parijs
had gesproken en goedgekeurd en Brus
sel, zonder naar den uitslag, van dit nut
tig, voor den specht onzalig werk, te
wachten, riep uit dat de spechten aller
bescherming verdienden. Als 't maar
van Brussel komt, dan is 't toch goed.
De specht die 't meest bij ons verblijft
is de bonte specht, het sieraad onzer
bosschen. Hij heeft zijn jachtgebied en
wee hem die 't aandurft op zijn jacht te
komen, 't Is een gevecht op leven en
dood tot een van beide gehavend en
verbeten, gedwongen is het op te geven.
Somtijds moet hij zijn leelijk karakter
van afgunst duur bekoopen. Lust het U
een specht te vangen, bootst zijn klop
pen op 't hout na en woedend komt hij
toegeschoten en laat er zijn vel bij,
want ieder van ons zal zeggen 't Is
maar een Specht I
Abonnementen op De Koorn-
bloem van nu tot Nieuwjaar kos
ten slechts 2,50 fr.
Men wende zich tot den brief
drager, het postkantoor of ons bu
reel te Aalst.
De landbouwkundigen, de landbou
wers an allen die, te welken titel ook,
belangstellen in den landbouw, waar-
deeren sedert lang ten zeerste Bulletin
des renseignements agricoles et des
Maladies des plantes sinds 1910 uit
gegeven door het Internationaal {-and-
bouwinstituut, Dit Bulletin is inder
daad een weergalooze bron van weten
schappelijke en technische inlichtingen
betrekkelijk den landbouw, naar gelang
hun verschijnen overgenomen uit de
talrijke uitgaven der verschillende lan
den.
Immer strevend naar het volmaken
zijner schriften, zoowel uit oogpunt van
inhoud als van vorm, geeft het Instituut,
van af dit jaar, het driemaandelijksch
Bulletin uit, j^en vat aldus een nieuwe
reeks aan onder den titelRevue In
ternationale de Renseignements agri
coles.
Zonder zijn eigenschap van orgaan van
internationale documentatie prijs te ge
ven, zal dit tijdschrift op meer uitgespro-
kene wijze dan voorheen een interna
tionaal overzicht worden, dit wil zeg
gen, dat er een grooter uitbreiding zal
worden gegeven aan de rubriek voor
behouden aan de Oorspronkelijke arti
kelen, gesteld door knappe specialisten
uit de verschillende landen.
In die rubriek zullen de belangrijkste
en actueelste vraagpunten behandeld
worden. En opdat de werking van het
Instituut steeds vruchtbaarder en doel
treffender worde, zullen bijzondere reek
sen van die artikelen, behoorlijk met
elkaar in verband gebracht, landbouw
vraagstukken behandelen, voornamelijk
koloniale, welker oplossing als zijnde
internationaal belang erkend wordt.
Aan de Documentatie, die de IIe
groote rubriek van de Revue uit
maakt, zal immer de aanzienlijkste plaats
ingeruimd worden. Dit gedeelte zal
vooral benuttigd worden door lezers die
verlangen op de hoogte te blijven van al
wat er aan nieuws en belangwekkends
voorkomt in de verschillende landen op
Landbouwkunde, Landbouw, Kweek,
Landelijke genie, Landbouwnijverhe-
den. Landbouwhuishoudkunde en
plantenziekten.
Een zeer merkwaardige nieuwigheid
is de Chronique,, die het IIF deel van
de Revue uitmaakt en waarin regel
matig de bijzonderste feiten en gebeur
tenissen van het internationaal land-
bouwleven zullen vermeld worden.
Het gewichtige van die twee rubrie
ken zal niemand ontgaan, als men be
denkt dat het Instituut het wereldcen
trum is dat de landbouwschriften der
gansche wereld ontvangt en door-
vorscht, en dat het bovendien briefwis
selaars bezit in alle landen.
Het eerste nummer (Januari-Maart
1923) dat wij hier voor ons hebben, be
wijst dat de pogingen van het Instituut,
om aan zijn tijdschriften een steeds meer
verdiende faam te bezorgen, niet zon
der welslagen blijven. Die aflevering be
helst niet minder dan 7 oorspronkelijke
overzichten, gesteld door schrijvers uit
verschillende landen.
M. Bjanes, Noor, beschrijft de inrich
ting van het landbouwonderwijs in
Noorwegen Hoogleeraar Rossi, van
het Hooger Landbouwinstitunt van
Portici (Italië), geeft eene zeer opmerke
lijke studie over de moeilijkheden en de
vergissingen der bacteriologie van den
grond de Japannees H. Tanaka han
delt over de teelten ia zijn land Prof.
Mangin, van het instituut van Parijs,
heeft het over het terug aanleggen der
kastanjeboomgaarden in Frankrijk M.
Frateur, bestuurder van het Veeteelt
instituut van Leuven, behandelt een al
lerbelangrijkste kwestie betreffende de
afstammingsleer de Duitsche ingenieur
M. Nussbaum beschrijft de landbouw
machines-nijverheid in zijn land ten
slotte geeft de Spaansche ingenieur-
landbouwkundige, M. Janini, zeer merk
waardige beschouwingen over de bij
zonderste vijanden in zijn land.
Het zou te ver voeren, de talrijke on
derwerpen op te sommen, behandeld in
die rijke documentatie, alsook de in de
kroniek vermelde feiten.
Die uitgave, waarvan de abonne
mentsprijs, verzending inbegrepen,
slechts 45 fr. bedraagt, beveelt zich
zelve aan door hare degelijkheid en wij
zijn overtuigd den grootsten dienst te
bewijzen door de aandacht er op te ves
tigen van degenen, die er belang bij
hebben zich bestendig op de hoogte te
houden van allen vooruitgang, verwe
zenlijkt op het uitgestrekte gebied der
landbouwopsporingen en der landbouw
techniek.
Onlangs lazen wij in De
Koornbloem een schrijven van
een Friesche aardappelkweeker,
waarin ons enkele interessante we
tenswaardigheden werden meege
deeld over den stand der aardap
pelen in Friesland, en waarin ook
werd gewezen op het plantgoed
herkomstig uit de Friesche zware
kleigronden en dit komende uit de
lichtere Hollandsche zandgronden.
We meenen het niet onnuttig
hier vandaag enkele beschouwin
gen te geven over den stand der
verschillende soorten aardappelen
hier in de streek, om er de noodige
gevolgtrekkingen uit op te maken.
Van nu af kan er met eene tame
lijke zekerheid gezegd worden,
welke partijen aardappelen een
goede oogst belooven en kunnen
we heel juist zeggen welk plant
goed geheel of redelijk goed was.
Algemeen beschouwd, mogen
we zeggen dat de aardappeloogst
dit jaar weer een goede opbrengst
beloofd. Weliswaar zijn er hier en
daar nog wel partijen die ver ten
achter zijn en die maar een pover
voorkomen hebben doch als wij
rekening houden met de guurheid
der Lentemaanden van dit jaar,
dan meen ik dat onze aardappelen
er veel beter uitzien dan velen het
over 'n goeie maand verwachtten.
Gaan we nu eens de verschil
lende variëteiten na. De oogsting
der eerstelingen is volop aan gang
en hier zullen de kweekers van
eerstelingen het met mij ten volle
eens zijn om te bekennen, dat de
opbrengst, schoon niet zoo groot
dan in sommige jaren, heel bevre
digend mag genoemd worden. Ik
heb rooiïngen bijgewoond die
verbazend veel opbrachten en die
aan den kweeker een mooie voort-
brengst geven. Anderen gaven
nog al merkelijk min.
Het is goed te verstaan dat den
aard van den grond en de stand
plaats bij de eerstelingen een groo
te rol spelen. Immers eerstelingen
hoeven een vroege planting en
vroeg in 't voorjaar is er in de be
kwaamheid tot planting der gron
den veel verschil. Gronden welke
goed droog liggen, gemakkelijk
uitwateren, door afsluitingen, ha
gen, boomgaarden of andere te
gen de koude winden beschut zijn,
geven natuurlijk meer hoop op
wellukken dan deze waarvan het
tegendeel moet gezegd worden.
Hoe meer de grond aan de gestel
de voorwaarden voldoet, hoe
vroeger er tot de oogsting mag
worden overgegaan en hoe groo
ter ook de opbrengst zal zijn.
Het komt er nu vooral op aan
bij het kweeken van eerstelingen
vroegtijdig eene goede opbrengst
te hebben. Immers hoe vroeger
men kan verkoopen, hoe hooger
4