REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
VAN DIEVOET KOMT
Leun op m'n hart...
Onze Eierenvoortbrengst.
Teelt van den Aardappel
Landbouwweekblad
EEN RIEM ONDER
7 HART!
Leening der Verwoeste Gewesten.
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
i
LANDBOUWERS,
ZONDAG 20 APRIL 1924.
Prijs (2 centiemen
6de JAARGANG N\ 277
Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaara.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAL'DRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een bijvoegsel.
We vernemen door een dagblad
dat we in 't kort de eer hebben
den heer Volksvertegenwoordiger
Van Dievoet in Aalst te krijgen.
Die Heer is voor ons geen
vreemdeling, we spraken honderd
maal van hem, want het is hij die
hef nieuwe wetsvoorstel aangaan
de de pachtwet neerlegde. Hij
deed ons ook wel eens de eer aan
een schrijven tot opname te zen
den voor ons blad, als weerleg
ging van een artikel over de hem
opgestelde veranderingen aan de
pachtwet in De Koornbloem ver
schenen.
Daar de Vergadering waarop
de heer Van Dievoet spreekt niet
gehouden wordt voor leden van
Redt U Zeiven, zullen wij Hem
niet te hooren krijgen. Het is wel
spijtig, want we hebben hem veel
te vragen. Ik zeg veel, maar ik zei
beter gewichtigs
En daar wij, Redt U Zei vers,
er niet bij gevraagd worden, zul
len we in ons blad zeggen wat ons
zoo op den lever ligt. Wellicht
zal ook nog wel een of anderen
landbouwer van den over
kant, maar die evenwel ons blad
leest, dit in onze plaats doen op
deze vergadering.
We geven vooreerst een voor
lichtend woord
Het was den 19 Januari 1921,
dat de heeren Van Dievoet, Sap,
Vergels, Helleputte, de Liedeker-
ke, de Kerchove d'Exaerde, het
wetsontwerp in het Parlement neer
legden.
Sinds lang had men er over ge
sproken in de Kamer en in ver
schillende landbouwbladen. Ein
delijk was de eerste stap gedaan,
het opmaken en neerleggen der
wet, waarop onmiddellijk of in
korten tijd de besprekingen en de
stemming gingen aanvangen. Het
bleek echter spoedig dat men er
niet heel haastig mee was.
Den 21 Augusti verscheen in
De Koornbloem een artikel
dat gewag maakte van het arm
wetje en voorspelde dat het zou
begraven worden met een dienst
van eerste klas.
Op dees artikel schreef de Heer
Van Dievoet ons een "Recht van
Antwoord dat in ons nummer
van 25 September 1921 verscheen
en waarin Hij bevestigde welke
moeite hij deed om het wetsont
werp te doen voorkomen.
In ons antwoord van zelfden
datum wezen we erop dat er sinds
dien 100 wetsontwerpen werden
afgehandeld en gestemd, en dat die
ééne zóó noodzakelijke landbouw-
wet nog niet te berde kwam.
Toen hadden we de kiezingen
van November 1921. Er werd
veel reklaam en la wijt gemaakt
over de "Pachtwet Van Dievoet,,
op honderde meetingen en in alle
bladen van gesproken.
Ook waren op dit oogenblik
alle politieke partijen, uit vrees
voor de kiezers, t akkoord om te
zeggen dat "eene goede pachtwet,,
allernoodzakelijkst was.
Iedere landbouwer was toen in
1921 in de meening dat de zoolang
beloofde pachtwet er met klank
ging doorkomen. En waarom zou
ze er niet doorgekomen zijn? Had
den we niet den katholieken land-
bouwgroep Voeg daarbij de so
cialisten die bijna allen die wet
zouden gestemd hebben. Met de
frontpartij en nog eenige liberalen
en er was eene groote meerder
heid verzekerd.
Gelijk alles voorbij gaat, zoo
behoort ook de kiezing van
1921 tot het verleden.
Sindsdien kregen we zeer wei
nig te hooren over de pachtwet
en het scheen aan de politiekers en
ook aan den Vader der wet, de
heer Van Dievoet,niet meer nood
zakelijk eraan te denken om ze
terug voor de Kamer te doen
brengen.
Zoo kregen we 1922, 1923 en...
1924
Vanaf 19 Januari is het drij jaar
geleden dat het Wetsontwerp
werd neergelegd.
Ik wil hier terloops wijzen op
ons artikel van 21 Aug. 1921 waar
we zegden dat het na de kiezing
zou begraven worden Hoe werd
die voorspelling bewaarheid
Doch eens zullen de dooden
verrijzen
Het schijnt ook waar met de
Pachtwet, want Van Dievoet
zelf komt in Aalst over deze zaak
spreken.
Waarom na zoo langen tijd op
die kwestie terugkomen Dat is
een raadsel dat we evenwel zou
den kunnen oplossen, als we wis
ten wanneer het kiezing werd.
Ik weet het niet maar als ik zoo
langs hier en daar de politieke ga
zetten in handen neem dan schijnt
het mij alsof die beruchte tijd niet
lang meer verwijderd is.
Laat ons tot de princiepskwestie
komen en aan den heer Van Die
voet eene vraag stellen Is er vol
gens uw oordeel eene nieuwe
pachtwet noodig, ja of neen
Zoo er eene noodig is waarom
kwam ze niet van af 1921 of
waarom werd ze in den loop der
jaren niet in de Kamer voorge
bracht, opdat we konnen zien en
oordeelen wie er onze vrienden
en onze vijanden zijn.
Gij kunt toch niet zeggen dat er
gedurende die drie jaar geen tijd
geweest is om dit voorstel te be
spreken, of er geene kans bestond
om het op de dagorde te brengen,
wanneer ge reeds in Juni, Juli 1921
erop hebt aangedrongen om
het voor de afdeeling der Kamer
en niet voor de commissie van
landbouw te brengen, omdat ik
overtuigd was dat het aldus snel
ler zou gaan (Terechtwijzing
Van Dievoet in "De Koornbloem,,
van 25 Sept. 1921).
Mogen we weten 1° Waarom
het niet in de Kamer besproken
werd 2° Wie er de schuld is dat
het bleef liggen in de kartons 3°
Hoe dikwijls het nog moet kiezing
worden alvorens te worden be
sproken en gestemd
Zoo de nieuwe wet er niet noo
dig is, waarom er een wetsont
werp voor neerleggen, waarom er
gedurig over schrijven en wrijven,
spreken en congresseeren Laat
dan liever de zaak aan haar lot
over, opdat de landbouwers de
waarheid kennen over de handel
wijze en de gedachten harer Ver
tegenwoordigers en weten wat er
hun te doen staat.
Schoon het overbodig is, willen
we hier nogmaals neerschrijven
waarom alle landbouwers-pachters
naar eene goede pachtwet ver
zuchten
1° Om hunne volle vrijheid te
hebben en niet meer de slaaf te
zijn van den eenen of anderen
landheer.
2° Om zekerheid te hebben dat
zij hun brood niet op 't onver
wachts worden ontnomen.
3° Opdat er in de wetgeving
eene betere lijn zou bestaan die de
rechten en de plichten van ver
huurder en huurder afbakent en die
bijzonderlijk de zwakke tegen de
sterke beschermt.
Sedert eene halve eeuw is
die wet er noodig om een einde
te stellen aan alle soort wantoe
standen, aan dwang en broodroof.
Gedurende eene halve eeuw
zuchten de pachters en zien met
vrees Kerstdag aankomen, als een
dag die hen iets vreeselijks kan
aanbrengen. In 1921 werd er eerst
een ontwerp neergelegd, dat bij
de landbouwers met eene bijzon
dere voldoening werd begroet.
In 1924 heeft men er nog niet
aangedacht deze zóó noodige wet
ter bespreking te brengen. Is het
lafheid, of is het lauwheid van
wege de neerleggers, of werd ze
enkel gemaakt om er een ellendige
kieskomedie mee te spelen
Intusschen gaat de tijd zijn ras
sen gang. Dagelijks komen er hier
en daar droeve gevallen aan 't
licht van broodroof, of dwinge
landij, boeren tegenover elkander
of eigenaars tegen huurders. Hon
derde wetten worden er in de Ka
mer gemaakt, besproken en bezee-
verd zoowel van lijken verbranding
als van andere hoogdringende
prullen, maar van eene Pachtwet...
geen spoor
Wij zijn waarlijk benieuwd te
weten, wat nieutvs de heer
Van Die voet ons zal komen aan
brengen, over zijn luetsvoorstel,
maar we kunnen hem gerust toe
roepen
Komt gij na drij jaren nog
steeds met beloften, die kunnen
we best missen! Woorden helpen
tot niets, wij wachten sinds ja-
ren, maar bijzonder sedert de
neerlegging van uw voorstel,
dus sedert veertig maanden naar
de daad
O. CAUDRON.
Leun op m'n schouder m'n kind
En glijd toch niet uit.
De banen zijn hobb'lig
En woest 't windgefluit.
De weg is met distels
En doornen beplant,
Die zouden verscheuren
Uw hart en uw hand.
Treed midden dees' wegel
Zoo moeilijk en stijl,
En leun op m'n schouder.
Ginds wacht ons het heil.
Leun op m'n harte m'n kind,
Het klopt hier zoo warm,
En rust zachtjes en stille
Gesust in m'n arm,
Vergeet-hier uw wee en uw
Smarten en kommer,
Kom vlug dat ik heel uwe
Angsten en slommer.
Leun op m'n schouder kind.
Beschouw mij diep teer.
Leun op m'n hart m'n kind.
Ik min U zoo zeer
Paula,
Zeker zijn een degelijke Pachtwet en
een breed opgevatte Landbouwverte-
genwoordiging onder den geëikten
naam van Landbouwkamers twee van
de belangrijkste punten van ons huidig
landbouwprogramma. Het is er mij van
daag niet om doen deze twee vraagstuk
ken te behandelen, het werd hier vroe
ger in 't lang en in 't breed gedaan. Er
zal ons, meen ik, kortelings gelegenheid
geboden worden ons standpunt desaan-
gaande nogmaals toe te lichten. Een an
dere gedachte heb ik tot doel uiteen te
zetten.
Sedert den oorlog groeit het standbe-
wustzijn bij de boeren meer en meer,
van dag tot dag de doelmatige inrich
ting van den boerenstand zal verwezen
lijkt worden binnen afzienbaren tijd.
Volgens een verklaring door den heer
Housiaux onlangs in de Kamer afge
legd, beschikken de Waalsche Land-
bouwvereenigingen over een vast leger
van 200,000 man, die vastberaden zijn
en gedreven worden enkel en alleen
door den koppigen, eigen wil van hun
boerenbelangen te verdedigen, zonder
drang of vreemden invloed van welke
heeren ook. Dal is op zich zelf reeds een
aanzienlijke macht, waarnaar de Regeer
ders met eerbied en ontzag zullen op
zien.
In het Vlaamsche land zijn de boeren
minstens even sterk, ze zijn zelfs
veel talrijker in getal. Ons ontbreekt er
maar de organisatie, de inrichting zon
der dewelke geen leger, geen macht,
geen doelmatigheid! Studeeren, tentoon-
stellen, wetenschappelijke voordrachten
geven, samenwerkende maatschappijen
voor samenverkoop of aankoop, om
werking of produktie enz. zijn dingen
die op zich zelf zeer goed, prijzenswaar
dig zijn, ik zal zelf zeggen onmisbaar,
maai ze zijn en zullen altijd onvoldoende
zijn en voor 't algemeen boerenbelang
van weinig of geen nut zonder een alge-
meene, eendrachtige werking of actie
van alle boerenkrachten vereenigd in
één bond. in één SYNDICAAT. Als we
in een woordenboek naar de beteekenis
van dat woord zoeken, dan lezen we
daar, dat een syndicaat is een vereeni-
ging van menschen die hetzelfde ambt,
denzelfden stiel uitoefenen, met het doel
hun persoonlijke en algemeene belangen
te verdedigen, te behartigen. Zoo heeft
men syndicaten van bankiers, van ad
vocaten, van doktoors, van leeraars, van
bedienden, van werkliedenen lest 't best,
van boeren. En juist dit laatste missen
wij in het Vlaamsche land tot onze
groote schade
Hoe heeft dit alles verband met
Pachtwet en Landbouwkamers, zult ge
vragen
Wij komen er onmiddellijk.
Het syndicalisme of beter het getal
aanhangers van het syndicalisme heeft
zich bijzonder na den oorlog sterk ont
wikkeld, maar nog niet sterk genoeg,
voornamelijk niet onder de Vlaamsche
boeren, en dit, ik herhaal het, tot onze
eigen schade
Als er aan uw deur niet wordt ge
klopt, dan zult ge niet gaan open doen
om binnen te laten. Dat juist doen onze
wetgevers ook. Z en hooren niet klop
pen aan hun deur en ze rooken voort,
op hun gemak, hun lekkere sigaar. Daar
bij onze wetgevers zijn hardhoorig ge
worden, dat komt van 't danig kloppen
door anderen, dan door boeren, en aan
hun deur of poort moet er machtig wor
den gebonkt en altijd aan tot men ver
kregen heeft. Wij, boeren, kloppen niet
genoeg, wij maken niet genoeg lawaai,
en het effekt van de individueele, d. i.
van de afzonderlijke stemmen die om
recht smeeken is te zwak, het gaat ver
loren. Hoe wilt ge dan dat de wetge
vers, de volksvertegenwoordigers, de
senatoren, ze wezen dan nog met de
beste gedachten bezield, het verdedigen
onzer belangen met geestdrift en bijge
volg met doelmatigheid ter harte ne
men
Dat zal nooit gebeuren, nooit, zonder
syndicale macht.
De Vlaamsche boer, van aard kalm
en bezadigd, is ook wel wat te zwart
gallig en een beetje te veel lamme-goed-
zak. Hij gelooft niet in de macht van de
boeren en die macht ligt nochtans voor
't grijpen, hij heeft ze maar te pakken.
Want, nu komen wij tot Pachtwet en
Landbouwkamers, er bestaat geen en
kele reden tot pessimisme of zwartgal
ligheid.
Zooals onze lezers het zullen kunnen
nagaan in de Bloemlezing die we geven
uit de bespreking van het Landbouw-
budjet in den Senaat heeft de Minister
zelf bekend dat eene regeling van de
landpachten, dat er verschillige ontwer
pen hierover werden ingediend, dat een
zelfde goed stelsel te vinden voor geheel
het land zeer moeilijk is. dat hier met de
gewoonten en gebruiken moet worden
afgerekend en zoo meer en over de
landbouwkamers dat hij akkoord ging
met het inrichten van een degelijke land-
bouwvertegenwoordiging, die over de
belangen van landbouw en landbouwers
door hem en door zijn ministerie zou ge
raadpleegd worden.
De zaken staan dus goed en dat geeft
ons hoop, gezien de naderende kiezings-
tijd bestaat er groote kans en dat moet
weeen en voor de moedigen evenals
voor de flauwhartigen een riem onder
't hart
Het zal dus van ons afhangen of wij
een goede pachtwet en degelijke land-
bouwvertegenwoordiging zullen beko
men. Het wordt tijd dat wij onze stem
laten hooren tot in Brussel. Wij moeten
den Minister laten weten dat wij er
waarlijk opstaan deze twee vraagstukken
te zien oplossen en hoe wij ze best opge
lost wenschen.
De landbouw is onze bijzonderste nij
verheid, de minister en al deze geleerde
ekonomisten bekennen zulks volmondig,
dan is de boer onze voornaamste voort
brenger en heeft hij als dusdanig recht
van meespreken in alle landbouwvraag
stukken, die hem in 't bijzonder en het
land in 't algemeen aanbelangendat zal
gebeuren door Landbouwkamers. De
boer moet dus waarborgen bekomen om
in zijn productie niet tegengewerkt of
gestoord te worden, dat zal maar verkre
gen worden door een goede pachtwet.
Maar per slot van rekening zullen wij
geen landbouwvertegenwoordiging
geen pachtwet bekomen ten minste
zooals ze behooren te wezen, zonder
den steun van het eendrachtig getal,
in een woord zonder
Boerensyndicaat, en de tijden zijn er
rijp voor 1
H. KLOPTEROP.
LEEST en VERSPREIDT UW BLAD
Voor den oorlog voerde ons land
meer eieren in dan het uitvoerde. Na
den oorlog heeft de hoenderkweek en
vandaar de eierenvoortbrengst, aanzien
lijke vorderingen gemaakt zoodat wc
thans veel meer eieren uitvoeren dan er
worden iogevoerd
Wij laten hier de cijfers vo'gen van
den uit- en invoer der maand Februari
1924:
In die maand werden er ingevoerd
475 879 eieren voor eene som van
232,372 frs. Er werden uitgevoerd
16.092.156 eieren, dus werden er gedu
rende die maand 15.616.277 eieren meer
uit- dan ingevoerd.
Voor den oorlog was er op dit ge
bied een belangrijk deficiet.
Toen was de invoer 224.850.660
eieren vooreen waarde van 16.937.151
frank. De uitvoer bereikte daarentegen
slechts 128.778 588stuks voor 10.946.180
frs. We voerden dus voor den oorlog 96
millioen eieren in die ons 6 millioen frs.
kosten.
Dus is de hoenderkweek een niet te
versmaden hulpbron geworden, voor
het economisch leven van het land.
Daarenboven staat het buiten kijf, dat
die kweek nog aanmerkelijke uitbreiding
zal nemen, minstens als er van wege het
landsbestuur geene maatregelen wor
den getroffen, die de hcenderkweekers
te veel schaden. Voor enkele weken on
der andere, was er veel beroering waar
te nemen bij de kweekers zoo kleine als
groote. Toen werden de prijzen der
eieren, zoodanig omlaag gedrukt, dat
velen er reeds ernstig begonnen aan te
denken het getal hunner pluimdieren
sterk te verminderen, de eieren echter
werden met verlies voor den kweeker
voortgebracht Gelukkig is de prijs van 't
kiekenvoeder, dat hoofdzakelijk uit maïs
bestaat, nog al aanzienlijk verminderd
wijl de eieren entwat zijn gestegen, daar
door worden de vooruitzichten voor
de kiekenhouders wederom gunstiger en
zal de uitbreiding weer gestadig voort
gaan.
De door ons land uitgevoerde eieren
gaan naar Engeland, naar Holland en
naar Duitschland. Naar Duitschland al
leen werden in de maand Februari
1.559.869 eieren gezonden voor eene
waarde van 946,536 fr.
Wat aangaat het doelmatig uitbaten
van de hoenderteelt, is er zeker nog veel
te doen schoon er voor de laatste jaren
eene merkwaardige verbetering valt aan
te stippen.
Zoo is er nog veel te doen wat aan
gaat de soorten, de huisvesting en voe
ding.
Onder de pluimdieren van vele hoe
ven vinden we de meest eigenaardige
typen ondereen gemengd. Op vele
plaatsen kan men moeilijk waarnemen,
met welke soort men eigenlijk te doen
heeft. Zulks wil nu niet zeggen dat er
uit dergelijke geen goede resultaten te
bekomen zijn. Met plaatselijke soorten
uit langdurige kruisingen voortkomend,
kunnen de beste soorten gekweekt wor
den, die ten volle aan het klimaat en
bodem-hoedanigheid gewend zijn.
Welk ras men ook veikieze, het is
all ijd noodzakelijk, in't bijzonder voor
de voorttelers, een strenge uitlezing uit
te oefenen en de minderwaardige dieren
te verwijderen.
Aan het hok ook kan nog veel verbe-
terjgp worden aangebracht, vooral in
zakè verluchting en reinheid. Men neme
wel in acht, dat die beide een gewich
tige rol spelen in den gezondheidstoe
stand der dieren en dat de laatste toch
noodzakelijk is om een goede opbrengst
te bekomen.
De voeding ook is op vele plaatsen
niet wat ze zou moeien zijn Velen ge
ven aan hunne dieren geheel't jaar door
hetzelfde voedsel, 't zij het Zomer of
Winter is, of de dieren leggen of ruiven.
Het is nochtans klaar dat voor die ver
schillige tijdstippen en stadiums, de die
ren steeds niet hetzelfde behoeven.
Maar daarover werd reeds verschil
lige malen in De Koornbloem geschre
ven, zoodat we het overbodig vinden
daarover nu weer grondig uit te weiden.
H. L
Leening met loten van 1 milliard fr,
4 t. h. van 1921.
Officieele lijst der 27' loling (vierde jaar)
van 15 April 1924.
Definitieve obligatiën af te lossen
1 reeks, 't zij 20 titels, uit te betalen
van 10 Jan. 1925 af.
De definitieve obligatie reeks 68498
nr 1 zal uitbetaalbaar zijn tegen één mil
lioen bij de Staatskas (Nationale Bank
van België) te Brussel.
Voor de terugbetaling zal zij moeten
vertoond worden aan het Ministerie
van Financiën, 18, Wetstraat, te Brus
sel, om er met eene bijzondere toelating
tot betaling te worden bekleed.
De 19 andere obligatiën toebehoorde
aan de reeks 68498 zullen uitbetaalbaar
zijn tegen 250 frank inde agentschappen
der Nationale Bank van België.
Verzorging van het
Aardappelplantsoen
k Was onlangs nog bij een landbou
wer die druk bezig was met aardappel
plantgoed uit den hoop te rapen.
k Deed hem begrijpen dat zulksgansch
verkeerd was. hij gaf me geen ongelijk,
maar deed toch voort. Ik vroeg me dan
af. Hoe is 't toch mogelijk, dat er nu
nog boeren gevonden worden, die vol
harden in die slechte praktijken of doen
wijzen Denken of lezen die menschen
dan toch niet Dat staat toch alle weken
eens zwart of wit gedrukt in een of an
der landbouwblad. Gaan die menschen
dan toch nooit naar een landbouwvoor
dracht luisteren, waar dat er zoo dik
wijls over 't verzorgen van 't aardappel
plantgoed gesproken wordt. Bij velen is
het een ingekankerde gewoonte, bij an
deren is het verwaarloozing, bij bitter
weinig nog onwetendheid. Ik wil van
daag aan 't verzorgen van 't aardappel
plantsoen nog een artikel wijden met de
vaste hoop er nog eenige op het goede
spoor te zetten.
Veronderstel dat ge U plantgoed^ van
Krugers of Industrie aanschaft in den
bond Redt U Zei ven en dat ge er U
wilt op toeleggen verscheidene jaren op
eenvolgend van dit plantgoed, groote
opbrengsten te bekomen.
Ge plant deze aardappelen in uw bes
ten grond, die ge oordeelkundig, volle
dig en overvloedig hebt bemestmetaal
schuim en chloorpotasch voor den win
ter lichtjes ondergewerkt, stalmest en
sodanitraat of zwavelzuren ammoniak na
den winter en dat in een hoeveelheid
welke reeds in een vorig artikel werd
aangeduid. Alhoewel ge het 1° jaar
maar weinig of geen mislukte struiken
zult bekomen, zal er toch nog een onder
scheid tusschen te maken zijn. De min
derwaardige struiken kapt men er vroeg
tijdig van tusschen (wel te verstaan als
ze reeds wat opbrengen) en men laat de
schoone tot volledige rijpwording ko
men opdat ze in zich al de mogelijke
voedingsstoffen zouden verzamelen noo
dig tot hun voortteling. Bij het rooien
zullen er tusschen die schoone nog strui
ken zijn afgevreten door de wonnen of
gerapt of niet zuiver genoeg.
Laat die van kant en neemt alleen
zuivere en welgelukte struiken. Uit die
aardappelen kiest ge dan de knollen uit
van middelmatige groote of zelfs dikke
indien er van het tusschenslag niet ge
noeg te vinden waren, 't Verzorgen van
dit plantgoed laat heel dikwijls veel te
wenschen over. Ziehier dan hoe men
te werk gaat
Men legt het plantgoed dun open in
bakken of kistjes en men bewaart ze in
een koele, doch vorstvrije plaats in open
lucht of onder afdak blootgesteld aan
licht en lucht om ze te laten groen wor
den. Wordt het te koud dan verhuist ge
de kiembakken naar den kelder of in een
vorstvrije kamer, en breekt het weder
open, ge brengt ze terug onder uw af
dak. Deze moeite getroost men zich om
ze zoo lang mogelijk achteruit te houden
en alzoo waarlijk kloeke keesten te be
komen. Prent dit goed in uw gedacht; 't
is de eerste keest die ge hebben moet. de
2° is minderwaardig en dit begrijpt ieder
een genoeg de l3,t keest is met veel re-
servestoffen uit den aardappel weg en de
2de kan niet meer zoo kloek zijn. De
beste vergelijking hiermede is soep dat
ge zoudt maken met vleesch, dat 't daags
te voren al eens in de soep heeft gelegen.
Zoo ge den aardappel niet achteruit
houdt dan gaat de ls,t keest te lang ge
schoten zijn er bij de minste aanraking
breken.
Drie weken voor het tijdstip van plan
ten legt men ze op den zolder boven de
keuken, waar ze vlug een goede en kloe
ke keest maken. Op die wijze is 't mo
gelijk gedurende twee of drie opeenvol
gende jaren groote opbrengsten te be-
j komen.
Wat nu gedaan met de groote aardap-
pelen welke men doorsnijden moet. Een
j acht of tien dagen voor de planting snijdt
I men die zoodanig dat ze nog met een
klein deeltje aan elkander houden, men
plakt ze weer te zamen en men laat ze
j zoo tot op 't oogenblik van 't planten.
Dan heeft er zich reeds een soort harde
korst gevormd of vel zoo ge zulks ver
kiest, hetwelk beletten zal dat het stuk
aardappel tot verrotting zou overgaan.
Laat dus, Beste vrienden Landbou-
wers, die oude slechte gewoonte varen
van uw plantgoed uit den hoop uit te ra
pen. Gedenkt dat het juist de slechtste
struiken zijn die het meest middelmatige
knollen geven en dat ge van 10 aardap
pelen er 8 zult hebben voortkomende
I van slechte of minderwaardige struiken.
Breekt ook de-1£ keest niet af want de
2levert mindere opbrengsten. Indien ge
nu den noodigen tijd niet hebt om het
verzorgen van uw aardappelplantgoed
degelijk te doen, vernieuwt dan liever
jaarlijks uw plantgoed, dan zijt gij zeker
van eene goede opbrengst.
S L. HAEMS
Landbouwvoordrachtgever.
RNBL
Aankondigingen volgens akkoord.