REDT U ZELVEN Arbeid adelt Schadelijkeposten Internationale Kommissie in de krot. Landbouwweekblad Vindt een "ZELFSTANDIGE LANDBOUWPARTLT tiaar reden van bestaan? TppIï van ften fflijnoaafd. SintElooi-feest moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 9 DEC. 1923. Prijs 12 centiemen. 6de JAARGANG Nr 258 Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers 't Ligt hier geenszins in mijne bedoeling een persoonlijk rede- neeringstelsel om dit gewaagd on derwerp aan te durven, doch ik spreek hier vrij eer door den mond van een onzer hoog in aanmerking staande deskundigen, Heer Alex. Lonay, Eere-Staatslandbouwinge- nieur te Bergen. Zijne hoogst belangrijke ver schenen uitgaven, nopens tal van wetenschappelijke en sociale land bouwvraagstukken verraden van wege den doorzichtigen vakkun dige 'n klaren en vasten blik op de Landbouwzaak, waaraan hij sinds lange jaren gansch verkleefd en van ganscher harte verknocht is en aan wier vooruitgang hij dan ook z'n beste krachten wijdt. Zijne persoonlijke beschouwin gen, zijne innerlijke denk- en ziens wijzen over titelstaand opschrift, gezien de vakkundige waarde van hem die 't onderwerp onder al zijne nauwste vormen verhandel de, worden dan ook van dit oogenblik belangwekkend genoeg tot nadere beschouwing en ken nisneming. Ziehier dan in enkele breede trekken de zienswijze van den Heer Lonay, betrekkelijk dit zoo belangrijk als kritiek onderwerp. Zijns inziens dringt zich het tot stand brengen eener Zelfstan dige Landboutvpartij bij once landbouwers noodzakelijkerwijze op. Daardoor verstaat Heer Lonay 'n gansch Onafhankeli]ke Par ti] buiten en boven alle andere politieke kringen van welke ge zindheid ook dus noch klerikaal, noch liberaal, noch socialist, noch collectivist. 't Is volgens hem het eenig en uitsluitend middel, dat in bereik onzer landbouwers ligt, om hunne ideale bevoepsbelangen door de Openbare Machten ernstig ver dedigd te zien, verdediging waar op ze nu machteloos en wanho pend blijven uitkijken. Anderzijds blijkt dit ook naar zijn stelsel het afdoende redmiddel te zijn, om onze landbouwers te doen ontsnappen aan den zoo noodlottigen drang van politieke, behoudsgezinde en doctrinaire stelsels of machten, welke ze thans onder hunnen dwang, als aan ban den gekluisterd leggen en door dien staat van vassaliteit, welke sedert de Middeleeuwen onafge broken blijft voortduren, de ont voogding onzer Landbouwers aanhoudend belemmeren. Ziedaar de thesis, welke hij ter verdediging op volgende argu menten laat steunen 1° Onze Belgische Landbouw- klas bezit de noodige numerieke d. i. de voldoende getalsterkte, alsmede de onbetwistbare fnanti- eele macht, om op eigen kracht eene machtige zelfstandige par tij tot stand te brengen, net zoo als zulks gebeurde en reeds in voe ge is in de Vereenigde Staten van Amerika, in Canada, in Ierland, in Denemarken, in Roemenië, in Tcheco-Slovakij e en meer andere voorname landbouwlanden. 2° Zij heeft er het volle recht toe, ter stelselmatige verdediging harer eigene beroeps-economi sche belangen en dit op een to taal onzijdige en onafhankelijke manier derwijze dat ze aan elk lid een totale en volledige vrijheid late in de belijdenis en de uitoefe ning zijner godsdienstige en philo- sche of wijsgeerige princiepen. Immers deze laatste zijn en blijven ten overstaan van kuituur en die- renkweek, landbouw wetgeving, landelijke huishoudkunde en land bouwhandel gansch onzijdig en onafhankelijk. 3° De burgers hebben ook hun ne partijen en men bestatigt tegen woordig in de huidige maatschap pij een gedurig toenemende toe nadering, tusschen nijveraars en financiers, die schoon ze van po litieke gezindheid oneindig ver verwijderd staan van malkaar, zich in zake combinatie en verdediging hunner materieele handelszaken nochtans gansch goed verstaan en aanschouderen terwijl ze vroe ger tégen over malkaar stonden als hond en kat of als vuur en water. Vroeger immers hadden hunne weêrzijdsche belangen op verre na de uitbreiding niet van nu en liet de noodzakelijkheid dezer ver smelting zich alsdan niet zoo zeer gevoelen door dien hoofdband zonder geur het geld. 4° De daglooners, zoowel ge salarieerde hand, als intellectueele arbeiders van administrie's, handel en nijverheid hebben ook hunne partijen en niemand zal het nut er van durven ontkennen. en al schijnt te vergeten, grijp eens naar de pen, Uwe denk- en ziens wijze daarover zou ons stellig aan genaam verrassen. R. AKKERMANS. zijn be- Hier nu laat Hr Lonay sluittrekking volgen Enkel de onbewuste landbou wersmassa zoo vat hij samen, gaat naar ouden slenter met een lamlenüly anuciiKl ulscnat<.«.<lfl L""' doelweg op. Goedsmoeds wordt ze als een sleepboot door de an dere partijen meegesleurd, tus schen dewelke zij hare stemmen onbezonnen én onberaden ver kwist en verspilt, zonder van een der welke iets anders te bekomen dan ijdele en oogverblindende beloften welke bij slot van re kening voor den landbouwer op een naive zero uitloopen. Hier ten lande wordt de Landbouw zoo stiefmoederlijk behandeld, dat haar alle gezag en allen eerbied ongenadig blijft ontzegd. Deze betreurenswaarige toe stand zal enkel en alleen ophou den den dag, waarop alle land bouwers zonder onderscheid en al hunne groepeeringen en be roepsinstellingen van welken aard ook, eens voorgoed de handen uit de mouwen zullen trekken, om door een radikale beslissing en een onderling verstaan hand in hand den weg op te gaan van ontvoogding en wedergeboorte. Slechts dan, wanneer hij alle poli tiek eens voor goed over boord zal werpen, zal de landbouw, ontlast der banden waarvan hij thans ge kluisterd ligt, z'n eigen weg kun nen opgaan, waar hij nu slaafs en blindelings voortstronkelt. Dan alleen kan onze landbouwmassa krachtdadig optreden, wanneer ze eindelijk hare eigen partij zal bezitten, welke in kiestijd hare eigene lijsten zal voorstellen. Zij ook zullen hunne hoofd- casis hebben doch deze zal de stemmen der boeren niet meer versmachten, zooals dit helaas, maar al te lang gebeurde. Zoo er bij onze boeren nog een enkel greintje gezond verstand overblijft aldus eindigt Heer Lonay zullen zij zonder vertoeven de hand aan 't werk slaan, om de redding hunner beroepsbelan- gen te bewerkstelligen. Dan, en dan alléén zal onze Landbouw- stand en dit ontzag en dien eer bied afdwingen waarop hij met recht en rede aanspraak mag ma ken. Niettegenstaande het gedurig ijveren van onze regeering, wil het met cl t finantieele toestand van ons land maar niet beter worden, het lijkt er eer na dat we nog altijd aan, langzaam achteruit boeren. Dat vinden velen onzer men- schen echt zonderling, gelukkig dat Duitschland en de wisselkoers gedurig aan kunnen worden aangegeven als oor zaak van de voor ons land nadeelige toestanden. Wij zullen nu niet gaan beweren dat Duitschland daaraan niet de grootste schuld heeft en dat zonder de ontelbare drijverijen van ginder het herstel van ons land op dit oogenblik tamelijk ver zou zijn gevorderd. Wat de tweede oorzaak betreft, n.l. de wisselkoers, diende wel eens de vraag gesteld Dragen wij er zelf niet de groot ste schuld aan dat de wissel zoo zeer in ons nadeel is En verder worden door onze regeering wel ernstige maatregelen getroffen om de wisselwerking ten on zen schade tegen te werken Wie eenigermate op de hoogte is van onzen handel in binnen- en buitenland, zal zeker geneigd zijn op die beide vra gen een ontkennend antwoord te geven. Voor 't begin der tegenwoordige ka merzitting werden aan de bevoegde personen door de regeering statistieken ter hand gesteld die een klaar licht wer pen op onze invoer uit vreemde landen. Die invoer is zeker niet weg te cijferen, en schoon er groote sommen moeten worden aan besteed, kan zulks voor vele artikels onmogelijk anders. Even wel zijn er vele millioenen die zeker heel goed zouden kunnen in 't land blij ven, daar ze gegeven worden voor het u«ap warendie alhoe wel ze peperduur zijn, toen gemaKKeiijit kunnen worden gemist of toch in ge bruik veel kunnen worden verminderd de, dan moet het ons geenszins verwon deren dat ook de werklieden hongeren naar goed leven en soms zelf wat te ver gaan. Wanneer er nu in een blad, op 'n meeting of vergadering gewezen wordt op de noodzakelijkheid van bezuiniging of op dit of dat hetwelk zoo gemakkelijk kan worden opzij gelaten, dan meenen alle lezers of toehoorders dat zij daarin toch aan niets iets kunnen veranderen. Ieder oordeelt doorgaans dat de regel op hem niet toepasselijk is. Ieder acht meestal dat hij volstrekt niets dan het noodige neemt, ja, dat hij zelf een meer der paart van de levensbehaaglijkheden zou mogen krijgen. Stellig denken 9/10 der menschen zoo En toch kan het noodwendige van dat groot verteer niet v/orden goed gepraat. Zoo er maar gedurende een enkel jaar van al den aankoop van luxe-artikelen werd afgezien, hoe veel voordeeliger zou onze handelsbalans er uitzien en hoe zou onze wisselkoers kans hebben te verbeteren. Intusschen kan het maar niet worden verklaard, hoe of waarom er door onze regeering niet ernstig en krachtig wordt ingegrepen tegen dergelijke wantoestan den. Zeker heeft elk optreden tegen in voer uit den vreemde ook zijn schaduw zijden, maar daartegen zou toch wel iets meer kunnen worden gedaan dan het ïeffen van een kleine taks op weelde artikelen, zooals hij thans in voege is. Ons volk diende er meer opgewezen, hoe schadelijk dergelijke verspillingen zijn voor het levensbestaan van het land en hoe nadeelig ze zijn voor het volk zelf. Vergeten we niet dat de schadelijke posten onzer handelsbalans op onze rekening worden gebracht en dat wij er zelf dikwijls veel schuld aan hebben als ze er slecht voor staan. Intusschen is maar erg spijtig dat de goeden, zoo dikwijls voor de kwaden worden gestraft. HARD LABOUR. Welke onzer achtbare lezers of medewerkers vergast ons nu met 'n vrije, onbewimpelde kritiek over dit belangrijk onderwerp Allo, Nonkel Wisius, gij, die ons hee Zoo zijn er eene menigte weelde-arti- kelen die geheel nutteloos zijn en enkel dienen om de hoovaardij (dikwijls ten koste van vele armoede en ontbering) tot eene schadelijke, soms zelf schande lijke drift te doen aangroeien. Als eerste voorbeeld daarin kunnen we gerust noemen de pelsen. Zoo voer den wij in 1922 in voor 326,000,000 fr. pelsen en pelterijen. We vragen ons af waartoe al die millioenen nu toch werkelijk dienen. Zouden wij er slechter aan toe geweest zijn, hadden we in steê van om al die millioenen slechts om 326 frank pelsen ingevoerd. We zouden wat minder par venu's met bontgevederde overjassen en wat min zeep-baronnessen met astrakan- mantels gezien hebben... en ook wat minder belastingen krijgen, die nu toch door U, door mij en anderen, die geen pelsen dragen, onder den eenen of ande ren vorm moeten betaald worden. De pelsendracht is ook algemeen ge worden en velen onder ons kunnen zulks in hunne onmiddellijke omgeving vol doende bestatigen. Haast elk buiten meisje ook heeft 'n fourrure, die ze lie ver betaalt met 400 fr. als met 100 fr. We kennen een arm gezin, waar de dochter moeder gedurig lastig viel om geld te krijgen om zich ook 'n schoone fourrure te koopen. Om de dochter te bevredigen werd er wekenlang in die fa milie geen vleesch geëten, totdat er ge noeg bijeen was om 't meisje ook een rijke menschen juweel aan te koopen. Dergelijke stukken mogen toch wel ju- weelen worden genoemd, ze dienen toch slechts om luxe te voeren. Aan reukwerken en fijne toilet-zeepen werd aan den vreemde zoo maar bijna dertig millioen betaald, net alsof die mil lioenen daar voor 't grijpen liggen. Der gelijke zaken kunnen ook toch heel ge makkelijk ontbeerd worden. De in 't binnenland vervaardigde zeep en reuk werken zijn zeer ruimschoots voldoende om aan onze onontbeerlijke noodwen digheden te voldoen en evenals pelsen, zelfs nog meer, dienen ze om de soms verwaande hoovaardij van sommige menschen te bevredigen. Spreken we nu met de menschen, dan zullen we ondervinden dat dezen die t meest nutteloos geld uitgeven of ver kwisten, de hevigsten zijn om te knibbe len op belasting, duur leven en slechten tijd. Dan ook hooren we sommigen al de schuld van den abnormalen toestand schuiven op den rug der werklieden, die naar hun zeggen toch door hun gedurige eischen naar hooger loon en betere levensvoorwaarden de voort- brengingsprijzen gedurig aan verhoogen en dus de grootste schuldigen zijn van het duur leven. We mogen nochtans niet steeds den steen smijten naar ande. ren, zonder eens even na te denken o:: wij ook niet een beetje schuldig zijn Wanneer het werkvolk, burgers en rijke lui ziet leven in overvloed en weel- Wat niet aan een opmerkzaam oog ontsnappen kan, is de gedurige vergroo ting van De Koornbloem Mijn vriend Klopterop liet me, 't is nagenoeg een jaar geleden, het Koornbloempje zien bij haar eerste ontstaan hoe klein hoe nietig Eenieder vroeg zich af en met reden Wat zal er van zoo n boor- lingske geworden t En is maar de oogen toe te nijpen. En toch het ver trouwen der landbouwers eenerzijds en anderzijds de volharding der eerste stich ters, maakten dat het plantje groeide, weelderig groeide en thans reeds tot hy- bridatie is overgegaan of tot verbubbe- ling zoo ge zulks beter begrijpt- Van enkele bloemen er dubbele voortbren gen zulks is het werk van liefhebbers en dit gebeurt slechts door aanhoudende pogingen door kruissing, door verede ling Die weg is De Koornbloem van 't eerst af ingeslagen en thans ziet men ze niet meer enkel, maar dubbel ver schijnen op 6 bladzijden en dit alles voor den prijs van 6,25 fr. de 52. Wat een prachtigen ruiker op 't einde van 't jaar die immer bloeit, het gansche jaar door. Wie zou er zich als boer die kleine op offering niet getroosten als men weet dat men met De Koornbloem in huis te hebben voor iederen frank er honderd in de plaats krijgt. Ik zal me ook niet beteren, geloof Ik, k heb als onderwerp gekozen De Wijngaard en 'k ben weer naar een ander onderwerp verzeild. Dit zal mis schien weeral stof geven voor mijn naamloozen schrijver. Nu. alle menschen ïoelaf ze ook wezen, mogen toch soms nog wat troost vinden. De wijngaard groeit in t wild in Zuid- Europa. Noord-Afrika. West-Azië en in de gematigde streken van Amerika. Evenals de andere fruitboomen kan men lem voortkweeken door stekken, door inleggen, door aanaarden, doorgriffelen en door zaaiën. Op den dag van heden loont het, hier in ons land, bijna de moeite niet meer nog wijngaards te kweeken in volle lucht, weinige er van ontsnappen aan de plaag en het aantal dat men nog schoon, gezond rijp kan krijgen is zeer gering Nochtans, indien de teelt in volle lucht van jaar tot jaar afneemt, deze onder glas neemt meer en meer toe. 't Is ook, om deze reden, dat ik voor vandaag de wijngaard als onder werp heb gekozen van eene reeks artikelen die in De Koornbloem ver schijnen zullen, Ik waarschuw nogmaals degene die er belang in stellen dat ze, willen ze iets volledigs hebben, de artikels moeten uit snijden en bewaren, 't en is niet moge lijk de stof over den kweek van wijngaard in min dan tien artikels uit 'k heb er liever alles klaar en dan kort- deel tweejarig hout wordt mede afge rukt stekken met tweejarig hout afge sneden op eecije cm. afstand langs beide kanten van den voet stekken met een oog als men over warme broeikassen of bakken beschikt. Onder al deze stek ken zijn deze met een oog verre uit de beste, alhoewel men ook goede uitslagen bekomt met afgescheurde stekken en stekken voorzien van een stukje tweeja rig hout. Voor de stekken met een oog neemt men altijd welgevormde oogen, waaraan men onder en boven een wei nig hout laat schuins afgesneden. Om u daar een gced gedacht van te geven denkt op de wijze waargp ge occulatiën of schildgriffels snijdt om uw soorten voort te kweeken. Die stekken worden geplaatst in potjes, waarvan de 2/3 met goede aarde gevuld zijn, het oog juist gelijk met den grond of zelfs lichtjes ge dekt, en daarna gezet in een warme broeikas of op een warm broeibed. Het oog zal zich weldra tot de scheut ontwikkelen, dan zal men wel zorg dra gen zachtjes aan te aarden. Op tijd en stond een grooteren pot geven en men zal op één of ten hoogste op twee jaar tijd, schoone planten bekomen van een stevig wortelgestel voorzien. De wijn gaardkweekers gaan meestal zoo te werk, doch ieder.en beschikt niet over broeikassen of warme broeibedden. Voor dezen bestaat er dan ook nog mid del den wijngaard voort te telen door stekken in vollen grond geplant. De grond waarin men stekken plant, moet dezelfde hoedanigheden bezitten als deze waarin men zaait. Men zal hem eens goed omspitten, met kort mest be reiden en hem zoo mogelijk kiezen in een opene en wel verluchte plaats. Men plant ze daarin tamelijk diep, slechts 1/3 van den stek moet boven den grond uit steken Wanneer men te doen heeft met een zandachtigen en drogen grond dan is het geraadzaam ze recht in den grond te zetten omdat ze nooit van de droogte zouden te leiden hebben in kleiach tige en vochtige gronden is het beter ze schuins in den grond te planten omdat ze van overtollig nat niet te loor zouden gaan. Er bestaan nog personen die den ken wanneer ze stekken snijden dat ze tegen"vorst "en koude" fe 'besctibtféft 0! wel ze in een vorstvrije plaats moeten i brengen. Dit is een grove dwaling, Wijngaardstekken op hoopen gewor pen en bij de eerste schoone lentedagen op een 25 tot 30 cm. afgekort boven en j onder een oog. leveren een beteren uit slag op dan deze die men in vorstvrije plaatsen of onder den grond bewaard. Dit laat zich nogal begrijpen daar de koude alle sapbeweging heeft stopgezet binst den Winter en de ontwikkeling in de Lente, onder den invloed der warm te, is kloeker en de wortels vormen zich ook sneller, sterker en in grooter getal. Misschien hebt ge u reeds afgevraagd hoe 't mogelijk was dat aan een stek in den grond gestoken bladeren en wortels konden komen, t Is in 't geheel niet bo vennatuurlijk, de resersappen in den stek aanwezig worden door de Lentewarmte vloeibaar, zetten zich in beweging, doch de oogen ontwikkelen die onmiddelijk gassen uit de lucht opnemen en alzoo tot de voeding medewerken. Een nieuw dalend sap wordt hierdoor gevormd dat zich nederzet aan de voet der stekken en door uitborreling een gezwel vormt dat zich op verscheidene punten uitbreidt, zich verlengt en uitdunt en alzoo wortels vormt. De stekken plant men op 25 cen timeter in de rij en op 30 centimeter tus schen om goed te kunnen ophakken en als 't noodig is mest er te kunnen tus- schenleggen. ('t Vervolgt). L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever woordde dat die loonen vastgesteld werden door al de belanghebbende lan den en ten slotte toch door Duitschland werden betaald of moesten betaald wor den. Dus het stak er zoo nauw nieter zijn in die kommissie heeren die per jaar ver dienen 300.000, 400.000 en meer tot 800.000 franken Onze regeering en al de andere landen vonden dat eerlijk van aan hunne vrienden en vertegenwoor diger zoo maar een goed half millioen per jaar te betalen als loon en daarbij nog een hoop reis en verblijfkosten, daar dit toch alles door Duitschland moest betaald worden. Maar duren is een schoone stad 1 Volgens Le Matin van Parijs heb ben de Duitschers in Juli laatst geleden opgehouden met de kostelijke ratten te betalen en weigeren vlak af daar nog een cent voor af te dokken. Onze vette Heeren vonden toch nog een middel om hunne posten te behou den en betaalden zichzelf van een re serve kas die vroeger gesteld werd en de som van vijf en twintig millioen franken sterk was. Maar nu gaat de kat op de koord 1 Gezien het groot getal ratten welke aan de kaas zitten en de onmeetbaarheid van hunnen eetlust, schijnt het dat die 25 millioentjes zullen opgesmuld zijn tegen 31 December 1923 (dus op omtrent 5 maanden). En wat zal er gebeuren Zal ons gouvernement die hare toe stemming gaf aan diefelijke betaling van loonen tot 800.000 fr. 's jaars misschien haar deel betalen uit de Staatskas, welke gevuld wordt door de lastenbetalers We durven verhopen van neen Zal Duitschland dat betalen In naam der gerechtigheid is Duischland niet verplicht van loonen te geven die alle gedacht te boven gaan en rechtstreeks om wraak roepen. En zeggen dat men vit en zift op loonen van kleine bedienden die moeten krabben om t jaar rond te krijgen terwijl men eenen ande ren een fortuin per jaar toekent Volgens andere berichten zou Enge land zinnens zijn zich terug te trekken of die kommissie te doen ontbinden, liever knstelüke De wereld is werkelijk een aardigen boel Aan onze Aandeelhouders Wij beginnen aan het opmakea van de nieuwe lidboekjes. Indien er leden zijn die graag zouden zien dat hun boek je geheel of gedeeltelijk op een of meer andere personen overgeschreven worde, is het thans het gepaste oogenblik om ons daar kennis van te geven. Nochtans zal iedere overschrijving moeten ver- rechtvaardigd worden. Verders zullen er voor de boekjes die vroeger uitgegeven waren op naam van Kinderen, Gebroe ders of Gezusters meer bepaalde per sonen moeten aangeduid worden daar ieder boekje moet persoonlijk zijn. Le den die in dit geval verkeeren zullen dus de goedheid hebben ons te laten weten op welke juist bepaalde naam de over zetting moet geschieden. DE den te putten en duidelijk in uit een te zetten bondig en duister alles samen te vatten. De wijngaard kan men voortk weeken door stekken. Er bestaan enkele stekken stekken met voet als men ze van de moederstam afrukt zoodanig dat er een Vele lezers hebben reeds kunnen vast stellen dat er in de Kamer eene interpel latie plaats had over de schandige hooge loonen welke er betaald werden in eene internationale kommissie voor herstel en oorlogsverliezen. De regeering ant- TE AALST. Het scheen wel dat er weinig beroe ring kwam in de hoofdmans van Aalst, om Sint Elooi-feest te vieren, want eenige dagen vóór den grooten dag was er nog maar weinig spraak van. Maar toen kwam eene voorloopige vergade ring van sterke mannen de toestand veranderen en de wakkere sekretarissen Jan Schockaert, Louis Schouppe en Pie- ter Hoffelinckx deden hunne ronde. Helaas, de tijd was kort en vele men schen ontvingen hun bezoek niet, zoo dat verscheidene mannen die geerne meevierden van niets wisten. Zoo brak de dag aan van Maandag 3 December en 75 man kwam op van Mijlbeek, Schaarbeek en Sint Job om de Sint Elooi-Mis bij te wonen. (Deze van Paperode hadden afzonderlijk met den Smid van de wijk hunnen dag gevierd). In den voormiddag werd er samen een bezoek gebracht aan de vrienden van Sint Job en Zoutstraatpoort, waar een goede kaartslag werd gedaan door de oudere, terwijl de jonge mannen luid ruchtig vierden en op vogelpik speelden. Om 2 uren kwamen we eindelijk terug en begonnen ons noenmaal. De tafels waren goed bezet, daar er nog eenige mannen bijgekomen waren. Aan de eeretafel namen plaats de heeren Meert Marien, als lid van 't hoofdbe stuur Beukens Alfons, voorzitter van Sint Job Petrus De Petteren Jozef Van Keer, als hoofdmans van Mijlbeke Adolf Malfroid, voorzitter van Schaar beek benevens de heeren Caudron O., bestuurder Saeys Clement, bestuurder der brandverzekering. Alvorens het noenmaal te beginnen, nam de heer O. Caudron het woord. We geven hier eenige korte trekken van zijne rede Beste Vrienden, het is met waar ge noegen dat ik U allen dank voor uwe opkomst naar ons Sint Elooi-feest. Van alle zijden kwamen de bijzonderste land bouwers van Aalst meevieren en ik zie dat iedereen instemt met den wensch van onzen Beheerraad om den Heiligen Eligius als patroon te nemen, en om evenals alle andere stielmannen een Feestdag te hebben. Ik heb eraan gehouden van onze bij zonderste hoofdmans aan de eeretafel te doen plaats nemen de heer Meert als lid van den Beheerraad onzer maat schappij, de heer Alfons Beukens, voor zitter der afdeeling Sint Job. In Mijlbeek is onzen geachten voorzitter in den loop van 't jaar overleden eere aan zijne nagedachtenis en ik heb zijnen neef, de heer Jos. Van Keer, in zijne plaats gevraagd samen met de* heer De Pet ter, voorzitter van de veeverzekering. mi 'RNBLOeM Een Jflerkmaardig Oordeel

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1923 | | pagina 1