REDT U ZELVEN Arbeid adelt VAN DIEVOET KOMT Leun op m'n hart... Onze Eierenvoortbrengst. Teelt van den Aardappel Landbouwweekblad EEN RIEM ONDER 7 HART! Leening der Verwoeste Gewesten. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. i LANDBOUWERS, ZONDAG 20 APRIL 1924. Prijs (2 centiemen 6de JAARGANG N\ 277 Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaara. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAL'DRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een bijvoegsel. We vernemen door een dagblad dat we in 't kort de eer hebben den heer Volksvertegenwoordiger Van Dievoet in Aalst te krijgen. Die Heer is voor ons geen vreemdeling, we spraken honderd maal van hem, want het is hij die hef nieuwe wetsvoorstel aangaan de de pachtwet neerlegde. Hij deed ons ook wel eens de eer aan een schrijven tot opname te zen den voor ons blad, als weerleg ging van een artikel over de hem opgestelde veranderingen aan de pachtwet in De Koornbloem ver schenen. Daar de Vergadering waarop de heer Van Dievoet spreekt niet gehouden wordt voor leden van Redt U Zeiven, zullen wij Hem niet te hooren krijgen. Het is wel spijtig, want we hebben hem veel te vragen. Ik zeg veel, maar ik zei beter gewichtigs En daar wij, Redt U Zei vers, er niet bij gevraagd worden, zul len we in ons blad zeggen wat ons zoo op den lever ligt. Wellicht zal ook nog wel een of anderen landbouwer van den over kant, maar die evenwel ons blad leest, dit in onze plaats doen op deze vergadering. We geven vooreerst een voor lichtend woord Het was den 19 Januari 1921, dat de heeren Van Dievoet, Sap, Vergels, Helleputte, de Liedeker- ke, de Kerchove d'Exaerde, het wetsontwerp in het Parlement neer legden. Sinds lang had men er over ge sproken in de Kamer en in ver schillende landbouwbladen. Ein delijk was de eerste stap gedaan, het opmaken en neerleggen der wet, waarop onmiddellijk of in korten tijd de besprekingen en de stemming gingen aanvangen. Het bleek echter spoedig dat men er niet heel haastig mee was. Den 21 Augusti verscheen in De Koornbloem een artikel dat gewag maakte van het arm wetje en voorspelde dat het zou begraven worden met een dienst van eerste klas. Op dees artikel schreef de Heer Van Dievoet ons een "Recht van Antwoord dat in ons nummer van 25 September 1921 verscheen en waarin Hij bevestigde welke moeite hij deed om het wetsont werp te doen voorkomen. In ons antwoord van zelfden datum wezen we erop dat er sinds dien 100 wetsontwerpen werden afgehandeld en gestemd, en dat die ééne zóó noodzakelijke landbouw- wet nog niet te berde kwam. Toen hadden we de kiezingen van November 1921. Er werd veel reklaam en la wijt gemaakt over de "Pachtwet Van Dievoet,, op honderde meetingen en in alle bladen van gesproken. Ook waren op dit oogenblik alle politieke partijen, uit vrees voor de kiezers, t akkoord om te zeggen dat "eene goede pachtwet,, allernoodzakelijkst was. Iedere landbouwer was toen in 1921 in de meening dat de zoolang beloofde pachtwet er met klank ging doorkomen. En waarom zou ze er niet doorgekomen zijn? Had den we niet den katholieken land- bouwgroep Voeg daarbij de so cialisten die bijna allen die wet zouden gestemd hebben. Met de frontpartij en nog eenige liberalen en er was eene groote meerder heid verzekerd. Gelijk alles voorbij gaat, zoo behoort ook de kiezing van 1921 tot het verleden. Sindsdien kregen we zeer wei nig te hooren over de pachtwet en het scheen aan de politiekers en ook aan den Vader der wet, de heer Van Dievoet,niet meer nood zakelijk eraan te denken om ze terug voor de Kamer te doen brengen. Zoo kregen we 1922, 1923 en... 1924 Vanaf 19 Januari is het drij jaar geleden dat het Wetsontwerp werd neergelegd. Ik wil hier terloops wijzen op ons artikel van 21 Aug. 1921 waar we zegden dat het na de kiezing zou begraven worden Hoe werd die voorspelling bewaarheid Doch eens zullen de dooden verrijzen Het schijnt ook waar met de Pachtwet, want Van Dievoet zelf komt in Aalst over deze zaak spreken. Waarom na zoo langen tijd op die kwestie terugkomen Dat is een raadsel dat we evenwel zou den kunnen oplossen, als we wis ten wanneer het kiezing werd. Ik weet het niet maar als ik zoo langs hier en daar de politieke ga zetten in handen neem dan schijnt het mij alsof die beruchte tijd niet lang meer verwijderd is. Laat ons tot de princiepskwestie komen en aan den heer Van Die voet eene vraag stellen Is er vol gens uw oordeel eene nieuwe pachtwet noodig, ja of neen Zoo er eene noodig is waarom kwam ze niet van af 1921 of waarom werd ze in den loop der jaren niet in de Kamer voorge bracht, opdat we konnen zien en oordeelen wie er onze vrienden en onze vijanden zijn. Gij kunt toch niet zeggen dat er gedurende die drie jaar geen tijd geweest is om dit voorstel te be spreken, of er geene kans bestond om het op de dagorde te brengen, wanneer ge reeds in Juni, Juli 1921 erop hebt aangedrongen om het voor de afdeeling der Kamer en niet voor de commissie van landbouw te brengen, omdat ik overtuigd was dat het aldus snel ler zou gaan (Terechtwijzing Van Dievoet in "De Koornbloem,, van 25 Sept. 1921). Mogen we weten 1° Waarom het niet in de Kamer besproken werd 2° Wie er de schuld is dat het bleef liggen in de kartons 3° Hoe dikwijls het nog moet kiezing worden alvorens te worden be sproken en gestemd Zoo de nieuwe wet er niet noo dig is, waarom er een wetsont werp voor neerleggen, waarom er gedurig over schrijven en wrijven, spreken en congresseeren Laat dan liever de zaak aan haar lot over, opdat de landbouwers de waarheid kennen over de handel wijze en de gedachten harer Ver tegenwoordigers en weten wat er hun te doen staat. Schoon het overbodig is, willen we hier nogmaals neerschrijven waarom alle landbouwers-pachters naar eene goede pachtwet ver zuchten 1° Om hunne volle vrijheid te hebben en niet meer de slaaf te zijn van den eenen of anderen landheer. 2° Om zekerheid te hebben dat zij hun brood niet op 't onver wachts worden ontnomen. 3° Opdat er in de wetgeving eene betere lijn zou bestaan die de rechten en de plichten van ver huurder en huurder afbakent en die bijzonderlijk de zwakke tegen de sterke beschermt. Sedert eene halve eeuw is die wet er noodig om een einde te stellen aan alle soort wantoe standen, aan dwang en broodroof. Gedurende eene halve eeuw zuchten de pachters en zien met vrees Kerstdag aankomen, als een dag die hen iets vreeselijks kan aanbrengen. In 1921 werd er eerst een ontwerp neergelegd, dat bij de landbouwers met eene bijzon dere voldoening werd begroet. In 1924 heeft men er nog niet aangedacht deze zóó noodige wet ter bespreking te brengen. Is het lafheid, of is het lauwheid van wege de neerleggers, of werd ze enkel gemaakt om er een ellendige kieskomedie mee te spelen Intusschen gaat de tijd zijn ras sen gang. Dagelijks komen er hier en daar droeve gevallen aan 't licht van broodroof, of dwinge landij, boeren tegenover elkander of eigenaars tegen huurders. Hon derde wetten worden er in de Ka mer gemaakt, besproken en bezee- verd zoowel van lijken verbranding als van andere hoogdringende prullen, maar van eene Pachtwet... geen spoor Wij zijn waarlijk benieuwd te weten, wat nieutvs de heer Van Die voet ons zal komen aan brengen, over zijn luetsvoorstel, maar we kunnen hem gerust toe roepen Komt gij na drij jaren nog steeds met beloften, die kunnen we best missen! Woorden helpen tot niets, wij wachten sinds ja- ren, maar bijzonder sedert de neerlegging van uw voorstel, dus sedert veertig maanden naar de daad O. CAUDRON. Leun op m'n schouder m'n kind En glijd toch niet uit. De banen zijn hobb'lig En woest 't windgefluit. De weg is met distels En doornen beplant, Die zouden verscheuren Uw hart en uw hand. Treed midden dees' wegel Zoo moeilijk en stijl, En leun op m'n schouder. Ginds wacht ons het heil. Leun op m'n harte m'n kind, Het klopt hier zoo warm, En rust zachtjes en stille Gesust in m'n arm, Vergeet-hier uw wee en uw Smarten en kommer, Kom vlug dat ik heel uwe Angsten en slommer. Leun op m'n schouder kind. Beschouw mij diep teer. Leun op m'n hart m'n kind. Ik min U zoo zeer Paula, Zeker zijn een degelijke Pachtwet en een breed opgevatte Landbouwverte- genwoordiging onder den geëikten naam van Landbouwkamers twee van de belangrijkste punten van ons huidig landbouwprogramma. Het is er mij van daag niet om doen deze twee vraagstuk ken te behandelen, het werd hier vroe ger in 't lang en in 't breed gedaan. Er zal ons, meen ik, kortelings gelegenheid geboden worden ons standpunt desaan- gaande nogmaals toe te lichten. Een an dere gedachte heb ik tot doel uiteen te zetten. Sedert den oorlog groeit het standbe- wustzijn bij de boeren meer en meer, van dag tot dag de doelmatige inrich ting van den boerenstand zal verwezen lijkt worden binnen afzienbaren tijd. Volgens een verklaring door den heer Housiaux onlangs in de Kamer afge legd, beschikken de Waalsche Land- bouwvereenigingen over een vast leger van 200,000 man, die vastberaden zijn en gedreven worden enkel en alleen door den koppigen, eigen wil van hun boerenbelangen te verdedigen, zonder drang of vreemden invloed van welke heeren ook. Dal is op zich zelf reeds een aanzienlijke macht, waarnaar de Regeer ders met eerbied en ontzag zullen op zien. In het Vlaamsche land zijn de boeren minstens even sterk, ze zijn zelfs veel talrijker in getal. Ons ontbreekt er maar de organisatie, de inrichting zon der dewelke geen leger, geen macht, geen doelmatigheid! Studeeren, tentoon- stellen, wetenschappelijke voordrachten geven, samenwerkende maatschappijen voor samenverkoop of aankoop, om werking of produktie enz. zijn dingen die op zich zelf zeer goed, prijzenswaar dig zijn, ik zal zelf zeggen onmisbaar, maai ze zijn en zullen altijd onvoldoende zijn en voor 't algemeen boerenbelang van weinig of geen nut zonder een alge- meene, eendrachtige werking of actie van alle boerenkrachten vereenigd in één bond. in één SYNDICAAT. Als we in een woordenboek naar de beteekenis van dat woord zoeken, dan lezen we daar, dat een syndicaat is een vereeni- ging van menschen die hetzelfde ambt, denzelfden stiel uitoefenen, met het doel hun persoonlijke en algemeene belangen te verdedigen, te behartigen. Zoo heeft men syndicaten van bankiers, van ad vocaten, van doktoors, van leeraars, van bedienden, van werkliedenen lest 't best, van boeren. En juist dit laatste missen wij in het Vlaamsche land tot onze groote schade Hoe heeft dit alles verband met Pachtwet en Landbouwkamers, zult ge vragen Wij komen er onmiddellijk. Het syndicalisme of beter het getal aanhangers van het syndicalisme heeft zich bijzonder na den oorlog sterk ont wikkeld, maar nog niet sterk genoeg, voornamelijk niet onder de Vlaamsche boeren, en dit, ik herhaal het, tot onze eigen schade Als er aan uw deur niet wordt ge klopt, dan zult ge niet gaan open doen om binnen te laten. Dat juist doen onze wetgevers ook. Z en hooren niet klop pen aan hun deur en ze rooken voort, op hun gemak, hun lekkere sigaar. Daar bij onze wetgevers zijn hardhoorig ge worden, dat komt van 't danig kloppen door anderen, dan door boeren, en aan hun deur of poort moet er machtig wor den gebonkt en altijd aan tot men ver kregen heeft. Wij, boeren, kloppen niet genoeg, wij maken niet genoeg lawaai, en het effekt van de individueele, d. i. van de afzonderlijke stemmen die om recht smeeken is te zwak, het gaat ver loren. Hoe wilt ge dan dat de wetge vers, de volksvertegenwoordigers, de senatoren, ze wezen dan nog met de beste gedachten bezield, het verdedigen onzer belangen met geestdrift en bijge volg met doelmatigheid ter harte ne men Dat zal nooit gebeuren, nooit, zonder syndicale macht. De Vlaamsche boer, van aard kalm en bezadigd, is ook wel wat te zwart gallig en een beetje te veel lamme-goed- zak. Hij gelooft niet in de macht van de boeren en die macht ligt nochtans voor 't grijpen, hij heeft ze maar te pakken. Want, nu komen wij tot Pachtwet en Landbouwkamers, er bestaat geen en kele reden tot pessimisme of zwartgal ligheid. Zooals onze lezers het zullen kunnen nagaan in de Bloemlezing die we geven uit de bespreking van het Landbouw- budjet in den Senaat heeft de Minister zelf bekend dat eene regeling van de landpachten, dat er verschillige ontwer pen hierover werden ingediend, dat een zelfde goed stelsel te vinden voor geheel het land zeer moeilijk is. dat hier met de gewoonten en gebruiken moet worden afgerekend en zoo meer en over de landbouwkamers dat hij akkoord ging met het inrichten van een degelijke land- bouwvertegenwoordiging, die over de belangen van landbouw en landbouwers door hem en door zijn ministerie zou ge raadpleegd worden. De zaken staan dus goed en dat geeft ons hoop, gezien de naderende kiezings- tijd bestaat er groote kans en dat moet weeen en voor de moedigen evenals voor de flauwhartigen een riem onder 't hart Het zal dus van ons afhangen of wij een goede pachtwet en degelijke land- bouwvertegenwoordiging zullen beko men. Het wordt tijd dat wij onze stem laten hooren tot in Brussel. Wij moeten den Minister laten weten dat wij er waarlijk opstaan deze twee vraagstukken te zien oplossen en hoe wij ze best opge lost wenschen. De landbouw is onze bijzonderste nij verheid, de minister en al deze geleerde ekonomisten bekennen zulks volmondig, dan is de boer onze voornaamste voort brenger en heeft hij als dusdanig recht van meespreken in alle landbouwvraag stukken, die hem in 't bijzonder en het land in 't algemeen aanbelangendat zal gebeuren door Landbouwkamers. De boer moet dus waarborgen bekomen om in zijn productie niet tegengewerkt of gestoord te worden, dat zal maar verkre gen worden door een goede pachtwet. Maar per slot van rekening zullen wij geen landbouwvertegenwoordiging geen pachtwet bekomen ten minste zooals ze behooren te wezen, zonder den steun van het eendrachtig getal, in een woord zonder Boerensyndicaat, en de tijden zijn er rijp voor 1 H. KLOPTEROP. LEEST en VERSPREIDT UW BLAD Voor den oorlog voerde ons land meer eieren in dan het uitvoerde. Na den oorlog heeft de hoenderkweek en vandaar de eierenvoortbrengst, aanzien lijke vorderingen gemaakt zoodat wc thans veel meer eieren uitvoeren dan er worden iogevoerd Wij laten hier de cijfers vo'gen van den uit- en invoer der maand Februari 1924: In die maand werden er ingevoerd 475 879 eieren voor eene som van 232,372 frs. Er werden uitgevoerd 16.092.156 eieren, dus werden er gedu rende die maand 15.616.277 eieren meer uit- dan ingevoerd. Voor den oorlog was er op dit ge bied een belangrijk deficiet. Toen was de invoer 224.850.660 eieren vooreen waarde van 16.937.151 frank. De uitvoer bereikte daarentegen slechts 128.778 588stuks voor 10.946.180 frs. We voerden dus voor den oorlog 96 millioen eieren in die ons 6 millioen frs. kosten. Dus is de hoenderkweek een niet te versmaden hulpbron geworden, voor het economisch leven van het land. Daarenboven staat het buiten kijf, dat die kweek nog aanmerkelijke uitbreiding zal nemen, minstens als er van wege het landsbestuur geene maatregelen wor den getroffen, die de hcenderkweekers te veel schaden. Voor enkele weken on der andere, was er veel beroering waar te nemen bij de kweekers zoo kleine als groote. Toen werden de prijzen der eieren, zoodanig omlaag gedrukt, dat velen er reeds ernstig begonnen aan te denken het getal hunner pluimdieren sterk te verminderen, de eieren echter werden met verlies voor den kweeker voortgebracht Gelukkig is de prijs van 't kiekenvoeder, dat hoofdzakelijk uit maïs bestaat, nog al aanzienlijk verminderd wijl de eieren entwat zijn gestegen, daar door worden de vooruitzichten voor de kiekenhouders wederom gunstiger en zal de uitbreiding weer gestadig voort gaan. De door ons land uitgevoerde eieren gaan naar Engeland, naar Holland en naar Duitschland. Naar Duitschland al leen werden in de maand Februari 1.559.869 eieren gezonden voor eene waarde van 946,536 fr. Wat aangaat het doelmatig uitbaten van de hoenderteelt, is er zeker nog veel te doen schoon er voor de laatste jaren eene merkwaardige verbetering valt aan te stippen. Zoo is er nog veel te doen wat aan gaat de soorten, de huisvesting en voe ding. Onder de pluimdieren van vele hoe ven vinden we de meest eigenaardige typen ondereen gemengd. Op vele plaatsen kan men moeilijk waarnemen, met welke soort men eigenlijk te doen heeft. Zulks wil nu niet zeggen dat er uit dergelijke geen goede resultaten te bekomen zijn. Met plaatselijke soorten uit langdurige kruisingen voortkomend, kunnen de beste soorten gekweekt wor den, die ten volle aan het klimaat en bodem-hoedanigheid gewend zijn. Welk ras men ook veikieze, het is all ijd noodzakelijk, in't bijzonder voor de voorttelers, een strenge uitlezing uit te oefenen en de minderwaardige dieren te verwijderen. Aan het hok ook kan nog veel verbe- terjgp worden aangebracht, vooral in zakè verluchting en reinheid. Men neme wel in acht, dat die beide een gewich tige rol spelen in den gezondheidstoe stand der dieren en dat de laatste toch noodzakelijk is om een goede opbrengst te bekomen. De voeding ook is op vele plaatsen niet wat ze zou moeien zijn Velen ge ven aan hunne dieren geheel't jaar door hetzelfde voedsel, 't zij het Zomer of Winter is, of de dieren leggen of ruiven. Het is nochtans klaar dat voor die ver schillige tijdstippen en stadiums, de die ren steeds niet hetzelfde behoeven. Maar daarover werd reeds verschil lige malen in De Koornbloem geschre ven, zoodat we het overbodig vinden daarover nu weer grondig uit te weiden. H. L Leening met loten van 1 milliard fr, 4 t. h. van 1921. Officieele lijst der 27' loling (vierde jaar) van 15 April 1924. Definitieve obligatiën af te lossen 1 reeks, 't zij 20 titels, uit te betalen van 10 Jan. 1925 af. De definitieve obligatie reeks 68498 nr 1 zal uitbetaalbaar zijn tegen één mil lioen bij de Staatskas (Nationale Bank van België) te Brussel. Voor de terugbetaling zal zij moeten vertoond worden aan het Ministerie van Financiën, 18, Wetstraat, te Brus sel, om er met eene bijzondere toelating tot betaling te worden bekleed. De 19 andere obligatiën toebehoorde aan de reeks 68498 zullen uitbetaalbaar zijn tegen 250 frank inde agentschappen der Nationale Bank van België. Verzorging van het Aardappelplantsoen k Was onlangs nog bij een landbou wer die druk bezig was met aardappel plantgoed uit den hoop te rapen. k Deed hem begrijpen dat zulksgansch verkeerd was. hij gaf me geen ongelijk, maar deed toch voort. Ik vroeg me dan af. Hoe is 't toch mogelijk, dat er nu nog boeren gevonden worden, die vol harden in die slechte praktijken of doen wijzen Denken of lezen die menschen dan toch niet Dat staat toch alle weken eens zwart of wit gedrukt in een of an der landbouwblad. Gaan die menschen dan toch nooit naar een landbouwvoor dracht luisteren, waar dat er zoo dik wijls over 't verzorgen van 't aardappel plantgoed gesproken wordt. Bij velen is het een ingekankerde gewoonte, bij an deren is het verwaarloozing, bij bitter weinig nog onwetendheid. Ik wil van daag aan 't verzorgen van 't aardappel plantsoen nog een artikel wijden met de vaste hoop er nog eenige op het goede spoor te zetten. Veronderstel dat ge U plantgoed^ van Krugers of Industrie aanschaft in den bond Redt U Zei ven en dat ge er U wilt op toeleggen verscheidene jaren op eenvolgend van dit plantgoed, groote opbrengsten te bekomen. Ge plant deze aardappelen in uw bes ten grond, die ge oordeelkundig, volle dig en overvloedig hebt bemestmetaal schuim en chloorpotasch voor den win ter lichtjes ondergewerkt, stalmest en sodanitraat of zwavelzuren ammoniak na den winter en dat in een hoeveelheid welke reeds in een vorig artikel werd aangeduid. Alhoewel ge het 1° jaar maar weinig of geen mislukte struiken zult bekomen, zal er toch nog een onder scheid tusschen te maken zijn. De min derwaardige struiken kapt men er vroeg tijdig van tusschen (wel te verstaan als ze reeds wat opbrengen) en men laat de schoone tot volledige rijpwording ko men opdat ze in zich al de mogelijke voedingsstoffen zouden verzamelen noo dig tot hun voortteling. Bij het rooien zullen er tusschen die schoone nog strui ken zijn afgevreten door de wonnen of gerapt of niet zuiver genoeg. Laat die van kant en neemt alleen zuivere en welgelukte struiken. Uit die aardappelen kiest ge dan de knollen uit van middelmatige groote of zelfs dikke indien er van het tusschenslag niet ge noeg te vinden waren, 't Verzorgen van dit plantgoed laat heel dikwijls veel te wenschen over. Ziehier dan hoe men te werk gaat Men legt het plantgoed dun open in bakken of kistjes en men bewaart ze in een koele, doch vorstvrije plaats in open lucht of onder afdak blootgesteld aan licht en lucht om ze te laten groen wor den. Wordt het te koud dan verhuist ge de kiembakken naar den kelder of in een vorstvrije kamer, en breekt het weder open, ge brengt ze terug onder uw af dak. Deze moeite getroost men zich om ze zoo lang mogelijk achteruit te houden en alzoo waarlijk kloeke keesten te be komen. Prent dit goed in uw gedacht; 't is de eerste keest die ge hebben moet. de 2° is minderwaardig en dit begrijpt ieder een genoeg de l3,t keest is met veel re- servestoffen uit den aardappel weg en de 2de kan niet meer zoo kloek zijn. De beste vergelijking hiermede is soep dat ge zoudt maken met vleesch, dat 't daags te voren al eens in de soep heeft gelegen. Zoo ge den aardappel niet achteruit houdt dan gaat de ls,t keest te lang ge schoten zijn er bij de minste aanraking breken. Drie weken voor het tijdstip van plan ten legt men ze op den zolder boven de keuken, waar ze vlug een goede en kloe ke keest maken. Op die wijze is 't mo gelijk gedurende twee of drie opeenvol gende jaren groote opbrengsten te be- j komen. Wat nu gedaan met de groote aardap- pelen welke men doorsnijden moet. Een j acht of tien dagen voor de planting snijdt I men die zoodanig dat ze nog met een klein deeltje aan elkander houden, men plakt ze weer te zamen en men laat ze j zoo tot op 't oogenblik van 't planten. Dan heeft er zich reeds een soort harde korst gevormd of vel zoo ge zulks ver kiest, hetwelk beletten zal dat het stuk aardappel tot verrotting zou overgaan. Laat dus, Beste vrienden Landbou- wers, die oude slechte gewoonte varen van uw plantgoed uit den hoop uit te ra pen. Gedenkt dat het juist de slechtste struiken zijn die het meest middelmatige knollen geven en dat ge van 10 aardap pelen er 8 zult hebben voortkomende I van slechte of minderwaardige struiken. Breekt ook de-1£ keest niet af want de 2levert mindere opbrengsten. Indien ge nu den noodigen tijd niet hebt om het verzorgen van uw aardappelplantgoed degelijk te doen, vernieuwt dan liever jaarlijks uw plantgoed, dan zijt gij zeker van eene goede opbrengst. S L. HAEMS Landbouwvoordrachtgever. RNBL Aankondigingen volgens akkoord.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1