s Landbouwweekblad REDT U ZELVEN Arbeid adelt DE KONING SPREEKT IndastrialiseePing van den handboom. Hel hoekje dep Boerin. 1 i Leening der Verwoeste Gewesten, Moedervreugde en Moederwee. snoei steeds <1 e leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG IS NOV. 1923. Prijs ID centiemen 6de JAARGANG Nr 255 p 'mezma Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers In den loop van verleden week, zoo melden ons de dagbladen, be zocht de koning in gezelschap van den heer Minister van Landbouw verschillige boerderijen en pacht hoeven in de provincie Brabant. Hij de hoogstgeplaatste in den Staat, Hij het oppergezag, bewijst door deze daad dat de Landbouw hem belang inboezemt als zijnde een van onze nationale nijverhe den en Hij beseft dat de tijden aangebroken zijn, om hier ook, in het belang van het land, meer aan dacht te wijden en gerechtigheid te doen heerschen. Alhoewel dit feitje op zich zelf heel nietig schijnt, hechten wij er nochtans groot belang aan en wij durven verhopen dat wij er eer lang de gevolgen zullen van zien. Het zal naar onze meening veler oogen doen opengaan. De konink lijke belangstelling in den land bouw zal gewis veel navolgers krijgen. Wij durven daarom zeg gen dat de Belgische landbouw een nieuw tijdperk van bloei is in getreden. Doch het zal niet volstaan te herkennen dat de landbouw de eerste bron is van den bloei des Lands, die belangstelling eischt van de gekozenen des Volks dat ze aan den Landbouw de midde len verschaffen en de wetten, die volgens de moderne noodwendig heden en omstandigheden vol strekt noodzakelijk, ja zelfs onmis baar geworden zijn. Een van de princiepen die in ons Burgerlijk Wetboek zoo dik wijls op den voorrang treedt is dat het persoonlijk belang moet onderdoen voor het algemeen be lang of dat niets mag geschie den in strijd met het algemeen be lang Maar dan behelst dat prin ciep toch ook noodzakelijkerwijze, dat de wetgevers, in de eerste plaats, alles in 't werk zullen stel len, om het algemeen belang te bevorderen door een degelijke wetgeving, waar de goeie wil niet volstaat of te kort schiet. De financieele moeilijkheden, die ons land sedert den oorlog te doorworstelen heeft, hebben de oogen geopend, men is gaan inzien dat geen middelen mochten ver waarloosd worden om die moei lijkheden op te lossen en dat de landbouw grootendeels tot die oplossing kon bijdragen. Als het in vele gevallen waar is, zooals men zegt, dat men in België slechts zijn toevlucht neemt op wetge vend gebied gesproken tot lap middeltjes en halfslachtige wetten, dan is dit nog meer waar voor wat den landbouw aangaat. Wil men dat onze gronden hun maxi mum opbrengst geven en dit zoo gauw mogelijk, want het Land moet zoo haast mogelijk gered worden, dan is het niet voldoende aan de boeren te komen zeggen Geeft voor die vrucht zulke en zooveel vetten, houdt uw lande rijen van onkruid vrij, spit en ploegt op die wijze, zaait of plant die soort zoo dik of zoo dun Dat zijn, we bekennen het vol gaarne, wijze en onmisbare lessen en ze zouden voldoende zijn indien al het bewerkte land eigendom was van degene die het bewerken. Maar hoeveel verhuurde hoeveel verhuurde hoeven zijn er niet in ons Land en hoeveel meer huur land is er nog niet Iedereen neemt aan als een on omstootbare waarheid dat eigen dom meer opbrengt dan huurland en niemand zal naar het waarom vragen wat aan een Fransch landbouwafgevaardigde deed zeg gen Een klein landbouwbedrijf voorzien van het nieuwste land bouwgereedschap, maar werkend met eigen volk is beter dan een groote onderneming beschikkend over hetzelfde wetenschappelijk gereedschap, maar werkend met betaald volk Het eerste zal in evenredigheid meer opbrengen en beterkoop. Wij moeten in alle geval rekening hou den met dezen toestand en het huurland, dat nog aanzienlijk is, moet ook zoowel als de eigendom zijn maximum opbrengst kunnen geven, dat is een algemeen be lang, een nationaal belang, als ge wilt. Hoe kunnen wij dit doel be reiken Laat ons eerst onderzoeken hoe het komt dat huurland in algemee- nen regel minder opbrengt dan eigendom Een eigenaar die zijne zaken ter harte neemt, weet dat hij er alle belang bij heeft, zijn grond te ver beteren met volledige bemestin gen, met bevloeiïngen, draineeren enz. Daardoor vermeerdert even eens de opbrengst van zijn kapi taal. Voor huurgronden gebeurt meest al het tegenovergestelde, dat is wenschelijk. De eigenaar tracht den huurder uit te baten zooveel mogelijk en de huurder van zijn kant, tracht het grootst mogelijk profijt uit dien grond te halen met zoo weinig mogelijk onkosten. Gevolg Min of meer langzame uitputting van den grond, te kleine opbrengsten ten nadeele van den huurder, ten nadeele van den eigenaar en ook ten nadeele van 't algemeen en dat moet vermeden worden. Een goede pachtwet alleen zal dien staat van zaken veranderen. De eigenaars verbeteren zelden of nooit hun verhuurde gronden, de huurders doen het meestal ook niet, omdat zij er nooit, noch door minnelijke schikking, noch gebrui ken of wetten, genoegzaam voor vergoed worden. Hoeveel zou er aldus jaarlijks voor het Land niet verloren gaan? Een goede pachtwet alleen zal dat verlies, zoo niet heelemaal del gen, dan toch wel grootelijks ver minderen. Er zijn huurders die hun huur land zoowel verzorgen als hun eigendom en het evengoed be mesten, maar hoeveel treft men er aan van hun soort. Er moet dus een oplossing ge vonden worden en dat is niet zoo moeilijk, een oplossing, die noch den eigenaar, noch den huurder zal benadeelen, maar ze bevoor- deelen zal en aldus de verbetering der gronden en de meerdere op brengsten zal voor gevolg hebben. Hoe wij dit opvatten, zullen we een volgenden keer uiteenzetten. Die wil, die kan, zegt het spreekwoord als de kamerheeren nu maar eens wilden Zij hebben een koninklijk voorbeeld voor oogen de Koning spreekt, dat zij nu handelen. Woorden wekken, Voorbeelden trekken. H. KLOPTEROP. ÜEK FIA1KSKE MA&E,, De onkosten van de post zijn verdubbeld, de tarieven van den ijzerenweg, zijn vermeerderd, alles slaat op. Het papier kost ons 100 meer dan verleden jaar. Met spijt zien we er ons toe verplicht de abonnementprijs van De Koornbloem op te slaan, o niet veel, een franske maar. Dat kon er nog al door. Daarbij de prijzen die elke lezer winnen kan, vergoedt reeds minschoots dezen kleinen opslag. Daar zijn nog veel uitgevers van gazetten, die kwaad op ons zijn, omdat wij onzen prijs met geen 4 of 5 fr. verhoogen, maar dat niet. Laat ze maar tieren. Hoeveel kost ons blad dan Een half frankske per maand en daar zijn alle onkosten inbegrepen en daarbij een schoonen almanak als Nieuwjaarsgeschenk. Opgepast dus Is de Landbouw een nijverheid Een eenvoudige vergelijking ervan ten over staan dezer laatste geeft er ons het klaarst en onweerlegbaar bewijs van. Immers het bouwland dient haar tot werkplaats of fabriek stalmest met al de bijkomen de groepen der scheikundige meststoffen zijn hare grondstoffen de verbouwde planten zijn hare machienen de zon le- vert de noodige energie of drijfkracht j en de opgeleverde oogsten vertegen- j woordigen het fabrikaat of de productie, j De bestuurder dezer nijverheid zijt gij, landbouwer, zelf. Doch evenals het wel- slagen eener industrieele onderneming afhangt van de degelijkheid der vakken nissen en de zedelijke waarde van den leider, zoo ook heeft de landbouwer het welgelukken ijner winning in handen. De industrialiseering van den land- bouw bestaat enkel in het aanpassen op den landbouw in zooverre zulks mo gelijk is der methoden bij de nijver heid in voege, ten einde meer en goed- kooper voort te brengen. Doch, vergeten wij niet, om daartoe te geraken zijn er vanwege den landbou wer,als hoofd en leiddraad, zekere stel lige en onontbeerlijke hoofdhoedanig- heden vereischt. Het hoofd der uitbating, net als de be stuurder van eender welke nijverheid, moet bekwaam, ontwikkeld en vooral ondernemend zijn. Hij moet zich gesta dig op de hoogte houden van allen, vooruitgang en moderne werkwijzen. Dan alleen zal hij zijn werk naar behoo- ren kunnen regelen en bevelen. Overal waar het mogelijk is zal hij er zich op toeleggen handarbeid door machienwerk te vervangen. Hij zal er niet op aarzelen eenen goe den werkman of een beter machien meer te betalen, noch een nieuwere werkwijze aan te wenden, indien ze beter en meer' winstgevend bevonden wordt. Kortom, overal en in alles weze hij hoofdzakelijk bekommerd om den kostprijs in de meest mogelijke mate te verminderen. Verder zal hij zooals men in pas verschenen artikels daarover schreef een nauw gezette boekhouding er op na houden, met afzonderlijke rekeningen voor af zonderlijke speculatie s of handelsver richtingen. Het is voor hem tevens van over groot belang den gedurigen gang der markten aanhoudend na te gaan, ten einde zich steeds op de hoogte te hou den der soms zoo wisselvallige schom melingen der marktprijzen en zich niet bloot te stellen, bij aankoop net als bij verkoop zijner waren te goeder trouw bedrogen te worden. Ten slotte zal hij zoo de noodwen digheid ervan zich opdringt bij eigen iniatief te rade gaan. om in zake afzet gebieden dikwijls betere en meer winstgevende uitwegen te zoeken. Bo vendien moet hij de meeste nauwgezet heid aan den dag leggen niet alleen voor wat aangaat de selectie van plant en zaaigoed en dierenrassen maar tevens bijzondere zorg besteden aan het sortee- ren der producten welke in 't algemeen tot den verkoop zijn bestemd. Hier nogmaals zal hij desgevallend tot de vereeniging zijn toevlucht nemen, om gemeenschappelijk te koopen te ver werken of te verkoopen. Welnu willen van onze aankomende jeugdige landbouwers vergen dat hunne Landbouwnijverheid in dien zin wordt uitgebaat en opgedreven, dan zult ge met mij ook onmiddellijk 't akkoord staan om te begrijpen dat er van eiken verstandigen boerenzoon mag en moet geêischt worden 1° Dat hij een genoegzaam algemeen onderwijs moet genoten hebben. Hier door verstaan we de volledige lagere studiën en desnoods de school voor vol wassenen. 2° Dat hij grondig met de landbouw- praktijk en al hare moderne strekkingen behoeft ingewijd. Deze doet hij op, 't zij op de vaderlijke hoeve, 't zij op een modelhoeve. 3° Dat hij in staat weze alle hoevebe werkingen te beredeneeren door 'n ste vig en degelijk vakonderwijs, 't welk hij geroodzaakt is zich aan te schaffen in een plaatselijke landbouwberoepsafdee- ling. 4° Dat hij werkzaam weze, 't is te zeggen, dat hij het werk beminne het oude spreek woord Woorden wekken, voorbeelden trekken vindt hier zijn toepassing bij uitstek. 5° Dat hij methodisch te werk ga Orde overal en in alles zoowel bij werkzaamheden als werkverdeeling, weze zijn voorname kenspreuk. Zooniet loopt hij groot gevaar tijd, kracht en werk in ruime mate te verspillen. 6° Dat hij vooruitstrevend en onder nemend weze en zich daarom aanschou- dere bij een gewestelijke beroepsver- eeniging, overtuigd of hij moet wezen dat in vereeniging de groote toekomst licht opgesloten onzer Landbouwnijver heid. Dit alles aandachtig in oogenschouw genomen, stel ik U deze enkele doch gewichtige vraag ter overweging Landbouwers van heden en mor gen, zijt gij in staat de directie van uwe zoo belangrijke nijverheid in handen te nemen 1 R. AKKERMANS. doe üoopt met öepdübbelden Ieöep. Menigeen onder onze landbouwers zal voorzeker den titel van dit artikel aardig vinden, t Is daarom ook dat hij eenige opheldering vereischt. Ge moet weten. Beste Legers en Lezeressen van De Koornbloem k ontving deze week een naamloos schrijven, 'k Liet dat briefken lezen aan mijn vrouw en deze haalde er nog een ander te voor schijn nog veel aanmoedigender dan 't eerste 't Werd waarlijk belangrijk we koppelden de twee brieven en von den dat, alhoewel de eene te Aalst en de andere te Lede in de post gestoken, ze toch van denzeffden opsteller waren. Zijn doel is me te doen ophouden van schrijven in ons geliefd landbouwblad. Hij is ook wat geleerd, hij kent Latijn en Grieksch en laat te Wieze zijn proza opstellen. Zoo hij meent mij daarmeê te doen ophouden dan is hij deerlijk mis, waot k heb altijd naamlooze brieven te kort om er mede naar 't gemak te gaan. Nu, k zwijg, want straks gaat hij me nog een naamloozen brief sturen om te zeggen dat ik een halve kolom gebruik om te bewijzen dat hij een grooten lafaard is. k Ga dan oo'' dadelijk voort met over de Chrysanthemen te schrijven, waarmede ik in een vorig artikel begon nen was. De moederplanten in kleinere potten zetten dan die waarin ze stonden, was het laatste werk dat ik aanbevool, toen we over veërfien da"gert elkander verlie ten. Ons doel moet zijn de worstels met j verschen grond in aanraking te brengen, ten einde alzoo een vernieuwing van den groei uit te lokken en daarom kan men ook met goed gevolg de moeder planten in teilen of bakken plaatsen die toch, op zijn minst genomen, een twaalf centimeter diep moeten zijn. Men plaatst j de moederplanten zco dicht mogelijk bij j 't glas om kortere en stevigere stekken te bekomen. Het spreekt van zelfs dat de tablet eener kas als ze maar dicht bij 't glas gelegen is en uit dezelfde menge ling van grond is samengesteld ('t is te zeggen 1/2 tuingrond, 1/4 compost en 1/4 graszodecaarde) ook dienstig kan zijn. Potten, bakken of teilen nochtans kan m<»n verplaa'sen zonder te veel aan de moederplanten t» schaden ze zijn dus boven tabl- tten te verkiezen. Vergeet ze ook niet re begieten, doch onrichtig. niet te dikwijls maar eens ter dege als 't nood doet B gieten is't werk niet van den eersten den besten en er veiLopt heel wat tijd, en er is heel wat ondi rvicding r.oodig alvorens men waarlijk goed. verstandig en welberede neerd gieten kan. De wortelscheuten welke een lengte bereiken van meer dan 15 cm worden op een 8 cm. ingenepen, alsook deze die een bloemknop zouden vertoonen. Bij warm weder zal men eens goed verluchten en verders v.el zorgen dat de temperatuur nooit onder 0 daalt. Het bestrijden der bladluizen is soms ook noodzakelijk. Men bezigt daarvoor met goed gevolg tabaksap of beter nog zeeploog op een dosis van 25 gr. groene zeep per liter water. Een tweede bewerking uit te voeren is het stekken. Als deze bewerking goed gedaan is en als de stekken aan de ver- eischte voorwaarden beantwoorden, zal men met den teelt der Chrysanthemen ook goed lukken. Goede stekken, goede planten slechte stekken, slechte planten. Het tijdstip van stekken hangt veel af van het doel dat men beoogt en de variëteit waarmede men te doen heeft doch het tijdstip waarop de laatste innij- ping wordt gedaan zal ook het tijdstip van bloeien en de grootte der bloemen beïnvloeden. Zoo stekt men den 15 De cember tot in April. Men maakt stekken van jonge scheu ten die men op een lengte van 5 tot 8 cm. onder een knoop afsnijdt. Om de overtollige verdamping te beletten, wel ke gewoonlijk den dood voor gevolg heeft, neemt men de 3 of 4 onderste bla deren weg, de overige worden daarbij nog op den helft der bladschijf weggeno men. De stekken gemaakt zijnde begint het planten in planten in potten. Deze hebben een doormeter van 6 tot 7 cm. Men vult ze op met fijn korrelig rijnzand van dit zand dat gebezigd wordt om er betonwerk mede uit te voeren. Dat zand is goed. dat sluit bij de eerste begieting vast aan en doet een spoedige ont- wikkeling der wortels ontstaan. Men plaatst er in ieder potje 5 oi 6 op kleinen, doch verdeelden afstand. Waar om die potten niet grooter. In die kleine Lcening met loten van 1 milliard fr, 5 t. h van 1922. Voorloopige titels af te lossen 3 reeksen, 't zij 60 titels, uit te betalen van 1 Juni 1924 af. Nummers der uitgekomen reeksen Behalve de per lot uitgekomen num mers en hieronder aangeduid, zullen al de obligatiën toehoorende aan de drie volgende reeksen uitbetaalbaar zijn te gen 300 fr., in al de agentschappen der Nationale Bank van België. reeksen: 37949, 86815, 114674. Nummers per lot uitgekomen reeks 114674 nr18 uitbetaaIbaar te9en reeks li-io/t n 15 250,000 fr. reeks 37949 nr 6 uitbetaalbaar elk reeks 37949 nr 12 tegen 100,000 fr. De voorloopige titels per lot uit gekomen en hierboven aangeduid zullen uitbetaalbaar zijn bij de Staatskas (Na tionale Bank van België), te Brussel. Voor de terugbetaling zullen zij moeten vertoond worden aan het Ministerie van Financiën, 18, Wetstraat, te Brus sel, m er met eene bijzondere toelating tot b. taling te worden bekleed. potjes kan er slechts een geringe hoe veelheid water bijgehouden worden dat, onder den invloed van de lucht en de poreusheid der potten, spoedig zal ver- j dampen. De potjes worden dicht bij el- kander geschikt op latwerk tegen het glas. De temperatuur van de serre moet van 8 tot 12° bedragen en behouden. Men moet ook regelmatig de stekken j besproeien en dit van zoodra de boven laag van het rijnzand opgedroogd is wat bij gewoon of overtrekken weder een- i maal daags zal geschieden, bij warm en zonnig weder ook al eens een tweede maal. Het rijnzand immers vormt een echten filter, waardoor het water ge makkelijk heen zijgt. Bij voortdurende zonneschijn zal men de stekken beschtten met er dagbladen over te leggen. Moest de warmte graad in de serren te hoog komen te staan, dan zal men verluchten, zonder daarom nochtans tochten te doen ont staan, welke laatste de nog niet inge wortelde stekken, zouden doen verwel ken. Het rijazand biedt bovendien neg een ander groot voordeel aan 't is dat het de talrijke ontwikkeling der wortels in de hand werkt. Alle planten hebben zucht naar voedsel en vermits het rijn zand er geen bevat zal de plant snel vele worteltjes laten ontwikkelen, welke later bij het verpotten zoo goed zullen te pas komen. Op deze manier bestaat er middel om om na drie weken goede verzorging, kloeke flink ingewortelde planten te be komen. Doe zoo en gij zult u over uw handelwijze niet te beklagen hebben. L. HAEMS Landbouwvoordrachtgever. Maria, de moeder van God, is ook het toonbeeld en de koningin der moeders. Haar moederschap is de oorzaak onzer blijdschap. Haar moederschap is er een van d - moeder der smarten. De zeven weedommer volgen, in haar leven, op de zeven blijdschappen. Zij is het beeld van Moedervreugde en Moederwee. Vreugde en wee doorweven haar leven, loopen door elkander. Uit haar wee bloeit hare vreugde op. Uit hare vreug- d vloeit haar wee. Maria s ziel verwelkomde de bood schap des Engels zij zong triljubelend haar magnificatzij luisterde verrukt naar den vredezang der Engelen, over de krib van t geboren Kind zij vond haar Kind leerarend in den tempel zij at en dronk, met innig zielgenoegen, van de woorden en daden van haar Kind, in de eenzaamheid van Nazareth haar moederhart jubelde om t eerste mirakel te Cana en ze volgde haren Zoon, in zijn triomfantelijke predikingstochten in Palestina. Maar, zij droeg ook in haar hart, het vlijmend zwaard van Simeon, zij vluchtte met haar wee, naar 't land der Ballingschapzij zocht vol angst naar haar verloren kind zij viel in be zwijming bij 't zicht van 't Lam op dei kruisweg naar Calvarië zij stond de mater dolorosa om haar kind te zien sterven den schandelijken dood, verla ten en uitgejouwd. Zij plukte o zoo teêrvingerig de nagels uit hand en voet, bij de afdoening des Kruises en ook haar harte brak als zij haren schat ten grave legde. Terecht zegde de pro feet van haarnoem haar niet de schoone, maar dc bittere, want groot gelijk de zee is haar wee. Zij was moeder en moeder zijn is lijden, 't Is waar, omdat zij uitver koren was om de moeder te zijn van God, daardoor werd zij bevoorrecht met de Onbevlekt Ontvangenis. Geen vlek der erfzonde bekladde ooit haar ziel en de straf der erfzonde had ooit geen greep op haar moederschap. In maagdelijkheid heeft zij ontvangen de vrucht van den H. Geest In maagdelijkheid en op een wonderbare wijze, heeft zij haren eerst en eeniggeborene gebaard, zonder pijn, maar geen enkel ander moederlijden is haar gespaard gebleven. Ofschoon schul deloos, heeft zij al haar lijden aanvaard, samen met haar Zoon als medeverlos- seres van het menschelijk geslacht. Och wat een moeder lijden kan, een ideale moeder, des te meer, naarmate haar we zen idealer is en haar ideaal hooger en heiliger Maar was het niet Gods wil en Gods bestek om Maria als toon- en voorbeeld voor te stellen aan alle vrou wen gezegend met het moederschap Heilig is het moederschap De moe der wei kt mede aan Gods scheppings werk en Gods vereerlijking door de be volking der hemelen, na eerst de burger lijke maatschappij en de H. Kerk te heb ben bevolkt. De moeder schept het le ven, door de liefde en vereeuwigd hare liefde op eene tastbare wijze, want het kind is niet alleen het vleesch van haar vleesch, het kind is haar vleesch zelf en zij blijft leven in haar kind. Wat haar kind lijdt, lijdt zij ook wat het kind ver blijdt, verblijdt ook haar. Met haar zelf. en van haar zelf, met haar eigen wezen en leven voedt de moeder haar kind lichamelijk, verstandelijk, zedelijk, chris telijk. De echte moeder doet dit niet voor haar zelf, niet voor haar eigen heil, maar voor het heil van het kind en daarom is haar moederschap even vol en even teeder, voor vele kinderen als voor een of twee. De echte moeder doet het voor Gods glorie en daarom blijft de moeder als een engelbewaarder waken over hare volgroeide en zichzelfbesturende kinde ren. De moeder dus schept uit liefde en schept voortdurend door de instandhou ding en de ontwikkeling van het kind en zij redt en handhaaft, ontwikkelt en ver volmaakt hare eigene persoonlijkheid, juist door de overgave van heel haar wezen, aan het heil van het kind. De verhevenste geestelijke oefening der christelijke moeder is geene andere dan de volmaakte beoefening van het moe derschap. Dit is het beste Lvensgebed en het beste sacrificie. Het leven van de vrouw, die moeder werd. wordt gestuurd in één richting, namelijk in de richting van het sacrificie dat de zelfzucht uitsluit en de wereldsche verlokking afwendt. De plicht van het moederschap wordt een natuurgevoel bij de vrouw. Het moederschap wordt lijk een godsdienstige opwelling. Is er wel eene moeder, die in haar diepste moederstonden, niet christelijk gevoelt en denkt Binst den angstvollen tijd der verwachting, verwijlt ook de moeder in gebed. En wanneer het kind geboren is, is ook de moeder herboren en vindt zij woorden van geloof en christelijkheid om er mede haar kind op te voeden. Zelfs de onverschillige de onchristelijke moeder zal christelijk doen uit eerbied voor haar kind, om haar kind geen er gernis te geven. Men zegt soms, dat de christelijke opvoeding der vrouw, in het openbaar leven, niet genoeg uitwerkt, en men is geneigd al die christelijkheid der eerste opvoediagsjaren als nutteloos te beschouwen Dit is verkeerd. De godsdienstigheid in de prilste jeugd, in het zieleleven gezaaid, kan soms tijdelijk versteenen of verwateren, maar zij gaat nooit geheel dood. Zij ontwaakt telkens de diepten des levens worden geschokt en in het vrouwenleven worden die diepten geschokt, door het moederschap en het zaad der godsdienstigheid drijft maar boven en kiemt. Helaas, het veegste verschijnsel van de ontchristelijkheid, die ook inzet onder ons bloedeigen Vlaamsche volk is de natuurlijke onzedelijkheid van die vrou wen die zich niet meer verheugen bitte ren barensnood te lijden opdat een mensch, vooi;Gods glorie, zou het licht en het leven zien. Het getal vermeerderd van hen die wel de vreugden der liefde en des huwelijks verwelkomen, maar weigeren de lasten er van te dragen. Goddank Dit is nog geen gemeen goed in Vlaanderen geworden. Velen echter, weten de erge zondigheid niet van hun ne daad anderen weten het wel, belo ven verbetering, maar vallen weldra terug in hunne oude gebruiken. Doorgaans wordt het kind gevreesd omwille der zoogezegde armoede. Onze ouders echter hebben het leven niet be perkt. Zij hebben schoone en groote familiën gesticht. Zal iemand durven be weren dat de stoffelijke, sociale en economische toestanden dan beter waren dan nu Hebben zij armoede geleden, hebben zij zich dood gewroet? Toch niet. Men heeft zelden gehoord dat de arbeid, dat de spaarzaamheid en de eenvoud-'g- heid der levenswijze iemands leven ver korten. Er zijn nu betere dagloonen, er is meer weelde en welvaart in vele huis gezinnen, en zijn het juist niet deze huis gezinnen die toch het kind vreezen en het vreezen, zoo zeggen zij, uit vrees voor armoede Waar ligt de schuld Waar anders tenzij in den aangroei van de begeerlijkheid den hoogmoed en ijdel- heid, op de puinen van de eenvoudig- I MBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1923 | | pagina 1