REDT U
ZELVEN
DE BROODKWESTIE
Landbouwweekblad
Meid adelt
Onze Reis naar Friesland
Kweek van de Tomaat.
Het Beslaan
van het Paard.
moei steeds de
leus zijn van
ZONDAG 26 OOGST 1923.
Prijs KJ centiemen.
5de JAARGANG Nr 243
alle landbouwers.
Abonnementsprijs 5,00 frank '3 jaars.
Men schrijft in óp ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
In ons nummer van verleden Zondag
verscheen een ministerieelen omzend
brief van den heer minister van Land
bouw over de werkzaamheden van de
Nationale Commissie voor Landbouw-
voortbrengst. Dat bericht kwam uit
De Vooruit van Gent. Meest a4 de
groote dagbladen gaven lange en som
mige zeer belangwekkende artikels over
de broodkwestie ten beste.
De Nationale Commissie; zooals het
blijkt uit den omzendbrief, is met den
besten wil bezield om de opbrengst in al
de takken van den landbouw te verbe
teren en te vergrooten. Over haar be
sprekingen en werkzaamheden, zooals
die beschreven staan, valt enkel lof te
zeggen en wij doen dit ook gaarne. De
iever van die heeren zal beloond wor
den want het is een vreugde te bestati-
gen dat talrijke boeren de nieuwe we
gen opgaan, die de landbouwweten
schap en de toestand van ons land ver-
eischen. Dit is, in t voorbijgaan gezegd,
te danken aan de doelmatige werking
van de heeren Landbouwingenieurs en
aan die van de boerenbonden.
Doch bij al den goeden wil van de
Nationale Commissie kunnen wij naar
ons bescheiden meening, niet zooveel
goeden wil van wege het Ministerie van
Landbouw voegen. Inderdaad voor
wat den Landbouw betreft, zijn de boe
ren toch wel de eerste belanghebbenden,
maar ze worden in dit geval niet als
dusdanig herkend.
Moesten wij dit bericht niet overne
men uit het socialistisch blad ven Gent.
Het was nochtans maar eenige minuten
langer werk denzelfden brief te zenden
aan al de Landbouwbladen, dat kost nog
geen centiem en omzendbrieven, als er
gedrukt worden voor de Ministeries,
zijn er in overvloed, want moest ge den
stapel ongebruikte drukwerken van een
ministerie op één jaar zien, ondanks de
besparingen, ge zoudt opkijken
Er is dus maar een besluit daar ont
breekt oprechte goede wil.
Van den anderen kant schijnt men
alle middelen te willen gebruiken om
bijvoorbeeld de broodverspilling te keer
te gaan.
Zoo heeft de heer Minister van-
Landbouw er bij den Ministerie van
Landsverdediging op aangedrongen om
het militiebrood af te schaffen en te ver
vangen door geld, waarmede de solda
ten zich het noodige brood zouden koo-
pen. Naar het schijnt wordt in ons land
om een 40 millioen frank brood ver
spild en daar de verbruikers het ver
kwiste brood door andere duurder le
vensmiddelen vervangen, wordt het
verlies op 120 millioen geschat.
Op aandringen van baron Ruzette,
hebben de aartsbisschop en alle bis
schoppen van België aan hun priesters
bevolen in hun wekelijksche sermoenen
de geloovigen te wijzen op deze betreu
renswaardige verspillingen; de Minister
var. Wetenschappen en Kunsten zal
eveneens in de scholen lessen doen ge
ven over de broodverkwisting. In al de
kompartementen van den trein zullen
daarover plakbrieven gehangen worden
en misschien ook in de hotels.
Door deze middelen denkt men de
broodkwestie en ook de geldkwestie op
te lossen.
Kunnen die droeve en spijtige ver
kwistingen een einde nemen, dan zal dit
niet alleen een groote besparing zijn van
zooveel of zooveel millioenen frank, wat
op zich zelf al heel schoon is, maar wij
zullen van den anderen kant minder
broodgraan moeten invoeren, wat een
dubbele besparing zal uitmaken, vermits
wij voor het bedrag van dien uitvoer
minder schuldig zullen zijn tegenover
het buitenland en daardoor zou onze"
wisselkoers kunnen verbeteren.
Maar wij zeggen zou kunnen verbe
teren want hoe dikwijls hebben wij
dit al niet gezegd de invoer is de
eenige factor niet, daar is ook nog de
uitvoer. Het ware heel schoon, wanneer
wij onzen invoer van broodgraan en
zooveel mogelijk van alle andere voe
dingswaren konden vermindereu, maar
een vermeerderende uitvoer zou daarbij
den doorslag geven.
Er zijn duizend middelen om onzen
algemeenen invoer te verminderen,
maar er is maar een goed middel, dat is
een hoog recht te stellen op talrijke bui-
tenlandsche waar en in de eerste plaats
op de weelde artikelen.
Er is ook een eenig goed middel om
onzen uitvoer te vermeerderen, dat de
heer minister, bij voorbeeld het uitvoer
verbod van aardappelen intrekt. Zijn ze
niet veel duurder dan verleden jaar, zijn
ze nog niet duur genoeg zullen de stede
lingen zeggen. Maar worden de fabri
kanten lastig gevallen wanneer hun
voortgebrachte waren peperduur zijn en
zeldzaam in het land. Waarom twee
maten en twee gewichten, dat vragen
wij.
Middelen zijn er altijd te vinden, als
men bezield is met een vasten wil om
doeltreffend te handelen, wij hopen dat
de heer Minister van Landbouw er in
't vervolg de ambtenaren van zijn mini
sterie zal op wijzen, dat er op landbouw
gebied meer te verrichten is met land
bouwbladen, dan met andere dagbladen,
't en zij hij ze laat begaan uit politieke
veete. Dan noemen wij dat effenaf klein
zieligheid. De Koornbloem heeft haren
invloed, die niet te misprijzen valt en die
met den dag grooter wordt en wanneer
het de belangen van heel een volk en
van gansch het land geldt, zooals in deze
kwestie, dan is zelfs een Koornbloem
zeker niet te misprijzen. Zij dient geen
enkele partij, zij wil alleen dienen den
boerenstand en daardoor geheel het
land.
De voordeelen van het gebruik van
zwart of liever bruin brood door den
mensch schijnen, volgens het verslag
der 2e afdeelibg van de Nationale Com
missie, ernstig betwist te zijn door ver-
schillige bevoegdheden die deel uitma
ken van deze afdeeling.
Zat daar een gezonde boer in die af
deeling? Dan had deze man aan die hee
ren kunnen zeggen Gij eet alle dagen
fijn wit bakkersbrood en ben ik minder
gezond dan gij, omdat ik bruin tarwe
brood eet Het boerenbrood, dat bruin
brood waarvan zelfs zoovele menschen
uit de stad hartstochtelijke liefhebbers
zijn, is veel vettiger, sappiger en kloeker
dan het tot 't einde toe uitgehuilde wit
tebrood, waarvan de bloem dan nog
dikwijls wordt vervalscht met gemalen
krijt, pleister en wat weet ik al.
Of de broodkwestie, 't zij met wit,
bruin of zwart brood, zal opgelost wor
den, zullen wij afwachten, maar wij be
twijfelen sterk of de landbouwkwestie
daardoor zal opgelost worden.
Uit deze maatregelen door den Mi
nister genomen, wenschen wij voor het
land de beste en de meest mogelijke
goede gevolgen, maar we willen er te
vens op wijzen dat wij er ook niet TE
VEEL mogen van verwachten, we wo
nen hier in België en men moet rekening
houden met onze eigen binnenlandsche
toestanden. Met theoriën geschoeid op
daden van vreemde landen, die in heel
andere omstandigheden dan ons land
verkeeren, kan men soms meer kwaad
dan goed verrichten en de tijden zijn
reeds ernstig genoeg om thans nog ver
keerde wegen in te slaan.
Bij de toepassing van eiken maatre
gel met betrek op den landbouw, moet
het algemeen belang van onzen land
bouw in het oog worden gehouden en
het is onze nederige gedachte dat de
Nationale Commissie wel te veel van de
broodkwestie verwacht zonder met de
hoofdgedachte, de leefbaarheid zal ik
zeggen, van den Belgischen landbouw,
in voldoende mate bekommerd te zijn.
Dit zal ik een naasten keer trachten
te bewijzen.
H. KLOPTEROP.
Op Zondag morgen, 12 Oogst,
vertrokken Frans Coppens en on-
dergeteekende naar Friesland.
Het was juist den dag van de
groote feesten in Antwerpen en de
treinen reden zoo onregelmatig,
dat we onze eerste verbinding mis
ten in Antwerpen en er een paar
uren mochten Wachten. Evenwel
liep de trein verder goed af en
kwamen we om 11 uren s avonds
in Leeuwarden toe.
's Anderendaags 's morgens, om
7 uren zaten we reeds verscheide
ne uren 't Noorden in aan de kus
ten der Noordzee, in de afgedijkte
polders en in de kleivelden van
Friesland.
De aardappelen staan er in 't
algemeen zeer goed. De Eerstelin
gen zijn meestal gerooid en liggen
in kuilen op de velden,om er de
sorteering af te wachten. Daar
wordt door den controleur der
keuringskommissie aan de zakken
het lood gehecht met de kaart van
keuring.
De eerstelingen voor de voe
ding zijn er algemeen duur ver
kocht geworden en gingen voor
een groot deel naar Duitschland
en Engeland. Naar België en
Frankrijk kwamen er weinig of
geen de wisselkoers is te veel
hoog.
De Eigenheimers zijn zuiver en
meestal vrij van ziekte de op
brengst is echter niet zooals ver
leden jaar en de knollen zijn klei
ner van stuk.
We zagen een honderdtal vel
den van Eigenheimers, goedge
keurde en afgekeurde. Het ver
schil tusschen beide is van verre
zichtbaar. De eerste staan nog
meest allen groen, terwijl de twee
de bijna droog staan. De op
brengst verschilt veel en aan de
afgekeurde zijn bijna al de knollen
niet te groot voor de planting, ter
wijl aan de meeste goedgekeurde
velden de knollen tamelijk zwaar
zijn. Met eene sorteering van
32/42 is er niet veel plantgoed uit
de beste velden te halen, en we
zouden liever eene sorteering zien
van 32/50 mm.
De prijzen voor de Eigenhei
mer planters zijn nog niet vast
bepaald. De eetaardappelen van
die soort worden 600 tot 700 gul
den per wagon van 10,000 kilo
verkocht op 't oogenblik, zoodat
we voorzien, als de markt niet
verandert er tamelijk hooge prij
zen zullen komen voor de planters.
De Industrie-velden staan hier
overheerlijk. Dit zijn planters die
verleden jaar ingevoerd werden
uit Polen en hier voor 't eerst ge
zet werden op proef. De uitslag is
uiterst bevredigend, de velden zijn
zuiver, levendig en forsig. Het is
onmogelijk om door eene partij te
gaan en zelfs de besproeiing is
gansch onmogelijk door de over
vloedige zwaarte van het gewas.
De soort is zuiver en belooft op
alle gebied. Zullen wij er planters
van naar hier invoeren Als de
wisselkoers daar blijft zullen ze
duur kosten.
De Roode en Bonte Star, even
als de Bravo's en De Wet's staan
goed, gezond en zuiver en belo
ven eene groote opbrengst.
Wij zagen zoo een paar hon
derd velden van verscheidene
groote en kleine boeren, op een
achttal verschillende gemeenten
gelegen.
Van 's morgens 7 tot 's avonds
8 1/2 uur liepen we de partijen af
en een auto bracht ons van de
eene plek naar de andere en van
de eene gemeente naar de andere.
Toen we 's avonds, om 9 uur, ons
hotel in Leeuwarden bereikten,
waren we tamelijk vermoeid.
's Anderendaags 's morgens, om
7 uur, zaten we op den trein, die
ons 's avonds te 7 uur te Aalst
bracht, dwars door Nederland en
Noord-België.
De bijzonderste velden werden
gedurende de reis opgenomen met
naam van den verbouwer en stand
der vruchten. Van die velden zul
len we onze provisie van plant
goed opdoen en zoo verzekerd
zijn van prachtige uitslagen. Dit
deden we ook zoo over twee jaar,
toen we de dikke planters kregen,
waarover zoo menig lid heeft ge
klaagd dat ze te dik waren, maar
waarvan we de prachtigste uitsla
gen tot hiertoe kregen,
Dit jaar kiezen we weerom ons
beste velden uit, maar zullen de
planters in kleinere maat nemen,
waarschijnlijk van 32 tot 50 milli
meters doorsnee.
Zoo we ze kleiner nemen als
dit, dan schieten ons van de beste
velden zeer weinig planters over,
zoodat we van min goede zullen
bediend worden.
Onthouden we de les van over
twee jaar Er zal ook evenwel
zeer klein goed gekocht worden,
zooals verleden jaar, opdat ieder
een kunne kiezen.
Laten we verhopen dat ons
frankske verbetert opdat ze niet te
peperduur zouden kosten
O. CAUDRON.
Wij eindigden voorgaand artikel met
de vraag t Is de doenwijze, de merriën
zord r ijz:rs te laten aan de achterpoo-
ten, goed of af te keuren Zulks is
geenszins af te keuren, op voorwaarde
dat zulks de hoeve niet te zeer bescha
digd j immers de achterpooten van het
trekpaard hebben eene meer ontwikkel
de stevigheid, welke dan ook een meer
snelle slijtage veroorzaakt.
We vragen ons hier dan ook af, om
welke reden de voorpooten soms niet
gedurende enkele weken zonder beslaan
zouden verkeeren, wel te verstaan, in
dien ze van 'n stevige hoef voorzien
zijn Op die wijze doen de voetwerk
tuigen gymnastiek en herkrijgen hunnen
regelmatigen vorm. Om dit doel te be
reiken, zal het werk met mate en op
geschikte wegen uitgevoerd worden.
Bij deze voormelde voetwerktuigen
plaatsen we voornamelijk de veerkracht
van de hoef, het is te zeggen dat deze
zich uitbreidt als zij in aanraking komt
met den grond en inkrimpt of beter nog
haren natuurlijken vorm en stand her
neemt bij het opheffen. Een behendige
hoefsmid, ervaren in z'n stiel, weet of
zou minstens behoeven te weten, dat hij
die nuttige en onontbeerlijke veerkracht
moet eerbiedigen en zal er diensvolgens
strenge rekening van houden, bij het
plaatsen der hoefijzers. Hij weet of moet
weten, dat de straal van een paarden
voetbijstand verleent aan den dekhengst
om deze veerkracht voort te brengen.
Doch om deze rol behoorlijk te ver
vullen, is het noodzakelijk, dat zij sa
mengedrukt zij op het oogenblik der
steuning. Te dien einde zal de hoefsmid
zorg dragen, de nagels niet te veel naar
achter te plaatsen van het ijzer, waarvan
de vertakkingen geringe dikten zullen
aanbieden. Hij zal zich onthouden kram
men te vormen indien zulks niet vol
strekt noodig is hij zal vijzen plaatsen,
welke men desgevallend zou kunnen
wegnemen, zoo ze b. v. nutteloos wer
den hij zal aan het hoefijzer geen holte
aanbrengen of zal op omgekeerde wijze
handelen en, in geval de straal van den
paardenvoet geenen genoegzamen om
vang bezit, om op den grond te drukken
dan zal hij op de straal, bij wijze van V,
een beslag toepassen in plaatvorm, of
wel met verlengde stang.
Indien de straal nog te weinig om
vang had om op die stang- te steunen,
dan zou hij een lemmer ad hoe in
rekgom (caoutchouc) er tusschen plaat
sen. Ik dring er vooral op aan, dat voor
noemd lemmer altijd zou moeten ge
plaatst worden, gezien het den steun
verzacht, welke met matigheid moet ge
schieden en samengaan met den steun
der hielen. De hoefsmid zal zich wel
wachten de straal, de voetzool en bo
venal de schooren, (voortzetting van
den muur der hoef tusschen de straal en
den voetzool, welke de rol speelt van
eene veer in de elasticiteit^ te bekleeden.
Deze hoornachtige deelen mergelen en
ontschubben van zelf.
We zegden daarboven, dat de stang
den vorm behoeft te hebben eener V,
om reden dat ze op die wijze de hoef-
straal bevrijdt tegen de gevaarlijke
doordringende straatnagels en de menig
vuldige kneuzingen der levende onder-
hoornachtige weefsels, kneuzingen, wel
ke dikwijls verergeren door gevaarlijke
ettering, welke de uitwerpsels van den
hoorn belet en de hoefstraal van haren
omvang berooft.
Uit dit alles blijkt maar al te best, dat
de hoefsmid met deze en andere grond
regels onbekend, door z'n schuldige on
wetendheid oorzaak kan zijn dat de
hielvlerken samendringen, dat de hoorn
achtige doos zich samen drukt in de
richting der zijdelingsche doorsnede, dat
de schoenen van het paard bekrompen
worden, kortom van allerhande hoeve
misvormingen, welke het dier soms
hevige pijnen veroorzaken, de lenigheid
der leden verminderen of in ruime mate
belemmeren, den stap verkorten, en
diensvolgens zijn trekkracht ontnemen.
Gebeurt de steunkracht te geweldig
op de hielvlerken, dan ontstaat er on
vermijdelijk eene noodlottige ineendruk-
king. Bovendien weten we thans uit 't
geen we vroeger aanhaalden, dat de
voet, bij het opheffen, zich in zijnen
minsten staat van uitzetting bevindt
dus is het noodig aan het ijzer meer
breedte te geven dan de vlakte der voet
plant, om zijne uitzetting bij het steunen
te vergemakkelijken.
Kortom, een goed hoevebeslag is in
staat meer dan één gebrek en vele on
volmaaktheden van de uiteinden der
leden onzer éénhoevige trekdieren, zoo
niet gansch te verbeteren, dan toch
ruimschoots te verminderen. Het kan
ook min of meer den slechten stand of
gebrekkigen gang bij onze trekpaarden
verbeteren, net zooals een slecht hoe
vebeslag bekwaam is soms spijtige en
dikwijls onherstelbare verminkingen te
veroorzaken.
't Zal onze geachte lezers dan niet
overbodig blijken, dat ik aan deze dub
bele u'teenzetting 't noodig belang
hechtte en dit wel voornamelijk met het
hoofddoel onze toekomstige hoefsmeden
te verwijzen naar het groot en onmis
baar belang dat z'er bij hebben zich met
de speciale vakkennissen aan hun stiel
verbonden, behoorlijk en grondig in te
wijden.
R. AKKERMANS
Gezonde en
Ongezonde (Tlell^
Leveraars van onzuivere melk trach
ten zich soms te verschoonen, door te
zeggen het is voor een boer onmoge
lijk geheel zuivere melk te leveren.Doch
zoo zulke menschen eens kon worden
voor oogen gebracht de zuivere melk,
welke door oppassende landbouwers
naar de stad of melkerij wordt gebracht,
dan zouden ze spoedig moeten toegeven
dat het wel mogelijk is reine melk te
leveren.
Vier factoren dienen in 't oog gehou
den te worden bij melk-behandeling, na
melijk de stal, het dier, de melker en
het gerief. Laten we beurtelings elk
dezer behandelen
DE STAL. In algemeenen zin ge
sproken zijn de koestallen in België nog
verre van het ideaal te bereiken. Velen
zijn vooreerst te klein, laag, donker en
slecht verlucht, neem daarbij de slordig
heid, welke nog op vele hoeven te vin
nen is en ge hebt het gewone midden,
waarin het dier moet leven. Daaruit
volgt gewoonlijk kwijning van het dier,
het verzwakt en "krijgt de tering. Uit
dergelijke stallen is het haast onmoge
lijk reine melk te halen of er moeten bij
zondere zorgen bij het melken worden
in acht genomen. (Daar de behandeling
over de koestal te lang zou duren, ho
pen wij daaraan een artikel te wijden in
een volgend nummer).
Bij melktijd moet de stal net en wel
in orde zijn, zonder slechte geuren, de
lucht moet er gezond, stil en stofvrij zijn,
anders wordt de melk onvermijdelijk be
smet.
HET DIER. Zoo de stal moet
zuiver gehouden worden, is dit zeker
eene boofdvereischte voor de dieren. Als
de uier en het achterdeel der dieren met
min of meer gedroogden drek bevuild
is, hoe is het dan toch mogelijk te mel
ken zonder dat er brokjes drek afvallen,
die de melk bevuilen en daarmee in
verband, hoe kan het bevuilen der die
ren geweerd worden, als de stal niet op
tijd gekuischt wordt en het leger der
dieren niet wordt droog gehouden en
optijd niet verschoond wordt.
Kuischt dus op tijd uwe koeiën, neemt
den mest weg die de huid bevuilt en on
derhoudt zulks gestadig Met roskam,
borstel en lauw water kunt ge de koeien
rein houden, let bijzonder op uier en
spenen om deze te reinigen maakt men
gebruik van een doek en lauw water.
Dergelijke zorgen vragen niet al te
veel werk als ze regelmatig en dagelijks
worden in acht genomen. Eender wie
er zich op de hoeve mee bezig houdt, is
er altijd middel om ze stipt uit te voe
ren. Het weinige extra-werk dat er
daarvoor wordt gevergd, prikkelt de
eigenliefde en zal spoedig eene persoon
lijke voldoening worden.
De tijd, daaraan besteed, is toch van
zoo n geringe beteekenis in vergelijking
met hetgeen er aan andere bezigheden
van ondergeschikt belang, praatjes en
andere vodderij, wordt verkwist.
DE MELKER. Wie reine melk
wil hebben, moet bij het melken zelf
rein wezen, zooniet is het eerste eene
onmogelijkheid. Nochtans kan er voor
vele plaatsen op den melker veel wor
den afgewezen. Zonder eerst de handen
te wasschen, met een vuile schort aan,
de uier en spenen gauw met de bloote
hand wat afwrijven, zoo gebeurt op
vele plaatsen de melking, zelf zijn er nog
stallen te vinden waar de melker of
melkster een speciale schort, jas of over
kleed hangen hebben, om dat op derge
lijke plaatsen zoogenoemde "vuil werk„
mee te doen.
Als dat alles verkeerd is of slechte ge
woonte, doet dus juist het tegenoverge
stelde. Wascht eerst uwe handen met
zeep, doet een propere schort of over
kleed aan, wrijf uier en spenen eerst af
met een doek dat lichtjes vochtig is,
vooraleer te melken.
Behandelt de dieren met zachtheid,
vermijdt schreeuwen en slagen, want
koeien willen in stilte en rust gemolken
worden. Plaagt de koeien niet 't mel
ken geschiedt gemakkelijker en vlugger.
HET GERIEF. Melk-emmers,
kannen en zijgen moeten op den melk
tijd gereed staan. Van houten emmers
of emmers met een buis moet worden
afgezien, zij zijn moeilijk te reinigen.
Men geve den voorkeur aan vertinde of
verlakte emmers.
Nooit mag de melk in den stal blijven,
daar zij spoedig de slechte geuren op
neemt en in den stal verontreinigd wordt
door het stof, de vliegen enz. Zoodra
eene koe gemolken is, draagt men de
melk r( chtstreeks in een bijgelegen
plaats, welke daartoe is ingericht en
waar de melkerij-toestellen worden ge
zet. In die plaats moet de allergrootste
reinheid en frischheid stipt worden on
derhouden. De doorzijging, welke on
middellijk moet plaats hebben, is onmis
baar om de haren, velletjes en andere
stoffen af te zonderen, die niettegen
staande alle voorzorgen in de melk zou
den gevallen zijn.
Voor de doorzijging gebruikt men een
dicht zeefdoek gespannen over eene
melkzeef.
Het bewaren der melk verdient de
nauwkeurigste aandacht. Hoe spoediger
en hoe vollediger de melk na de melking
wordt afgekoeld, hoe beter. Vergeet
niet dat de mikroben zich des te krachti
ger ontwikkelen, naarmate de melk de
37° nabijkomt en dat de melk na de
doorzijging nog eene warmte heeft van
33 a 35°, 't is dus noodig ze zoo spoedig
en zooveel mogelijk af te koelen om de
schadelijke werking der microben te
dooden. Wie over geen melk-afkoeler
beschikt, zet zijne kruiken in een bak
met koud water, dat op tijd, naar gelang
het weder, moet ververscht worden.
Eens de melk daarin geplaatst, zal men
ze dikwijls doorroeren om geheel de
kruik melk aan gelijke temperatuur te
brengen.
Het is niet voldoende de melk af te
koelen, zij moet koud blijven tot haar
vervoer naar de melkerij of stad, zooniet
komen de slapende ziektekiemen terug
in werking. Vele landbouwers meenen
dat de kruiken melk zoo lang mogelijk
moeten open blijven. Indien de melk
voldoende is afgekoeld mogen de kan
nen nochtans dicht worden gesloten,
de melk zal daardoor niet lijden, inte
gendeel zal ze beter beschut zijn tegen
«liegen, stof, katten enz.
Het vervoer van half gedeeltelijk vol
le kruiken melk moet ook zooveel moge
lijk vermeden worden. Ook belet niets
melk te mengen van verschillende mel
kingen als ze wordt behandeld zooals
we hier aangaven. H. L.
(5* vervolg)
Wat hebben de boeren een goeden
oogsttijd gehad 1 't Is welverdiend ook.
Er zijn nu toch eenmaal geen menschen
die meer arbeid moeten doen dan de
boeren. Achturenwerk bestaat voor hen
niet's morgens er uit voor de dag op is
en dan een ganschen dag in de blakende
zon, tot laat in den avond. En zeggen
dat de beste werkers uit de samenleving
nog 't meest verstooten worden.
Wat wordt er immers voor de boeren
gedaan Niets hoegenaamd niets! Zijn
de aardappelen tot een billijken prijs ge
stegen, men verbiedt er den uitvoer van
en alle handel wordt stopgezet.
Dit jaar, op 't verzoek van de been
houwers, 't zelfde met het vee. 't Is juist
alsof de boeren geen geld mochten ver
dienen. Wanneer zal dat nen keer be
teren Als de boeren, vereenigd in een
en zelfde machtig boerenleger, buiten
alle politiek, meer zelfstandig zullen op
treden. Zoolang als advokaten, notaris
sen, dokters, ingenieurs, financiers enz.,
onze belangen in handen hebben zal 't
niet gaan. Boeren bij boeren, door boe
ren en voor boeren.
Intusschentijd zal 'k toch altijd blijven
aandringen; opdat bij t verzenden uwer
waren, ge altijd met de meeste zorg en
de meeste nauwgezetheid zoudt te werk
gaan. Een goed verzorgde waar al is ze
er ook schaars, brengt meer modder aan
den dijk. dan een groote hoeveelheid die
slecht verzorgd is. Zoowel als ge aard
appelen en ajuin best, bij droog weder
en goed droog, verzendt, zoo ook wor
den de tomaten in volle lucht, 't best bij
droog weder geplukt en goed droog in
kistjes of manden gedaan. In kistjes doet
men de eerste, dan zijn ze nog schaarsch,
en worden ze 't duurst verkocht. De
overige wannneer het tomatenveld in
volle opbrengst is, worden ze in kleine
manden gedaan of wel in kleine kassen
waarvan de bodem en de wanden met
papier zijn afgezet. Er mogen hoege
naamd niet te veel lagen op elkander
worden gelegd om reden dat de onder
ste het soms zouden te kwaad krijgen en
door 't schokken en 't botsen niet zelden
zouden openspringen en pletten.
Ik zegde hierboven dat de eerste to
maten het duurst aan den man worden
gebracht. Men zal dus al doen wat mo
gelijk is, om ze acht of veertien dagen
voor een ander te hebben. Maar er is
ook middel veeL geld te verdienen met
ze- laat te hebben, als de overgroote
massa reeds weg is. Dit geldt niet alleen
voor de tomaten, maar ook voor fruit,
bloemkoolen, erwten enz. Zich toeleg
gen op vervroegde of verlate kweek in
volle lucht is dus zeer winstgevend. Is er
middel om dit te doen Ja, maar niet
zonder onkosten. Men moet er zich spe
ciaal voor onrichfen, doch de onkosten
hieraan besteed, worden ruimschoots
vergoed door de meerdere geldelijke op
brengst, welk? men er van te verwach
ten is.
au*