REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
op den haidigen
handboiuatoestand.
Onze proefnemingen
Pulp-leveringen
Vergaderingen
Landbouwweekblad
De Landbouwkamers
in 1922-1923.
DE TEELT VANDEN
WIJNGAARD
Lente-Zaden
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 3 FEB, 1924
Prijs 12 centiemen.
6de JAAKUANÜ Ni 266
Abonnementsprijs 1 6 00 frank 's jaars.
Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Vandaag acht dagen verscheen
in De Schelde het groot mor
genblad van Antwerpen en van
daag zelf in De Standaard een
artikel over Landbouwkamers.
De Schelde schijnt deze
nieuwe landbouwinstelling gene
gen en belooft er nog meer over.
De Standaard van Brussel,
blijkt van in den beginne vijandig
te staan tegenover deze instelling
en we merken duidelijk dat de
schrijver D. er eer op gesteld is
zijn lezers vijandig te stellen tegen
de Landbouwkamers, zonder er
tot nog toe eenige bewijsvoering
tegen in te brengen.
Wij hadden ons van wege
De(n) Standaard aan meer
ernst in objectiviteit verwacht.
Doch in zijn artikel staat nog
wel een en ander dat onze aan
dacht trok en waarop we gaarne
antwoorden.
Vooreerst bestaat er geen en
kele reden voor D. om er Frank
rijk bij te sleuren en zijn spreek
woord Als het te Parijs regent,
druppelt het te Brussel komt
hier allerminst va'n pas. En zelfs in
de veronderstelling dat dit ook
een vogel zij, die ons van over de
Fransche grens is overgevlogen,
dan is nog hoofdzaak of het een
nuttige vogel of een schadelijke is
waarover onze vriend D. geen
woordje rept en niet of deze de
Fransche, de Duitsche of de Ne-
derlandsche grens overstak. Maar
hij zegt
Dit verwijt kon ons onver
schillig laten indien wij ten min
ste een beetje eclectrisch (dit wil
zeggen met wijs beleid) te werk
gingen en verstandig genoeg wa
ren om ook langs onze andere
grenzen netten te spannen, ook
van dien kant kon wel wat ge
vlogen komen, dat niet te ver
smaden is.
Inderdaad, Mijnheer D., hierin
hebt u gelijk, maar ook hier is uw
zwakste punt want ook langs
andere hebben de boeren hun
netten gespannen, ook van dien
kant is er wat komen aanvliegen
dat niet te versmaden is.
Is eene instelling slecht omdat
ze 't zij uit Frankrijk komt, 't zij
uit Duitschland. Dat zal een ern
stig man niet beweren, de grond
van de zaak moet worden onder
zocht, en dat hebt u niet vooraf
gedaan, en dat moest u toch
Uw aanvang getuigt niet van
grondige kennis, 't is op zijn
zachtst genomen een lichtvaardig
oordeel.
Misschien heeft een slecht be
grepen vlaamschgezindheid D. ver
blind, maar wij zijn ook vlaamsch-
gezind en van steviger allooi dan
zijn blad er soms wel uitzietmaar
daarover kan hier geen spraak zijn
en ook niet van Frankrijk.
De landbouwkamers Maar dat
is zeker geen Fransch invoerarti
kel, dat is geen Fransche vogel
neen die komen en dat moest
toch iemand weten die er zoo'n
hardnekkige tegenkanter van is
die komen uit Pruisen
Neen, D., u wilt uwe lezers niet
goed inlichten, ofwel zijt u zelf niet
genoegzaam ingelicht en waarom
ze dan bekampt Dit is geenszins
een gevoelskwestie, 't is er een
van redeneering en verstand.
In Frankrijk werd herrie ge
maakt over het oprichten van
Landbouwkamers, maar dat heb
ben ze dan gehaald bij die zoo
gehate Pruisen, die moffen, die
boches en hun gevoel aan haat
doen zwijgen voor het verstand,
want het gold hier de nationale
welvaart door den landbouw. Nu
zal men het ook aannemen in Bel
gië, zooals het met vele andere
zaken, goede en slechte, gebeurd
is. Ons landeke weigerde na den
wapenstilstand handel te drijven
met Duitschland. Engeland was
van een ander meening En hoe
veel Duitsche waren stroomden
dan onze grenzen niet over met
een Engelsch opschriftde natio-
j nale eer was gered Misschien
zullen de Landbouwkamers, alhoe-
wel Duitsche waar, nu ook ten
onzent aangenomen worden, om
dat zij met een laagje Fransche
vernis belegd zijn, maar dat is im
mers geen argument tegen de land
bouwkamers. Maar de schrijven
bekent zelf dat hij er niets tegen
inbrengen kan, hij heeft maar een
vaag per moeden hij schrijft
Wat dit vermoeden eenigen
grond geeft is het feit dat vóór
den oorlog het vraagstuk (de
Landbouwkamers) niet of zeker
niet met den omhaal van thans
werd gesteld. En toch worden
NU geen redenen ingeroepen,
welke niet evengoed toen hadden
kunnen aangevoerd worden
Als dat nu een bewijs is, dan
moet er in het vervolg geen wet
meer gestemd, geen goed werk
meer gedaan van 't oogenblik dat,
om de woorden van schrijver zelf
te gebruiken, het vraagstuk vóór
den oorlog niet of niet met den
omhaal van thans wordt gesteld.
Omdat de redenen die NU
ingeroepen worden om het
inrichten van Landbouwkamers te
bepleiten, even goed vóór den
oorlog konden aangevoerd wor
den, wil D. besluiten dat ze er niet
noodig zijn. Zou die heer dan mis
schien ook besluiten, omdat de
toestand van de landbouwers en
voornamelijk die van de kleinboe-
ren vóór den oorlog armzalig was,
en dat er nu zoowel als toen re
denen bestonden en bestaan om
dien toestand te verbeteren, er dus
ook NU niets voor hen moet
worden gedaan. De redenen, die
voor den oorlog konden aange
voerd worden door de Vlamin- j
gen om hun volle recht te eischen
in eigen land, worden ook nu
voorgelegd en sterker dan ooit,
heviger en krachtdadiger dan
voor den oorlog zal schrijver
daaruit het gevolg trekken dat ons i
rechtherstel moet worden gewei
gerd, zelfs nog maar verdaagd i
Er zit een vlieg op uw slapen, 1
mijnheer, één die uw teergevoelig
vel onophoudend prikt, dat is het
instellen van Landbouwkamers
redenen, ernstige, diepdoordachte
redenen kunt en zult gij er niet
tegen aanvoeren.
Zou dit misschien een eerste
oorlogsverklaring zijn tegen den
steeds groeienden drang naar
rechtsherstel voor den boer we
zullen op ons hoede zijn. De
vijand trekt te velde, doch wij zul
len steeds strijdvaardig staan
koppig, standvastig, bewust van
ons rechtwant het moet eens en
voor goed gedaan zijn met den
boer als wipplank te gebruiken en
hem slechts als genadebrood te
schenken, dat wat de heeren wel
belieft.
Die tijd is Goddank voorbij.
H. KLOPTEROP.
Voor en door de
Landbouwers
2° De winstgevende afzetgebieden
blijken hier het aanlokkend element, te
zijn, hetwelk onzen veestapel aanhou
dend deed aangroeien en met hem de
onvermijdelijke en steeds toenemende
uitbreiding der weideoppervlakten ver
oorzaakte.
R. AKKERMANS.
Onze achbare Heer Bestuurder over
handigde mij onlangs een uittreksel van
een Landbouwblad, waarin de Hr
VanderVaeren, Kabinetsoverste bij het
Landbouwministerie. bij middel van offi-
cieele statistieken eene treffende verge
lijking daarstelde tusschen de verbouw
de oppervlakte onzer hoofdculturen van
vroeger en nu.
Een nauwere bestudeering dezer zoo
welsprekende cijfers toont ons ten klaar
ste de zoo sterk opvallende wijzigingen,
welke onze hoofdculturen binst de laat
ste vijftig jaren ondergingen. Ook schij
nen ze ons van dusdanig groot belang
voor onze achtbare lezers dat wij het
nuttig hebben geoordeeld aan dit zoo
belangrijk onderwerp een paar artikels
te wijden.
Vandaag willen w'ons dus enkel be
palen met de weergave dier vergelijken
de statistieken, om er nadien voor ons,
landbouwers, de heilzame gevolgtrekkin
gen uit te putten, welke deze, na nadere
beschouwing voor ons zullen opleveren.
1° Verbouwing van tarwe
Deze cultuur besloeg
In 1866 283.000 Hecta.
In 1895 180000
In 1910 161 000
In 1922 121.000
hetzij de 3/7 der verbouwde tarweopper-
vlakte in 1866. Deze aanzienlijke ver
mindering moet ongetwijfeld worden
toegeschreven aan de aanhoudende
mededinging of concurrentie van vreem
den invoer.
2° Verbouwing van Rogge Deze
cultuuroppervlakte bedroeg
In 1866 289.000 Hecta.
In 1910 260.000
In 1922 215000
hetzij eene vermindering van 74 000 Ha,
in verhouding met de verbouwde rogge-
oppervlakte in 1866. Deze vermindering
van verbouwing onderging insgelijks in
ruime mate denzelfden invloed.
3° Verbouwing der Haver Deze
besloeg
In 1866 229.000 Hecta.
In 1910 259.000
In 1922 290 000
hetzij eene actueele vermeerdering van
60 000 Ha. gevolg der protectie welke
deze cultuur beschermt met een inkom-
recht in 1895 van 3 frs de 100 kgr.,
thans gebracht op 6 frs per 100 kgr. en
anderzijds geprikkeld en aangemoedigd
door de steeds toenemende uitbreiding
van onzen paardenkweek.
4° Verbouwing der Suikerbeet
deze omvatte
In 1866 18.000 Hecta.
In 1895 54.000
In 1910 en 1922 60 000
wat eene huidige vermeerdering daar-
stelt van 42 Ha. of een verdriedubbe
ling van verbouwing in verhouding tot
deze van vroeger. De aanlokkende win
sten, welke deze cultuur den landbouwer
opleveren spelen hier gansch natuurlijk
de voorname hoofdrol, benevens den
machtigen speculatietrust onzer suiker
bazen. En zooals we in ons voorgaand
artikel betrekkelijk de Beetensyndica-
ten zegden zou deze verbouwing nog
ruimschoots in oppervlakte toenemen,
vonden onze landbouwers beter inge
richte vervoermiddelen ter hunner be
schikking (Ik bedoel hier de landbouw
streek van Hageland en Haspegouw).
5° Verbouwing der Aardappel
telde
In 1866 171.000 Hecta.
In 1880 199.000
In 1922 179.000
Hier is de wijziging minder groot en
blijft dezelfde verbouwde oppervlakte
ongeveer behouden. Dit meenen we
hoofdzakelzk te mogen afleiden uit het
feit, dat de winsten welke dees product
afwerpt steeds in gestadig verband staan
met het goed- of mislukken der op
brengst en diensvolgens met den wissel-
valligen handelsprijs ervan. Lukt de
aardapploogst goed, zoo is is de handels
zaak eruit voortvloeiend weinig winst
gevend. Lukt hij minder goed, zooals dit
jaar, dan komt een onmeedogend uit
voerverbod de handelszaak dwarsboo-
boomen.
6° Verbouwing van Weilanden:
Deze bedroegen
In 1866 355.000 Hecta.
Ia 1910 500.000
In 1922 520.000
dus bestaan nagenoeg het dubbel der
oppervlakte van vroeger. Als hoofdfac
tor treedt hier wel voornamelijk op het
voorplan de buitengewone uitbreiding
door onzen vee- en paardenkweek geno
men. Hiervan waren de voornaamste
oorzaken
1° Het toenemend gebrek aan hand
arbeiders, 't welk een ruim tal landbou
wers noodzaakte een deel hunner akker
velden te herscheppen in kunstmatige
weilanden, 't welk dus als onmiddellijk
gevolg een aanzienlijke besparing van
handwerk daarstelde.
(Zie vervolg op de 2' kolom).
3 a. 1/2
3 a. 1/2
3 a. 1/2
Perceel I
Perceel II
Perceel III
9k. nitraat
9k. nitraat
9 k. nitraat
24 k. supra
24 k. supra
30 k. sylv.
Om geen misbruik te maken van de
plaats die De Koornbloem, met veel
goedwilligheid, tot onze beschikking
stelt, zullen wij ons beperken tot het
overschrijven van een of twee andere
proeven op phosphaat-houdende vetten
en dan overgaan tot de andere proefne
mingen.
Proef op aardappels bij den heer
Baert Louis, te Meldert,
Gebruikte soort Eigenheimer twee
de jaar.
Een weinige ziekte.
Grond en ondergrond zware leem
grond.
Bemesting 35,000 kgr. stalmest.
Scheikundige bemesting zooals voor de
andere proeven op aardappels.
Uitslagen
Perceel I 33,900 kgr. (getuige).
II38,200 (calc. Bernard)
III 38.600 (supra)
IV38,500 (ijzerslakken)
V 40,600 (superfosfaat),
't Is dus de superfosfaat die hier den
besten uitslag geeft en welken uitslag
Ook is onzen achtbaren vriend en me
dewerker. Louis Baert, een onzer meest
vooruitstrevende boeren en wel bijzon
der onzer hopboeren.
Proef aangelegd op beeten door on
zen achtbaren gebuur M. Petrus Assche-
rickx. Na klavers.
Grond en ondergrond goede leem
grond.
Bemesting 20,000 kgr. stalmest.
Uitslagen
Perc I Superfosfaat 110,000 kg. per Ha.
II Supra 120,000
Ill Cal. Bern. 101.000
IV slakken 110.000
V getuige 95,000
Proef op Vauriac bij M. Van
Boven Henri, Ayghem. Zelfde plan als
vroeger. Uitslagen
Perc. I superfosfaat 81,250 kgs.
II slakken 73 500
III supra 90,000
IV calc. Bern. 91,250
V getuige 81,250
Prachtige werking van de Supra en
Calc. Bernard. Het perceel met slakken
moet aan iets geleden hebben. Hier ook
schijnt kalk te ontbreken.
Proef op aardappels bij den heer Alb.
Carlier, te Meerbeke, na rogge en loof.
Soorten Industrie en Roode Star.
Leemgrond zware.
Bemesting t 30,000 kgr. stalmest en
de scheikundige mesten.
Uitslagen
Perceel I Superfosfaat 31,200 kgr.
II IJzerslakken 38,000
III Supra 30,500
IV Cal Bern. 28,000
V Getuige 16,000
Ongeloofelijke werking der phos-
phoorhoudende vetten.
De aanduidingen door deze proefne
mingen gegeven komen degene staven
die we verleden jaar bekwamen. Dus in
korte woorden gezegd
1) Bijna overal dringt het gebruik zich
op van phosphaathoudende meststoffen.
2) IJzerslakken en Supra schijnen in
onze gewesten nagenoeg dezelfde waar
de te bezitten. Supra schijnt eenigszins
beter te zijn.
3) Calciné Bernard is wat van minder
waarde dan de twee vorige vetten.
4) Superfosfaat is zeer aan te raden
voor aardappels en ook voor rapen.
Deze meststof zal liefst toegepast wor
den op gronden reeds met kalk voorzien
Dergelijke gronden zijn zeldzaam alhier.
II. Proefnemingen ingericht om het
nut der potaschhoudende vetten en der
volledige scheikundige bemesting daar
te stellen. Deze proefnemingen werden
nogmaals zooveel mogelijk ingericht bij
onze lagere landbouwleergangen, door
het toedoen der heeren Leeraars, om
tevens bij te dragen tot de vorming van
leerlingen en meesters.
Overal zijn we nagenoeg op dezelfde
wijze te werk gegaan Het proefveld
werd verdeeld in drij gelijke perceelen
van 3-4 aren. De 3 perceelen werden
met dezelfde vrucht beplant, ze ontvin
gen dezelfde bemesting met stalmest en
beir. Daar benevens werd er toegepast
1) op het eerste perceel Soda nitraat al
leen, op het tweede perceel a) Sodani-
traat b) supra of superfosfaat c) sylviniet
of kaïniet, dus eene volledige bemesting.
Op het derde perceel Sodanitraat en
supra of superfosfaat.
Proef op haver aangewend bij M.
Van Santen Felix, Appelterre, (land-
bouwleeraar M. L. Bruggeman).
HAVER
Vorige cultuur Tarwe. Zandleem-
grond.
Geteelde soort Zege-haver, gezaaid
den 15 Maart.
Zeer schoon haverveld, lichte stalbe-
mesting.
Uitslagen
Perceel I 2650 kg. graan per heet.
II 3320 kgr.
III 2800 kg.
Dus, nitraat alleen geeft per hectare
670 kg. min dan de volledige bemesting,
t geen uitmaakt aan 0,75 fr. de kg.
hetgeen zeker niet overdreven is
502,50 fr. voor eene uitgave van 300 fr.
Er dient bijgevoegd dat een groot ge
deelte der phosphaat en potaschhou
dende vetten, na dezen teelt in den bo
dem beschikbaar blijven.
Proef op beeten, aangewend te Lede,
bij den heer Frans De Smedt, met de
medewerking van M. Cornelis.
Grond en ondergrond klei.
Vorige cultuur tarwe.
Bemesting 15.000 kg. stalmest en
150 hectoliters beir per hectare.
Oppervlakte der perceelen 4 aren.
Perceel I 8 kg. sodanitraat Perceel II
8 kg. nitraat, 32 k. sylviniet en 18 kgr.
superfosfaat Perceel III 8 kg. nitraat en
18 kgr. superfosfaat.
Oogst op 9 November. Bladeren en
koppen werden niet meegewogen.
Uitslagen
Perceel I 84,500 kg. per hectare.
Perceel II 94,200 kg.
Perceel III 87,500 kg.
Dus, tusschen I en II een verschil
van 9.700 kg. per hectare.
't Vervolgt. D. BRICOUT.
BORSBEKE. Zondag 3 Februari,
om 3 uren, geeft de heer Cornelis eene
voordracht bij Charles De Smaele, over
de krachtvoeders bij het melkvee. Daar
na inschrijving voor voeders en vetten.
MOORSEL. Zondag 3 Februari
zal er in de Gemeenteschool, na de
Hoogmis, eene voordracht gegeven
worden door den heer R. Akkermans
over Veredeld Zaaigoed en bemesting.
Woont allen deze leerrijke vergadering
bij.
Om 3 uur namiddag inschrijving voor
landkalk en andere vetten bij Frans Van
Brempt, statie.
De leden worden verzocht zon
der uitstel hunne inschrijvingen te
doen geworden van alle noodige
zaden en zaaigranen voor de lente
zooals Klaverzaad, Beetzaad,
Zaaihaver, Plantgoed van Kru-
gers, Industrie, Roode Star,
ALLE ZADEN zullen op tijd
toekomen en van eerste hoedanig
heid zijn, zooals gewoonte.
Wacht niet uwe benoodigdhe-
den op tijd te doen kennen.
Door eene ongekende oorzaak is onze
verkooper van pulp niet bij machte ge
weest al de wagons pulp, die we van
hem kochten, te leveren.
Wij hebben onmiddellijk de noodige
maatregelen getroffen en dezen heer
voorgesteld eene schadevergoeding te
betalen aan al de leden die aeenen pulp
kregen.
Na een paar onderhandelingen zijn
we er in gelukt, dank ons kranig en on-
middellijk optreden, eene goede scha
devergoeding te bekomen.
Er zal dusvolgens aan iederen aan
vrager van versche pulp eene
Vergoeding van 200 frank
per wagon van 10,000 kilos betaald
worden. (Dit geld kan op onze bureelen
te Aalst. Brabandstraat, 53, ontvangen
worden). Wij bezitten de volledige lijs
ten nog niet van degenen die geenen
pulp kregen. Van zoodra wij deze bezit
ten zal iedereen persoonlijk verwittigd
worden. Er zullen omtrent 40 a 45 wa
gons zijn. Intusschen willen we dit bij
monde van De Koornbloem laten weten.
Wij kunnen ook extra DROGE
PULP koopen voor onze leden, als voe
der voor hun vee. Wij kunnen hen ook
aan voederbeeten helpen, de prijs is
omtrent 10 a 11 fr. de 100 kilo en den
transport, dus op wagon vertrek.
LETTERHAUTEM. - Op Zon-
dag 3 Februari, om 3 uren namiddag,bij
Remi Beurms, oud-gemeentehuis, geeft
M. Alois Suys, een belangrijke voor
dracht over
Veredeling en Bemesting.
Al de leden en landbouwers der ge
meente worden dringend uitgenoodigd
die voordracht te willen bijwonen.
OORDEGEM. Op Zondag 10
Februari, om 10 uren geeft heer A. Suys
een tweede belangrijke voordracht bij
Jos. Casteels, over Veredeling onzer
gewassen, welke voor alle landbouwers
heel nuttig zal zijn.
NIEUWERKERKEN. - Zondag
10 Februari, om 3 uren namiddag bij
Remi Schepens, geeft heer A. Suys zijn
tweede belangrijke voordracht over
Veredeling en bemesting, welke aan
alle leden en landbouwers ten hoogste
wordt aanbevolen.
HAELTERT. Op Zondag 3 Fe
bruari, onmiddellijk na de Hoogmis, bij
Charles Engels, zal M. Cornelis een
voordracht geven over Veredeling en
bemesting. Alle landbouwers worden
dringend uitgenoodigd.
Waar planten 1
Vermits de teelt van den wijngaard in
volle lucht nu toch zoo weinig winstge
vend is en over 't algemeen nog weinig
liefhebbers vindt, ware het, me dunkt,
weinig belangrijk ons nog langer met
dezen kweek bezig te houden bijzonder
dat de wijze van snoeien en de onder-
houdszorgen toch nagenoeg dezelfde
zijn in de serre als in volle lucht. Ik wil
dan ook dit artikel, de vraag beant
woorden, aangekondigd in het vorig
nummer. De vraag of de wijngaards
onder glas binnen of buiten de serre
moeten geplant worden, of wel tusschen
beide, heeft reeds veel ickt doen vloeien
uit de pen van druivenkweekers. Er zijn
voorzeker voordeelen verbonden aan
het planten binnen de serre, zoowel als
er voordeelen verbonden zijn aan het
planten buiten de serre en deze die de
voorstaanders van beide stelsels trachtte
t akkoord te stellen met een midden
stelsel aan te prijzen en derwijze te ge
nieten van de voordeelen van ieder stel
sel, is voorzeker geen dommerik geweest.
Er blijven in den fruitteelt zoowel ais in
den groenten teelt en andere teelten nog
vele brandpunten die tot hiertoe niet af
doende zijn beantwoord, noch bewezen.
In de Tuinbode van verleden jaar
zagen we verscheidene vakmannen van
het beste gehalte in strijd met elkander
om te weten of de fruitboomen onmid
dellijk na de planting of slechts het jaar
nadien moeten gesnoeid worden.
t Is altijd heel belangrijk voor iemand
die leeren wil die artikels te lezen, te be-
studeeren en er het zijne vit te rapen en
wanneer die pennetwisten niet ontaar
den in verwijten en ander onwelvoege-
lijkheden dan vind ik niets aangenamer
dan het lezen van dergelijke artikels.
We hebben dit in De Koornbloem
ook al kunnen vaststellen en ik zal dan
ook den laatste niet zijn om te vragen,
wanneer ik een stelsel aarbprijs, of er
niemand is die dit stelsel zou willen af
breken of kunnen afbreken, want uit
den schok der gedachten straalt het
licht.
Waar planten Binnen, buiten of
tusschen beide Er kunnen zekere toe
standen zijn die uw manier van hande
len kunnen beïnvloeden en ook wel ten
deele verrechtvaardigen. Ik heb mijn
wijngaards buiten de serre geplant omdat
de wortels zich aldaar vrij kunnen ont
wikkelen en de grootst mogelijke uit
breiding kunnen nemen, verders genieten
ze aldaar van de weldoende regens iets
wat voorzeker niet te versmaden is, men
ondervindt dit maar al te wel als men
eens verplicht is de natuur na te bootsen
en t zij met een gieter of anderzins het
op de planten te doen regenen. Wanneer
men buiten den grond goed bereidt,
hem goed bewerkt en hem rijkelijk van
voedingstoffen voorziet, dan vindt de
wijngaard gemakkelijk zijn voedsel en
eischt hij over 't algemeen min onder-
hcudszorgen. Dit laatste vooral heeft bij
mij den doorslag gegeven, ook was het
me niet gemakkelijk de serre op pilasters
te bouwen om zoo van beide voordee
len te kunnen genieten,
Plant men de wijngaards binnen dan
staan ze ook warmer aan hun voeten en
hebben ze aldaar nagenoeg dezelfde
warmte dan de stammen, dit is voorze
ker ook geen klein voordeel en 't moet
niemand verwonderen dat men derge
lijke wijngaards beter en krachtiger
groeien ziet. Maar van een anderen
kant vragen die wijngaards meer zorg,
en onmogelijk die zorgen worden hen
niet altijd regelmatig en met de noodige
juistheid toegediend. Immers boomen
die binnen staan moeten goed op tijd
worden gegoten en gelijk ik reeds in een
vorig artikel heb geschreven is gieten in
schijn een gemakkelijk te verrichten
werk en nochtans wordt het zelden ge
daan zooals het moet, men stelt te lang
uit of giet te dikwijls, men giet te dik
wijls, men giet te weinig of men giet te
veel, men giet ook soms te geweldig.
Het volstaat hier niet de oppervlakte
van den grond te bevochtigen, men moet
gieten en doorgieten tot men zeker is dat
het vocht tot aan de wortels is doorge
drongen men zal ook gieten zoo dik
wijls als de behoefte aan water zich doet
gevoelen en dit zal grootendeels afhan
gen van de natuur van den grond zelf,
van de groeikracht der boomen en van
het tijdstip van het jaar.
fcaasnfl&aafifl<iftflgi3BH5g!$5B5855gK58*,B'^nr*1n'r*,rro0Ci'*g*y-)cte!!
DEK
li li
RNBL
De Viiand trekt te Velde I