REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Schadelijkeposten
Internationale Kommissie
in de krot.
Landbouwweekblad
Vindt een "ZELFSTANDIGE LANDBOUWPARTLT tiaar reden van bestaan?
TppIï van ften fflijnoaafd.
SintElooi-feest
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 9 DEC. 1923.
Prijs 12 centiemen.
6de JAARGANG Nr 258
Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
't Ligt hier geenszins in mijne
bedoeling een persoonlijk rede-
neeringstelsel om dit gewaagd on
derwerp aan te durven, doch ik
spreek hier vrij eer door den mond
van een onzer hoog in aanmerking
staande deskundigen, Heer Alex.
Lonay, Eere-Staatslandbouwinge-
nieur te Bergen.
Zijne hoogst belangrijke ver
schenen uitgaven, nopens tal van
wetenschappelijke en sociale land
bouwvraagstukken verraden van
wege den doorzichtigen vakkun
dige 'n klaren en vasten blik op de
Landbouwzaak, waaraan hij sinds
lange jaren gansch verkleefd en
van ganscher harte verknocht is
en aan wier vooruitgang hij dan
ook z'n beste krachten wijdt.
Zijne persoonlijke beschouwin
gen, zijne innerlijke denk- en ziens
wijzen over titelstaand opschrift,
gezien de vakkundige waarde van
hem die 't onderwerp onder al
zijne nauwste vormen verhandel
de, worden dan ook van dit
oogenblik belangwekkend genoeg
tot nadere beschouwing en ken
nisneming.
Ziehier dan in enkele breede
trekken de zienswijze van den
Heer Lonay, betrekkelijk dit zoo
belangrijk als kritiek onderwerp.
Zijns inziens dringt zich het tot
stand brengen eener Zelfstan
dige Landboutvpartij bij once
landbouwers noodzakelijkerwijze
op.
Daardoor verstaat Heer Lonay
'n gansch Onafhankeli]ke Par
ti] buiten en boven alle andere
politieke kringen van welke ge
zindheid ook dus noch klerikaal,
noch liberaal, noch socialist, noch
collectivist.
't Is volgens hem het eenig en
uitsluitend middel, dat in bereik
onzer landbouwers ligt, om hunne
ideale bevoepsbelangen door de
Openbare Machten ernstig ver
dedigd te zien, verdediging waar
op ze nu machteloos en wanho
pend blijven uitkijken.
Anderzijds blijkt dit ook naar
zijn stelsel het afdoende redmiddel
te zijn, om onze landbouwers te
doen ontsnappen aan den zoo
noodlottigen drang van politieke,
behoudsgezinde en doctrinaire
stelsels of machten, welke ze thans
onder hunnen dwang, als aan ban
den gekluisterd leggen en door
dien staat van vassaliteit, welke
sedert de Middeleeuwen onafge
broken blijft voortduren, de ont
voogding onzer Landbouwers
aanhoudend belemmeren.
Ziedaar de thesis, welke hij ter
verdediging op volgende argu
menten laat steunen
1° Onze Belgische Landbouw-
klas bezit de noodige numerieke
d. i. de voldoende getalsterkte,
alsmede de onbetwistbare fnanti-
eele macht, om op eigen kracht
eene machtige zelfstandige par
tij tot stand te brengen, net zoo
als zulks gebeurde en reeds in voe
ge is in de Vereenigde Staten van
Amerika, in Canada, in Ierland, in
Denemarken, in Roemenië, in
Tcheco-Slovakij e en meer andere
voorname landbouwlanden.
2° Zij heeft er het volle recht
toe, ter stelselmatige verdediging
harer eigene beroeps-economi
sche belangen en dit op een to
taal onzijdige en onafhankelijke
manier derwijze dat ze aan elk
lid een totale en volledige vrijheid
late in de belijdenis en de uitoefe
ning zijner godsdienstige en philo-
sche of wijsgeerige princiepen.
Immers deze laatste zijn en blijven
ten overstaan van kuituur en die-
renkweek, landbouw wetgeving,
landelijke huishoudkunde en land
bouwhandel gansch onzijdig en
onafhankelijk.
3° De burgers hebben ook hun
ne partijen en men bestatigt tegen
woordig in de huidige maatschap
pij een gedurig toenemende toe
nadering, tusschen nijveraars en
financiers, die schoon ze van po
litieke gezindheid oneindig ver
verwijderd staan van malkaar, zich
in zake combinatie en verdediging
hunner materieele handelszaken
nochtans gansch goed verstaan
en aanschouderen terwijl ze vroe
ger tégen over malkaar stonden
als hond en kat of als vuur en
water.
Vroeger immers hadden hunne
weêrzijdsche belangen op verre na
de uitbreiding niet van nu en liet
de noodzakelijkheid dezer ver
smelting zich alsdan niet zoo zeer
gevoelen door dien hoofdband
zonder geur het geld.
4° De daglooners, zoowel ge
salarieerde hand, als intellectueele
arbeiders van administrie's, handel
en nijverheid hebben ook hunne
partijen en niemand zal het nut er
van durven ontkennen.
en al schijnt te vergeten, grijp eens
naar de pen, Uwe denk- en ziens
wijze daarover zou ons stellig aan
genaam verrassen.
R. AKKERMANS.
zijn
be-
Hier nu laat Hr Lonay
sluittrekking volgen
Enkel de onbewuste landbou
wersmassa zoo vat hij samen,
gaat naar ouden slenter met een
lamlenüly anuciiKl ulscnat<.«.<lfl L""'
doelweg op. Goedsmoeds wordt
ze als een sleepboot door de an
dere partijen meegesleurd, tus
schen dewelke zij hare stemmen
onbezonnen én onberaden ver
kwist en verspilt, zonder van een
der welke iets anders te bekomen
dan ijdele en oogverblindende
beloften welke bij slot van re
kening voor den landbouwer op
een naive zero uitloopen. Hier
ten lande wordt de Landbouw zoo
stiefmoederlijk behandeld, dat
haar alle gezag en allen eerbied
ongenadig blijft ontzegd.
Deze betreurenswaarige toe
stand zal enkel en alleen ophou
den den dag, waarop alle land
bouwers zonder onderscheid en
al hunne groepeeringen en be
roepsinstellingen van welken aard
ook, eens voorgoed de handen uit
de mouwen zullen trekken, om
door een radikale beslissing en
een onderling verstaan hand in
hand den weg op te gaan van
ontvoogding en wedergeboorte.
Slechts dan, wanneer hij alle poli
tiek eens voor goed over boord zal
werpen, zal de landbouw, ontlast
der banden waarvan hij thans ge
kluisterd ligt, z'n eigen weg kun
nen opgaan, waar hij nu slaafs en
blindelings voortstronkelt. Dan
alleen kan onze landbouwmassa
krachtdadig optreden, wanneer ze
eindelijk hare eigen partij zal
bezitten, welke in kiestijd hare
eigene lijsten zal voorstellen.
Zij ook zullen hunne hoofd-
casis hebben doch deze zal de
stemmen der boeren niet meer
versmachten, zooals dit helaas,
maar al te lang gebeurde. Zoo er
bij onze boeren nog een enkel
greintje gezond verstand overblijft
aldus eindigt Heer Lonay
zullen zij zonder vertoeven de
hand aan 't werk slaan, om de
redding hunner beroepsbelan-
gen te bewerkstelligen. Dan, en
dan alléén zal onze Landbouw-
stand en dit ontzag en dien eer
bied afdwingen waarop hij met
recht en rede aanspraak mag ma
ken.
Niettegenstaande het gedurig ijveren
van onze regeering, wil het met cl t
finantieele toestand van ons land maar
niet beter worden, het lijkt er eer na dat
we nog altijd aan, langzaam achteruit
boeren. Dat vinden velen onzer men-
schen echt zonderling, gelukkig dat
Duitschland en de wisselkoers gedurig
aan kunnen worden aangegeven als oor
zaak van de voor ons land nadeelige
toestanden.
Wij zullen nu niet gaan beweren dat
Duitschland daaraan niet de grootste
schuld heeft en dat zonder de ontelbare
drijverijen van ginder het herstel van
ons land op dit oogenblik tamelijk ver
zou zijn gevorderd.
Wat de tweede oorzaak betreft, n.l.
de wisselkoers, diende wel eens de vraag
gesteld Dragen wij er zelf niet de groot
ste schuld aan dat de wissel zoo zeer in
ons nadeel is En verder worden door
onze regeering wel ernstige maatregelen
getroffen om de wisselwerking ten on
zen schade tegen te werken
Wie eenigermate op de hoogte is van
onzen handel in binnen- en buitenland,
zal zeker geneigd zijn op die beide vra
gen een ontkennend antwoord te geven.
Voor 't begin der tegenwoordige ka
merzitting werden aan de bevoegde
personen door de regeering statistieken
ter hand gesteld die een klaar licht wer
pen op onze invoer uit vreemde landen.
Die invoer is zeker niet weg te cijferen,
en schoon er groote sommen moeten
worden aan besteed, kan zulks voor
vele artikels onmogelijk anders. Even
wel zijn er vele millioenen die zeker
heel goed zouden kunnen in 't land blij
ven, daar ze gegeven worden voor het
u«ap warendie alhoe
wel ze peperduur zijn, toen gemaKKeiijit
kunnen worden gemist of toch in ge
bruik veel kunnen worden verminderd
de, dan moet het ons geenszins verwon
deren dat ook de werklieden hongeren
naar goed leven en soms zelf wat te ver
gaan.
Wanneer er nu in een blad, op 'n
meeting of vergadering gewezen wordt
op de noodzakelijkheid van bezuiniging
of op dit of dat hetwelk zoo gemakkelijk
kan worden opzij gelaten, dan meenen
alle lezers of toehoorders dat zij daarin
toch aan niets iets kunnen veranderen.
Ieder oordeelt doorgaans dat de regel op
hem niet toepasselijk is. Ieder acht
meestal dat hij volstrekt niets dan het
noodige neemt, ja, dat hij zelf een meer
der paart van de levensbehaaglijkheden
zou mogen krijgen. Stellig denken 9/10
der menschen zoo En toch kan het
noodwendige van dat groot verteer niet
v/orden goed gepraat.
Zoo er maar gedurende een enkel jaar
van al den aankoop van luxe-artikelen
werd afgezien, hoe veel voordeeliger
zou onze handelsbalans er uitzien en hoe
zou onze wisselkoers kans hebben te
verbeteren.
Intusschen kan het maar niet worden
verklaard, hoe of waarom er door onze
regeering niet ernstig en krachtig wordt
ingegrepen tegen dergelijke wantoestan
den. Zeker heeft elk optreden tegen in
voer uit den vreemde ook zijn schaduw
zijden, maar daartegen zou toch wel iets
meer kunnen worden gedaan dan het
ïeffen van een kleine taks op weelde
artikelen, zooals hij thans in voege is.
Ons volk diende er meer opgewezen,
hoe schadelijk dergelijke verspillingen
zijn voor het levensbestaan van het land
en hoe nadeelig ze zijn voor het volk
zelf.
Vergeten we niet dat de schadelijke
posten onzer handelsbalans op onze
rekening worden gebracht en dat wij er
zelf dikwijls veel schuld aan hebben als
ze er slecht voor staan.
Intusschen is maar erg spijtig dat de
goeden, zoo dikwijls voor de kwaden
worden gestraft.
HARD LABOUR.
Welke onzer achtbare lezers of
medewerkers vergast ons nu met
'n vrije, onbewimpelde kritiek over
dit belangrijk onderwerp Allo,
Nonkel Wisius, gij, die ons hee
Zoo zijn er eene menigte weelde-arti-
kelen die geheel nutteloos zijn en enkel
dienen om de hoovaardij (dikwijls ten
koste van vele armoede en ontbering)
tot eene schadelijke, soms zelf schande
lijke drift te doen aangroeien.
Als eerste voorbeeld daarin kunnen
we gerust noemen de pelsen. Zoo voer
den wij in 1922 in voor 326,000,000 fr.
pelsen en pelterijen.
We vragen ons af waartoe al die
millioenen nu toch werkelijk dienen.
Zouden wij er slechter aan toe geweest
zijn, hadden we in steê van om al die
millioenen slechts om 326 frank pelsen
ingevoerd. We zouden wat minder par
venu's met bontgevederde overjassen en
wat min zeep-baronnessen met astrakan-
mantels gezien hebben... en ook wat
minder belastingen krijgen, die nu toch
door U, door mij en anderen, die geen
pelsen dragen, onder den eenen of ande
ren vorm moeten betaald worden.
De pelsendracht is ook algemeen ge
worden en velen onder ons kunnen zulks
in hunne onmiddellijke omgeving vol
doende bestatigen. Haast elk buiten
meisje ook heeft 'n fourrure, die ze lie
ver betaalt met 400 fr. als met 100 fr.
We kennen een arm gezin, waar de
dochter moeder gedurig lastig viel om
geld te krijgen om zich ook 'n schoone
fourrure te koopen. Om de dochter te
bevredigen werd er wekenlang in die fa
milie geen vleesch geëten, totdat er ge
noeg bijeen was om 't meisje ook een
rijke menschen juweel aan te koopen.
Dergelijke stukken mogen toch wel ju-
weelen worden genoemd, ze dienen toch
slechts om luxe te voeren.
Aan reukwerken en fijne toilet-zeepen
werd aan den vreemde zoo maar bijna
dertig millioen betaald, net alsof die mil
lioenen daar voor 't grijpen liggen. Der
gelijke zaken kunnen ook toch heel ge
makkelijk ontbeerd worden. De in 't
binnenland vervaardigde zeep en reuk
werken zijn zeer ruimschoots voldoende
om aan onze onontbeerlijke noodwen
digheden te voldoen en evenals pelsen,
zelfs nog meer, dienen ze om de soms
verwaande hoovaardij van sommige
menschen te bevredigen.
Spreken we nu met de menschen, dan
zullen we ondervinden dat dezen die t
meest nutteloos geld uitgeven of ver
kwisten, de hevigsten zijn om te knibbe
len op belasting, duur leven en slechten
tijd. Dan ook hooren we sommigen al
de schuld van den abnormalen toestand
schuiven op den rug der werklieden,
die naar hun zeggen toch door
hun gedurige eischen naar hooger loon
en betere levensvoorwaarden de voort-
brengingsprijzen gedurig aan verhoogen
en dus de grootste schuldigen zijn van
het duur leven. We mogen nochtans
niet steeds den steen smijten naar ande.
ren, zonder eens even na te denken o::
wij ook niet een beetje schuldig zijn
Wanneer het werkvolk, burgers en
rijke lui ziet leven in overvloed en weel-
Wat niet aan een opmerkzaam oog
ontsnappen kan, is de gedurige vergroo
ting van De Koornbloem Mijn
vriend Klopterop liet me, 't is nagenoeg
een jaar geleden, het Koornbloempje
zien bij haar eerste ontstaan hoe klein
hoe nietig Eenieder vroeg zich af en
met reden Wat zal er van zoo n boor-
lingske geworden t En is maar de
oogen toe te nijpen. En toch het ver
trouwen der landbouwers eenerzijds en
anderzijds de volharding der eerste stich
ters, maakten dat het plantje groeide,
weelderig groeide en thans reeds tot hy-
bridatie is overgegaan of tot verbubbe-
ling zoo ge zulks beter begrijpt- Van
enkele bloemen er dubbele voortbren
gen zulks is het werk van liefhebbers en
dit gebeurt slechts door aanhoudende
pogingen door kruissing, door verede
ling Die weg is De Koornbloem
van 't eerst af ingeslagen en thans ziet
men ze niet meer enkel, maar dubbel ver
schijnen op 6 bladzijden en dit alles voor
den prijs van 6,25 fr. de 52. Wat een
prachtigen ruiker op 't einde van 't jaar
die immer bloeit, het gansche jaar door.
Wie zou er zich als boer die kleine op
offering niet getroosten als men weet
dat men met De Koornbloem in huis
te hebben voor iederen frank er honderd
in de plaats krijgt.
Ik zal me ook niet beteren, geloof Ik,
k heb als onderwerp gekozen De
Wijngaard en 'k ben weer naar een
ander onderwerp verzeild. Dit zal mis
schien weeral stof geven voor mijn
naamloozen schrijver. Nu. alle menschen
ïoelaf ze ook wezen, mogen toch soms
nog wat troost vinden.
De wijngaard groeit in t wild in Zuid-
Europa. Noord-Afrika. West-Azië en in
de gematigde streken van Amerika.
Evenals de andere fruitboomen kan men
lem voortkweeken door stekken, door
inleggen, door aanaarden, doorgriffelen
en door zaaiën. Op den dag van heden
loont het, hier in ons land, bijna de
moeite niet meer nog wijngaards te
kweeken in volle lucht, weinige er van
ontsnappen aan de plaag en het aantal
dat men nog schoon, gezond rijp kan
krijgen is zeer gering Nochtans, indien
de teelt in volle lucht van jaar tot jaar
afneemt, deze onder glas neemt meer en
meer toe. 't Is ook, om deze reden, dat
ik voor vandaag de wijngaard als onder
werp heb gekozen van eene reeks
artikelen die in De Koornbloem ver
schijnen zullen,
Ik waarschuw nogmaals degene die
er belang in stellen dat ze, willen ze iets
volledigs hebben, de artikels moeten uit
snijden en bewaren, 't en is niet moge
lijk de stof over den kweek van
wijngaard in min dan tien artikels uit
'k heb er liever alles klaar en
dan kort-
deel tweejarig hout wordt mede afge
rukt stekken met tweejarig hout afge
sneden op eecije cm. afstand langs beide
kanten van den voet stekken met een
oog als men over warme broeikassen
of bakken beschikt. Onder al deze stek
ken zijn deze met een oog verre uit de
beste, alhoewel men ook goede uitslagen
bekomt met afgescheurde stekken en
stekken voorzien van een stukje tweeja
rig hout. Voor de stekken met een oog
neemt men altijd welgevormde oogen,
waaraan men onder en boven een wei
nig hout laat schuins afgesneden. Om u
daar een gced gedacht van te geven
denkt op de wijze waargp ge occulatiën
of schildgriffels snijdt om uw soorten
voort te kweeken. Die stekken worden
geplaatst in potjes, waarvan de 2/3 met
goede aarde gevuld zijn, het oog juist
gelijk met den grond of zelfs lichtjes ge
dekt, en daarna gezet in een warme
broeikas of op een warm broeibed.
Het oog zal zich weldra tot de scheut
ontwikkelen, dan zal men wel zorg dra
gen zachtjes aan te aarden. Op tijd en
stond een grooteren pot geven en men
zal op één of ten hoogste op twee jaar
tijd, schoone planten bekomen van een
stevig wortelgestel voorzien. De wijn
gaardkweekers gaan meestal zoo te
werk, doch ieder.en beschikt niet over
broeikassen of warme broeibedden.
Voor dezen bestaat er dan ook nog mid
del den wijngaard voort te telen door
stekken in vollen grond geplant. De
grond waarin men stekken plant, moet
dezelfde hoedanigheden bezitten als
deze waarin men zaait. Men zal hem
eens goed omspitten, met kort mest be
reiden en hem zoo mogelijk kiezen in een
opene en wel verluchte plaats. Men
plant ze daarin tamelijk diep, slechts 1/3
van den stek moet boven den grond uit
steken Wanneer men te doen heeft met
een zandachtigen en drogen grond dan
is het geraadzaam ze recht in den grond
te zetten omdat ze nooit van de droogte
zouden te leiden hebben in kleiach
tige en vochtige gronden is het beter ze
schuins in den grond te planten omdat
ze van overtollig nat niet te loor zouden
gaan. Er bestaan nog personen die den
ken wanneer ze stekken snijden dat ze
tegen"vorst "en koude" fe 'besctibtféft 0!
wel ze in een vorstvrije plaats moeten i
brengen. Dit is een grove dwaling,
Wijngaardstekken op hoopen gewor
pen en bij de eerste schoone lentedagen
op een 25 tot 30 cm. afgekort boven en j
onder een oog. leveren een beteren uit
slag op dan deze die men in vorstvrije
plaatsen of onder den grond bewaard.
Dit laat zich nogal begrijpen daar de
koude alle sapbeweging heeft stopgezet
binst den Winter en de ontwikkeling in
de Lente, onder den invloed der warm
te, is kloeker en de wortels vormen zich
ook sneller, sterker en in grooter getal.
Misschien hebt ge u reeds afgevraagd
hoe 't mogelijk was dat aan een stek in
den grond gestoken bladeren en wortels
konden komen, t Is in 't geheel niet bo
vennatuurlijk, de resersappen in den stek
aanwezig worden door de Lentewarmte
vloeibaar, zetten zich in beweging, doch
de oogen ontwikkelen die onmiddelijk
gassen uit de lucht opnemen en alzoo
tot de voeding medewerken. Een nieuw
dalend sap wordt hierdoor gevormd dat
zich nederzet aan de voet der stekken en
door uitborreling een gezwel vormt dat
zich op verscheidene punten uitbreidt,
zich verlengt en uitdunt en alzoo wortels
vormt. De stekken plant men op 25 cen
timeter in de rij en op 30 centimeter tus
schen om goed te kunnen ophakken en
als 't noodig is mest er te kunnen tus-
schenleggen.
('t Vervolgt).
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever
woordde dat die loonen vastgesteld
werden door al de belanghebbende lan
den en ten slotte toch door Duitschland
werden betaald of moesten betaald wor
den.
Dus het stak er zoo nauw nieter zijn
in die kommissie heeren die per jaar ver
dienen 300.000, 400.000 en meer tot
800.000 franken Onze regeering en al
de andere landen vonden dat eerlijk van
aan hunne vrienden en vertegenwoor
diger zoo maar een goed half millioen
per jaar te betalen als loon en daarbij
nog een hoop reis en verblijfkosten, daar
dit toch alles door Duitschland moest
betaald worden.
Maar duren is een schoone stad 1
Volgens Le Matin van Parijs heb
ben de Duitschers in Juli laatst geleden
opgehouden met de kostelijke ratten te
betalen en weigeren vlak af daar nog
een cent voor af te dokken.
Onze vette Heeren vonden toch nog
een middel om hunne posten te behou
den en betaalden zichzelf van een re
serve kas die vroeger gesteld werd en
de som van vijf en twintig millioen
franken sterk was.
Maar nu gaat de kat op de koord 1
Gezien het groot getal ratten welke aan
de kaas zitten en de onmeetbaarheid van
hunnen eetlust, schijnt het dat die 25
millioentjes zullen opgesmuld zijn tegen
31 December 1923 (dus op omtrent 5
maanden).
En wat zal er gebeuren
Zal ons gouvernement die hare toe
stemming gaf aan diefelijke betaling van
loonen tot 800.000 fr. 's jaars misschien
haar deel betalen uit de Staatskas, welke
gevuld wordt door de lastenbetalers
We durven verhopen van neen
Zal Duitschland dat betalen In naam
der gerechtigheid is Duischland niet
verplicht van loonen te geven die alle
gedacht te boven gaan en rechtstreeks
om wraak roepen. En zeggen dat men
vit en zift op loonen van kleine
bedienden die moeten krabben om t jaar
rond te krijgen terwijl men eenen ande
ren een fortuin per jaar toekent
Volgens andere berichten zou Enge
land zinnens zijn zich terug te trekken of
die kommissie te doen ontbinden, liever
knstelüke
De wereld is werkelijk een aardigen
boel
Aan onze
Aandeelhouders
Wij beginnen aan het opmakea van
de nieuwe lidboekjes. Indien er leden
zijn die graag zouden zien dat hun boek
je geheel of gedeeltelijk op een of meer
andere personen overgeschreven worde,
is het thans het gepaste oogenblik om
ons daar kennis van te geven. Nochtans
zal iedere overschrijving moeten ver-
rechtvaardigd worden. Verders zullen er
voor de boekjes die vroeger uitgegeven
waren op naam van Kinderen, Gebroe
ders of Gezusters meer bepaalde per
sonen moeten aangeduid worden daar
ieder boekje moet persoonlijk zijn. Le
den die in dit geval verkeeren zullen dus
de goedheid hebben ons te laten weten
op welke juist bepaalde naam de over
zetting moet geschieden.
DE
den
te
putten en
duidelijk in uit een te zetten
bondig en duister alles samen te vatten.
De wijngaard kan men voortk weeken
door stekken. Er bestaan enkele stekken
stekken met voet als men ze van de
moederstam afrukt zoodanig dat er een
Vele lezers hebben reeds kunnen vast
stellen dat er in de Kamer eene interpel
latie plaats had over de schandige hooge
loonen welke er betaald werden in eene
internationale kommissie voor herstel en
oorlogsverliezen. De regeering ant-
TE AALST.
Het scheen wel dat er weinig beroe
ring kwam in de hoofdmans van Aalst,
om Sint Elooi-feest te vieren, want
eenige dagen vóór den grooten dag was
er nog maar weinig spraak van. Maar
toen kwam eene voorloopige vergade
ring van sterke mannen de toestand
veranderen en de wakkere sekretarissen
Jan Schockaert, Louis Schouppe en Pie-
ter Hoffelinckx deden hunne ronde.
Helaas, de tijd was kort en vele men
schen ontvingen hun bezoek niet, zoo
dat verscheidene mannen die geerne
meevierden van niets wisten.
Zoo brak de dag aan van Maandag
3 December en 75 man kwam op van
Mijlbeek, Schaarbeek en Sint Job om de
Sint Elooi-Mis bij te wonen. (Deze van
Paperode hadden afzonderlijk met den
Smid van de wijk hunnen dag gevierd).
In den voormiddag werd er samen een
bezoek gebracht aan de vrienden van
Sint Job en Zoutstraatpoort, waar een
goede kaartslag werd gedaan door de
oudere, terwijl de jonge mannen luid
ruchtig vierden en op vogelpik speelden.
Om 2 uren kwamen we eindelijk terug
en begonnen ons noenmaal.
De tafels waren goed bezet, daar er
nog eenige mannen bijgekomen waren.
Aan de eeretafel namen plaats de heeren
Meert Marien, als lid van 't hoofdbe
stuur Beukens Alfons, voorzitter van
Sint Job Petrus De Petteren Jozef Van
Keer, als hoofdmans van Mijlbeke
Adolf Malfroid, voorzitter van Schaar
beek benevens de heeren Caudron O.,
bestuurder Saeys Clement, bestuurder
der brandverzekering.
Alvorens het noenmaal te beginnen,
nam de heer O. Caudron het woord.
We geven hier eenige korte trekken van
zijne rede
Beste Vrienden, het is met waar ge
noegen dat ik U allen dank voor uwe
opkomst naar ons Sint Elooi-feest. Van
alle zijden kwamen de bijzonderste land
bouwers van Aalst meevieren en ik zie
dat iedereen instemt met den wensch
van onzen Beheerraad om den Heiligen
Eligius als patroon te nemen, en om
evenals alle andere stielmannen een
Feestdag te hebben.
Ik heb eraan gehouden van onze bij
zonderste hoofdmans aan de eeretafel te
doen plaats nemen de heer Meert als
lid van den Beheerraad onzer maat
schappij, de heer Alfons Beukens, voor
zitter der afdeeling Sint Job. In Mijlbeek
is onzen geachten voorzitter in den loop
van 't jaar overleden eere aan zijne
nagedachtenis en ik heb zijnen neef,
de heer Jos. Van Keer, in zijne plaats
gevraagd samen met de* heer De Pet
ter, voorzitter van de veeverzekering.
mi
'RNBLOeM
Een Jflerkmaardig Oordeel