REDT U fZELVEN Arbeid adelt ONZE BOERENOEUGD Ret Weder in den Plantengroei. flaklank eener VooPdraebt Landbouwweekblad DE BLOEMPERKEN. Landbonwwedstri d te Antwerpen 06 66DTe... Uitslagen der Verkiezingen in Frankri k moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 18 MEI 1924 Prijs i2 centiemen. 6de JAARGANG N\ 281 Abonnementsprijs s 6,00 Ifrank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Zonder over haar vele stoffelij ke voordeelen te spreken, mag men gerust schrijven dat de Vlaamsche beweging een heele geestelijke herwording tintelend van nieuwe levenskracht heeft te weeg gebracht. Waaraan is dat te danken Aan de jeugd en zonder de jeugd mocht men alle hoop la ten varen. Alle groote volksbewegingen moeten noodzakelijkerwijze ge steund en geholpen worden en meest allen hebben of zullen enkel zegepralen door de jeugd. Sluit men alle gedacht van op stand en revolutie uit, dat bij ons volk geen ingang vindt en minst van al nog bij ons, boeren, dan moet men zijn hoop stellen op de jeugd om nieuwe gedachten te doen zegevieren in een min of meer nabije toekomst. In meer bepaalden zin, zien wij niet dat alle politieke partijen in ons land, en om geen andere reden, zich op alle mogelijke wijze inspan nen, om de jeugd onder haar vlag te scharen. Want wordt een partij door de jeugd verlaten, dan mag men zonder aarzelen verkondigen: die partij gaat dood Is ze inte gendeel bij machte de jeugd, de geestdriftige jeugd rond haren standaard te brengen, te behou den, te drillen en voor haren strijd te begeesteren, weest ervan over tuigd dat deze partij overwinnen zal. De jeugd is de hoop. De jeugd is de toekomst. Dat zijn onbetwistbare waarhe den waarmede alle leiders rekening moeten houden, zoowel in de po litiek als in de boerenbeweging. De boerenjeugd schijnt zich meer en meer van de boerderij af te keeren hoe dichter bij de stad hoe meer men dit feit bevestigd ziet. Ik weet wel, schijn bedriegt. Ik weet ook dat op een landbouw voordracht bijvoorbeeld de oude ren meest altijd alleen aanwezig zijn, omdat het ten onzent een mode, een traditie is dat de vader of de oudste van 't gezin heel het huishouden gaat vertegenwoordi- j gen in belangrijke aangelegenhe- j den en een voordracht wordt als dusdanig aanzien. Maar die tra ditie hoewel ik veel van oude Vlaamsche zeden houd die moet ten allen prijze worden ver loochend, zoo wij de boerenbe weging met sukses bekroond zien. Het is zeker een aangenaam en troostvol verschijnsel, dat onze landbouwers van jaren, menschen tusschen de veertig en de zestig en zelfs nog oudere, die wij meest aantreffen op onze voordrachten, mef ons meevoelen dat de tijd ge- J komen is om de boeren samen te j brengen tot welzijn van onzen stand en tot welvaart van de ge meenschap, maar willen wij ook onzen strijd tot een goed einde brengen, dan moet onder ons de geestdrift komen en het vuur van de jonge harten. Nemen wij wel in acht dat op vele plaatsen de jeugd aan den landbouw ontsnapt en dat kan een doodsgevaar worden in de toe komst. De jeugd ontsnapt ons door de schuld der regeering, die de boe- renbelangen te zeer verwaarloost en aldus van onzen stiel een bedrijf maakt zonder vooruitzichten en toekomst, zoodanig dat de jonge ren, die altijd streven naar beter, afkeer gaan voelen voor vaders stiel en bedrijf de jeugd ontsnapt ons door de steeds groeiende zucht naar vermaak en stoffelijk genot en gemak Ver van mij het gedacht om sport en kermissen op zich zelf af te keuren, na de lange dagen van tobben en zwoegen mag lichaam en hart wel eens ont spanning zoeken maar veroor- deeld moet worden alle overdaad van sport en plezier, die ons in een maalstroom van nooit-voldaan-zijn meesleept, en ons ongevoelig maakt voor elk zedelijk genot en alle geestelijk streven. De jeugd 1 ontsnapt ons wij moeten groot- moedig zijn en desnoods ons eigen schuld bekennen. Is het ook J niet ten deele onze fout Of is het j enkel een nalatigheid geweest? Of nog minder, is de oorzaak enkel gelegen aan het moeilijke begin van onzen strijd tegen de vele vij anden, zoodat we de beide handen reeds te vol hadden. In elk geval, schuld of geen schuld, bekennen moeten we toch dat het gevaar bestaat en dan moeten we zoeken naar de heilzame middelen om dat gevaar af te weren en middelen zijn er bij de vleet. De Waalsche boeren hebben zich op een korte spanne tijds flnk ingericht, doch sedert een jaar omtrent hebben zij ingezien dat ook de toekomst van hun land- bouwersvereeniging niet gewaar borgd was zonder de medewer king van de jongeren. Zij hebben de jeugd ten oproep getrommeld en geschaard in jonge-boerenbon- den, die reeds op een bewonde- renswaardigen bloei mogen bo gen. ïk ben er zoowel als iemand van overtuigd dat de boerenbewe ging in Vlaanderen niet zal zijn of niet kan zijn wat ze in Wallonië is én door de toestanden van den landbouw alhier én door het ver schil van onzen volksaard zelf, maar wij kunnen van hen veel goeds leeren, zonder daarom zooals wij het reeds meermalen schreven hun slaafsche navol gers te zijn. En hier geven ze ons wel een voorbeeld dat niet alleen onze volle goedkeuring mee draagt, maar dat ook voor ons een wijze les mag heeten. Een volk wordt groot dat op een sterke jeugd mag roemen. En sterk zal de Vlaamsche boeren jeugd zijn als wij ze samenbrengen en bezielen met ons eigen geest drift. Al het schoone van onzen maatschappelijken strijd zal als een weelderig zaad bij haar opschie ten als in een uiterst vruchtbaren grond, bevrucht met rijke liefde voor onzen landbouw, onze eerste nationale nijverheid! Uit die jeugd zal een zedelijke kracht uitgaan, die de boeren redden zal tegen heug en meug van alle politieke weerhanen; Niet alleen de ouderen moeten werken en kampen, maar de jon geren vooral moeten mee, want zij zullen ten slotte meest profijt halen uit iedere standsverbetering die wij verkrijgen. De jongeren houden zich gereed, de jongeren blijven wakker, de dagen van nieuw leven rijzen in t verschiet een nieuwe hoop Ver vult onze harten. Als de jeugd meemarscheert, en als de ouderen ze steunen willen en dat zullen zij dan is de strijd voor ons gewonnen en dan zullen wij, boeren, mogen zingen Ons volk zal niet vergaan H. KLOPTEROP. Van 5 tot 14 Juli wordt te Deurne bij Antwerpen in Rivierenhof een prijs kamp-tentoonstelling van landbouw in gericht, door de zorgen der provinciale Landbouwmaatschappij van Antwerpen en gesteund door den Staat, de Provin cie en de Stad. De tentoonstelling zal uit vier groote groepen bestaan Dieren, met 8 afdee- lingen Landbouwtentoonstellingen met 2 afdeelingen Machines en Landbouw- voortbrengselen met 3 afdeelingen Boom- en Bloementeelt met 5 afdee lingen. Het adres van den Algemeenen Kom- missaris luidt2, Schoenmarkt, Ant werpen. De toegangsprijs zal, volgens de da gen, 5, 2 en 1 frank beloopen. Als we nu weten dat de planten zoo n dringende behoefte hebben aan warmte, om in de Lente bijv. gauw in groei te komen, dan moeten we ons beste best doen om hua daarvan zooveel mogelijk te laten genieten en dit kunnen we vooral met alles te doen wat de inwer king der warm e kan vergemakkelijken.; Braakliggende gronden, 't zij in den! hof of op het veld die uitgelegd zijn of worden opgetrokken, zullen veel rapper inwendig verwarmd zijn, dan deze die ruw blijven liggen en geheel aan zich zeiven worden overgelaten, tot dat het tijdstip van zaaien of planten gekomen is. Ook om de eerste warmte zooveel mogelijk uit te baten, zaaien verstandige moestuiners, hunne vroege gewassen als salaad bijv. op eene plaats in den hof, tegen koude wirden beschut door muur of andere afsluitingen. De ontwikkeling van de plant, stevig heid. grootte of middelmatige ontwikke ling, die de voornaamste grondslagen zijn voor goede of slechte opbrengsten worden hoofdzakelijk beïnvloed door het weder en de hoedanigheden van den bodem met die beiden heeft de kwee- ker rekening te houden, wil hij goede uitslagen bekomen. Is het weder voor den groei heel gun stig, staan de wintergranen in hun vbor- deel, dan heeft de kweeker die zijne gronden oordeelkundig heeft gemest, weinig te vreezen voor te vroeg vallen, waardoor de graan-opbrengst zeker zou worden benadeetigd. Is er daarentegen een overdaad van stikstof in zijn gron den voor handen, dan zullen zijne gra nen zeker vroegtijdig vaben. Ook wanneer we nagaan welke groo te rol het weder speelt in het planten leven, dan moeten we ons ook afvragen of die kweekers die voor of bij 't zaaien of planten al hunne meststoffen in ééns toedienen, wel de goede doenwijze vol gen. Wij meeneu het niet te moeten be twijfelen, dat zoo te werk gaan schade lijk is. Hoevele jaren komen er niet dat de beste zorgen, de overvloedigste be mestingen als grootendeels nutteloos mogen aanzien worden. Zulks gebeurt tamelijk dikwerf bij drooge of te natte Zomers. Hoeveel kgr. kostelijke mest stoffen worden dan niet gestrooid die grootendeels verloren zijn. Nu vooral dat het gebruik van kunst- mesten zoo zeer verspreid is, moeten we ten stelligste afraden heel de portie in eens toe te dienen. Veel mesten is zeker heel goed en on ontbeerlijk om tot goede oogsten te ge raken. maar 't is best niet te veel in eens te geven. Niet dat de planten er door lijden, maar wel door het feit, dat de stoffen die in den grond aanwezig zijn en niet door de planten kunnen opgenomen worden, aan verlies zijn blootgesteld en dat door allerhande oorzaken. Minerale stoffen als fosfoor, potasch en kalk kun nen jaren achtereen in den grond blij ven. doch zulks is niet het geval met stikstof en 't is juist deze laatste die het duurst is en waar op vele plaatsen nog zoo roekeloos wordt meê omgespron gen. Nochtans is het heel gemakkelijk en vooral veel verstandiger als de plan ten in groei zijn dien groei te bespoedi gen door het toedienen van wat stikstof. Meen nu niet dat we het toedienen van stikstofmesten afraden bij planten of zaaien in geenen deele. Die stof moet in het bereik der plant zijn van in haar jongste leven, maar we keuren ten zeerste af het strooien van 2 kgr. nitraat of ammoniak per roede bij 't zaaien of planten, en dat nog eens. omdat de jon ge plantjes onmogelijk die groote hoe veelheid kunnen benuttigen dan op een min of meer langen tijd, en dat er intus- schen op die kostelijke stoffen zeker ver lies komt. Verstandige werkers zullen dus gedu rig rekening houden met het weder en er door allerhande zorgen op letten de groei hunner planten te bevorderen of in te dammen. Bij natte vochtige zomers bijv. als de planten genoeg groeien en de vorming van bladeren en stengels eer te forsig dan te flauw is, zullen ze zorgen niets te doen of te geven dat die groei nog zou versterken, maar wel er voor zorgen dat die stoffen die moeten stevigheid en kloekte geven, genoeg voorhanden zijn in den grond. H. L. Wie de zoo belangrijke voordracht door de Eerw. Pater Callewaert in Aalst heeft bijgewoond op Maandag 28 April, is voorzeker dien avond niet zonder op rechte voldoening huiswaarts gekeerd. Immers, wie houdt niet aan Calle- waerts' rond open woord aan de on weerlegbare waarheid van zijn spreken? Hoe voelt men zich door zijne groote volkskennis en diepe overtuiging meê- gesleept. Uit ons volk geboren en onder ons volk geleefd, doorgrondt hij het zoo Daar kwam een engel in het land, Een vriendje van de zon Bloei zei hij tot den kerselaar, ...Bekroond met bloemen stond hij daar, Dat het niet schooner kon. En appel-, pere- en pruimeboom, Die werden ook bezocht Op 't ééne woordje dat hij sprak Geen twijgje meer, geen enk'le tak, Die ook niet bloeien mocht. Hij blies zijn adem langs de wei En over 't wijde veld De vruchten schoten uit den grond, Het geurde en kleurde in het rond Van bloemen ongeteld. Hij riep de vogelkens tot zich. Gaf wijsjes hun en toon En eiken dag, van 's morgens vroeg Tot in den laten avond, sloeg Hun liedje wonderschoon. Dan, tot de menschen, jong en oud, Heeft hij zich ook gewend Hij keek hen zoet en vriend'lijk aan En deed hun harte blijder slaan Die engel was...? de Lent' Fons Van de Maele. goed, en t ligt hem nauw aan 't harte. Hij kent de leemte en de deugden zooals niemand. Met Vlaanderen zingt hij om zijn roem, met Vlaanderen weent hij om zijn ontwording. In mooie Vlaamsche taal handelde zijne voordracht voornamelijk over "De Opvoeding van ons Volk Opvoeding is naar de Eerw. Pater het opwerken, optillen, omhoog halen J van een volk door de aanpassing der wellevendheid op alle gebied worden wat men worden kan door meer vervol making van zijn eigen wezen en leven. Wanneer men ooit ergens in het bui tenland vertoefde, heeft men allicht de openbare wellevendheid van andere volkeren bewonderd en onmiddellijk daarop bevonden wij ons eigen tekort aan die noodzakelijke welvoeglijkheid. Ieder die het hart op de rechte plaats draagt, moest wel op dzborst kloppen.'t ianerlijke van ons volk is niet te slecht, doch de uiterlijke ruwheid in 't algemeen vernedert ons. De gemeene uitlatingen op treinen en openbare plaatsen door gebaren en ge sprekken, de ongegeneerdheid tegen over vrouwen zijn gemis aan opvoeding. Toch is eenieder niet schuldig door eigen fout. Steekt iemands oogen uit en verwijt hem van blindheid, zegt Cons cience, wanneer zij die verwijten zelf de oogen uitstekeo. Helaas Zoo is het ook veelal in or s land. Om te zien en te kunnen c orcleelen is er natuurlijk geleerdheid noodig om zich gedachten te scheppen en waarhe den te leeren onderscheiden. Doch, bij velen is de dag door het werk gansch ingenomen, en heden vooral door onze standsgenoten. Men voelt na de zware dagtaak nog zoo weinig lust om zich een paar uurkens aan ontwikkeling toe te wijden en toch ligt daar de breede baan die ook ONZE opwerking moet stuwen en voltooien.Die enkele uurkens (voor dezen die er veil hebben) zouden zoo nuttig kunnen bes'.eed worden, doch de geëerde spreker zegt dat het volk te zeer aan de furrie van de cinema, ver maken en sport is gehecht, die heden alles beheerscht. Die furrie moet de plaats ruimen voor meer ernst en hoogere levensbeschou wing. Dat is te bereiken door het inrich ten van doelmatige voordracht- en lie deravonden, kunst- en tooneelfeesten. leesuren, waaruit noodzakehikerwijze, verfijning en fierheid komt in onzen han del en wandel. En nochtans de Eerw. Pater beweeit, dat elke ziel aristocratisch aangelegd is, d. w. z. met hooger, edeler doeleinden, doch te zeer zijn die opwellingen nog overstroomd door de durf- en moede loosheid, die hij vergelijkt bij de In fluenza of in zijn schalksche West- Vlaamsche Slense Wij hebben den moed niet te durven. Zoo weinigen ko men vooruit om te verdedigen wat schoon en goed is. Maar langzaam komt men meer en meer tot de bewustheid van het gewicht eener degelijke opvoeding. Mogen wij Vlaamsche landbouwers achteruit blijven Neen, handen uit de mouwen, als fiere Vlaamsche mannen en vrouwen, en voora! nog ons kloeke jeugd, op u bouwt hij zijne hoop. In iedere jongeling, in ieder meisje sluimert 'n liefde. Wanneer die liefde gesterkt en gevoed wordt met het oog op 'n derge lijk Vlaamsch ideaal, stellig volgt daar uit de redding en de vervolmaking van ons Vlaamsche wezen en volk. Pater Callewaert. de ziel van ons volk, hoopt... en wacht. Ten slotte dankte de heer Voorzitter der Vlaamsche Kringen de Eerw. Pater Callewaert hartelijk en beloofde ons nog menige dusdanige voordracht, wat allen aangenaam verrastte. Mochte eenieder daarvan het nut ten volle begrijpen LIw wegen getrokken en de gazons goed geordend, blijft er U slechts nog over te gaan tot het aanleggen van bloemperken. In alle tuinen vindt men ze. t zijn de bloemperken, die 't meest effect aan t tuintje geven moeten. Ze moeten daarom goed uitkomen, 't is te zeggen bloot liggen; zoodat men ze van verre en bij den eersten aanblik be speuren kan. Hun geliefkoosde plaats zal dan cok zijn voor het lommerhuisje, voor de woning of in den tuin zelf maar goed zichtbaar. Als we die mooie bloemperken in sommige tuinen bewond. ren, dan heb ben we ons ook al dikwijls afgevraagd, hoe is t toch mogelijk zulke schoone dingen te verwezenlijken Leest dit ar tikel aandachtig, en gij bijzonder. Beste Lezeressen, van ons geliefd Koorn- bloempje en ge zult wel zien dat 't niet zoo moeilijk is, als men het zich wel inbeelden zou. Een schoon brood wordt in de plaat gebakken en van den vorm der plaat hangt ook den vorm van het brood af, zoo hebt ge ronde broodjes, Fransche broodjes, enz. de pasteiwinkels bieden er u naar hartelust aan. Zoo is t ook met de bloemperken, men heeft er ronde, ovale of elliptische, niervor- mige, halvemaanvormige, sikkelvormige die door iedereen te bereiken zijn ook faktasievormen als de horen des over- vloeds, de kruisvormen enz.deze laat ste nochtans moeten in onze gewone tuinen vermeden worden, ze passen wellicht beter in groote bloemenpar- terre's en stadsparken. De eerste dus om hun eenvoud en om hun gemak van aan leggen zult ge verkiezen. Denkt toch hoegenaamd niet dat zulks moeilijk is. Eenige woordjes uitleg kunnen hier wel licht dienst bewijzen. Het eenvoudigste en verre weg het gemakkelijkste om te maken is toch wel het ronde. Ge slaat een paal in den grond en ge bindt er een koord aan, zoo danig dat ze met u meedraait, een stokje aan t uiteinde van de koord geeft u den cirkel omtrek. Om een ovaal te vormen slaat ge twee palen in den grond die ge van elkander min of meer verwijdert naar gelang ge uw ovaal grooter of kleiner maken wilt. Om deze twee palen legt ge een koord waarvan de uiteinden aan elkander ver bonden zijn en waarvan de lengte zoo danig is geschikt dat ze bij het rondgaan in gespannen toestand, een volmaakte ellips op den grond teekent. Men be- proeve zulks eenige keeren en men zal er weldra veel handigheid in bekomen. De halvemaanvorm bekomt men best met een halve cirkel te trekken. De zeisvorm met eerst een halve cirkel omtrek te ma ken en dan de koord in te korten om de binnenlijn van de zeisen te trekken. Een schoone fantasievorm bekomt men met eerst een cirkelomtrek te ma ken, er den doormeter van te trekken en deze te verdeelen in 3 gelijke deelen. Men neemt een koord die als straal een maal het 1/3 deel van den doormeter en een ander maal het zesde deel en jnen trekt boven en onder den doormeter een groote en kleine halve cirkel waarvan de uiteinden elkander raken juist aan het verbindingspunt op den doormeter. Men bekomt derwijze twee fantasievormen waarvan men er eene naar eigen goes ting laten zal. Doch genoeg over 't aanleggen van vormen 't bijzonderste is de bloemen perken beplanten en bezaaien, zoodanig dat ze aan ons oog een verrukkelffk schouwspel aanbieden. Er weze hier terloops gezegd dat een bloemenperk beter met slechts een soort van bloemen is beplant, dan met een tiental soorten die niet te zamen passen. Een bloemenperk evenals een schilderij kan overladen zijn, en schreeuwende kleuren tentoon spreiden waarop onze oogen zich eerder vermoeien dan te rus ten. Een bloemperk met een enkele soort bloemen beplant maakt een beteren in druk dan die welke aan overlading lij den. In een goed onderhouden tuin wor den bloemperken minstens twee keer per jaar beplant eens in de Lente en een in den Zomer, want een bloemenperk dat niet bloeit ziet er uit als een jong meisje dat treurt. De eerste beplanting gaatje dus doen met bloemen die in de Lente bloeien als tulpen, hyacinthen, winterviolieren, anemonen, vergeet-me nietjes, selenen, viooltjes enz. Deze eens uitgebloeid worden dan vervangen door zomerbloemen of wel door in de bloe misterijen gekweekte potplanten als pelargonium's, geraniums, petunia s, be gonia's, Fucksia's beter gekend onder den naam van klokjes, salvia's, helio tropen enz. Voor zonnige wel verluchte zjjn geraniums, petunia's en salvia's het best geschikt terwijl Heliotropen, Klok- jes en Begonia's een meer beschaduwde 1 plaats mogen hebben. De bloemen die ons het meest verheu gen zijn voorzeker deze die ons de lieve Lente aankondigen, 'k Vraag me dan ook soms af, waarom wij die bekoorlijke eerstelingen versmaden, zijn zij het niet die ons het eerst den guren winter doen vergeten. Ik zag dan ook graag wat meer madeliefjes, vergeet-me-nietjes, viooltjes, erigerons enz. in onze tuinen. L. HAEMS Landbouwvoordrachtgever. N. B. Van tijd tot tijd zullen er in De Koornbloem artikels verschijnen over bloemenkweek, doch niet regelma tig door. Fruit- en groentenkweek mo gen niet over t hoofd worden gezien. De samenstelling van de nieuwe Ka mer is alsvolgt Conservatieven 20. Republikeinen 117. Links republikeinen 52. Links-democraten 75. Socialistische radikalen 139. republikeinen 35. Socialisten 102. Communisten 29. Vier herstemmingen moeten gedaan worden. Volgens hun beroep rangschikt men de nieuwe gekozenen alsvolgt 143 advokaten 53 landbouwers 46 nijveraars 44 eigenaars 38 publicisten 33 han delaars 33 hoogleeraars 31 genees- heeren 30 arbeiders 28 bedienden 10 ambtenaars 13ingeniers; 11 officie ren 8 onderwijzers 8 avoués 6 ma gistraten 6 apothekers 4 staatsraden 4 geestelijken 4 notarissen 3 dominees 2 veeartsen 2 bankiers 2 tandartsen. De boeren komen dus op den tweeden rang, ze zijn daarenboven nog'vertegen woordigd door niet-boeren. Wijzigingen toegebracht in het ko ninklijk besluit dd. 14 Augustus 1922, aangevuld bij dat van 30 Juli 1923. waarbij een Rijkspremie wordt inge steld, ter bevordering van het bou wen van goedkoope woningen door bijzondere personen. (Slot) Art. 13. Ten einde het aan den ge lastigde van de Regeering of aan die van het bij de wet van 9 Augustus 1889 tot stand gebrachte Volkswoning en voorzorgscomité's mogelijk te maken in den loop dier tien jarenr zich er van te vergewissen of de voorschriften van de artikels 10, 11 en 12 niet worden over treden, dient de premiepenietende er zich toe te verbinden het die gelastigden mogelijk te ma' en zijn huis te onderzoe ken. Ingeval men weigert het huis te laten onderzoeken, mag de teruggave van de premie worden gevergd. De Volkswoning- en voorzorgscomi té's dienen de inbreuken op de bepalin gen van bovengemelde artikels na te gaan. Zoo bedoelde colleges, tengevolge van hun bevindingen, er toe worden ge bracht voorstellen te doen om aan de belanghebbenden het premiegenot te onttrekken, dan dienen ze die, onver- verwijld met een omstandig rapport, aan het Departement van Nijverheid en Arbeid over te maken en bij aangetee- teekenden brief den eigenaar ervan te verwitigen. Deze beschikt over een ter mijn van een maand, vanaf den datum, waarop de aangeteekende brief werd gezonden om een klaagschrift in te die nen bij den Minister van Nijverheid en arbeid die zonder beroep beslist. Art. 18 De aanvrager vermeldt op het hem door het Ministerie van Nijver heid en Arbeid toegestuurd formulier of hij den verkoopprijs, verminderd met het bedrag der Rijks-, provincie- en ge meentepremie, uit zijn eigen geldmidde len en zonder geldelijke tegemoetkoming van een derden persoon betaalt, ofwel hij dien uit de opbrengst eener leening kwijt. In laatst bedoeld geval, vermeldt hij den naam en de kwaliteit van den geldschieter, het bedrag der leening als mede het bedrag van den gevergden in trest. Is de geldschieter niet een met de Al- gemeene Spaar- en Lijfrentkas in ver band staande maatschappij dan dient de aanvrager bovendien, op verzoek van volkswonings- en voorzorgscomité van het district of van het Ministerie van Nijverheid en Arbeid, een afschrift van het contractsontwerp te verschaffen, houdende namelijk opgaaf van den duur der leening, van den rentevoet en van de voorwaarden, waaronder wordt terugbetaald, alsmede attest dat een an dere derde, tegenover wien hij onver schillig welke verplichting mocht heb ben aangegaan, is tusschen beide ge komen. Bij bovenbedoeld formulier voegt de aanvrager 1° Een nationaliteitsbewijs 2° Een getuigschrift van goed ge drag 3° Een getuigschrift van den contro leur der belastingen, waarbij voor al de familieleden, waaruit het gezin is samen gesteld, het bedrag wordt opgegeven van de aangifte omtrent de inkomsten-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1