REDT U 2ELVEN Arbeid adelt De Tentoonstelling Landbouwweek Gekaischte liijnzaadpellen Landbouwweekblad Zaaihaver aangekomen DE TEELT T ERWT VOEDINGoer MELKKOE -IN DE PRAKTIJK - DE BOEREDOCHTER De Minerale bestanddeelen in de dierenvoeding. Index - cij er op 15 Februari 1924. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. BKSSHEfl ZONDAG 2 MAART 1924. Prijs i2 centiemen. 6de JAARGANG Ni 270 Abonnementsprijs 6.00 frank s jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordeiijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Er was wat te zien en te leeren j te Brussel in de hallen van het ]u- belpark. Talrijk waren de bezoe- i kers. De inrichters zullen zich niets te beklagen hebben op dit gebied en de deelnemers zullen j voorzeker op een vruchtbare re- klaamweek mogen roemen. De onverschilligheid tegenover de landbouwwetenschap, die velen aan de landbouwers verwijten, bleek hier weeral onverdiend want wie er geweest zijn, zullen met mij bevonden hebben, dat er eer te veel dan te weinig bezoe kers dooreenwemelden. Aan som mige standen kon men in 't geheel niet door. Dit was voornamelijk het geval voor het nieuwe stelsel ven ontroomers tentoongesteld door Mélotte om slechts een voorbeeld te noemen. Mogen wij ook in t voorbij gaan vermelden dat onze streek bijzonder sterk vertegenwoordigd was en zonder overdrijven mis schien wel t best. Aalst en omlig gende verdient een pluimpje. Het gaat hier niet op binnen het bestek van een dagbladopstel een beschrijving te geven van de honderd in de twintig standen. De merkwaardigste waren die der landbouwmachinen, voor het be- werken van den grond en het on derhouden der gewassen ploe gen, eggen, rollen, hakken voor het zaaien en planten, voor het oogsten van gras, graan, wortel en knolgewassende maaibind- machinen merk Osborne sprongen bezonder in 't oog. Mag ook niet vergeten worden voor velen een nieuwigheid het melken der koeien met electri- sche drijfkracht, waarvan in de tentoonstelling zelf dagelijks een practische proef ten beste wordt gegeven. Het melkerij wezen was er prach tig vertegenwoordigd door de huizen Persoons, Mélotte, Lister en andere. De uitgelezen zaaigra nen en zaden van het Landbouw- station te Gembloers en van een paar Fransche firmas trokken ook en met reden de aandacht der tal rijke bezoekers. Ziedaar in korte, misschien te korte woorden gezegd wat er in deze landbouwtentoonsteiling te zien was. Die er heen gegaan zijn zullen zich hun reis niet beklagen en die belet waren moeten er in alle geval toekomend jaar naartoe. Doch een paar opmerkingen moeten ons van het hart. Van al de berichten, benamingen van ma- chinen enz. enz. zagen wij, zelfs bij de Vlaamsche exposanten, bit ter weinig in het Vlaamsch. Het officieel programma van de ten toonstelling en van de landbouw- week, en eenige reklaamboekjes en strooibriefjes waren in beide nationale talen gesteld. Is dat, bui ten alle gevoel om, geen dwaas gebrek aan welbegrepen handels geest. We durven verhopen, dat er op dit gebied toekomend jaar ook geen reden tot klagen meer zal bestaan en weiden hierover niet verder uit. Een ander feit zal bijzonder al de boeren uit onze streek opgeval len zijn, namelijk dat buiten een wanmolen, een eg, een ploeg, er zoo weinig te zien was in even redigheid wel te verstaan van wat bruikbaar is op onze kleine hoeven en dat de werktuigen, die hier nog wel gebruikt zouden kun nen worden, nog peperduur zijn, als meststrooiers en zaaimachienen bijvoorbeeld. Een enkele mest- strooier is me nog al tamelijk goedkoop gebleken: op een spoor breedte van 3 m. bollend op lichte, maar uiterst sterke wielen, kostte hij maar 1600 fr. Wij staan dus in ons land van kleine kuituren voor dit vraagstuk: ofwel zijn de machienen te groot voor het bedrijf, dat niet uitge strekt genoeg en dus niet winstge vend genoeg is, ofwel zijn de ma- chinen te kostelijk. En toch moet deze dubbele moeilijkheid opge lost worden in het belang van on zen landbouw, want zonder ma chienen geen intensieve kuituur en zonder deze geen uitkomst. 1° De constructiehuizen van landbouwmachienen in ons land bevinden zich toevallig zou men eerst denken doch heel redelij kerwijze in streken van groote of toch middelmatige bedrijven en werken ook bijna uitsluitend voor die bedrijven. Zij moeten inzien, in hun belang en in het belang van den landbouw, dat zij met hun op gedane ondervindingen een nieu wen weg moeten inslaan en begin nen te bouwen goed en goedkoop voor de kleine landbouwbedrijven. 2° Geldelijke moeilijkheden zijn ook dikwijls oorzaak dat zelfs de noodzakelijkste machinen op kleine zoowel als op andere boerderijen moeten gemist worden en dat zou zeker niet mogen zijn. Ten andere een wijze boer bevindt zich in der gelijke gevallen niet meer, hij steekt zijn hand uit naar de red dende hand, die hem toegestoken wordt het niet te duur leenenvan geld, dat hij dan langzamerhand of ineens, naar beliefte, weerkeeren zal.Om de landbouwers uit derge lijke moeilijkheden te helpen wer den in Duitschland, ook later in België de Raiffeisenkassen gesticht, in Frankrijk de Crédit agricole en bij REDT U ZELVEN, de Spaar- en Leenbank. Misschien is er ook nog een ander middel, dat bij ons geen of weinig ingang vindt en nochtans onschatbare diensten bewijst in vreemde landen, 'tis te zeggen het gezamenlijk aankoopen per ge meente of per wijk van sommige te kostelijke tuigen Dat is een voudig samenwerking zooals die reeds bestaat in onze samenwer kende melkerijen. Onmogelijk is dat in 't geheel niet, en voordeelig zou het in alle geval wel wezen. Ik wil er dan ook eerlang op terugkomen. H. KLOPTEROP. LIGOWO, rechtstreeks uit En geland ingevoerd, gewaarborgde soort en kiemkracht. Prijs per baal van 70 kil. 120 fr. Prijs per kilo 1,75 fr. ZEGEHAVER uit Holland in gevoerd van proefvelden, gewaar borgde soort en kiemkracht. Prijs per baal van 80 kil. 125 fr. Prijs per kilo 1,60 fr. Wij hebben voor de leden een paar wagons kwepperkaf of lijn- zaadpellen besteld, gekuischt en gezond voeder voor vee en paar den. Is veel beter als kaf of gesne den stroo, als bijvoeder met pulp, loof of melen. De prijs zal komen op 28 frank de 100 kilos zonder zakken. Per 5000 kilos genomen kost dit merkelijk minder. Wie er begeert, schrijve ons onmiddellijk, want de prijs is he den zeer voordeelig gezien de duurte van andere voeders. De eerste wagons worden Maan dag of Dinsdag verwacht WIEZE. Op Zondag 9 Maart om 4 1/2 ure stipt algemeene vergadering bij Frans De Quick. Dagorde Inschrijving Vetten en za den voor de Lente. Inschrijving voor het vieren van het toekomende St. Eloifeest Bespreking over het planten van sui- kerbeeten. Vóór weinige maanden hadden wij de eer en het genoegen over de minerale voeding der hennen te kouten met Acht. heer Lepoutre, leeraar te Gembloux, die de 1 westie nauwkeurig bestudeerde en ons belangrijke inlichtingen verschafte. Maar al te dikwijls, zegt M. Lepoutre. gebeurt het dat de verstandige land bouwer die zich bekommerd om de doelmatige voeding der dieren die hij uitbaat en waarvan hij de grootste op brengst mogelijk tracht te bekomen, toch verwaarloost na te zien welken in houd het rantsoen aan delfstoffen heeft, zoowel onder oogpunt van hoeveelheid als van kwaliteit Nochtans spelen deze stoffen een zeer voornamen rol in zake dierenvoeding. Het dierlijk lichaam bevat een lange reeks minerale stoffen, waaronder pot assium, sodium en kalkzouten, en o a. chloraten, phosphaten bijzonderlijk kalkphosphaat koolzure en zwavel zure verbindinding, te samen van 3 tot 5 °/o van 't gewicht van het dierlijk li chaam. Daarvan makeo phosphoorzuur en kalk vrij het grootste deel, de 5/10 der minerale zouten vindt men zooals iedereen weet in het geraamte d i in de beenderen. Deze bestaan, voor de 4/5 uit phosphoorzuur en kalk, met een weinig meer kalk dan phosphoorzuur. Deze organische bestanddeelen zijn onderworpen aan gedurige veranderin gen en afwisselingen met den buitenwe reld. Het organism, het lichaam, moet onophoudelijk strijden om zijn gehalte aan minerale zouten te behouden. Zie hier waarom de gedurige omzetting, oe verbranding der eiwitstoffen van het lichaam leidt tot de vorming van zuur stoffen en o. m. van zwavelzuur en van phosphoorzuur. Deze zijn om zoo te zeg gen. gretig naar kalk, potassium, sodium enz. waarmede ze zich hevig verbinden om alzoo het lichaam aan die zoo nuttige stoffen te verarmen. Een lichaam dat die noodlottige werking niet kan te keer gaan, moet zwak en teer blijven, maar een gezond organism verdedigd zich, door het omzetten eener kleine hoeveel* heid eiwitstof in ammoniak die de vrije zuren gedurig neutraliseert en alzoo schadeloos maakt. Niettemin wordt een zekere hoeveelheid minerale zouten ge durige medegesleept. De noodzakelijk heid dringt zich dus op het rantsoen met eene voldoende hoeveelheid minerale zouten te voorzien. Hunne hoeveelheid, hunne kwaliteit hangen natuurlijk af van de dierensoort, van den ouderdom, van 't gewicht van het dier, ook van de pro- dukten dat het ons verschaffen moet. Het ware verkeerd te denken dat overvloedige rantsoenen altijd genoeg delfstoffen bevatten. Zoo gebeurt het dat dieren die overigers wel gevoed worden, aan ziekten lijden die voort spruiten uit gebrek aan minerale zouten zooals rachitisme, pica, beenderbreek- baarheid, osteoporose enz De delfstoffen waarvan het gebrek zich 't meest voordoet zijn Chloor, so dium, kalk en phosphoorzuur. Iedereen heeft bemerkt dat herkau wende dieren meestal gretig zijn naar keukenzout, waarschijnlijk omdat veel groenvoeders gebrek lijden aan sodium. Men bezit nog maar weinig vaste ge gevens nopens de wijze op dewelke de minerale bestanddeelen verteerd en door het lichaam verwerkt worden. Per soonlijke bestatigingen schenen ons aan te duiden dat sommige onder hen maar wel opgenomen worden toen ze ver werkt zijn in organische verbindingen, zoo is t geval voor kalk. Kalk verwerkt in de bestanddeelen der gewassen en voornamelijk der peulvruchten zoo- i klavers, erwten, boonen enz is heel goed verteerbaar. Zulks is 't geval niet met minerale kalk. Wel is waar kan het bijvoegen eener kleine hoeveelheid minerale kalk in het rantsoen voordee- lige gevolgen hebben, doch die spruiten niet rechtstreeks voort uit het verteren dezer stof. Zoo b.v. met viggens die aan beenderzwakheid lijden Soms heeft men beternis bekomen met, in het rant soen der zieke diertjes, een weinig kalk te strooien. Deze kalk neutraliseert de zuren die maar al te dikwijls in het rant soen der zwijnen aanwezig zij". Een maal geneutraliseerd konden deze zuren niet meer bijdragen tot hst \erarmen van het lichaam aan kalk enz. en zoo kwam het naar ons dunkecs dat de gewoone kalk in het rantsoen ge bracht, onrechtstreeks bijbracht, tot het verrijken van het lichaam aan mine rale bestanddeelen. 't vervolgt). D. B. Naar het onderzoek van het Ministe rie van Nijverheid en Arbeid wordt het eenvoudig ind^x - cijfer van de verhoo ging der kleinhandt-lprijzen in België op den 15n Februari 1924 bepaald op 495 tegen 480 op 15 Januari 1924. Voor de vier groote steden met hun agglomeratie bereikt het504 te Ant werpen 517 te Brussel494 te Gent en 502 te Luik. van de Zaaiïng. Bemesting, Onderhoudszorgen. Erwten zaaien is beter dan erwten planten, wel te verstaan, wanneer er spraak is van zaaien in vollen grond. Vele hoveniers, zelfs nog in de onmid dellijke nabijheid van de stad, gebruiken nog altijd een oude gewoonte van plan ten die grootelijks af te keuren valt en, evenals sommige landbouwers, blijven ze voortstrompelen in de schoenen van vader en grootvader zaliger, ik wil na melijk beduiden dat'planten op hulle- kens. Een 25 tot 30 cm. van elkander leggen ze 8 tot 10 erwten bij elkander om daar een struik te vormen. Deze doenwijze is alleen maar goed als men niet anders kan 't is te zeggen, wanneer men de zaaiïng in bloempotjes heeft be werkstelligd om zeer vroeg deze erwten aan den man te kunnen brengen. Ge be grijpt heel goed dat deze struiken hun wortelgestel niet genoegzaam en in alle richtingen ontwikkelen kunnen en de eene de andere in den weg groeit. Gansch anders is het gelegen met de zaaiïng in rijen getrokken op een 30 tot 35 centimeter van elkander volgers de verscheidenheid en waarin men de erw ten dun openzaait op een 5 centimeter van elkander. Men maakt de beddekens slechts van 2 rijen en men laat tusschen ieder erwtenbed een afstand van 60, 70 cm. soms 90 cm tot 1 m alles naar gelang de verscheidenheid die in aanmerking komt hoe hooger de erwten groeien hoe grooter ook den afstand tusschen de beddekens wezen moet en dit om den toegang van licht en lucht niet te belem meren. Sommige hoveniers, meestal behebt met veel eigenliefde en weinig toegan kelijk voor het bewerkstelligen van nieuwe en betere doenwijzen, zaaien drie rijen naast elkander en per bed en zetten daar kapsgewijze hun erwtrijs aan 't is grootelijks af te keuren im mers licht en lucht spelen den grooten rol in de voortbrengst en wanneer men beide, gelijk op welke wijze belet langs alle kanten tot de struiken toe te treden, is er verlies of minder opbrengst. Bij deze kapsgewijs geplaatste erwtrijzen breken de ranken gemakkelijker. De rij zen zullen dus rechtop geplaatst worden en langs buiten niet te dicht aaneenge sloten Het erwtrijs kan voordeelig ver vangen worden door kiekendraad 't is zelfs een stelsel dat ten zeerste is aan te bevelen bijzonder als men op voorhand weet tot op welke hoogte de erwt zal groeien die aan dezen kiekendraad zal opgeleid worden. De kiekendraad hangt los aan staken, een 20 tot 25 cm. bo ven den grond, het over en weer wiege len bevoordeeligt de bestuiving en be- vruchliging, en bij stil weder in den bloeitijd kan men de kunstmatige bestui ving nog toepassen Somtijds ook plant men langsheen de erwtbedden boonsta ken op een drie tot 4 m. van elkander, welke men dan men dan met koordekens verbindt, dit stelsel stelt aan minder verrassing bloot omdat er altijd middel is een of meer koordekens in de hoogte bij te voegen wanneer weelderigen groei of een te stikstofrijke bemesting U soms door 't opschieten ontgoochelen. De ruimten welke men tusschen de erwten bedden laat kan men benuttigen door het zaaien van radijzen, spinazie, kervel, latouwen of dergelijk groensel dat den grond ledig laai alvorens de erwten het beschadigen kunnen. De erwt, evenals de andere vlinder bloemige planten, benuttigt de vrije stikstof der lucht, welke zij door de wer king van een zeker slag bacteriën, welke zich in de knobbelachtige uitwasjes der wortels ontwikkelen, vestigt en zich ten nutte maakt. Hieruit volgt dat men bij de erwt. heel omzichtig met stikstofrijke meststoffen moet te werk gaan, de erw ten gedijen zonder stikstofbemesting, zelfs kan overdaad van stikstof soms schadelijk zijn. Het gebeurt nochtans, wanneer de warmte nog niet groot ge noeg is, om de ontwikkeling der micro ben in de hand te werken dat men, bij zonder bij vroege soorten, de erwten met wat ale of beer, sodanitraat of zwa velzuren ammoniak moet in gang zetten om ze te beletten, bij koud weder, geel te worden en den ouden man te krijgen. Buiten dit gansch uitzonderlijk geval zal men een bemesting toedienen rijk aan kalk, potasch en fosfoorzuur. Een goede bemesting zou dus bestaan uit een wei nig goed geteerd stalmest, te vervangen nochtans door 1/2 Kgr. tot 1 Kgr. soda nitraat of zwavelzuren ammoniak per are Bovendien een 6 tot 7 Kgr. ijzer slakken en een 3 tot 4 Kgr. zwavelzure potasch ook chloorpotasch als deze lang genoeg op voorhand is toegediend. Schouwroet, assche of kalk voor de zaaiïng op het land geworpen en een weinig ondergerijfd is hier ook aan te prijzen. Over de onderhoudszorgen zal ik later nog terugkeeren. Ik wil nochtans dit ar tikel niet sluiten zonder eerst rog de aandacht te trekken op het aanaarden der erwten bewerking welke dient ge daan te worden voor het plaatsen der erwtrijzen. L. HAEMS. Landbouwvoordrachtgever. maar (1« Vervolg) Hier volgt nu gansch natuurlijk de gewichtige vraag Wat is een goede melkkoe Bij deze bepaling hechten we bier minder belang aan de uitwendige voor waarden, waaraan het dier onder oog punt van vorm en lichaamsbouw behoeft te beantwoorden, aangezien dit hoofd stuk. hoe gewichtig het ook zij, meer rechtstreeksch tot de stam- en rasver- edeling behoort. Houden we ons dus voor 't oogenblik aan eene zuivere rechtstreeeksche bepaling, namelijk Een goede melkkoe is niet alleen een koe, die veel en goede melk geeft, ook bij dewelke de melk weinig kost andere woorden eene melkkoe die ter- zelfdertijd veel voedsel opneemt en het verteerbare deel daarvan zoo volledig mogelijk verteert en in melk omzet. Een boer, die melkkoeien houdt, moet er dus eerst en vooral voor zorgen, zul ke dieren te bezitten, die op de profij tigste manier het voedsel dat hij hun geeft, in melk omzetten en hij is volstrekt verplicht, die levende machines uit zijnen stal te verwijderen, welke die omzetting niet profijtig doen. Vele melkkoeien leveren dikwijls te weinig of zelfs geen winst, of stellen den landbouwer soms zelfs in 't verlies. Wat goede melkgeefsters hem doen winnen, doen de slechte hem van den anderen kant dubbelvoudig verliezen. Het is dus volstrekt noodig, dat de boer zijne melk koeien eerst en vooral goed kenne. 't Is met deze, welke de grootste win sten afwerpen, dat hij moet voortkwee- ken, om zijnen veestapel stelselmatig te zuiveren door eene ermtige rasverbe tering. Zooals ik het hierboven reeds aanstipte, omvat dit hoogst belangrijk onderwerp zekere speciale kennissen, we'ke we dan ook liefst in een afzonder lijk hoofdstuk naderhand zullen bespre ken. Ik zal me dan voor 't oogenblik en- kei bepalen met uwe gansch bijzondere aandacht te vestigen op de overgroote winsten, welke eene stelselmatige verbe tering van onzen veestapel aan den Bel gischen landbouw oplevert. Dit alleen weze ons een klaar en af doende bewijs, dat ons moet aansporen, alles in 't werk te stellen om de rasver- edeling elk in zijnen stal, zonder verder vertoeven, teverwezenlijken. Komen we nu terug op hetgene ik U in voorgaande uiteenzetting betrekkelijk de rantsoenen mededeelde. Nu luidt de vraag t Waaruit moet het rantsoen der melkkoe bestaan Ten einde in goede en juiste volgorde te werk te gaan, zullen we de voedende bestanddeelen opsommen, welke een dergelijk rantsoen moet bevatten, en achtereenvolgens nagaan, in hoeverre elk dezer voedende bestanddeelen in vloed uitoefent op de melkvoortbrengst. Elk volledig rantsoen moet benevens de natte stof de volgende voedende ele menten (voedervormen) bevatten 1' Koolhydraten 2° Vetstoffen 3° Eiwitstoffen 4° Minerale stoffen. a) Koolhydraten 1 kg. melk bevat gemiddeld 45 grammen melksuiker of lactore. Deze suiker komt voort van de koolhydraten van het rantsoen. Tot de koolhydraten behoorende sui kers druivensuiker (glucose), vruchten suiker, beetensuiker, melksuiker, mout- suiker enz. de zetmeelstoffen zetmeel of ameldonk der granen, aardappelbloem enz de zetmeelgom of dixtrine en de cel- stof. Nu dat ook de boter grootendeels door de koolhydraten gevormd wordt, zal nog klaarder uitschijnen door het volgende voorbeeld Eene melkkoe, welke 20 liters melk geeft, moet in haar rantsoen nagenoeg 4oo grammen verteerbaar vet vinden. Daar zij voor haar onderhoud alleen reeds ongeveer 50 grammen vet ver bruikt, blijft er haar nog 400gr. 50gr 350 gr. over, Om nu de 20 X 35 gr. 700 gr. boter voort te brengen, welke in de 20 kgr melk bevat zijn, komt zij nog 350 gr. te kort, welke noodzakelijkerwijze door koolhydraten van het rantsoen moeten geleverd worden. b) Vetstoffen Het botervet der melk komt ten minste gedeeltelijk voort van de vetstoffen, het overige van de kool hydraten. De praktijk leert ons dat de spijzen eecen grooten invloed uitoefenen op de samenstelling en de hoedanigheid van het botervet. (Zomerboter of Win- terboter, weeke en harde boter, enz c). EiwitstoffenIn opzichte van melkvoortbrengst heeft het eiwit eene uitzonderlijke waarde, omdat de melk rijk is aan eiwitstoffen in verhouding met het vet en de koolhydraten welke zij be vat en omdat geene enkele andere voe dingsstof deze eiwitstoffen leveren kan. Bij de berekening der voedervormen voor melkkoeien wordt aangenomen, dat men50 gr. verteerbaar eiwit moet bij geven om 1 liter melk méér te bekomen. d) Minerale stoffen 1° keukenzout moet dagelijks voor melkgevende dieten welke chloor (zout) met de melk uit voeren in een dosis van 15 30 gr. per dag aan de rantsoenen toegevoegd. Het bevoordeeligt bovendien de spijs vertering en prikkelt den eetlust. 2° Kalk- en fosfoorzuurdeze delf stoffen bevinden zich in alle dierlijke weefsels, doch vooral in de beenderen vindt het dier nu niet genoeg kalk of fosfoorzuur in zijn voedsel, dan worden zijn beenderen bros en sponsachtig (beenderbrosheid). Jonge dieren, welke te weinig kalk en fosfoorzuur in hun rantsoen bekomen, lijden aan beenderweekheid. Drachtige volwassen melkkoeien lij den gemakkelijk aan beenderbrosheid, omdat zij veel kalk en fosfoorzuur aan de vrucht moeten afstaan welke ze dra gen en er ook in de melk afscheiden. De beenderziekten komen meestal voor in de streke waar de grond arm is aan kalk en fosfoorzuur, door dien de voederge wassen, bijzonder het gras, hier eveneens arm zijn aan die elementen. Uit dit alles zien we dan ook reeds on- middellijk dat eene go^de d. i doelmati ge en vollege bemesting van onzen grond eenen onmiddelijken en recht- streekschen invloed uitoefent op de gezondheid en de kloekheid on zer melkkoeien, zoowel onder oog punt van kloeken lichaamsbouw als van melkproductie. R. AKKERMANS. (Vervolg) Als men bedenkt dat onze Vlaamsche boeredcchters doorgaans verstandig zijn, en dat dit verstand onopgevoed en on- onderwezen blijft, of erger nog door verkeerd onderwijs wordt gekrookt, dan zou men wel schreien gaan, om de ver oncoozeling van zooveel sckoone en rij ke Vlaamsche volkskracht. Het is dan ook niet te verwonderen, dat zulke boe redochters. na bun kostschooljaren, maar eén doel hebben het landbouw bedrijf te ontvluchten door een huwelijk met een stedeling. Haar beetje Fransch waarmede ook hare eenvoudige ouders pronken en het laagje vernis dat op haar is gestreken is een vrijbrief om ingeburgerd te worden in het stads leven. Meer wordt daartoe niet ver- eischt. Indien de boeredochter eenig Fransch onderricht genoot, gebruike zij het. waar het soms moet, maar misbrui- ke zij het nooit door lage poekerij. Om boerin te zijn, behoeft men een schran dere kop, een vaardige hand, een waak zaam oog en een open hart. Onze ver- nieuwcrwetsche boeredochter, wil met geen boerenzoon huwen, of huwt zij er een, het zal niet zijn om een hoeve te be trekken, maar wel om een of ander han del te drijven in de stad. Nochtans de verheffing van den boerenstand zal best worden bewerkt door het huwelijk van ontwikkelde boerenzoons met ontwik kelde boeredochters. Zulk een huwelijk sticht een edel huisgezin. Zulk eea huis gezin oefent grooten en voordeeligen invloed uit op het landelijk leven. Zelfs wanneer de boeredochter, de traditie trouw blijft van haren stand, en werkelijk is de koninklijke dochter van het huisgezin, en de streusche, levens lustige deerne van den landelijken ar beid, dan moet zij nog bezorgd zijn om haar bruidschap van Christus ongedeerd te bewaren. Zij vergete nooit, dat zij jong is en vrouw, dit wil zeggen op haar zelf en alleen zwak Zij hoede zich voor gemeenheid en gemeenzaamheid met de mannelijke dienstboden die regelmatig of toevallig op de hoeve arbeiden, of met de dienstboden der geburen, want te lande is het de gewoonte, dat de ge- buren veel onder elkander makkeren. 't Is zoo natuurlijk menschelijk en de landbouwers hebben niets zoo veel van noodeals wederzijdsch dienstbetoon. Welnu, gemeenzaamheid is gevaarlijk voor de zedelijkheid, en een lichtzinnige of weldra onregelde liefde sluipt zoo zoet binnen, in een naïf ontvankelijk meisjeshart. De boeredochter moet niet schuw, noch stuursch wezen tegenover het dienstpersooneel, maar wil zij wezeo- i lijk gezag hebben, lijk het haar past, zij weze bescheiden en afzijdig. Zij weze onverbiddelijk tegenover elke gemeen heid, of opdringerigheid van gemeen zaamheid. Het is immers best dat zij bin nen haren stand huwe, ofschoon hetkan gebeuren, dat de keus van een jongen van minderen stand er een goede is, als er maar deugd aanwezig is. Het ware onredelijk voor de ouders, de gebeurlijk heid van zulk een huwelijk, als uit den booze te beschouwen, want menige lan delijke werkjongen is een prachtkarakter, en werkt zich op tot een schranderen en arbeidzamen boer. Het is al even onre delijk dat de ouders geen rekening hou den met den wil en het hart van een dochter, in de keus van een jongen uit denzelfden stand en om zeggens een boerenzoon opdringen tengevolge van een overeenkomst tusschen boerenge zinnen. Het gebeurt niet zelden, dat een in JV.'.V.V'

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1