REDT U
fZELVEN
Arbeid adelt
ONZE BOERENOEUGD
Ret Weder in den
Plantengroei.
flaklank eener VooPdraebt
Landbouwweekblad
DE BLOEMPERKEN.
Landbonwwedstri d te Antwerpen
06 66DTe...
Uitslagen der Verkiezingen in
Frankri k
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 18 MEI 1924
Prijs i2 centiemen.
6de JAARGANG N\ 281
Abonnementsprijs s 6,00 Ifrank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Zonder over haar vele stoffelij
ke voordeelen te spreken, mag
men gerust schrijven dat de
Vlaamsche beweging een heele
geestelijke herwording tintelend
van nieuwe levenskracht heeft te
weeg gebracht. Waaraan is dat te
danken Aan de jeugd en zonder
de jeugd mocht men alle hoop la
ten varen.
Alle groote volksbewegingen
moeten noodzakelijkerwijze ge
steund en geholpen worden en
meest allen hebben of zullen enkel
zegepralen door de jeugd.
Sluit men alle gedacht van op
stand en revolutie uit, dat bij ons
volk geen ingang vindt en minst
van al nog bij ons, boeren, dan
moet men zijn hoop stellen op de
jeugd om nieuwe gedachten te
doen zegevieren in een min of meer
nabije toekomst.
In meer bepaalden zin, zien wij
niet dat alle politieke partijen in
ons land, en om geen andere reden,
zich op alle mogelijke wijze inspan
nen, om de jeugd onder haar vlag
te scharen. Want wordt een partij
door de jeugd verlaten, dan mag
men zonder aarzelen verkondigen:
die partij gaat dood Is ze inte
gendeel bij machte de jeugd, de
geestdriftige jeugd rond haren
standaard te brengen, te behou
den, te drillen en voor haren strijd
te begeesteren, weest ervan over
tuigd dat deze partij overwinnen
zal.
De jeugd is de hoop.
De jeugd is de toekomst.
Dat zijn onbetwistbare waarhe
den waarmede alle leiders rekening
moeten houden, zoowel in de po
litiek als in de boerenbeweging.
De boerenjeugd schijnt zich
meer en meer van de boerderij af
te keeren hoe dichter bij de stad
hoe meer men dit feit bevestigd
ziet. Ik weet wel, schijn bedriegt.
Ik weet ook dat op een landbouw
voordracht bijvoorbeeld de oude
ren meest altijd alleen aanwezig
zijn, omdat het ten onzent een
mode, een traditie is dat de vader
of de oudste van 't gezin heel het
huishouden gaat vertegenwoordi- j
gen in belangrijke aangelegenhe- j
den en een voordracht wordt
als dusdanig aanzien. Maar die tra
ditie hoewel ik veel van oude
Vlaamsche zeden houd die
moet ten allen prijze worden ver
loochend, zoo wij de boerenbe
weging met sukses bekroond zien.
Het is zeker een aangenaam en
troostvol verschijnsel, dat onze
landbouwers van jaren, menschen
tusschen de veertig en de zestig
en zelfs nog oudere, die wij meest
aantreffen op onze voordrachten,
mef ons meevoelen dat de tijd ge- J
komen is om de boeren samen te j
brengen tot welzijn van onzen
stand en tot welvaart van de ge
meenschap, maar willen wij ook
onzen strijd tot een goed einde
brengen, dan moet onder ons de
geestdrift komen en het vuur van
de jonge harten.
Nemen wij wel in acht dat op
vele plaatsen de jeugd aan den
landbouw ontsnapt en dat kan een
doodsgevaar worden in de toe
komst.
De jeugd ontsnapt ons door de
schuld der regeering, die de boe-
renbelangen te zeer verwaarloost
en aldus van onzen stiel een bedrijf
maakt zonder vooruitzichten en
toekomst, zoodanig dat de jonge
ren, die altijd streven naar beter,
afkeer gaan voelen voor vaders
stiel en bedrijf de jeugd ontsnapt
ons door de steeds groeiende
zucht naar vermaak en stoffelijk
genot en gemak Ver van mij het
gedacht om sport en kermissen op
zich zelf af te keuren, na de lange
dagen van tobben en zwoegen
mag lichaam en hart wel eens ont
spanning zoeken maar veroor-
deeld moet worden alle overdaad
van sport en plezier, die ons in een
maalstroom van nooit-voldaan-zijn
meesleept, en ons ongevoelig
maakt voor elk zedelijk genot en
alle geestelijk streven. De jeugd
1 ontsnapt ons wij moeten groot-
moedig zijn en desnoods ons eigen
schuld bekennen. Is het ook
J niet ten deele onze fout Of is het
j enkel een nalatigheid geweest? Of
nog minder, is de oorzaak enkel
gelegen aan het moeilijke begin
van onzen strijd tegen de vele vij
anden, zoodat we de beide handen
reeds te vol hadden. In elk geval,
schuld of geen schuld, bekennen
moeten we toch dat het gevaar
bestaat en dan moeten we zoeken
naar de heilzame middelen om dat
gevaar af te weren en middelen
zijn er bij de vleet.
De Waalsche boeren hebben
zich op een korte spanne tijds
flnk ingericht, doch sedert een jaar
omtrent hebben zij ingezien dat
ook de toekomst van hun land-
bouwersvereeniging niet gewaar
borgd was zonder de medewer
king van de jongeren. Zij hebben
de jeugd ten oproep getrommeld
en geschaard in jonge-boerenbon-
den, die reeds op een bewonde-
renswaardigen bloei mogen bo
gen. ïk ben er zoowel als iemand
van overtuigd dat de boerenbewe
ging in Vlaanderen niet zal zijn of
niet kan zijn wat ze in Wallonië
is én door de toestanden van den
landbouw alhier én door het ver
schil van onzen volksaard zelf,
maar wij kunnen van hen veel
goeds leeren, zonder daarom
zooals wij het reeds meermalen
schreven hun slaafsche navol
gers te zijn. En hier geven ze ons
wel een voorbeeld dat niet alleen
onze volle goedkeuring mee
draagt, maar dat ook voor ons
een wijze les mag heeten.
Een volk wordt groot dat op
een sterke jeugd mag roemen. En
sterk zal de Vlaamsche boeren
jeugd zijn als wij ze samenbrengen
en bezielen met ons eigen geest
drift. Al het schoone van onzen
maatschappelijken strijd zal als een
weelderig zaad bij haar opschie
ten als in een uiterst vruchtbaren
grond, bevrucht met rijke liefde
voor onzen landbouw, onze eerste
nationale nijverheid! Uit die jeugd
zal een zedelijke kracht uitgaan,
die de boeren redden zal tegen
heug en meug van alle politieke
weerhanen;
Niet alleen de ouderen moeten
werken en kampen, maar de jon
geren vooral moeten mee, want
zij zullen ten slotte meest profijt
halen uit iedere standsverbetering
die wij verkrijgen.
De jongeren houden zich gereed,
de jongeren blijven wakker, de
dagen van nieuw leven rijzen in
t verschiet een nieuwe hoop Ver
vult onze harten.
Als de jeugd meemarscheert, en
als de ouderen ze steunen willen
en dat zullen zij dan is de
strijd voor ons gewonnen en dan
zullen wij, boeren, mogen zingen
Ons volk zal niet vergaan
H. KLOPTEROP.
Van 5 tot 14 Juli wordt te Deurne bij
Antwerpen in Rivierenhof een prijs
kamp-tentoonstelling van landbouw in
gericht, door de zorgen der provinciale
Landbouwmaatschappij van Antwerpen
en gesteund door den Staat, de Provin
cie en de Stad.
De tentoonstelling zal uit vier groote
groepen bestaan Dieren, met 8 afdee-
lingen Landbouwtentoonstellingen met
2 afdeelingen Machines en Landbouw-
voortbrengselen met 3 afdeelingen
Boom- en Bloementeelt met 5 afdee
lingen.
Het adres van den Algemeenen Kom-
missaris luidt2, Schoenmarkt, Ant
werpen.
De toegangsprijs zal, volgens de da
gen, 5, 2 en 1 frank beloopen.
Als we nu weten dat de planten zoo n
dringende behoefte hebben aan warmte,
om in de Lente bijv. gauw in groei te
komen, dan moeten we ons beste best
doen om hua daarvan zooveel mogelijk
te laten genieten en dit kunnen we
vooral met alles te doen wat de inwer
king der warm e kan vergemakkelijken.;
Braakliggende gronden, 't zij in den!
hof of op het veld die uitgelegd zijn of
worden opgetrokken, zullen veel rapper
inwendig verwarmd zijn, dan deze die
ruw blijven liggen en geheel aan zich
zeiven worden overgelaten, tot dat het
tijdstip van zaaien of planten gekomen
is. Ook om de eerste warmte zooveel
mogelijk uit te baten, zaaien verstandige
moestuiners, hunne vroege gewassen als
salaad bijv. op eene plaats in den hof,
tegen koude wirden beschut door muur
of andere afsluitingen.
De ontwikkeling van de plant, stevig
heid. grootte of middelmatige ontwikke
ling, die de voornaamste grondslagen
zijn voor goede of slechte opbrengsten
worden hoofdzakelijk beïnvloed door
het weder en de hoedanigheden van den
bodem met die beiden heeft de kwee-
ker rekening te houden, wil hij goede
uitslagen bekomen.
Is het weder voor den groei heel gun
stig, staan de wintergranen in hun vbor-
deel, dan heeft de kweeker die zijne
gronden oordeelkundig heeft gemest,
weinig te vreezen voor te vroeg vallen,
waardoor de graan-opbrengst zeker zou
worden benadeetigd. Is er daarentegen
een overdaad van stikstof in zijn gron
den voor handen, dan zullen zijne gra
nen zeker vroegtijdig vaben.
Ook wanneer we nagaan welke groo
te rol het weder speelt in het planten
leven, dan moeten we ons ook afvragen
of die kweekers die voor of bij 't zaaien
of planten al hunne meststoffen in ééns
toedienen, wel de goede doenwijze vol
gen. Wij meeneu het niet te moeten be
twijfelen, dat zoo te werk gaan schade
lijk is. Hoevele jaren komen er niet dat
de beste zorgen, de overvloedigste be
mestingen als grootendeels nutteloos
mogen aanzien worden. Zulks gebeurt
tamelijk dikwerf bij drooge of te natte
Zomers. Hoeveel kgr. kostelijke mest
stoffen worden dan niet gestrooid die
grootendeels verloren zijn.
Nu vooral dat het gebruik van kunst-
mesten zoo zeer verspreid is, moeten we
ten stelligste afraden heel de portie in
eens toe te dienen.
Veel mesten is zeker heel goed en on
ontbeerlijk om tot goede oogsten te ge
raken. maar 't is best niet te veel in eens
te geven. Niet dat de planten er door
lijden, maar wel door het feit, dat de
stoffen die in den grond aanwezig zijn en
niet door de planten kunnen opgenomen
worden, aan verlies zijn blootgesteld en
dat door allerhande oorzaken. Minerale
stoffen als fosfoor, potasch en kalk kun
nen jaren achtereen in den grond blij
ven. doch zulks is niet het geval met
stikstof en 't is juist deze laatste die het
duurst is en waar op vele plaatsen nog
zoo roekeloos wordt meê omgespron
gen. Nochtans is het heel gemakkelijk
en vooral veel verstandiger als de plan
ten in groei zijn dien groei te bespoedi
gen door het toedienen van wat stikstof.
Meen nu niet dat we het toedienen
van stikstofmesten afraden bij planten
of zaaien in geenen deele. Die stof
moet in het bereik der plant zijn van in
haar jongste leven, maar we keuren ten
zeerste af het strooien van 2 kgr. nitraat
of ammoniak per roede bij 't zaaien of
planten, en dat nog eens. omdat de jon
ge plantjes onmogelijk die groote hoe
veelheid kunnen benuttigen dan op een
min of meer langen tijd, en dat er intus-
schen op die kostelijke stoffen zeker ver
lies komt.
Verstandige werkers zullen dus gedu
rig rekening houden met het weder en
er door allerhande zorgen op letten de
groei hunner planten te bevorderen of
in te dammen. Bij natte vochtige zomers
bijv. als de planten genoeg groeien en
de vorming van bladeren en stengels
eer te forsig dan te flauw is, zullen ze
zorgen niets te doen of te geven dat die
groei nog zou versterken, maar wel er
voor zorgen dat die stoffen die moeten
stevigheid en kloekte geven, genoeg
voorhanden zijn in den grond.
H. L.
Wie de zoo belangrijke voordracht
door de Eerw. Pater Callewaert in Aalst
heeft bijgewoond op Maandag 28 April,
is voorzeker dien avond niet zonder op
rechte voldoening huiswaarts gekeerd.
Immers, wie houdt niet aan Calle-
waerts' rond open woord aan de on
weerlegbare waarheid van zijn spreken?
Hoe voelt men zich door zijne groote
volkskennis en diepe overtuiging meê-
gesleept. Uit ons volk geboren en onder
ons volk geleefd, doorgrondt hij het zoo
Daar kwam een engel in het land,
Een vriendje van de zon
Bloei zei hij tot den kerselaar,
...Bekroond met bloemen stond hij daar,
Dat het niet schooner kon.
En appel-, pere- en pruimeboom,
Die werden ook bezocht
Op 't ééne woordje dat hij sprak
Geen twijgje meer, geen enk'le tak,
Die ook niet bloeien mocht.
Hij blies zijn adem langs de wei
En over 't wijde veld
De vruchten schoten uit den grond,
Het geurde en kleurde in het rond
Van bloemen ongeteld.
Hij riep de vogelkens tot zich.
Gaf wijsjes hun en toon
En eiken dag, van 's morgens vroeg
Tot in den laten avond, sloeg
Hun liedje wonderschoon.
Dan, tot de menschen, jong en oud,
Heeft hij zich ook gewend
Hij keek hen zoet en vriend'lijk aan
En deed hun harte blijder slaan
Die engel was...? de Lent'
Fons Van de Maele.
goed, en t ligt hem nauw aan 't harte.
Hij kent de leemte en de deugden zooals
niemand. Met Vlaanderen zingt hij om
zijn roem, met Vlaanderen weent hij om
zijn ontwording.
In mooie Vlaamsche taal handelde
zijne voordracht voornamelijk over "De
Opvoeding van ons Volk
Opvoeding is naar de Eerw. Pater
het opwerken, optillen, omhoog halen J
van een volk door de aanpassing der
wellevendheid op alle gebied worden
wat men worden kan door meer vervol
making van zijn eigen wezen en leven.
Wanneer men ooit ergens in het bui
tenland vertoefde, heeft men allicht de
openbare wellevendheid van andere
volkeren bewonderd en onmiddellijk
daarop bevonden wij ons eigen tekort
aan die noodzakelijke welvoeglijkheid.
Ieder die het hart op de rechte plaats
draagt, moest wel op dzborst kloppen.'t
ianerlijke van ons volk is niet te slecht,
doch de uiterlijke ruwheid in 't algemeen
vernedert ons.
De gemeene uitlatingen op treinen en
openbare plaatsen door gebaren en ge
sprekken, de ongegeneerdheid tegen
over vrouwen zijn gemis aan opvoeding.
Toch is eenieder niet schuldig door
eigen fout. Steekt iemands oogen uit en
verwijt hem van blindheid, zegt Cons
cience, wanneer zij die verwijten zelf de
oogen uitstekeo.
Helaas Zoo is het ook veelal in or s
land. Om te zien en te kunnen c orcleelen
is er natuurlijk geleerdheid noodig om
zich gedachten te scheppen en waarhe
den te leeren onderscheiden. Doch, bij
velen is de dag door het werk gansch
ingenomen, en heden vooral door onze
standsgenoten. Men voelt na de zware
dagtaak nog zoo weinig lust om zich
een paar uurkens aan ontwikkeling toe
te wijden en toch ligt daar de breede
baan die ook ONZE opwerking moet
stuwen en voltooien.Die enkele uurkens
(voor dezen die er veil hebben) zouden
zoo nuttig kunnen bes'.eed worden, doch
de geëerde spreker zegt dat het volk te
zeer aan de furrie van de cinema, ver
maken en sport is gehecht, die heden
alles beheerscht.
Die furrie moet de plaats ruimen voor
meer ernst en hoogere levensbeschou
wing. Dat is te bereiken door het inrich
ten van doelmatige voordracht- en lie
deravonden, kunst- en tooneelfeesten.
leesuren, waaruit noodzakehikerwijze,
verfijning en fierheid komt in onzen han
del en wandel.
En nochtans de Eerw. Pater beweeit,
dat elke ziel aristocratisch aangelegd is,
d. w. z. met hooger, edeler doeleinden,
doch te zeer zijn die opwellingen nog
overstroomd door de durf- en moede
loosheid, die hij vergelijkt bij de In
fluenza of in zijn schalksche West-
Vlaamsche Slense Wij hebben den
moed niet te durven. Zoo weinigen ko
men vooruit om te verdedigen wat
schoon en goed is.
Maar langzaam komt men meer en
meer tot de bewustheid van het gewicht
eener degelijke opvoeding.
Mogen wij Vlaamsche landbouwers
achteruit blijven Neen, handen uit de
mouwen, als fiere Vlaamsche mannen en
vrouwen, en voora! nog ons kloeke
jeugd, op u bouwt hij zijne hoop. In
iedere jongeling, in ieder meisje sluimert
'n liefde. Wanneer die liefde gesterkt en
gevoed wordt met het oog op 'n derge
lijk Vlaamsch ideaal, stellig volgt daar
uit de redding en de vervolmaking van
ons Vlaamsche wezen en volk.
Pater Callewaert. de ziel van ons
volk, hoopt... en wacht.
Ten slotte dankte de heer Voorzitter
der Vlaamsche Kringen de Eerw. Pater
Callewaert hartelijk en beloofde ons nog
menige dusdanige voordracht, wat allen
aangenaam verrastte.
Mochte eenieder daarvan het nut ten
volle begrijpen
LIw wegen getrokken en de gazons
goed geordend, blijft er U slechts nog
over te gaan tot het aanleggen van
bloemperken. In alle tuinen vindt men
ze. t zijn de bloemperken, die 't meest
effect aan t tuintje geven moeten. Ze
moeten daarom goed uitkomen, 't is te
zeggen bloot liggen; zoodat men ze van
verre en bij den eersten aanblik be
speuren kan. Hun geliefkoosde plaats
zal dan cok zijn voor het lommerhuisje,
voor de woning of in den tuin zelf maar
goed zichtbaar.
Als we die mooie bloemperken in
sommige tuinen bewond. ren, dan heb
ben we ons ook al dikwijls afgevraagd,
hoe is t toch mogelijk zulke schoone
dingen te verwezenlijken Leest dit ar
tikel aandachtig, en gij bijzonder. Beste
Lezeressen, van ons geliefd Koorn-
bloempje en ge zult wel zien dat 't
niet zoo moeilijk is, als men het zich wel
inbeelden zou. Een schoon brood wordt
in de plaat gebakken en van den vorm
der plaat hangt ook den vorm van het
brood af, zoo hebt ge ronde broodjes,
Fransche broodjes, enz. de pasteiwinkels
bieden er u naar hartelust aan. Zoo is
t ook met de bloemperken, men heeft
er ronde, ovale of elliptische, niervor-
mige, halvemaanvormige, sikkelvormige
die door iedereen te bereiken zijn ook
faktasievormen als de horen des over-
vloeds, de kruisvormen enz.deze laat
ste nochtans moeten in onze gewone
tuinen vermeden worden, ze passen
wellicht beter in groote bloemenpar-
terre's en stadsparken. De eerste dus om
hun eenvoud en om hun gemak van aan
leggen zult ge verkiezen. Denkt toch
hoegenaamd niet dat zulks moeilijk is.
Eenige woordjes uitleg kunnen hier wel
licht dienst bewijzen.
Het eenvoudigste en verre weg het
gemakkelijkste om te maken is toch wel
het ronde. Ge slaat een paal in den
grond en ge bindt er een koord aan, zoo
danig dat ze met u meedraait, een stokje
aan t uiteinde van de koord geeft u den
cirkel omtrek.
Om een ovaal te vormen slaat ge twee
palen in den grond die ge van elkander
min of meer verwijdert naar gelang ge
uw ovaal grooter of kleiner maken wilt.
Om deze twee palen legt ge een koord
waarvan de uiteinden aan elkander ver
bonden zijn en waarvan de lengte zoo
danig is geschikt dat ze bij het rondgaan
in gespannen toestand, een volmaakte
ellips op den grond teekent. Men be-
proeve zulks eenige keeren en men zal er
weldra veel handigheid in bekomen. De
halvemaanvorm bekomt men best met
een halve cirkel te trekken. De zeisvorm
met eerst een halve cirkel omtrek te ma
ken en dan de koord in te korten om de
binnenlijn van de zeisen te trekken.
Een schoone fantasievorm bekomt
men met eerst een cirkelomtrek te ma
ken, er den doormeter van te trekken en
deze te verdeelen in 3 gelijke deelen.
Men neemt een koord die als straal een
maal het 1/3 deel van den doormeter en
een ander maal het zesde deel en jnen
trekt boven en onder den doormeter een
groote en kleine halve cirkel waarvan de
uiteinden elkander raken juist aan het
verbindingspunt op den doormeter. Men
bekomt derwijze twee fantasievormen
waarvan men er eene naar eigen goes
ting laten zal.
Doch genoeg over 't aanleggen van
vormen 't bijzonderste is de bloemen
perken beplanten en bezaaien, zoodanig
dat ze aan ons oog een verrukkelffk
schouwspel aanbieden.
Er weze hier terloops gezegd dat een
bloemenperk beter met slechts een soort
van bloemen is beplant, dan met een
tiental soorten die niet te zamen passen.
Een bloemenperk evenals een schilderij
kan overladen zijn, en schreeuwende
kleuren tentoon spreiden waarop onze
oogen zich eerder vermoeien dan te rus
ten. Een bloemperk met een enkele soort
bloemen beplant maakt een beteren in
druk dan die welke aan overlading lij
den.
In een goed onderhouden tuin wor
den bloemperken minstens twee keer per
jaar beplant eens in de Lente en een
in den Zomer, want een bloemenperk
dat niet bloeit ziet er uit als een jong
meisje dat treurt. De eerste beplanting
gaatje dus doen met bloemen die in de
Lente bloeien als tulpen, hyacinthen,
winterviolieren, anemonen, vergeet-me
nietjes, selenen, viooltjes enz. Deze eens
uitgebloeid worden dan vervangen door
zomerbloemen of wel door in de bloe
misterijen gekweekte potplanten als
pelargonium's, geraniums, petunia s, be
gonia's, Fucksia's beter gekend onder
den naam van klokjes, salvia's, helio
tropen enz. Voor zonnige wel verluchte
zjjn geraniums, petunia's en salvia's het
best geschikt terwijl Heliotropen, Klok-
jes en Begonia's een meer beschaduwde 1
plaats mogen hebben.
De bloemen die ons het meest verheu
gen zijn voorzeker deze die ons de lieve
Lente aankondigen, 'k Vraag me dan
ook soms af, waarom wij die bekoorlijke
eerstelingen versmaden, zijn zij het niet
die ons het eerst den guren winter doen
vergeten. Ik zag dan ook graag wat
meer madeliefjes, vergeet-me-nietjes,
viooltjes, erigerons enz. in onze tuinen.
L. HAEMS
Landbouwvoordrachtgever.
N. B. Van tijd tot tijd zullen er in
De Koornbloem artikels verschijnen
over bloemenkweek, doch niet regelma
tig door. Fruit- en groentenkweek mo
gen niet over t hoofd worden gezien.
De samenstelling van de nieuwe Ka
mer is alsvolgt
Conservatieven 20.
Republikeinen 117.
Links republikeinen 52.
Links-democraten 75.
Socialistische radikalen 139.
republikeinen 35.
Socialisten 102.
Communisten 29.
Vier herstemmingen moeten gedaan
worden.
Volgens hun beroep rangschikt men
de nieuwe gekozenen alsvolgt
143 advokaten
53 landbouwers
46 nijveraars
44 eigenaars 38 publicisten 33 han
delaars 33 hoogleeraars 31 genees-
heeren 30 arbeiders 28 bedienden
10 ambtenaars 13ingeniers; 11 officie
ren 8 onderwijzers 8 avoués 6 ma
gistraten 6 apothekers 4 staatsraden
4 geestelijken 4 notarissen 3 dominees
2 veeartsen 2 bankiers 2 tandartsen.
De boeren komen dus op den tweeden
rang, ze zijn daarenboven nog'vertegen
woordigd door niet-boeren.
Wijzigingen toegebracht in het ko
ninklijk besluit dd. 14 Augustus 1922,
aangevuld bij dat van 30 Juli 1923.
waarbij een Rijkspremie wordt inge
steld, ter bevordering van het bou
wen van goedkoope woningen door
bijzondere personen.
(Slot)
Art. 13. Ten einde het aan den ge
lastigde van de Regeering of aan die
van het bij de wet van 9 Augustus 1889
tot stand gebrachte Volkswoning en
voorzorgscomité's mogelijk te maken in
den loop dier tien jarenr zich er van te
vergewissen of de voorschriften van de
artikels 10, 11 en 12 niet worden over
treden, dient de premiepenietende er
zich toe te verbinden het die gelastigden
mogelijk te ma' en zijn huis te onderzoe
ken.
Ingeval men weigert het huis te laten
onderzoeken, mag de teruggave van de
premie worden gevergd.
De Volkswoning- en voorzorgscomi
té's dienen de inbreuken op de bepalin
gen van bovengemelde artikels na te
gaan.
Zoo bedoelde colleges, tengevolge
van hun bevindingen, er toe worden ge
bracht voorstellen te doen om aan de
belanghebbenden het premiegenot te
onttrekken, dan dienen ze die, onver-
verwijld met een omstandig rapport,
aan het Departement van Nijverheid en
Arbeid over te maken en bij aangetee-
teekenden brief den eigenaar ervan te
verwitigen. Deze beschikt over een ter
mijn van een maand, vanaf den datum,
waarop de aangeteekende brief werd
gezonden om een klaagschrift in te die
nen bij den Minister van Nijverheid en
arbeid die zonder beroep beslist.
Art. 18 De aanvrager vermeldt op
het hem door het Ministerie van Nijver
heid en Arbeid toegestuurd formulier of
hij den verkoopprijs, verminderd met
het bedrag der Rijks-, provincie- en ge
meentepremie, uit zijn eigen geldmidde
len en zonder geldelijke tegemoetkoming
van een derden persoon betaalt, ofwel
hij dien uit de opbrengst eener leening
kwijt. In laatst bedoeld geval, vermeldt
hij den naam en de kwaliteit van den
geldschieter, het bedrag der leening als
mede het bedrag van den gevergden in
trest.
Is de geldschieter niet een met de Al-
gemeene Spaar- en Lijfrentkas in ver
band staande maatschappij dan dient de
aanvrager bovendien, op verzoek van
volkswonings- en voorzorgscomité van
het district of van het Ministerie van
Nijverheid en Arbeid, een afschrift van
het contractsontwerp te verschaffen,
houdende namelijk opgaaf van den
duur der leening, van den rentevoet en
van de voorwaarden, waaronder wordt
terugbetaald, alsmede attest dat een an
dere derde, tegenover wien hij onver
schillig welke verplichting mocht heb
ben aangegaan, is tusschen beide ge
komen.
Bij bovenbedoeld formulier voegt de
aanvrager
1° Een nationaliteitsbewijs
2° Een getuigschrift van goed ge
drag
3° Een getuigschrift van den contro
leur der belastingen, waarbij voor al de
familieleden, waaruit het gezin is samen
gesteld, het bedrag wordt opgegeven
van de aangifte omtrent de inkomsten-