REDT U ZELVEN Arbeid adelt Gezellige Feest- en Dansavond De handboom in de Engelsehe Verkiezingen Leerzame Lessen Landbouwweekblad op Drie Koningen Voor een Treuzelaar. DE TEELT VAN DEN WIJNGAARD SPAAR LEENBANK moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Zondag 6 Januari 1924, om 3 uren stipt. ZONDAG 6 JAN. 1924. Prijs J2 centiemen. 6de JAARGANG Nr 262 Abonnementsprijs t 6,00 frank 's jaars. Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Het Bestuur der Samenwerkende Maatschappij Redt U Zei ven brengt ter kennis aan de leden Een gezellige Feest- en Dansavond is belegd voor de leden van Redt U Zeiven en hun gezin op Zondag 6 Januari, om 3 uren stipt namiddag, in ons lokaal, Groote Markt, te Aalst. PROGRAMMA 1° MuZikale uitvoeringen. 2° Liederen te zingen door M. Ariën, kunstzanger, leeraar van zang aan de Pupillenschool. 3° Declamatie, kluchtige alleenspraken en kluchtliederen door M. Modest Beeckman, te Aalst. 4Ü Muzikale uitvoeringen. 5° Dansfeest met volledig orkest. Er zullen voor de leden van heden af ingangskaarten te beko men zijn aan 2 frank per persoon, deze kaarten zullen ook ten lokale verkrijgbaar zijn op den dag der feestelijkheden. Voor de Samenw. Maatsch. Redt U Zeiven De Bestuurder, De Voorzitter, O. CAUDRON. B. SCHOCKAERT. N. B. Wij roepen de aandacht van de leden op ons prach tig programma van feestelijkheden en ze gelieven inzonderlijk in aan merking te nemen het optreden van den gekenden Zanger van het Vlaamsche Lied den heer Ariën; benevens de luimige Kluchtzanger en Voordrager Mr Modest Beeckman. Wie een kunstvolle en aangename namiddag wil doorbrengen zal niet missen dit feest bij te wonen. De opkomst van alle deftige boerenfamilie's is verzekerd. Iedereen keet de treuzelaar. Vóór lange jaren reeds kwem hij alhier in voege. Destijds zag men in den trieur een middel om tot de verbetering der graangewassen te geraken. Vele voordrachtgevers steunden op de nood zakelijkheid van den treuzelaar te ge bruiken om de schoonste granen af te scheiden en als zaaizaad doen te dienen. De theorie was deze de wetten der erf baarheid zijn dezelfde voor dieren en voor gewassen. Neem dus, als zaaizaad de schooiste, dikke graankorrels en ge zult ongetwijfeld struiken bekomen die U insgelijks dergelijke granen zullen verschaffen. Dit was natuurlijk gansch verkeerd geredeneerd. Ten eersten men nam niet in aanmerking dat zekere gra nen dik en wel gevormd waren, alleenlijk omdat ze over meer ruimte beschikten, omdat ze op eene beter bestemde plaats stonden, omdat ze voortkwamen van weinig gevulde aren enz. In enkele woorden gezegd, de wetten der erfbaar- heid werden op een gansch verkeerde wijze toegepast. 't Is inderdaad, niet de korrel maar wel de struik die dient in aanmerking genomen, toen men het verbeteren der landbouwgewassen beoogd. Het ge bruik van den treuzelaar kon dus op dit gebied geen gunstigen uitslag geven en feitelijk werd er dan ook geen nut uit getrokken. Men mag~zelfs zeggen dat de treuze laar soms nadeelig werkte voor wat aan gaat het veredelen der graangewassen. Zooals wij het zegden werd overal streng aangeraden de dikste granen zorgvuldig uit te treuzelen en dit alleen als zaaizaad te gebruiken. Welnu waar komen de dikste granen grootendeels van daan Van struiken met een of twee aren en van struiken met min gevulde aren. Het treuzelen leidde dus dikwijls tot het vermenigvul digen van slechte, onvolmaakte struiken die men weleer zou moeten vermijden hebben. Beschouw a u. b. een welkdanig schoon rogge- of tarweveld. Welke zijn de struiken die U daarin de beste op brengst zullen verschaffen Het zijn- die met 5, 6, 7, 8 regelmatige, groote, dichtgevulde aren. Zijn 't dergelijke struiken die de dikste korrels voort brengen Geenszins, zulke struiken ge ven meestal middelbare granen. Bijge volg moesten wij granen gebruiken die voortkomen van den treuzelaar dan zou den wij liefst middelbare granen verkie zen. Aan den treuzelaar werd dus eene gansch verkeerde bestemming -het veredelen der graangewassen gege ven en daarenboven hij werd op eene gansch verkeerde wijze gebruikt. Geen wonder dus dat men van t gebruik van den treuzelaar de uitslagen niet bekwam die men er van verwachtte en dat dit getuig weldra verlaten werd. Meestal bezitten de Comicen nog in een of ande ren hoek een ouden treuzelaar, meer dan half vergeten en totaal buiten ge bruik. Rust roest. Volgt daaruit dat het gebruik van den treuzelaar van geen belang is voor den landbouwer Integendeel, de treu zelaar is een kostbaar getuig, best ge schikt om op landbouwgebied groote diensten te bewijzen, alswanneer hij op eene echt doelmatige wijze gebruikt wordt. Vele landbouwers vernieuwen maar alle 3, 4 jaar en meer hun zaaizaad en dan nog dikwijls maar gedeeltelijk. Wat gebeurd er Na een of twee jaren zijn de goede granen gemengd met onzuiver zaad en voornamelijk met vitsen en krok. Iedereen weet dat het niet moge lijk is dergelijke zaden en wel bijzonder de vitsen met een gewonen of zelfs met een verbeterden wanmolen van ver- schillige zeefjes voorzien, te verwijde ren. Wij hebben zaad gezien dat ge- kuischt werd met een besten nieuwen wanmolen waarvan niet alleenlijk de verkooper maar ook de eigenaar groo- ten lof spraken. Welnu, nooit waren de vitsen totaal verwijderd Het gebruik van een goeden treuzelaar dringt zich dus op en R. U. Z. zou zijne leden een grooten dienst bewijzen met dergelijk getuig tot hunne beschikking te zetten. Alleenlijk willen wij opmerken dat het gebruik van een treuzelaar, door samen werkende aankoop verschaft, aan een streng en wel toegepast reglement dient onderworpen, indien hij zooals 't ge beurd van de eene gemeente naar de andere vervoerd wordt. Meermalen reeds hebben wij op de noodzakelijkheid gewezen alhier zaad teelt en bijgevolg zaadhandel in te voe ren. Hier ook zou het gebruik van den treuzelaar buitengewone diensten kun nen bewijzen. Wij veronderstellen dat er zich hier vereenigingen vormen in den schoot van R. LI Z., die b.v. die zaden verkoopen onder officiëel con- trool-merk. Niet alleenlijk is het noodzakelijk der gelijke zaden van alle onkruid te zuive ren maar men moet ook nog de te ver koopen waar een schoon commercieel uitzicht geven, dus alle kleine, vernepen, stukken korrels verwijderen en alleenlijk de schoone, zuivere wel gevormde zaden behouden. Aan de vereeniging die zich een trieur zou willen aanschaffen moeten wij stel lig aanraden een getuig van eerste kwa liteit aan te koopen. Er is veel verschil tusschen treuzelaars, hunne vervaardi ging eischt bijzondere nauwkeurigheid en het gebruik van een gemeen getuig baant den weg tot veel teleurstelling. Een onzer goede vrienden deed er over 2 jaar de droevige ondervinding van op. Het merk gekend als 't beste is het merk Emile Marot, 't Is ongelukkiglijk een vreemd merk. Het getuig die alhier het meest diensten zou bewijzen is een getuig in den zin van den trieur Ma rot Serie B, met dubbele werking die de zaden van al onze graangewassen treuzelt en kuischt. Wij achten het nut teloos de volledige beschrijving van dit stelsel uit te leggen. Dit zou ons te verre brengen. Zeggen wij alleenlijk dat deze getuigen met de grootste zorg gemaakt zijn en dat ze den volgenden uitslag ge ven 1) Ronde zaden 2) Kleine tarwe en rogge 3) Middelbare tarwe 4) Schoone tarwe 5) Kleine haver 6) Schoone haver 7) Schoone gerst 8) Eindjes stroo, graszaden enz. 9) Groote onzuiverheden steentjes, enz. Prijs vóór den oorlog dezer getuigen 1° 160 kg per uur 310 fr. 2° 240 tot 320 kg per uur 380 fr. 3° 400 tot 500 kg per uur 500 fr. 4° idem in 2 deelen 550 fc. 5° 560 tot 640 kg per uur 700 L, Een gebrek bij dit getuig de kleir.e tarwezaadjes worden van den rogge ni t gescheiden. Dit is nochtans van geen- zeer groot belang Die trieurs worden verkocht op wagentjes gereed voor den vervoer (2 wielen). Vermeerdering van prijs (vótu den oorlog) van 150 tot 250 fr. Eindelijk deze trieurs worden ook ge bruikt met een bijgevoegd centrifugaal stelsel dat de werking perfekt maakt. D. BRICOUT.V De meeste lezers van De Koornbloem zullen in de rieuwsbladen wel een of andere beschouwing gelezen hebbtn over de jongste verkiezingen in Engr- land. Die verkiezingen, door dewelke moest worden klaar gemaakt of Enge land zijne tot dan toe gevolgde vrijhan delspolitiek moest voortvoeren, ofwel tot meer protectionisme moest over gaan, waren ook wel van zoo n belang, niet alleen voor Engeland, maar ook voor het buitenland en in vooraan staande plaats voor België dat ze de algemeene aandacht der wereld ter volle verdienden. Maar wat als zeer vreemd mag wor den aanzien, is dat de bladen in 't alge meen niets gewaagden van de plaats welke in die verkiezingen door den En- gelschen lar.dbouw werd ingenomen. Niet dat door de Britsche landbouwers rechtstreeksch in de kiezing een over wegende rol werd gespeeld, maar wel doordat naast de nijpende werkeloos- heidplaag, de voornaamste beweegreden die tot de verkiezingen aanleiding gaf, mag worden gesteld, de hoop dat door eene meer beschermende po'itiek den Engelschen akkerbouw en voornamelijk de graanteelt weer tot haar vroegeren bloei zou kunnen worden opgevoerd. De landbouw in Engeland doorwor stelt reeds 2-3 jaar een zware crisis. Wel is de veeteelt nog wat winstge vend. doch zulks is in geenen deele het geval met de graanteelt. Jaren achtereen sluiten de graanverbouwers met groote verliezen hun iekeningen. Voor andere kuituren en kweeken is het even erg ge steld. Oorzaken daartoe zijn vooreerst het valuta-voordeel van naburigelandbouw- landen, de schier onbeperkte vrijheid met dewelke vreemde waren Engeland binnenstroomen en de gemakkelijke in ternationale verkeerwegen van tegen woordig. Klare bewijzen daarvan geven de En gelsehe handelsstatistieken. Voor de eerste 9 maanden van 't jaar 1923 is er in Engeland meer ingevoerd dan voor 't zelfde tijdstip in '22 3 millioen cente naren tarwe, 6 millioen centenaren gerst 1 millioen voor rundvee, evenveel voor spek, 2 millioen voor boter, 1 1/4 mil lioen voor aardappelen. Die getallen bewijzen genoeg dat de voortbrengst er 't laatste jaar zeker niet is vooruitge gaan. In de laatste conferentie van de eerste ministers der Dominions gaf die toe stand aanleiding tot erge kritiek. Austra- lië's eerste minister, Heer Bruce, zei er onder meer Een vrijheid welke aanleiding geeft tot dergelijke overrompeling, dat de nationale landbouw dreigt er onder verpletterd te worden, dat is geen vrij heid 1 dat is losbandigheid Bovendien, heel wat van dezen invoer is op de rekening te schrijven van landen met lagen wisselkoers toomeloos der gelijke mededinging dulden is afbrekend en bovendien uiterst gevaarlijk. Derge lijke politiek leidt onafwendbaar tot de ineenstorting van den inlandschen land bouw, wat voor Engeland een nationale ramp zou zijn. Er is geen land ter wereld dat zijne welvaart behouden heeft, zoo dra het zijnen landbouw aan verval had prijsgegeven. Die nijpende toestand voor onze En gelsehe stielgenooten is zoo niet met eens in het daglicht gesteld. Reeds een goed jaar geleden liet de crisis zich al scherp gevoelen en van toen af werden er bij de Engelsehe regeering stappen aangewend welke op het erge van den toestand, zoo voor den landbouw als voor den Staat, wezen en welke voor doel hadden de gewenschte regeerings- ingrijpingen voor gevolg te hebben. Het door de landbouwers-afvaardi ging aan de regeering terhand gestelde verslag was zoo onweerlegbaar echt. dat er op een inmenging van het staatsbe stuur mocht worden gehoopt. Hier volgt eene korte aanhaling er uit, welke wij om de degelijkheid hier laten volgen De toestand zooals hij nu is, betoog den zij, is niet langer houdbaar. De vooruitzichten voor de toekomst zijn verre van rooskleurig. Wij staan on ontkoombaar voor het dillemma ofwel den noodigen steun krijgen van de re geering onder vorm van subsidiën of invoerrechten op buitenlandsche land bouwproducten, ofwel, zooals het heet, ons bedrijf ekonomisch uitbaten, d. w. z. het dusdanig omwerken dat we er althans geen verliezen meer bij lijden. Practisch komt dat neer op het beper ken onzer productie, het verminderen van het aantal arbeidskrachten, kortom, op het verlaten van akkerbouw en den terugkeer naar weidebouw en veeteelt. In dit geval echter, meenen wij te moeten wijzen op de gevolgen welke deze stap, moesten wij daartoe gedwon gen worden, in nationaal opzicht voor het Engelsehe volk na zich zou sleepen. In de eerste plaats beteekent hij de vol ledig afhankelijkheid van Engeland voor zijn dagelijksch brood van den graan uit voer uit het buitenland. Wij hebben tijdens den jongsten oorlog ondervonden wat een gedeelte lijke afhankelijkheid op dit gebied voor Engeland te beteekenen heeft. Wat zal het worden als we nu volledig van het buitenland afhankelijk gaan worden, en we bovendien in oorlog moesten gera ken met naties die, door hun ligging, voor het afsnijden van Engelands zee wezen gevaarlijker zijn dan Duitschland dit in 1914 was In de tweede plaats moeten we doen opmerken dat het verlaten van den ak kerbouw, het leger werkloozen met ruim 1 millioen broodelooze arbeiders zou ko men vergrooten. In de crisisjaren 1880-1990 was daarbij minder bezwaar, omdac destijds de opbloeiende nijverheid de zestig a tachtig duizend werklooze boeren ge makkelijk opnemen kon. Daar is nu geen spraak van. De toestand is nu zóó en dat is wel één der grootste paradoksen welke ooit beleefd werden dat En geland thans 2 millioen arbeidloozen telt, wijl over heel de wereld duizenden ar beid vinden bij het voortbrengen van voedingswaren voor Engeland. Waarom moedigt Engeland zijn in- landsche productie niet voldoende aan, opdat hetzelf het groote deel dezer voe- dienswaren op eigen bodem voortbren- ge Niet alleen verzekerde het dan de onafhankelijkheid van zijn bevoorrading, bestreed het op doeltreffende wijze de werkloosheid, maar behield het ook een voorname breuk van de 500 millioen pocd sterling, welke nu jaarlijks aan bui tenlandsche voedingswaren weggaan ('t Vervolgt). H. L. (3e vervolg) 't Weder is tegenwoordig zoo veran derlijk als de menschen. 't Is sneeuw, regen, vorst, hagel, dooi die elkander af wisselen en zich onderling de prioriteit en meesterschap schijnen te betwisten, 't Is de sneeuw die de baas speelt en zonder veel te overdrijven mogen we wel zeggen dat de Winter, alhoewel niet buitengewoon koud, toch guur en streng is. Iets nochtans troost me, name lijk dat het weder op zijn tijd komt en we dus veel goed te verwachten zijn. Op Nieuwjaar was 't ook niet goed. Was dat nu hagel of smokkelregen die aanvroos? Hoe voorzichtig de menschen ter kerke gingen, 't was glijden links en rechts en vallen en opstaan en tusschen- door toch ook uitingen van liefdebewij- zen en heilwenschen. Hoe gladdig het ook was die gleden toch niet uit en wa ren oprecht en welgemeend, 'k Zou 't me biechten moest ik bij 't begin van 't nieuwe jaar verwaarloozen aan de trouwe lezers en lezeressen van De Koornbloem een gelukkig Nieuwjaar te wenschen. Ik wensch hun dan dat ze De Koornbloem dit jaar met de meeste aandacht zouden lezen. Ik twijfel er niet aan of 't zal een jaar zijn van groote gebeurtenissen en mogelijks ook van groote veranderingen op landbouw gebied. We moeten de besprekingen in de Kamer goed volgen en ons niet meer laten beïnvloeden door beloften. Ver ders goed toezien wie zich het best aan stelt als ware verdedigers van de boe- renbelangen. Aan al de landbouwers zonder onder scheid van kleur of opinie wensch ik al den mogelijken voorspoed op het veld, in den stal en vooral in huis en iets wat ik voornamelijk wensch dat is de een dracht onder elkander van alle boeren, geen tegentrekkers meer, geen onver schilligen meer, allen hand in hand voor- Aan onzen achtbaren heer Voorzitter, aan on zen heer Bestuurder, aan de Raadsleden van Beheer en van Toezicht, aan de Bedienden en Medewerkers, aan de Lezers en lieve Lezeressen, aan de Leden on zer Vereeniging Redt U Zeiven aan alle Land bouwers zonder onderscheid, biedt De Koornbloem haar heilvolle wenschen van voorspoed en zege aan voor het Nieuwe jaar 1924. De Koornbloem. uit op de baan naar lotsverbetering. Ge moet me dan ook vergeven, Beste Lezers en Lezeressen van De Koornbloem dat ik zoolang van mijn onderwerp ben afgeweken.Nu dat ik me van mijn plicht heb gekweten ben ik ook veel geruster en ga 'k U vandaag mededeelen hoe ge uw grond voor wijngaards bereiden moet, welke natuurlijke en scheikundige meststoffen ge de wijngaards toedienen moet en welk het beste tijdstip is om ze te planten. De grond voor wijngaards moet goed door de zonnestralen kunnen verwarmd worden, ge zult hem dus kiezen aan den voet van een zuidermuur. 't Ware noch tans nog niet voldoende moest uw grond niet goed afwateren en zeer door dringbaar zijn. De diepspitting zal hier met veel voor deel toegepast worden. Bovendien moet de grond rijk voorzien zijn aan meststof fen. De wijngaard is een van onze fruit boom n die 't meest noodig heeft. We mogen hem dus geen voedsel sparen, maar het met kwistige hand toedienen. De grond waarover men beschikt zal men best verbeteren kunnen met hem te mengen met halfverteerde graszoden, voortkomende van afgegraasde, vette en goede weiden. Fijn kalkgiuis en smoor- hoopgrond zullen insgelijks den grond verbeteren en een voortdurende wer king op den groei van den wijngaard uitoefenen. Bovengemelde stoffen die nen slechts om den grond te verbeteren en zijn dus niet voldoende. Half ontbon den stalmest, houtassche, potasch- en fosfoorinhoudende meststoffen moeten den grond rijkelijk van voedsel voor zien. Vergeet niet dat de wijngaard zeer dankbaar is, hoe kloeker hij groeit, hoe meer druiven hij zal voortbrengen. Waarom zouden we hem dus het voed sel sparen, als we weten, dat hij ons tienvoudig zal teruggeven de onkosten van natuurlijke en scheikundige mest stoffen die we ons voor hem hebben ge troost. Binst den groei mag men den wijngaard vloeimesten toedienen ale of beer. bloed enz. best met water aange lengd. Sodanitraat in water opgelost op een dosis van 2 gram per liter kan bij niet sterk groeiende wijngaards de beste uitslagen opleveren. Moest het nu ge beuren dat het hout niet goed rijp wordt, dan ware dit te vermijden door het toe dienen van potasch en fosfoormesten. Voor het planten van wijngaards moet men onderscheid maken tusschen planten in potten gekweekt en planten buiten gekweekt in vollen grond. Wan neer we over planten beschikken die in potten gekweekt zijn, I an men planten als men wil, immers dergelijke planten hebben om zoo te zeggen van de ver planting niets of bitter weinig te lijden. Men zet ze met gansch den inboedel van den pot in den grond en gansch het wortelgestel blijft gaaf en ongeschon den. Gansch anders is het gesteld met wijngaards voortkomende van stekken of afleggers en in vollen grond ge kweekt. Hier wacht men van planten tot na den Winter, wanneer de sapbe- weging reeds plaats heeft, die als ze ge kwetst zijn en niet ras heelen gemakke lijk tot verrotting zouden overgaan. Men heeft er dus alle voordeel bij planten te koopen in potten gekweekt bij vertrouwbare personen. In vochtige gronden zal men zoo ondiep mogelijk planten zelfs op lichte verhevenheden, want onvoldoende warmte spruit dik wijls voort uit overtollig vocht. De ma nier van planten alsmede de zorgen na de planting zijn voor een volgend artikel. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. Er wordt bij deze den spaarders her innerd dat al de spaarboekjes uitgege ven vóór 16-12-1923 dienen ingebracht te worden in den loop der maand Ja nuari, ten einde de intresten te bereke nen. Hoe vroeger dit geschiedt, hoe ge makkelijker. Bij aangifte van het boekje zal de spaarder verklaren of hij wenscht de intresten te ontvangen of wel of ze bij de gespaarde som moeten gevoegd worden. Op 13 December laatstleden kwam in de Kamer van Volksver tegenwoordigers de kwestie van den aardappelen uitvoer ter spraak, zooals wij het in ons nummer van 9 December voorspeld hadden, maar de uitslag ervan was maar erbarmelijk. Wij hebben vroeger nog een vergelijking gemaakt tusschen den uitvoer van kolen en dien van aardappelen. Aardappelen zijn er genoeg, ja te veel in België, kolen te weinig. Er werd op den uitvoer van kolen slechts een beperking gesteld heelemaal werd hij niet verboden en nu vernemen wij dat de kolen die te rechte wel het zwarte goud mag genoemd worden weer vrij en vrank de grenzen over gaan met de toela ting van denzelFden minister die ons verbiedt aardappelen aan den vreemde te verkoopen. En de re den De patatjes zouden te duur kunnen worden Is de steenkool niet duur genoeg misschien Waarom die twee ma ten en twee gewichten een ver bod voor de boerkens en vrijen uitvoer voor de koolbarons De heer De Keersmaecker gaf in 't Vlaamsch een korte geschie denis van deze aardappelenkwes tie In den regel, zegt hij, wordt geen uitvoervergunning opgelegd tot met den graanoogst, 't Is ook bij het aanbreken van den graan oogst, dat de prijs der aardappe len stijgt. Op dat oogenblik komen er im mers minder aardappelen op de markt en dan liggen de uitvoer- mannen op den loer. Gauw wor den dan enkele dagbladen opge roepen om de speculatie in de hand te werken. De achtbare heer minister gelooft die bladen en geeft bevel den uitvoer te staken. Het koninklijk besluit, dat een ver gunning verplichtend maakt, is dadelijk van kracht. Op de gren zen worden de aardappelen dik wijls tegengehouden, en moeten met groot verlies verkocht worden. Enkele dagen later staat er in de groote dagbladen te lezen dat de goede zijde van het koninklijk be sluit dadelijk gebleken is de prij zen zijn reeds gedaald. Maar men vraagt zich niet eens af of ook zonder vergunning de prijzen niet zouden gedaald zijn Na den graanoogst wordt de toestand weer normaal, de verzendingen van aardappelen vermeerderen van zelf de afslag zou ook ge komen zijn zonder dien dwang maatregel. En verder zegt hijNu stelt men den landbouwer twee vragen 1° Zullen er aardappelen genoeg zijn 2° Zullen ze niet in prijs stijgen Voor wat de eerste vraag be treft, antwoordt hij, ja er zijn aard appelen genoeg tot het volgend seizoen. Op het tweede punt antwoordt hij met zelfde vraag Stelt men de zelfde vraag aan de mijneigenaars Men kan de vergelijking nog verder drijven en bij voorbeeld f gaare Aankondigingen volgens akkoord.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1