REDT U ZELVEN Arbeid adelt 11 JUliI WORDT GEVIERD 't (Das maar een Specht! De Stand der flardappelen. Landbouwweekblad Aan de Landbouwers. O die helsche Warmte De Revue Internationale de Renseigncments Agricoles. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ABONNEERT U ZONDAG 15 JULI 1923. Prijs 1U centlemen. 5de JAARGANG Nr 237 Abonnementsprijs i 5,00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Met meer en meer luister telkenjare wordt door gansch het Vlaamsche land den Slag der Gulden Sporen gevierd. Het was 11 Juli 1302. De Fransche overweldiger, geprikkeld door de bloe dige Brugsche Metten hem toegediend door de mannen van Jan Breydel en Pieter de Coninck, kwam met een mach tig eb prachtig leger van Prinsen, Ede len en betaalde soldaten het graafschap Vlaanderen binnen en ontplooide zijn macht onder de muren van Kortrijk in den Groeningekouter voor een beek. Tot daar waren de Vlaamsche ge meentenaren de Fransche benden tege moet gekomen. De Fransche koning had gezworen eens voor goed gedaan te maken met die koppige Vlamingen en het Graaf schap Vlaanderen voor eeuwig en altijd bij Frankrijk aan te hechten. In den vroegen morgen van dien 11 Juli knielden de Vlaamsche strijders in het open veld en woonden ze de H. Mis bij, en daar namen ze allen een weinig aarde, brachten ze aan hun lip pen en zwoeren voor den geboortegrond te sterven ofte overwinnen. En ze overwonnen De Fransche ridders en edellieden, trots op hun overmacht, wierpen zich blindelings op de Vlamingen; maar deze bleven kalm, wachten den vijand af en hakten, kapten, schoten en smeten er duchtig in. Het was een vreeselijke dag. De slag duurde van 's morgens tot bij 't vallen van den avond. De rest van het Fran sche leger was op de vlucht, maar het slagveld, de Groeningekouter was met lijken bedekt en het water der beek zag rood van bloed Onder de gesneuvelden vond men talrijke prinsen en edelen van Franschen bloede en ook zes honderd gulden spo ren, die in Onze L. Vrouwkerk te Kor trijk, uit dankbaarheid, werden opge hangen. Ziedaar in 't kort de beteekenis van den 11 Julidag of van den Slag der Gul den Sporen 1302. In 1914 als in begin van Augustus al onze klokken in steden en dorpen onze soldaten ten strijde riepen tegen een an dere vreemde macht, die van den toen- maligen Duitschen Keizer Willem, sprak onze dappere Koning Albert zijn leger toe en zei tot de Vlamingen in den slag: Gedenkt den Slag der Gulden Sporen En toen zag men het boven- oxenschelijk heldenvertoon van ons klein leger, de Duitsche almacht werd gebroken, en na vier jaar aanhoudend vechten, dank aan die kleine Belgen werd ze in de modder van den Yzer verpletterd. In dien reuzenstrijd hebben de Vla- tulogen door hun overgroot getal het grootste aandeel genomen en getoond dat de koning hen niet te vergeefs had herinnerd dat zij de zonen zijn van de dapperen die den Guldensporenslag wonnen. Terwijl onze soldaten moedig streden aan den Yzer verdroegen hier de Vla mingen zoowel als de Walen manmoedig de harde Duitsche bezetting en zoo mag men zeggen dat er geen enkele reden bestaat, opdat er zoo onderscheid ge maakt worden tusschen Vlamingen en Walen in België. Er is maar een ver schil dat mag bestaan en kan bestaan als in ons land rechtvaardigheid heerscht 't is dat de Vlamingen Vlaamsch en de Walen Fransen of Waalsch spreken Doch spijtig genoeg moeten we besta- Onze boeren die fijne, neerstige, verstandige lieden zijn de bekomen uitslagen bewijzen het genoeg hebben maar een fout Ze lezen te weinig Het lezen van goede landbouivwerken is nochtans een der meest doeltreffende middels om den vooruitgang op landbouwgebied te verspreiden. Een werkje van overwegend belang en we zijn zoo vrij er op bezondere wijze het lezen van aan te raden is de brochuur getiteld Zulk Zaad, zulke Oogst uitgegeven door den achtbaren Heer Miserez, hoofd-opziener bij het Ministerie van Landbouw. Alhoewel met tal van schoone platen voorzien, kost het maar 1,25 fr„ de prijs van een borrel. Het gebruik van goede zaden is een der gemakkelijkste en te vens een der meest doeltreffende middels om onze opbrengsten, zonder meer moeite te vermeerderen. Het voortbrengen van ver edelde zaden kan overigens eene bron van schoone winsten zijn voor den landbouwer. Nopens deze punten, nopens een groot ge tal verscheidenheden, nopens zaadveredeling enz. bevat dit werkje de meest sprekende wenken. Elkeen die belang stelt in den voor uitgang van den landbouw zal dit Werkje willen lezen. D. B. tigen dat er buiten het taalverschil in België ondanks alles wel veel onder scheid gemaakt werd tusschen Walen en Vlamingen en dat de grondwettelijke gelijkheid maar een ijdel woord is. Moeten de Walen in hun streek Vlaamsch kennen om een mooi plaatsje aan den staat te bekleeden Kunnen de Walen aldus niet gansch België afreizen en overal in hun taal bediend geraken Hoeveel tijd en geld gaat er bij de Vla mingen niet verloren omdat zij twee ta len moeten aanleeren waar de Waal er met eene komt. In België zijn twee hoogescholen van den staat zij worden betaald en onder houden met ons aller geld en meest met Vlaamsch geld, want de Vlamingen zijn talrijker. Die twee hoogescholen zijn Fransche hoogescholen. Wat kost het geweld en moeite om er een af te staan aan de Vla mingen. De Walen zijn hardnekkig en de Brusselaars nog koppiger. Meester spe len moet toch plezierig zijn Maar broe der Waal en stoefer Brusseleer mogen zich dik en boos maken en on^ alle ver wijtingen naar het hoofd slingeren, wij vragen recht en gelijkheid, niets meer, maar ook niets min. In 1830, toen België werd gesticht zooals het nu bestaat, dachten de toen malige regeerders het Vlaamsch uit te roeien en te vernietigen, niet alleen in het Staatsleven, maar ook in het familie- of burgerlijk leven. Zij beginnen dus dezelfde fout als de Hollanders, tegen wie ze waren opge staan omdat deze aan de Walen hetNe- derlandsch verplichtend hadden ge maakt. Binnen zeven jaar is het een eeuw geleden, dat die fout werd bedreven en nu nog is die fout niet hersteld. De Vlamingen, die leden onder de ongelijkheiden verdrongen werden door de Walen, kwamen op tegen onze on rechtvaardige taaltoestanden en zoo ont stond de Vlaamsche beweging, die den dag van heden een machtige beweging geworden is. Voor die macht alleen geven de re geerders nu toe, ten minste in schijn, maar ze zal maar ophouden te bestaan, als er volledige gelijkheid zal heerschen tusschen Walen of franschspr^kenden en Vlamingen of Vlaamsprekenden. Er mogen in een land geen verdruk ten zijn, want dat is onrecht en het on recht is als een poermijn onder den grond die den staat in gedurig gevaar brengt. Zooals de Vlamingen in 1302 zwoe ren te strijden op 'leven en dood, zoo moeten de Vlamingen vangheden vol houden en strijden, tot ze volle recht en gelijkheid verkregen hebben. Deze dagen zal er gefeest, gevierd worden, strijdliederen zullen dreunen, volksfanfaren zullen schetteren en spe len, de harten zullen in feeststemming zijn, maar toch zal het geen ongemeng de vreugde zijn, en bij de viering van 11 Juli zullen de Vlaamsche harten zich met droef gemoed afvragen Waarom, waarom duurt het zoolang eer recht en gelijkheid geschonken worden En velen zullen denken, omdat het een volkszaak is, en alle volksbelangen lijden last voor 't zegepralen. Boeren, Vlaamsche boeren, gedenkt gij ook den Guldensporenslag, want gij voelt beter dan wie ook in België, wat het beteekent geregeerd te worden door menschen die met ons niet meeleven, omdat ze met ons niet meevoelen. H. KLOPTEROP. Wat is 't warm Wat is 't verdom- melijk warm 1 ziedaar de uitdrukking welke sinds 'n week van mond tot mond gaat. Ja, al zien oude goeie vrienden mekaar dan nog twintig jjmaal per dag, gaat het bij elk weerzien over 't z<-!fde kapitel en over denzelfden koekoek- éénzang 't Is kolossaal heet 't Is haast niet meer g>m uit te staan Van daag zullen de kraaien er van gapen 't Is erger dan in Congo 't Is om te verstikken Gaan z'ons nu levend bra den Zal dat spel nog lang duren en zoo meer en zoo meer En terwijl ons teergevoelig stadsch heerke met z'n even teergevoelig kippenvel en z'n kruidje roer me niet zit te sakke ren en 't weer en 't lieflachend zomer zonnetje onmeedoogend naar den blik sem wescht, zit ons braaf boerke zich 't buikje vet te lachen, wijl hij z'n gebuur gulhartig toeroept Kobe Nu hebben we 't weerke wel vast hé, man Spijtig dat zulks geen maand vroeger kwam En terwijl hij de opgerolde hemds mouw eens duchtig over 't perelend voorhoofd wrijft, en den breedgeranden zomerhoed wat dieper den verschroei den hals induwt, gaat ons vergenoegd boerke lustig z'n gang want bij zulk weer mag er niet geluierikt worden tenzij om 't welkom middaguiltje te vangen. Immers bij de ongelijkkige vooraf gaande regendagen is er veel, ja zeer veel hooi binnengeschuurd dat niet al te droog was. Nu elke verstandige land man weet maar al te wel dat hooi en graan 't welk niet voldoende droog is binnengekomen, gemakkelijk bederft en verhit, ja zelfs blootgesteld is aan in- brandschieting. Immers versch ge schuurd hooi zweet en gist. Deze gisting doet eenen hoogen warmtegraad ont staan de warmte vindt geen uitweg en stapelt zich noodzakelijk op in dicht cj<- een geperste massa. Wil men dus zijn hooistapel niet zien beschimmelen, ver zuren of erger nog in brand schieten, dient er zonder uitstel voor gezorgd om zulke rampen te voorkomen. Men han- dele dan wijs en verstandig met zulke hooistapels opnieuw te doorschudden, en tusschen elke hooilaag 'n greep zout uit te strooien (1 of 2 Immers zout trekt de vochtigheid tot zich verhindert bovendien het beschimmelen en voor komt het bederven het geeft tevens een aangeoamen smaak aan t hooi, welken ons vee graag lust. 't Ware eveneens geraadzaam tus schen elke laag eene stroolaag te schui ven van 10 a 20 cm. dik. Stroo, slechte geleider der warmte, belet het verhitten, wijl het de vochtontsnapping vergemak kelijkt. Het spreekt eindelijk van zelf, dat men er voor zorge binst de groote hitte aanhoudende luchttochten te ver wekken in hooischuren of op hooi schelften. Dieren, zoowel als menschen, lijden aan overgroote hitte, 't Valt ons dan ook ten plichte onze huisdieren op menschelijke wijze te behandelen. Die ren genoodzaakt een gedeelte van den dag en den ganschen nacht op stal door te brengen, lijden bij drukke warmte erg aan bevanging en benauwdheid. Dus regelmatig de stalling zuiveren van mest en dikwijls verfrisschen door créoline-besproeiïngen. Verder welge schikte luchttochten verwekken vooral des nachts en voornamelijk in enge en lage stallingen, waar 't vee bij zulke hitte haast zou verstikken. Men leidde 't vee en de paarden min stens tweemaal daags buiten stal naar 'n drinkkuip met koel en frisch water ge vuld. Zoolang de hitte voortduurt, stake men 't stelsel van warme rantsoenen. Voor wat het vee betreft datop voeder- of vetweide 't seizoen doorbrengt, zorge men er voor eene overdekte gaanderij of schutsel ter plaats op te timmeren, waaronder de dieren zich na 't grazen, bij de herkauwing kunnen uitrusten en aldus een lommerrijke plaats vinden om zich binst den dag tegen overdreven hitte en binst den nacht tegen te groote killigheid te beschutten.Beschikken deze dieren eindelijk wel over 'n welgevulden frisschen waterpoel Sommige hoeven hebben in hun bereik 't zij een waterpoel of vinden in de na bijheid 't zij een vijver of ondiepe beek. Niéts zal hun dus beletten dagelijks vee en paarden eens flink te laten baden. Zulke verfrissching verkoelt bij de die ren 't gansche lijf en neemt het jeuksel weg, waaraan ze bij warm weder erg lij den vooral op de beenen en in den hals. Nat bezweette paarden zal men, alvo rens ze op stal te zetten, eens flink af- sponsen met frisch water, ten einde het zweet te beletten aan huid en haar te plakken, hetgeen in den stal n onaange- namen geur verwekt. Aan onze boerinnekes hoeven we ze ker niet te herinneren, dat bij zulke tem peratuur alle melkgerief, emmers, kan nen, kruiken, afroomer, dubbele rein- heidszorgen vragen, vallen ze geen ge vaar loopen, de melk onmiddellijk te zien stremmen en hun boter te zien verzuren na enkele dagen. Overgroote reinheid speelt thans meer dan ooit den hoofdrol. Ook is het noodig de melk na 't melken onmiddellijk af te koelen. Vergeten we eindelijk ons neerhof vogels niet Zij ook, vergen bij bran dende zon, speciale zorgen. Ververschen we op tijd en stond hun drinkbak met koel en frisch water. Beschutten we onze hoenders en vooral de jonge kiekens tegen te groote warmte, door hun een lommerrijke plaats te verschaffen. Einde lijk dienen de hoenderhokken flink ge- kuischt en ververscht door kalkuitstrooi- ing of creoline besproeiing. Kortom reinheid, verluchting en ver frissching dienen bij drukke hitte meer dan ooit op de hoeve aangewend. R. AKKERMANS. We zullen dit jaar mogen inboeken als zijnde een van de beste Aalst-ker- missen van een gansch menschenleven. Is me dat een weerken En daarbij zoo veel spel en attractie's op de verschil lende markten, ge zoudt 'n ezel moeten hebben die geld k... om dat alles eens van dichtbij te kunnen zien. Ach hoe dikwijls komt men bedro gen en teleurgesteld uit sommige koten terug en 't vermaak dat men er vindt, kost peperduur. Wie zich eens oprecht smakelijk een dikken buik wil lachen, zonder veel geld te verteren, die moest toch maar eens de groote feestzaal van ons lokaal binnenstappen lekker bier, puike kluchtzangers, goede zitplaatsen, goede verluchting, in een woord een ideaal van gemak en inrichting.Moesten er nog zijn die 't niet bijgewoond heb ben, er is nog kans op Zondag 15 Juli. Maar 'k moet voor vandaag gansch mijn proces klaar spinnen over de spech ten, de uitspraak, Beste Vrienden Land bouwers, die laat ik dan maar gerust aan U over. Spechten treft men in alle landen aan 'tis genoeg dat er wat hout wast om ze te doen afkomen. Hun ge liefkoosd verblijf nochtans zijn oude bosschen met verkankerde boomen. Bij regenweder en binst de duisternis van den nacht schuilen en slapen ze in holen, uitgebeiteld in de boomstammen, Alhoewel dit ingemaakt kamerken maar donker is, vinden ze er toch plaats en licht genoeg om er hun nesten id te ma ken. Het nest van den specht is zoowat als dit der musch, slordig afgemaakt, maar veel ruwer, doordien de stof om het nest te maken, bestaat uit fijne twijg jes en geen zacht en plooibaar hooi. In de Lente leggen ze zilverglanzende eitjes. Maar zijn de spechten dan niet scha delijk aan den boschteelt met zoo langs alle kanten in de boomen te boren en de schors los te rukken Ik laat liever deze vraag beantwoorden door oprecht ge leerde vogelkenners en ge zult zien dat zij zelf niet al te goed akkoord gaan. Docter Altum, leeraar van bijzondere bosch-dierenkunde, in Neustadt, Ebers- walde, in Duitschland zegt dat ze aan de bosschen eerder schadelijk zijn dan nut tig, andere gezaghebbende lieden, zooals Docter Toussenel, noemen de spechten de groote vrijwaarders onzer bos schen Niets dat meer overtuigend is dan hetgene we zelf gemakkelijk kun nen bemerken. Indien de boomen, en wel inzonderheid de olmen, die de lanen onzer steden verfraaien, zoo snel door de houtwormen verknaagd zijn, treuren en wegsterven, 't is mipschien wel omdat de spechten, die groote bangerikken zijn er zrlden of nooit komen. En denkt ook niet dat de spechten niets anders doen dan gaten maken. Een hol gemaakt om er te lentetijd te nesten en later te vernachten blijft bestaan zoolang de boom op stam is en dient voor ouders, kinderen en kleinkinderen tot een moeilijk uit te diepen geslachts boom. Te Brussel, waar ze nu toch alles best weten, zelfs liedjes die op een ander reeds lang afgezaagd zijn, daar hebben ze zich gewaardigd ook eens ovèr de spechten te handelen op een vergadering van bijzondere vakmannen die voor de vogels het kaf uit 't koren moesten scheide. Men vroeg daar ook moet de specht als nuttige vogel aanzien en be schermd worden Terwijl ze daar te Brussel zaten over te redekavelen en er niet wijs uit geraak ten (zoo min als uit de Vlaamsche Hoogeschool), zat de specht, die nu toch allermeest voor 't behoud van zijn eigen vel moest inzitten, intusschen onver poosd te hameren en liet voor al wie 't hooren wou zijn klinkende stem weer- schallen. Hij was leutig de vent omdat de uitslag moest van Brussel komen, waar ze nu toch eenmaal over niet be slissen kunnen, tenzij op een aangegeven toon te Parijs. Dokter Quinet wilde de uitspraak van het vonnis verdagen tot hij de maag van een zeker aantal spechten onderzocht had. 't Was voor mij den echten en en eenigen goeden weg. Edoch, Parijs had gesproken en goedgekeurd en Brus sel, zonder naar den uitslag, van dit nut tig, voor den specht onzalig werk, te wachten, riep uit dat de spechten aller bescherming verdienden. Als 't maar van Brussel komt, dan is 't toch goed. De specht die 't meest bij ons verblijft is de bonte specht, het sieraad onzer bosschen. Hij heeft zijn jachtgebied en wee hem die 't aandurft op zijn jacht te komen, 't Is een gevecht op leven en dood tot een van beide gehavend en verbeten, gedwongen is het op te geven. Somtijds moet hij zijn leelijk karakter van afgunst duur bekoopen. Lust het U een specht te vangen, bootst zijn klop pen op 't hout na en woedend komt hij toegeschoten en laat er zijn vel bij, want ieder van ons zal zeggen 't Is maar een Specht I Abonnementen op De Koorn- bloem van nu tot Nieuwjaar kos ten slechts 2,50 fr. Men wende zich tot den brief drager, het postkantoor of ons bu reel te Aalst. De landbouwkundigen, de landbou wers an allen die, te welken titel ook, belangstellen in den landbouw, waar- deeren sedert lang ten zeerste Bulletin des renseignements agricoles et des Maladies des plantes sinds 1910 uit gegeven door het Internationaal {-and- bouwinstituut, Dit Bulletin is inder daad een weergalooze bron van weten schappelijke en technische inlichtingen betrekkelijk den landbouw, naar gelang hun verschijnen overgenomen uit de talrijke uitgaven der verschillende lan den. Immer strevend naar het volmaken zijner schriften, zoowel uit oogpunt van inhoud als van vorm, geeft het Instituut, van af dit jaar, het driemaandelijksch Bulletin uit, j^en vat aldus een nieuwe reeks aan onder den titelRevue In ternationale de Renseignements agri coles. Zonder zijn eigenschap van orgaan van internationale documentatie prijs te ge ven, zal dit tijdschrift op meer uitgespro- kene wijze dan voorheen een interna tionaal overzicht worden, dit wil zeg gen, dat er een grooter uitbreiding zal worden gegeven aan de rubriek voor behouden aan de Oorspronkelijke arti kelen, gesteld door knappe specialisten uit de verschillende landen. In die rubriek zullen de belangrijkste en actueelste vraagpunten behandeld worden. En opdat de werking van het Instituut steeds vruchtbaarder en doel treffender worde, zullen bijzondere reek sen van die artikelen, behoorlijk met elkaar in verband gebracht, landbouw vraagstukken behandelen, voornamelijk koloniale, welker oplossing als zijnde internationaal belang erkend wordt. Aan de Documentatie, die de IIe groote rubriek van de Revue uit maakt, zal immer de aanzienlijkste plaats ingeruimd worden. Dit gedeelte zal vooral benuttigd worden door lezers die verlangen op de hoogte te blijven van al wat er aan nieuws en belangwekkends voorkomt in de verschillende landen op Landbouwkunde, Landbouw, Kweek, Landelijke genie, Landbouwnijverhe- den. Landbouwhuishoudkunde en plantenziekten. Een zeer merkwaardige nieuwigheid is de Chronique,, die het IIF deel van de Revue uitmaakt en waarin regel matig de bijzonderste feiten en gebeur tenissen van het internationaal land- bouwleven zullen vermeld worden. Het gewichtige van die twee rubrie ken zal niemand ontgaan, als men be denkt dat het Instituut het wereldcen trum is dat de landbouwschriften der gansche wereld ontvangt en door- vorscht, en dat het bovendien briefwis selaars bezit in alle landen. Het eerste nummer (Januari-Maart 1923) dat wij hier voor ons hebben, be wijst dat de pogingen van het Instituut, om aan zijn tijdschriften een steeds meer verdiende faam te bezorgen, niet zon der welslagen blijven. Die aflevering be helst niet minder dan 7 oorspronkelijke overzichten, gesteld door schrijvers uit verschillende landen. M. Bjanes, Noor, beschrijft de inrich ting van het landbouwonderwijs in Noorwegen Hoogleeraar Rossi, van het Hooger Landbouwinstitunt van Portici (Italië), geeft eene zeer opmerke lijke studie over de moeilijkheden en de vergissingen der bacteriologie van den grond de Japannees H. Tanaka han delt over de teelten ia zijn land Prof. Mangin, van het instituut van Parijs, heeft het over het terug aanleggen der kastanjeboomgaarden in Frankrijk M. Frateur, bestuurder van het Veeteelt instituut van Leuven, behandelt een al lerbelangrijkste kwestie betreffende de afstammingsleer de Duitsche ingenieur M. Nussbaum beschrijft de landbouw machines-nijverheid in zijn land ten slotte geeft de Spaansche ingenieur- landbouwkundige, M. Janini, zeer merk waardige beschouwingen over de bij zonderste vijanden in zijn land. Het zou te ver voeren, de talrijke on derwerpen op te sommen, behandeld in die rijke documentatie, alsook de in de kroniek vermelde feiten. Die uitgave, waarvan de abonne mentsprijs, verzending inbegrepen, slechts 45 fr. bedraagt, beveelt zich zelve aan door hare degelijkheid en wij zijn overtuigd den grootsten dienst te bewijzen door de aandacht er op te ves tigen van degenen, die er belang bij hebben zich bestendig op de hoogte te houden van allen vooruitgang, verwe zenlijkt op het uitgestrekte gebied der landbouwopsporingen en der landbouw techniek. Onlangs lazen wij in De Koornbloem een schrijven van een Friesche aardappelkweeker, waarin ons enkele interessante we tenswaardigheden werden meege deeld over den stand der aardap pelen in Friesland, en waarin ook werd gewezen op het plantgoed herkomstig uit de Friesche zware kleigronden en dit komende uit de lichtere Hollandsche zandgronden. We meenen het niet onnuttig hier vandaag enkele beschouwin gen te geven over den stand der verschillende soorten aardappelen hier in de streek, om er de noodige gevolgtrekkingen uit op te maken. Van nu af kan er met eene tame lijke zekerheid gezegd worden, welke partijen aardappelen een goede oogst belooven en kunnen we heel juist zeggen welk plant goed geheel of redelijk goed was. Algemeen beschouwd, mogen we zeggen dat de aardappeloogst dit jaar weer een goede opbrengst beloofd. Weliswaar zijn er hier en daar nog wel partijen die ver ten achter zijn en die maar een pover voorkomen hebben doch als wij rekening houden met de guurheid der Lentemaanden van dit jaar, dan meen ik dat onze aardappelen er veel beter uitzien dan velen het over 'n goeie maand verwachtten. Gaan we nu eens de verschil lende variëteiten na. De oogsting der eerstelingen is volop aan gang en hier zullen de kweekers van eerstelingen het met mij ten volle eens zijn om te bekennen, dat de opbrengst, schoon niet zoo groot dan in sommige jaren, heel bevre digend mag genoemd worden. Ik heb rooiïngen bijgewoond die verbazend veel opbrachten en die aan den kweeker een mooie voort- brengst geven. Anderen gaven nog al merkelijk min. Het is goed te verstaan dat den aard van den grond en de stand plaats bij de eerstelingen een groo te rol spelen. Immers eerstelingen hoeven een vroege planting en vroeg in 't voorjaar is er in de be kwaamheid tot planting der gron den veel verschil. Gronden welke goed droog liggen, gemakkelijk uitwateren, door afsluitingen, ha gen, boomgaarden of andere te gen de koude winden beschut zijn, geven natuurlijk meer hoop op wellukken dan deze waarvan het tegendeel moet gezegd worden. Hoe meer de grond aan de gestel de voorwaarden voldoet, hoe vroeger er tot de oogsting mag worden overgegaan en hoe groo ter ook de opbrengst zal zijn. Het komt er nu vooral op aan bij het kweeken van eerstelingen vroegtijdig eene goede opbrengst te hebben. Immers hoe vroeger men kan verkoopen, hoe hooger 4

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1923 | | pagina 1