REDT U ZELVEN Arbeid adelt op den haidigen handboiuatoestand. Onze proefnemingen Pulp-leveringen Vergaderingen Landbouwweekblad De Landbouwkamers in 1922-1923. DE TEELT VANDEN WIJNGAARD Lente-Zaden moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 3 FEB, 1924 Prijs 12 centiemen. 6de JAAKUANÜ Ni 266 Abonnementsprijs 1 6 00 frank 's jaars. Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Vandaag acht dagen verscheen in De Schelde het groot mor genblad van Antwerpen en van daag zelf in De Standaard een artikel over Landbouwkamers. De Schelde schijnt deze nieuwe landbouwinstelling gene gen en belooft er nog meer over. De Standaard van Brussel, blijkt van in den beginne vijandig te staan tegenover deze instelling en we merken duidelijk dat de schrijver D. er eer op gesteld is zijn lezers vijandig te stellen tegen de Landbouwkamers, zonder er tot nog toe eenige bewijsvoering tegen in te brengen. Wij hadden ons van wege De(n) Standaard aan meer ernst in objectiviteit verwacht. Doch in zijn artikel staat nog wel een en ander dat onze aan dacht trok en waarop we gaarne antwoorden. Vooreerst bestaat er geen en kele reden voor D. om er Frank rijk bij te sleuren en zijn spreek woord Als het te Parijs regent, druppelt het te Brussel komt hier allerminst va'n pas. En zelfs in de veronderstelling dat dit ook een vogel zij, die ons van over de Fransche grens is overgevlogen, dan is nog hoofdzaak of het een nuttige vogel of een schadelijke is waarover onze vriend D. geen woordje rept en niet of deze de Fransche, de Duitsche of de Ne- derlandsche grens overstak. Maar hij zegt Dit verwijt kon ons onver schillig laten indien wij ten min ste een beetje eclectrisch (dit wil zeggen met wijs beleid) te werk gingen en verstandig genoeg wa ren om ook langs onze andere grenzen netten te spannen, ook van dien kant kon wel wat ge vlogen komen, dat niet te ver smaden is. Inderdaad, Mijnheer D., hierin hebt u gelijk, maar ook hier is uw zwakste punt want ook langs andere hebben de boeren hun netten gespannen, ook van dien kant is er wat komen aanvliegen dat niet te versmaden is. Is eene instelling slecht omdat ze 't zij uit Frankrijk komt, 't zij uit Duitschland. Dat zal een ern stig man niet beweren, de grond van de zaak moet worden onder zocht, en dat hebt u niet vooraf gedaan, en dat moest u toch Uw aanvang getuigt niet van grondige kennis, 't is op zijn zachtst genomen een lichtvaardig oordeel. Misschien heeft een slecht be grepen vlaamschgezindheid D. ver blind, maar wij zijn ook vlaamsch- gezind en van steviger allooi dan zijn blad er soms wel uitzietmaar daarover kan hier geen spraak zijn en ook niet van Frankrijk. De landbouwkamers Maar dat is zeker geen Fransch invoerarti kel, dat is geen Fransche vogel neen die komen en dat moest toch iemand weten die er zoo'n hardnekkige tegenkanter van is die komen uit Pruisen Neen, D., u wilt uwe lezers niet goed inlichten, ofwel zijt u zelf niet genoegzaam ingelicht en waarom ze dan bekampt Dit is geenszins een gevoelskwestie, 't is er een van redeneering en verstand. In Frankrijk werd herrie ge maakt over het oprichten van Landbouwkamers, maar dat heb ben ze dan gehaald bij die zoo gehate Pruisen, die moffen, die boches en hun gevoel aan haat doen zwijgen voor het verstand, want het gold hier de nationale welvaart door den landbouw. Nu zal men het ook aannemen in Bel gië, zooals het met vele andere zaken, goede en slechte, gebeurd is. Ons landeke weigerde na den wapenstilstand handel te drijven met Duitschland. Engeland was van een ander meening En hoe veel Duitsche waren stroomden dan onze grenzen niet over met een Engelsch opschriftde natio- j nale eer was gered Misschien zullen de Landbouwkamers, alhoe- wel Duitsche waar, nu ook ten onzent aangenomen worden, om dat zij met een laagje Fransche vernis belegd zijn, maar dat is im mers geen argument tegen de land bouwkamers. Maar de schrijven bekent zelf dat hij er niets tegen inbrengen kan, hij heeft maar een vaag per moeden hij schrijft Wat dit vermoeden eenigen grond geeft is het feit dat vóór den oorlog het vraagstuk (de Landbouwkamers) niet of zeker niet met den omhaal van thans werd gesteld. En toch worden NU geen redenen ingeroepen, welke niet evengoed toen hadden kunnen aangevoerd worden Als dat nu een bewijs is, dan moet er in het vervolg geen wet meer gestemd, geen goed werk meer gedaan van 't oogenblik dat, om de woorden van schrijver zelf te gebruiken, het vraagstuk vóór den oorlog niet of niet met den omhaal van thans wordt gesteld. Omdat de redenen die NU ingeroepen worden om het inrichten van Landbouwkamers te bepleiten, even goed vóór den oorlog konden aangevoerd wor den, wil D. besluiten dat ze er niet noodig zijn. Zou die heer dan mis schien ook besluiten, omdat de toestand van de landbouwers en voornamelijk die van de kleinboe- ren vóór den oorlog armzalig was, en dat er nu zoowel als toen re denen bestonden en bestaan om dien toestand te verbeteren, er dus ook NU niets voor hen moet worden gedaan. De redenen, die voor den oorlog konden aange voerd worden door de Vlamin- j gen om hun volle recht te eischen in eigen land, worden ook nu voorgelegd en sterker dan ooit, heviger en krachtdadiger dan voor den oorlog zal schrijver daaruit het gevolg trekken dat ons i rechtherstel moet worden gewei gerd, zelfs nog maar verdaagd i Er zit een vlieg op uw slapen, 1 mijnheer, één die uw teergevoelig vel onophoudend prikt, dat is het instellen van Landbouwkamers redenen, ernstige, diepdoordachte redenen kunt en zult gij er niet tegen aanvoeren. Zou dit misschien een eerste oorlogsverklaring zijn tegen den steeds groeienden drang naar rechtsherstel voor den boer we zullen op ons hoede zijn. De vijand trekt te velde, doch wij zul len steeds strijdvaardig staan koppig, standvastig, bewust van ons rechtwant het moet eens en voor goed gedaan zijn met den boer als wipplank te gebruiken en hem slechts als genadebrood te schenken, dat wat de heeren wel belieft. Die tijd is Goddank voorbij. H. KLOPTEROP. Voor en door de Landbouwers 2° De winstgevende afzetgebieden blijken hier het aanlokkend element, te zijn, hetwelk onzen veestapel aanhou dend deed aangroeien en met hem de onvermijdelijke en steeds toenemende uitbreiding der weideoppervlakten ver oorzaakte. R. AKKERMANS. Onze achbare Heer Bestuurder over handigde mij onlangs een uittreksel van een Landbouwblad, waarin de Hr VanderVaeren, Kabinetsoverste bij het Landbouwministerie. bij middel van offi- cieele statistieken eene treffende verge lijking daarstelde tusschen de verbouw de oppervlakte onzer hoofdculturen van vroeger en nu. Een nauwere bestudeering dezer zoo welsprekende cijfers toont ons ten klaar ste de zoo sterk opvallende wijzigingen, welke onze hoofdculturen binst de laat ste vijftig jaren ondergingen. Ook schij nen ze ons van dusdanig groot belang voor onze achtbare lezers dat wij het nuttig hebben geoordeeld aan dit zoo belangrijk onderwerp een paar artikels te wijden. Vandaag willen w'ons dus enkel be palen met de weergave dier vergelijken de statistieken, om er nadien voor ons, landbouwers, de heilzame gevolgtrekkin gen uit te putten, welke deze, na nadere beschouwing voor ons zullen opleveren. 1° Verbouwing van tarwe Deze cultuur besloeg In 1866 283.000 Hecta. In 1895 180000 In 1910 161 000 In 1922 121.000 hetzij de 3/7 der verbouwde tarweopper- vlakte in 1866. Deze aanzienlijke ver mindering moet ongetwijfeld worden toegeschreven aan de aanhoudende mededinging of concurrentie van vreem den invoer. 2° Verbouwing van Rogge Deze cultuuroppervlakte bedroeg In 1866 289.000 Hecta. In 1910 260.000 In 1922 215000 hetzij eene vermindering van 74 000 Ha, in verhouding met de verbouwde rogge- oppervlakte in 1866. Deze vermindering van verbouwing onderging insgelijks in ruime mate denzelfden invloed. 3° Verbouwing der Haver Deze besloeg In 1866 229.000 Hecta. In 1910 259.000 In 1922 290 000 hetzij eene actueele vermeerdering van 60 000 Ha. gevolg der protectie welke deze cultuur beschermt met een inkom- recht in 1895 van 3 frs de 100 kgr., thans gebracht op 6 frs per 100 kgr. en anderzijds geprikkeld en aangemoedigd door de steeds toenemende uitbreiding van onzen paardenkweek. 4° Verbouwing der Suikerbeet deze omvatte In 1866 18.000 Hecta. In 1895 54.000 In 1910 en 1922 60 000 wat eene huidige vermeerdering daar- stelt van 42 Ha. of een verdriedubbe ling van verbouwing in verhouding tot deze van vroeger. De aanlokkende win sten, welke deze cultuur den landbouwer opleveren spelen hier gansch natuurlijk de voorname hoofdrol, benevens den machtigen speculatietrust onzer suiker bazen. En zooals we in ons voorgaand artikel betrekkelijk de Beetensyndica- ten zegden zou deze verbouwing nog ruimschoots in oppervlakte toenemen, vonden onze landbouwers beter inge richte vervoermiddelen ter hunner be schikking (Ik bedoel hier de landbouw streek van Hageland en Haspegouw). 5° Verbouwing der Aardappel telde In 1866 171.000 Hecta. In 1880 199.000 In 1922 179.000 Hier is de wijziging minder groot en blijft dezelfde verbouwde oppervlakte ongeveer behouden. Dit meenen we hoofdzakelzk te mogen afleiden uit het feit, dat de winsten welke dees product afwerpt steeds in gestadig verband staan met het goed- of mislukken der op brengst en diensvolgens met den wissel- valligen handelsprijs ervan. Lukt de aardapploogst goed, zoo is is de handels zaak eruit voortvloeiend weinig winst gevend. Lukt hij minder goed, zooals dit jaar, dan komt een onmeedogend uit voerverbod de handelszaak dwarsboo- boomen. 6° Verbouwing van Weilanden: Deze bedroegen In 1866 355.000 Hecta. Ia 1910 500.000 In 1922 520.000 dus bestaan nagenoeg het dubbel der oppervlakte van vroeger. Als hoofdfac tor treedt hier wel voornamelijk op het voorplan de buitengewone uitbreiding door onzen vee- en paardenkweek geno men. Hiervan waren de voornaamste oorzaken 1° Het toenemend gebrek aan hand arbeiders, 't welk een ruim tal landbou wers noodzaakte een deel hunner akker velden te herscheppen in kunstmatige weilanden, 't welk dus als onmiddellijk gevolg een aanzienlijke besparing van handwerk daarstelde. (Zie vervolg op de 2' kolom). 3 a. 1/2 3 a. 1/2 3 a. 1/2 Perceel I Perceel II Perceel III 9k. nitraat 9k. nitraat 9 k. nitraat 24 k. supra 24 k. supra 30 k. sylv. Om geen misbruik te maken van de plaats die De Koornbloem, met veel goedwilligheid, tot onze beschikking stelt, zullen wij ons beperken tot het overschrijven van een of twee andere proeven op phosphaat-houdende vetten en dan overgaan tot de andere proefne mingen. Proef op aardappels bij den heer Baert Louis, te Meldert, Gebruikte soort Eigenheimer twee de jaar. Een weinige ziekte. Grond en ondergrond zware leem grond. Bemesting 35,000 kgr. stalmest. Scheikundige bemesting zooals voor de andere proeven op aardappels. Uitslagen Perceel I 33,900 kgr. (getuige). II38,200 (calc. Bernard) III 38.600 (supra) IV38,500 (ijzerslakken) V 40,600 (superfosfaat), 't Is dus de superfosfaat die hier den besten uitslag geeft en welken uitslag Ook is onzen achtbaren vriend en me dewerker. Louis Baert, een onzer meest vooruitstrevende boeren en wel bijzon der onzer hopboeren. Proef aangelegd op beeten door on zen achtbaren gebuur M. Petrus Assche- rickx. Na klavers. Grond en ondergrond goede leem grond. Bemesting 20,000 kgr. stalmest. Uitslagen Perc I Superfosfaat 110,000 kg. per Ha. II Supra 120,000 Ill Cal. Bern. 101.000 IV slakken 110.000 V getuige 95,000 Proef op Vauriac bij M. Van Boven Henri, Ayghem. Zelfde plan als vroeger. Uitslagen Perc. I superfosfaat 81,250 kgs. II slakken 73 500 III supra 90,000 IV calc. Bern. 91,250 V getuige 81,250 Prachtige werking van de Supra en Calc. Bernard. Het perceel met slakken moet aan iets geleden hebben. Hier ook schijnt kalk te ontbreken. Proef op aardappels bij den heer Alb. Carlier, te Meerbeke, na rogge en loof. Soorten Industrie en Roode Star. Leemgrond zware. Bemesting t 30,000 kgr. stalmest en de scheikundige mesten. Uitslagen Perceel I Superfosfaat 31,200 kgr. II IJzerslakken 38,000 III Supra 30,500 IV Cal Bern. 28,000 V Getuige 16,000 Ongeloofelijke werking der phos- phoorhoudende vetten. De aanduidingen door deze proefne mingen gegeven komen degene staven die we verleden jaar bekwamen. Dus in korte woorden gezegd 1) Bijna overal dringt het gebruik zich op van phosphaathoudende meststoffen. 2) IJzerslakken en Supra schijnen in onze gewesten nagenoeg dezelfde waar de te bezitten. Supra schijnt eenigszins beter te zijn. 3) Calciné Bernard is wat van minder waarde dan de twee vorige vetten. 4) Superfosfaat is zeer aan te raden voor aardappels en ook voor rapen. Deze meststof zal liefst toegepast wor den op gronden reeds met kalk voorzien Dergelijke gronden zijn zeldzaam alhier. II. Proefnemingen ingericht om het nut der potaschhoudende vetten en der volledige scheikundige bemesting daar te stellen. Deze proefnemingen werden nogmaals zooveel mogelijk ingericht bij onze lagere landbouwleergangen, door het toedoen der heeren Leeraars, om tevens bij te dragen tot de vorming van leerlingen en meesters. Overal zijn we nagenoeg op dezelfde wijze te werk gegaan Het proefveld werd verdeeld in drij gelijke perceelen van 3-4 aren. De 3 perceelen werden met dezelfde vrucht beplant, ze ontvin gen dezelfde bemesting met stalmest en beir. Daar benevens werd er toegepast 1) op het eerste perceel Soda nitraat al leen, op het tweede perceel a) Sodani- traat b) supra of superfosfaat c) sylviniet of kaïniet, dus eene volledige bemesting. Op het derde perceel Sodanitraat en supra of superfosfaat. Proef op haver aangewend bij M. Van Santen Felix, Appelterre, (land- bouwleeraar M. L. Bruggeman). HAVER Vorige cultuur Tarwe. Zandleem- grond. Geteelde soort Zege-haver, gezaaid den 15 Maart. Zeer schoon haverveld, lichte stalbe- mesting. Uitslagen Perceel I 2650 kg. graan per heet. II 3320 kgr. III 2800 kg. Dus, nitraat alleen geeft per hectare 670 kg. min dan de volledige bemesting, t geen uitmaakt aan 0,75 fr. de kg. hetgeen zeker niet overdreven is 502,50 fr. voor eene uitgave van 300 fr. Er dient bijgevoegd dat een groot ge deelte der phosphaat en potaschhou dende vetten, na dezen teelt in den bo dem beschikbaar blijven. Proef op beeten, aangewend te Lede, bij den heer Frans De Smedt, met de medewerking van M. Cornelis. Grond en ondergrond klei. Vorige cultuur tarwe. Bemesting 15.000 kg. stalmest en 150 hectoliters beir per hectare. Oppervlakte der perceelen 4 aren. Perceel I 8 kg. sodanitraat Perceel II 8 kg. nitraat, 32 k. sylviniet en 18 kgr. superfosfaat Perceel III 8 kg. nitraat en 18 kgr. superfosfaat. Oogst op 9 November. Bladeren en koppen werden niet meegewogen. Uitslagen Perceel I 84,500 kg. per hectare. Perceel II 94,200 kg. Perceel III 87,500 kg. Dus, tusschen I en II een verschil van 9.700 kg. per hectare. 't Vervolgt. D. BRICOUT. BORSBEKE. Zondag 3 Februari, om 3 uren, geeft de heer Cornelis eene voordracht bij Charles De Smaele, over de krachtvoeders bij het melkvee. Daar na inschrijving voor voeders en vetten. MOORSEL. Zondag 3 Februari zal er in de Gemeenteschool, na de Hoogmis, eene voordracht gegeven worden door den heer R. Akkermans over Veredeld Zaaigoed en bemesting. Woont allen deze leerrijke vergadering bij. Om 3 uur namiddag inschrijving voor landkalk en andere vetten bij Frans Van Brempt, statie. De leden worden verzocht zon der uitstel hunne inschrijvingen te doen geworden van alle noodige zaden en zaaigranen voor de lente zooals Klaverzaad, Beetzaad, Zaaihaver, Plantgoed van Kru- gers, Industrie, Roode Star, ALLE ZADEN zullen op tijd toekomen en van eerste hoedanig heid zijn, zooals gewoonte. Wacht niet uwe benoodigdhe- den op tijd te doen kennen. Door eene ongekende oorzaak is onze verkooper van pulp niet bij machte ge weest al de wagons pulp, die we van hem kochten, te leveren. Wij hebben onmiddellijk de noodige maatregelen getroffen en dezen heer voorgesteld eene schadevergoeding te betalen aan al de leden die aeenen pulp kregen. Na een paar onderhandelingen zijn we er in gelukt, dank ons kranig en on- middellijk optreden, eene goede scha devergoeding te bekomen. Er zal dusvolgens aan iederen aan vrager van versche pulp eene Vergoeding van 200 frank per wagon van 10,000 kilos betaald worden. (Dit geld kan op onze bureelen te Aalst. Brabandstraat, 53, ontvangen worden). Wij bezitten de volledige lijs ten nog niet van degenen die geenen pulp kregen. Van zoodra wij deze bezit ten zal iedereen persoonlijk verwittigd worden. Er zullen omtrent 40 a 45 wa gons zijn. Intusschen willen we dit bij monde van De Koornbloem laten weten. Wij kunnen ook extra DROGE PULP koopen voor onze leden, als voe der voor hun vee. Wij kunnen hen ook aan voederbeeten helpen, de prijs is omtrent 10 a 11 fr. de 100 kilo en den transport, dus op wagon vertrek. LETTERHAUTEM. - Op Zon- dag 3 Februari, om 3 uren namiddag,bij Remi Beurms, oud-gemeentehuis, geeft M. Alois Suys, een belangrijke voor dracht over Veredeling en Bemesting. Al de leden en landbouwers der ge meente worden dringend uitgenoodigd die voordracht te willen bijwonen. OORDEGEM. Op Zondag 10 Februari, om 10 uren geeft heer A. Suys een tweede belangrijke voordracht bij Jos. Casteels, over Veredeling onzer gewassen, welke voor alle landbouwers heel nuttig zal zijn. NIEUWERKERKEN. - Zondag 10 Februari, om 3 uren namiddag bij Remi Schepens, geeft heer A. Suys zijn tweede belangrijke voordracht over Veredeling en bemesting, welke aan alle leden en landbouwers ten hoogste wordt aanbevolen. HAELTERT. Op Zondag 3 Fe bruari, onmiddellijk na de Hoogmis, bij Charles Engels, zal M. Cornelis een voordracht geven over Veredeling en bemesting. Alle landbouwers worden dringend uitgenoodigd. Waar planten 1 Vermits de teelt van den wijngaard in volle lucht nu toch zoo weinig winstge vend is en over 't algemeen nog weinig liefhebbers vindt, ware het, me dunkt, weinig belangrijk ons nog langer met dezen kweek bezig te houden bijzonder dat de wijze van snoeien en de onder- houdszorgen toch nagenoeg dezelfde zijn in de serre als in volle lucht. Ik wil dan ook dit artikel, de vraag beant woorden, aangekondigd in het vorig nummer. De vraag of de wijngaards onder glas binnen of buiten de serre moeten geplant worden, of wel tusschen beide, heeft reeds veel ickt doen vloeien uit de pen van druivenkweekers. Er zijn voorzeker voordeelen verbonden aan het planten binnen de serre, zoowel als er voordeelen verbonden zijn aan het planten buiten de serre en deze die de voorstaanders van beide stelsels trachtte t akkoord te stellen met een midden stelsel aan te prijzen en derwijze te ge nieten van de voordeelen van ieder stel sel, is voorzeker geen dommerik geweest. Er blijven in den fruitteelt zoowel ais in den groenten teelt en andere teelten nog vele brandpunten die tot hiertoe niet af doende zijn beantwoord, noch bewezen. In de Tuinbode van verleden jaar zagen we verscheidene vakmannen van het beste gehalte in strijd met elkander om te weten of de fruitboomen onmid dellijk na de planting of slechts het jaar nadien moeten gesnoeid worden. t Is altijd heel belangrijk voor iemand die leeren wil die artikels te lezen, te be- studeeren en er het zijne vit te rapen en wanneer die pennetwisten niet ontaar den in verwijten en ander onwelvoege- lijkheden dan vind ik niets aangenamer dan het lezen van dergelijke artikels. We hebben dit in De Koornbloem ook al kunnen vaststellen en ik zal dan ook den laatste niet zijn om te vragen, wanneer ik een stelsel aarbprijs, of er niemand is die dit stelsel zou willen af breken of kunnen afbreken, want uit den schok der gedachten straalt het licht. Waar planten Binnen, buiten of tusschen beide Er kunnen zekere toe standen zijn die uw manier van hande len kunnen beïnvloeden en ook wel ten deele verrechtvaardigen. Ik heb mijn wijngaards buiten de serre geplant omdat de wortels zich aldaar vrij kunnen ont wikkelen en de grootst mogelijke uit breiding kunnen nemen, verders genieten ze aldaar van de weldoende regens iets wat voorzeker niet te versmaden is, men ondervindt dit maar al te wel als men eens verplicht is de natuur na te bootsen en t zij met een gieter of anderzins het op de planten te doen regenen. Wanneer men buiten den grond goed bereidt, hem goed bewerkt en hem rijkelijk van voedingstoffen voorziet, dan vindt de wijngaard gemakkelijk zijn voedsel en eischt hij over 't algemeen min onder- hcudszorgen. Dit laatste vooral heeft bij mij den doorslag gegeven, ook was het me niet gemakkelijk de serre op pilasters te bouwen om zoo van beide voordee len te kunnen genieten, Plant men de wijngaards binnen dan staan ze ook warmer aan hun voeten en hebben ze aldaar nagenoeg dezelfde warmte dan de stammen, dit is voorze ker ook geen klein voordeel en 't moet niemand verwonderen dat men derge lijke wijngaards beter en krachtiger groeien ziet. Maar van een anderen kant vragen die wijngaards meer zorg, en onmogelijk die zorgen worden hen niet altijd regelmatig en met de noodige juistheid toegediend. Immers boomen die binnen staan moeten goed op tijd worden gegoten en gelijk ik reeds in een vorig artikel heb geschreven is gieten in schijn een gemakkelijk te verrichten werk en nochtans wordt het zelden ge daan zooals het moet, men stelt te lang uit of giet te dikwijls, men giet te dik wijls, men giet te weinig of men giet te veel, men giet ook soms te geweldig. Het volstaat hier niet de oppervlakte van den grond te bevochtigen, men moet gieten en doorgieten tot men zeker is dat het vocht tot aan de wortels is doorge drongen men zal ook gieten zoo dik wijls als de behoefte aan water zich doet gevoelen en dit zal grootendeels afhan gen van de natuur van den grond zelf, van de groeikracht der boomen en van het tijdstip van het jaar. fcaasnfl&aafifl<iftflgi3BH5g!$5B5855gK58*,B'^nr*1n'r*,rro0Ci'*g*y-)cte!! DEK li li RNBL De Viiand trekt te Velde I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1