REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
BRIEF VAN NONKEL WISIÜS
Onze proefnemingen
De Levensduurte
Landbouwweekblad
in 1922-1923.
DE TEELT T ERWT
DE BOEREDOCHTER
moei steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 24 FEB, 1924.
Prijs 12 centiemen.
fide JAARGANG 2ö9
Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureei en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
BESTE REDACTIE,
Ik kan niet nalaten nogmaals de
pen inde hand te nemen om L!
eenige regelen te schrijven.
Het was om U inlichtingen te
vragen over onzen frank. Zooals
gij ook wel zult gezien hebben in
de gazetten, is onzen markefrank
op een slecht spoor geraakt, bij-
zooverre dat ik mij begin af te vra
gen waar dat eens zal eindigen.
Ge moet mij vergeven zoo ik
nogmaals op dat punt terugkom
(ik had er in mijnen laatsten brief
ook nogal over gepraat) maar zie
dat ligt mij toch zoozeer op den
lever, en ik geloof dat dit bij vele
menschen het geval is.
In mijn laatste schrijven had ik
dan ook mijn gedacht gezegd over
de oorzaken van dezen achteruit
gang en ik moet zeggen, dat ik
sedertdien na vele overdenkingen,
na gesproken te hebben met men
schen uit alle standen en na lezing
van verscheidene dagbladen, tot
de overtuiging ben gekomen dat
ik het niet al te juist op had.
Het grootste deel mijner bewijs
redens zijn waarheid,maar ik denk
vandaag dat er meer en grooter
redens bestaan.
Vooreerst de buitenlandsche
politiek van ons land.
Onze Staatsmannen zijn na den
oorlog eenen weg opgegaan die
ze niet kenden en die ook niet past
voor ons klein land, namelijk den
weg der groote mogendheden.
Vóór den oorlog waren we on
zijdig, we bemoeiden ons niet met
de internationale kwesties en kwa
men aldus niet in het gedrang.
Dat is sinds den wapenstilstand
zeer veranderd.
België doet evenals de groote
mogendheden, neemt deel aan alle
besprekingen, gaf zijne onzijdig
heid op, sloot een militair verbond
met Frankrijk, dat door Engeland
met een slecht oog werd gezien,
trok met de Franschen naar den
Rhur, in een woord het deed als
alle groote landen aan wereldpo
litiek, het was bovendien aange
tast door eene zeer gevaarlijke
ziekte de grootheidswaanzin.
Na een brok grond afgepakt te
hebben van Duitschland, wilden
onze diplomaten door het militair
verbond met Frankrijk groote
plannen bouwen voor de toekomst,
kregen vele fransche dekoraties
en franschen bluf, hingen steeds
aan de fransche slip en handelden
altijd en overal als echte lakeien,
ze sleurden ons in alle soort avon
turen die ons veel geld kosten en
weinig opbrachten.
Maar men vergat dat er een an
der land is die alle belang heeft
dat België onafhankelijk is in alle
opzichten ook ten opzichte van
Frankrijk ik bedoel Engeland.
Engeland bestreed het militair
verbond, keurde de Rhurbezetting
af en zag met leede oogen de
slaafsche onderwerpingen onzer
Regeerders. Daarom heeft dit land
tegenover het onze zijne houding
erg veranderd, zoodat dit zeer na-
deelig werkt op onze financieele
waarde en onze kredieten in den
vreemde erg doen verminderen.
Daar sloeg onze Regeering geen
acht op, dacht dat het genoeg
was met Frankrijk arm in arm te
liggen, en volgden onze zuiderbu
ren na het militair verbond naar
den Rhur.
Engeland wachtte niet zijne af
keuring te laten hooren
Frankrijk geeft ons de beloo
ning die aan alle kruipers toekomt
de belooning van den band
hond - in den vorm van het nieu
we handelsverdrag. Met dit vetr
drag schikken ze al onze waren
peperduur te belasten, zoodat ve
le onzer nijverheden er erg zullen
door lijden.
on-
zal
ge-
zijn
bij
Zoo kregen we twee gevoelige
stampen den eersten van Enge
land omdat we te veel fransche
lucht inademden den tweeden
van Frankrijk zelf die zijn eigen
volk en eigen nijverheid wil be
schermen en zijn zolen vaagt aan
België.
Dit zijn twee groote oorzaken
van de ineenstorting van onzen
frank.
Eene derde oorzaak bestaat in
de handelwijze onzer groote finan
ciers, die speculeeren op de vreem
de koersen, onzer groote nijve-
raars die koopwaren uitvoeren en
hunne kapitalen in den vreemde
laten, onzer groote patriotards die
dollars, guldens en ponden koch
ten en aldus onzen ondergang be
spoedigden.
Het ligt dus grootendeels aan
de leiders of regeerders van Bel
gië, die ons naar den afgrond heb
ben gebracht en er toch eenmaal
zullen moeten toe besluiten van
vaarwater te veranderen, hunne
oogen naar Engeland te richten,
de Rhur te verlaten en door eene
wijze en klaarziende politiek
zen toestand te verbeteren.
De regeering die deze taak
opnemen is-heden nog niet
vormd en zal het eerst maar
wanneer we nog wat dichter
den afgrond zullen zijn, en bijzon
der wanneer het volk de oogen
eens zal openen.
Heden is de massa nog dom en
onwetend gehouden, dank aan het
werk der dagbladen die meestal
gebonden zijn aan de slippen van
den goudgod of onder den invloed
staan van andere personen die de
koraties en geld in pacht hebben.
Dat het volk luide spreke en al de
kluchtspelers die heden over ons
regeeren wandelen zende dan zal
het eens kunnen beteren. Maar
wanneer spreekt en handelt het
volk
Ik wil nog een woordje zeggen
om te eindigen
De geschiedenis is eene gedu
rige herhaling.
Overdenk wat er in den loop
der eeuwen is gebeurd ten opzich
te van ons land met Frankrijk en
Engeland en we zullen overtuigd
wezen dat we onafhankelijk moe
ten staan tegenover die twee lan
den en dat we in elk opzicht de
vriendschap van Engeland niet
kunnen missen.
Daarom moeten we mannen
hebben aan ons bewind die fier
heid, vooruitzicht en wijsheid ge
noeg bezitten om ons landeken te
houden waar het vóór 1914 was
Onhafhankelijk tegenover alle
staten.
Tot hiertoe heeft het ons aan
zulke Heeren ontbroken.
Tot later.
NONKEL WISIUS.
Proeven, zooals die we alhier de uit
slagen doen kennen zijn natuurlijk niet
volkomen afdoende en dit om verschil-
lige reden. Ten eerste omdat de percee-
len te klein zijn en dat een klein verschil,
in de stalbemesting b. v, van perceel tot
perceel, een tamelijk grooten invloed op
de opbrengst kan uitoefenen en derge
lijke verschillen doen zich gemakkelijk
voor, buiten weet en wil van den land -
bouwer, ten 2C omdat er kleine verschil
len kunnen voorkomen in het zaaien,
in het wegen der vruchten enz. enz Wij
spreken natuurlijk niet van aanvallen
door insekten, zwamziekten, van over
stroomingen enz. Doch de gedurige en
stelselmatige hernieuwing tn voortzet
ting van dergelijke proeven, op percee-
len zoo groot mogelijk, met het in aan
merking nemen van alle voorwaarden
die eene ernstige vergelijking toelaten,
moet natuurlijk leiden tot het bekomen
van zeer nuttige aanduidingen. Ook
wenschten wjj ten zeerste, telken jare,
een klein verslag kunnen te laten druk
ken die zou opgeven al de uitslagen
onzer proefnemingen of liever der
proefnemingen door onze vrienden boe
ren met onze medewerking op touw ge
zet.
Proeven op Graangewassen.
(Vervolg).
Andere proef op rogge l ij den heer
Meesens Clement, Welle.
Op goede zaad-leemgrond, na beeten
bemest met 35.000 kg. stalmest, met ale
en 325 kg. zwavelz. ammoniak.
Gezaaid den 8' Nov. 1922.
Bemesting op de rogge alleenlijk ale
Perceelen van 3 aren.
Soorten
graan stroo
Petkus ingevoerd 4000 kg. 7800
Waereghem (Bullendorf) 4200 7800
Stormrogge le nabouw 3850 7500
3' 4100 8100
Staal of pantzer
rogge ingevoerd 4300 8500
Zeer schoon en welgelukt proefveld.
Regelmatige kieming en regelmatige
groei. Alleen de Bullendorf van Waere-
gem was gelegerd.
3° Proef op roggesoorten. bij
den heer Van de Velde Edèse.
Wellle. Wij stellen grooten prijs op de
aanduidingen ons door den heer Van de
Velde verschaft daar hij zich op de
grootste nauwkeurigeid toelegt.
Goede zandleemgrond nagenoeg de
zelfde bemesting als hierboven.
Uitslagen
graan stroo
Stormrogge 3200 kg. 6100
Bullendorff 3000 6300
Eekloo 3400 6800
Zeeuwsche rogge 3100 6600
Prachtige zegepraal van onze inland-
sche rogge van Eekloo.
Proeven op tarwesoorten.
1' Proef aangelegd bij den heer Van
de Velde Ed. Welle. Zelfde grond, zelf
de bemesting, zelfde voorvrucht als hier
boven.
Uitslagen graan stroo
Teverson van Welle 3300 kg. 6000
Pensard van Svalöff
3' nabouw 3300 5800
Pantzertarwe 3200 5800
Wilhelmina (ingevoerd) 3000 5400
Schoone uitlag bekomen door den
Teverson sedert lange jaren te Welle
geteeld en aldaar, de laatste jaren, door
M. Van de Velde veredeld. Deze Te
verson wordt te Welle zeer geprezen
Schoon graan, besten dons, zeer stevig
en tamelijk lang stroo, vroegtijdig rijpen.
Ook te Moorsel teelen eenige puike
boeren Teverson. Pensard van Sv. is
ook eene prachtige, doch late tarwe-
Ǥort.
2e Proef aangelegd bij M. Clément
Meesens. Welle. Na beeten, bemest met
35.000 kg stalmest, ale en 325 kg. zwa
velz. Am. Op de tarwe ale.
Zeer goede zandleemgrond, gezaaid
op lle November.
Goede kieming, goede groei, geene
legering.
Een weinig vitsen doorgaans prach
tig veld.
Uitslagen graan stroo
Teverson van Welle 4150 kg. 8000
Wilhelmina van Meldert 4050 7200
Pensard van Svalöff 3800 8000
Wilhelmina (ingevoerd) 3400 7500
Pantzertarwe 3650 7800
3' Proef aanlegd bij den heer Baert
Ls te Meldert. Zeerwel verzorgde en
goedgelukte proef.
Na beeten bemest met 35.000 kgr.
stalmest, 70 Hectl. beir, 600 kg. Kaïniet,
300 kg. cyanamide en 400 kg. Supra.
Uitslagen
Teverson (ingevoerd)
Ideal
Dubbele stand up
Teverson van Welle
Pensard van Svalöff
Hier bemerken wij
graan stroo
3740 kg. 7200
3500 6120
4050 6310
3950 7280
3600 6500
nogmaals den
door den
prachtigen uitslag gegeven
Teverson van Welle.
Proeven op aardappels. Hier heb
ben wij twee reeksen proeven. le Met
vroege soorten 2' met late of halflate
soorten.
le Proef bij |M. Petrus Asscherickx,
Erembodegem.
Tamelijk zwaar en zeer koud land.
Vochtig ook al. De vochtige en koude
Lente had een zeer ongunstigen invloed
op deze proef, die overigens goed ver
zorgd werd. Drij soorten werden verge
leken
Eerstelingen ingevoerd uit Noord
Brabant (Noord Scharwoudj26.000 kg.
Schoolmeesters ingevoerd uit Noord
Brabant (Noord Scharwoud)23,400 kg.
Eerstelingen, oud plantgoed van de
streek: 16,250 kg.
Geroeid rondom 20° Juli.
2e Proef aangelegd bij den h. Emile
Gyssens, Erembodegem.
Eerstelingen van
Noord-Scharwoude27.625 kg.
Schoolmeesters van
Noord-Scharwoude: 21,750 kg.
Eerstelingen uit de streek 16,000 kg.
Geroeid road half Juni Tamelijk lich
te grond, wel beschut en gemakkelijk
om verwarmen.
3' Proef aangelegd in den zeer rjjk
bemesten tuin van M. Louis Baert, Mel
dert. Zeer zware bemesting met stal
mest en ale. Daarbij overvloedige en
volledige scheikundige bemesting.
Schoolmeesters van
Noord-Scharwoud 42.575 kg.
Eerstelingen van
Noord-Scharwoud 44.200 kg.
Eerstelingen van
den proefnemer 33.800 kg.
gerooid op 22e Juli.
In alle proeven dus bleek de Eerste
ling uit Noord-Scharwoud van aller
beste hoedanigheid te zijn. Vorm en
smaak lieten bij dezen aardappel ook
niet te wenschen.
De schoolmeesters waren ook zeer
prachtig. Deze ronde bevalligen aard
appel is ongelukkiglijk te wit-vleezig.
Men vergete nochtans niet dat de geel-
vleezige aardappels thans in de Arden
nen 40 frs gelden en de witvleezige 50
(uitvoer naar Engeland).
Proef op late en halflate soorten,
bij den H. L. Baert. Meldert.
Zware leemgrond, zware stal en
Scheikundige bemesting
Mechelsche roode
(barons) uit de streek 47 ooo
Concurent ingevoerd 25 2oo
Bravo, Ingevoerd 22.6oo
Industrie uit de Aardennen 36 9oo
Polen 32.1oo
Tnabouw 35.ooo
Roode Star 27.ooo
Buitengewone opbrengst van de ba
rons. Vele dezer aardappels hebben
roode vlekken, binnenwaarts. Wij zet
ten onze proefnemingen voort en zullen
trachten dit gebrek te vermijden. Concu
rent en Bravo geven te kleine knollen.
Zeer goeden uitslag met den Arden-
schen Industrie.
(nadruk verboden) D. BRICOUT
Er was eens een tijd, dat de menschen
het een schanddaad noemden, wanneer
er door koop en verkoop groote win
sten werden gedaan door een der beide
partijen. Was er toen een handelaar
die met het oog op aanstaanden op- of
afslag zijn waar achterhield tot ze en
kele franken hooger stond, ofwel ze aan
een van komende daling niets wetenden
kooper, boven de markt afzette, dan
werden de namen van zulke menschen
met verachting uitgesproken, weken,
maanden, zelfs jaren lang.
Toen was er nog een goed afgeba
kende scheidingslijn tusschen eerlijken
en oneerlijken handel en wandel. Toen
waren, alhoewel koop- en verkoop-con
tracten zeer weinig in gebruik waren,
er veel minder bedrogenen dan nu; dan
was het getal der gewetenlooze koopers
en verkoopers in 't geheel zoo groot niet
dan nu het getal eerlijke. Nochtans, als
men weet hoe er met christelijke maat
schappelijke beginselen tegenwoordig
wordt omgesprongen in kleine en groote
handelskringen, zal men overtuigd zijn,
dat het aantal eerlijke heel klein is.
Als er hier van koop en verkoop
wordt gesproken, bedoelen we voorna
melijk de groote en kleine tusschen-
handelaars die tegenwoordig zoo'n
groote rol spelen in de maatschappij.
Over 't algemeen zijn ze voor den han
del onontbeerlijk en hebben onbetwist
baar recht op eene redelijke vergoeding
winst voor hun bewezen diensten;
vergoeding die naar gelang de levens
noodwendigheden en het risico dat ze te
dragen hebben mag en moet worden
berekend.
We moeten er ook op wijzen dat, als
we spreken van klein- en groot-hande
laars, we daarin niet rekenen de kleine
winkeliers die amper eenige honderden
franks koopwaar in eens nemen, om die
dan met 1/4 tot 1 kgr. uit te bestellen.
Bij die menschen gebeurt zelden iets, dat
met eerlijken handel in botsing komt.
Hunne winst bedraagt meestal lOper
honderd en zelden wordt het dubbel
daarvan bereikt, 't geen zeker dubbel is
verdiend, we mogen die menschen dus
gerust buiten beschouwing laten.
Maar wat dient aan de kaak gesteld,
is de handelwijze van die Joodsche
groothandelaars die koopwaar met dui
zenden tonnen in magazijn en depot
houden om ze nadien met groote scha
mende winsten te kunnen verkoopen.
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat
machtige handelsmaatschappijen maan
den lang waren aankoopen en er groote
stocks van vormen, intusschentijd de
prijzen er van door allerlei speculatie
omhoog jagen, en eens de vraag groot
en de prijzen hoog genoeg hunne maga
zijnen leeg verkoopen. Zulks wijl zoo-
velen uit het volk zich ontberingen
moeten getroosten.
Bitter wordt er geklaagd over de
levensduurte, schier angstig wordt het
index-cijfer verwacht, veel hooren we
den acht-uren-dag bekampen en de le
vensduurte wijten aan de te geringe
voortbrengst. Maar zoo er eens werd
onderzocht, welk verschil van sommen
er loopt tusschen voortbrengst- en ver-
bruik-prijs, daarbij goed rekening ge
houden hoe hoog het deel beloopt dat
noodzakelijk is vereischt, om onkosten
en eerlijk loon van tusschenpersonen te
dekken, hoevelen zouden verstomd zijn
om het groote deel dat in den handel
blijft, hoeveel anders zouden de oorza
ken der levensduurte er uitzien.
Mag het niet als 'n opene dieverij
worden aanzien de daad van die hande
laars die in Duitschland om millioenen
marken waren aankochten en die in ons
land voor haast evenveel millioenen
Iranken aan den man brachten. Zulks
wijl de mark nog 'n paar centiemen
waarde had.
Wie herinnert zich niet die talrijke
berichten aan vitrienen en handelshui
zen Hier worden geene Duitsche
waren verkocht. Maar hoeveel nauw
keurige waarnemers bevonden niet, dat
vele waren die uit dergelijke huizen kwa
men onder de meest Fransche of Engel-
sche merken den echt Duitschen stempel'
droegen.
Die menschen die hun vaderlands
lievende gevoelens aan het raam uitstal
der, konden niet eens de geldzucht hun
ner betrachtingen opofferen. Om die
lage drift voldoening te geven, schaam
den ze zich niet schijnheiliger te doen
dan de beste Farizeërs.
Zeker de twee bijzonderste waarde
elementen van een koopwaar zijn het
nut en de schaarschte. Maar hoe hoog
de waarde door een van beiden ook
worde gedreven, toch dient er altijd een
maatstaf te zijn die de rechten van beide
partijen in 't oog. houdt. Zoo bijvoor
beeld ware het niet gewettigd, dat de
eenige voortbrenger van een onmisbaar
produkt de prijs er van zoo hoog stelde
als zulks hem belieft, enkel omdat zijn
produkt onmisbaar is. Hetzelfde geldt
bij schaarschte. Nochtans worden die
elementen zoo zeer in rekening gebracht
door den afzetter die, naar gelang daar
van, zijn winsten berekend.
Daarom ook is het niet heelemaal on
gegrond 't geen er soms van vele joden
wordt gezegd Hun geweten is zoo
rekbaar als 'n wollen kous.
HARD-LABOUR.
(Vervolg)
In ons vorig artikel waren we begon
nen met het opsommen van eenige ver
scheidenheden van schelp- of sluimerw-
ten, alsmede van lage en half lage dop
erwten of uitpluizers. Er blijven ons dus
nog enkel de variëteiten van half hooge
en hooge doperwten op te sommen.
Wie van u heeft nog niet hooren
spreken van Bloemeken twee, een niet
te misprijzen variëteit en waarvan ge
woonlijk twee bloemekens en bijgevolg
ook twee erwten aan het steeltje han
gen de Leopold II kan met de hier-
bovengemelde voorzeker mededingen is
korter en brengt snel op de krombek
of serpette zoo gemakkelijk te erken
nen aan den vorm, wordt bijzonder veel
gevraagd voor de inmaakfabriek en
geen wonder 't is ook de beste voor den
opleg de téléphone heeft dikke zaden.
Op deze halfhooge erwten volgen dan
de hooge niet fel aan te raden voor lie
den die niet over het noodige materiaal
beschikken, maar waaronder men ver
scheidene zeer verdienstelijke verschei
denheden aantreft onder andere de
Laxton's Prolific, de groene Norman-
dische waarvan we in de tentoonstel
ling waarlijk prachtexemplaren zagen
de Clamart een late variëteit, onder
de beste aangestipt malsch als boter en
suikerachtig, geen wonder dat de oude
wijven er gretig naar zijn en ze nog
moeiljjk van dien naam van oude wijven
erwt zal afgeraken de Victoria voor
zeker niet slecht, doch om Victorie te
kraaien niet goed genoeg ten ware ze
t deed om haar laattijdig rijpen.
Ge ziet, het ontbreekt bij de erwten
niet aan keus, er zijn vele niet te mis
prijzen verscheidenheden, er zijn er vroe
ge en late, lage en hooge, in een woord
genoeg on de moeilijkste onder de moei
lijken te bevredigen.
De erwten nochtans met gerimpeld
vel verdienen bij mij den voorkeur, ze
zijn groot van zaad, malsch en zoet en
wanneer men ze droogt voor winter-
verbruik bewaren ze zich bijzonder lang
en zijn bovendien niet zoo hard dan deze
met rond zaad.
In het vorig artikel heb ik reeds een
woordje gerept over de winsten welke
dezen teelt kan afwerpen bijzonder als
we er ons willen op toeleggen om zoo
vroeg mogelijk, 't is te zeggen, vroeger
dan een ander, erwten te plukken en ook
als we ze later plukken willen, 't te zeg
gen, als er bijna niemand geen meer
heeft om op de markt te brengen. Zeer
vroeg dus en laat om wel geld te ver
dienen.
Om meer praktisch te zijn en iedereen
met den teelt der erwt in te wijden laat
ons zeggen hoe men te werk moet gaan
om zeer vroeg van deze kostelijke groen
te te genieten, om er zoolang mogelijk
van te genieten en in die spanne tijd er
nooit van beroofd te zijn. 't Is deze taak
welke ik me bijzonder heb opgelegd in
dit artikel, 'k Heb het al dikwjjls ge
zegd om goed te tuinieren moet men
over het noodige gereedschap beschik
ken bloempotjes die we nu wel deciem -
potjes mogen heeten droegen ze voor
den oorlog dien van centiempotjes, ver"
een broeikas of serre, teilen of bakken
kunnen in uitersten nood instede ven
bloempotjes aangewend worden, doch
zijn min voordeelig om reden die k ver
der uiteen zal zetten Einde Januari zaait
gc de erwten die ge zeer vroeg hebben
wilt, in die potjes, welke men dan plaatst
in serre of in broeikas met het oog ze in
die potjes te laten ontkiemen en ontwik
kelen tot het buiten gunstig weder ge
noeg is om ze uit te planten. Men ver
kiest hiervoor een zeer vroege variëteit
bijvoorbeeld de vroegste Parijssche.
de Rapide, de Express, de Automobiel
ge ziet tot de namen toe zeggen reeds
veel, het zaad ook kan u soms inlichten
over de vroegte der verscheidenheden,
hoe vroegere variëteit hoe kleiner zaad.
Men zal bijzonderlijk letten op twee za
ken 1° de planten trapsgewijze aan de
buitenlucht te gewennen 2° ze met alle
mogelijke zorgen ter plaatse te zetten en
dit is mogelijk als men in potjes heeft ge
zaaid, omdat met een kleine tiksken op
den bodem van den pot gansch den in
houd er van op den palm uwer hand ligt
en ge dan slechts hoeft om te keeren.
Dit gaat niet zoo gemakkelijk als men
in teilen of bakken of ook nog op koud
broeibed heeft gezaaid, want hier is
moeilijker aarde aan de wortelkens te
houden en t hernemen gaat dan ook
zoo niet lastiger, dan toch trager. In vol
le grond zaait men in Februari tot Juni
te beginnen met de vroegste variëteiten.
Later dan Juni zaaien ware zich aan wit-
ziekte blootstellen. De wijze van zaaien
om t gansche seizoen door erwten te
hebben zal 'k een volgend artikel uiteen
zetten.
L. HAEMS.
Landbouwvoordrachtgever.
(Vervolg)
In innig verband met de liefde tot het
land en het landleven, staat de liefde
tot den lichamelijken arbeid op het land,
De afkeer voor de zoogezegde minder
waardigheid van den lichaamsarbeid, is
thans een algemeen verschijnsel in de
maatschappij, als gevolg van de alge-
meene begeerlijkheid naar kunstmatige
weelde. Ook de moderne boerendochter
is geneigd, om te gaan denken dat de
arbeid op het land beneden hare waar
digheid is, dat zelfs de handarbeid bin
nen het huis haar niet past. Zij is ge
neigd om koningin te spelen in de beste
kamer of salon, waar zij haar met aller
lei verfijnde, echt jufferachtig werkjes
onledig houdt. Zij is geneigd, om binst
de werkdagen, op haar zondaagsch te
pralen en te pronken, bezoekjes te doen
en te ontvangen, naar de stad te gaan
enz. Zoo deed moeder nooit. Waarom
moeder dit aan hare dochters toelaat
Misschien met tegenzin, uit valsche
standsfierheid, omdat de dochters van
den gebuur grootsch en steedsch doen.
Wij kennen immers heel wel den kei-
koppigen Vlaamschen boerennijd. Laten
WÜ vlakaf zeggen, dat dit nieuw soort
van boeredochters, den boerenstand
naar den dieperik helpt en ook de vrou
welijke boerendeugd in het gedrang
brengt. Op tijd en stond mag de boere-
dochter een ontspanning zoeken, na den
lichamelijken arbeid, maar zij weze niet
bang, haar zelf te verkleinen, met den
vloer te schrobben, de koeien te melken,
den boterkern te kuischen, het koorn te
wieden, aardappelen te schellen, vlas te
te slijten, schoven te binden enz. Wie
arbeidt in Gods vrije natuur, in 't zweet
des aanschijns, verricht meer menschp-
lijken arbeid, dan wie in een stad, op
bureel of winkel almaardoor ten dienste
zijn moet van de menschelijke grillen. In
den landarbeid heerscht de menschelijke
vrijheid en onafhankelijkheid. Het feit
echter, dat de landelijke dienstboden en
en werklieden hoe langer hoe meer den
landarbeid vluchten, omdat zij hoogere
dagloonen verdienen in nijverheden en
ook, omdat zij breeder d. w. z. wilder
willen leven, dat feit verplicht den land
bouwer, den arbeid van al zijn zonen en
dochters uit te baten, om zoo, door zijn
eigen huisgezin, zijn hoeve te beredde
ren. Zoo kan de landbouwer zich een
weeldig bestaan verzekeren, anders
moet hij noodzakelijk ten onderen gaan.
De liefde tot het land, de liefde tot den
landelijken arbeid, deze moeten dus de
twee groote opvoedingsidealen zijn van
de landelijke school, ook van de lande
lijke meisjesschool.
Wordt het onderwijs van den lageren
graad, in onze landsscholen wel zoo op
gevat? Is ons lager onderwijs niet te veel
onderwijs, niet te weinig opvoeding
En zelfs als onderwijs is het niet door-
te abstract, te vaag, te algemeen, te veel
omvattend, zonder rekening te houden
met den dagelijkschen levensnood der
leerlingen, zonder zich toe te passen aan
hun toekomstig werkmidden Het is een
natuurlijke en opvoedkundige eisch, dat
de moedertaal de voertaal weze van
onderwijs en op opvoeding, maar men
vergete niet, dat het niet genoeg is ons
onderwijs en opvoeding te vervlaanj-