REDT U ZELVEN f y Mijnheer MISEREZ Tegen de Overproductie. Wenken over Hoenderteelt Regeling der Reis vastgesteld op 29 (Dei. Landbouwweekblad Arbeid adelt LIJKREDE Uit de Natuur. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 25 MEI 1924 Prijs <2 centiemen. 6de JAARGANG N\ 282 Abonnementsprijs 6 00 frank s jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ÜRTA1RE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Op Woensdag 14 Mei is alhier zeer godvruchtig in den Heer ont slapen de achtbare Heer Miserez, Hoofdopziener bij het Ministerie van Landbouw, Ridder in de Leopoldsorde. Hij was een der schoonste figuren van onzen land- bouwwereld. Hij was een gouden hart in een stalen lichaam, gedre ven door een ijzeren wil. Hij be zwijkt vroegtijdig, slachtoffer van zijn onverpoosd, van zijn overbo dig werken. Toen de naderende dood reeds zijn helder verstand kwam verduisteren, waren zijne laatste woorden nog voor den landbouw. M. Miserez vergat nooit dat hij de zoon was van een vakman, hij had den landbouw en den land bouwer innig lief. Nooit zelfs kon hij het bureelleven goed gewoon worden. Gansch België door was Mijn heer Miserez gekend, overal werd hij bemind. Ook volgde een tal rijke menigte, zoowel uit Vlaande ren als uit het Walenland, waar onder de Minister van Landbouw en Openbare Werken, den lijk dienst. Na te Leuven schitterende stu diën gedaan te hebben, deed M. Miserez eerst aan landbouwonder wijs en kort nadien trad hij het vak van Staatslandbouwkundige bij. Overal wist hij zich door zijn vromen en onvermoeibaren arbeid ten hoogste doen te waardeeren. Het was voor ons eene pijnlijke en tevens eene troostende taak M. Miserez een laatste hulde te brengen, in naam der Belgische landbouwkundigen. Een pijnlijke taak, omdat ze ons verplichtte een laatsten vaarwel te sturen tot een mensch die we allen eerbiedigden en lief hadden, maar tevens eene troostende zending omdat het hier geene ijdele woorden gelde, maar dat we eenvoudig en vrij ons hart mochten laten spreken, om een dierbaren vriend eene diepe wel verdiende hulde te brengen. M. Miserez's loopbaan was buitengewoon vruchtbaar. Had hij zijne schitterende gaven toegepast op handels- of nijverheidsbelan gen, geen twijfel of hij zou op korte jaren hooggestegen zijn. Doch geld kon hem niet bekoren, Hij ging steeds zijn rechten weg voort, welwillend en hulpzaam voor eenieder, doch zonder links of recht te kijken. Hij was eerst en vooral een man van initiatief en bezield met een dapperen geest van onderneming. Men weet met welken ijver en welken geestdrift hij alhier de hop- beweging op touw zette, betere methoden verspreidde, de bestrij dingsmiddelen der ziekten deed kennen, bonden stichtte, proefne mingen en tentoonstellingen in richtte. Hij deed onze hoppen beter kennen en waardeeren en waar schijnlijk was hij eenmaal de red der dezer fraaie kuituur, in on ze streek. Ook voor den tabak teelt werd door hem dezelfde on vermoeibare werking aangelegd. Men weet wat al zelfopoffering, welken iever hij aan boord legde om binst den oorlog onze noodlij dende bevolking te helpen en iedereens moed op te beu ren. Weinige, onder de meest op gehemelde, kunnen zich op derge lijke werking beroemen. Ware de wapenstilstand niet opgetreden, zijne dappere houding ging hem de eer winnen door onzen woes- ten vijand aangehouden te wor den. Het is onmogelijk in een kort artikel de werking van M. Mise rez aan te halen, zijn prachtige in richtingen in de verwoeste streken, het verspreiden, in gansch het land. en ten koste van welke moei te, der landbouwprijskampen, zijne iniatieven in zake onderwijs en na melijk het inrichten der lagere landbouwsecties, zijne talrijke boeken, geschriften, artikels die de eer van zijnen naam en de fierheid der zijnen zullen blij ven. Overal waar M. Miserez eenmaal ijverde, blijven diepe spo ren zijner werking en al onze dor pen spreken van zijn vruchtbaren en onvermoeibaren arbeid. Helaas Hij verdwijnt zonder zijne taak te kunnen eindigen, vroegtijdig ontroofd aan zijne be drukte familie. M. Miserez was een rechtscha pen geest, een edel hart. Zijne ziel was al geestdrift en iever en zijn zedelijke persoon, die ver uitstak boven de menigte, verdient meer en beter dan gewonen lof. Hij was gekomen waar hij was, zon der laagheid, zonder vleierij, zon der kruipen, alleen door zijne schoone gaven van werkzaamheid en verstand en dank zij een stalen wil. Zijngansche loopbaan getuigt van eergevoel en rechtschapen heid. Zijn rijke inbeelding ten dienste van veel gezond verstand was hem steeds behulpzaam. De meest ingewikkelde zaken werden helder voor zijn klaren en door dringenden geest. Niemand beter dan hij kon zijne toehoorders overtuigen door een dapper geest driftig woord. Elk die M. Miserez kende, moest hem beminnen en al die hem grondig kenden, hadden hem innig lief. Welke droefheid hem zien te vertrekken, vroegtijdig gedood door een overbodig werken. Hij viel getroffen in den roemvollen strijd, in volle kennis, als een sol- j daat op de bres. Zijn stichtend afsterven was indrukwekkend. Eenige dagen vóór het droevig einde werden wij tot hem toegela ten en waren diep getroffen door de vordering der kwaal, doch nog veel meer door de hemelsche schoonheid dezer ziel, die haar zeiven vergat tot in den doodangst, om alleen zich te bekommeren om de dierbare naastbestaanden, om tot het einde toe aan den plicht te denken. Immer zullen wij ons herinneren die uitdrukking van verbaastheid en van angst bij al degene dat de droeve mare raakte, bij onze Col- legas namelijk, voor wie hij meer een vriend en een steun dan een hoofd was. Nu nog kan men moei lijk gelooven dat hij voor altijd van deze aarde verdwenen is, hij de werkzaamheid, de beweging, de geestdrift zelf, hij die immer wrocht met liefde en overtuiging, hij die door gansch zijne land- bou w-familie geëerbiedigd, bewon derd en bemind werd. Zijne diep beproefde familie brengen wij hier de uitdrukking onzer christelijke en innige deelne ming aan haar diepe smart. Zij weze overtuigd dat M. Miserez in ons geheugen zal leven als een zinnebeeld van edelheid en van goedheid. D. B. uitgesproken dor den heer Caudron, Be stuurder van R. U. Z. in naam der Landbouwersvereenigingop het graf van den heer Hector Miserez, op Zater dag 17 Mei 1924. Mevrouwen, Mijn heeren, Ia naam van de leden der Landbou wersvereeniging Redt U Zelven, ver vul ik de droeve plicht hier eene laatste hulde te brengen aan den Voorlichter van ons volk, de wijze Raadgever en stoere Werker tot vooruitgang van den landbouw, aan onzen achtbaren vriend, den heer Hector Miserez. Sinds tientallen van jaren was de heer Miserez voor onze streek benoemd als Landbouwkundige van den Staat. Die taak heeft Hij met eenen onvergelijkba ren iever vervuld. Hij heeft zijn diepe kennissen in de praktijk gebracht en on ze landbouwers eenen nieuwen weg ge wezen, eenen weg die leidt naar vooruit gang, naar verbetering van hun vak, en verheffing van hunnen stand. Hoe zagen we Hem in dorpen en vel den ijveren om scholen te stichten, voordrachten te geven, prijskampen in te richten en allerlei practische verbete ringen toe te brengen. En welke veran dering heeft zijn werk niet teweeg ge bracht in onze streek, die op heden wel licht eene van de meest bloeiende land bouwstreken van ons land is. Den landman heeft Hij van nabij ge volgd, hem gewezen en voorgepredikt, hem aangemoedigd en hem op den weg des vooruitgangs voortgestuwd. Toen kwam de tijd dat grooter en hooger taken hem wachtten... Hij werd benoemd als Hoofdinspecteur bij het Ministerie van Landbouw. Daar ook hebben we Hem aan 't werk gezien en Hij was slechts ia het eerste stadium van zijnen reusachtigen op- marsch, toen de dood Hem trof en Hem ontrukte aan de liefde zijner achtbare Familieleden en aan de vereering zijner talrijke vrienden. Hoe spijtig is het niet zóó een Man te moeten verliezen en dan nog in den vollen bloei der jaren Hoe veel goeds staat er nog op zijne hooge kennissen en koppige werkzaamheid te wachten En toch is het eenmaal zoo Wij buigen bij het onverbiddelijke noodlot en onderwerpen ons aan de be- sluitselen der Voorzienigheid. Maar aan den boord van dit graf wil len we den heer Miserez onze dankbaar heid en hooge achting betuigen, voor al de diensten aan onze klas en aan den landbouw bewezen. Zijn Naam zal eeuwig prijken in de rij der verdienste lijke mannen en Zijn werk zal voortle ven in de geslachten van ons volk. Achtbare Vriend, groote Werker, Man van vooruitgang en kennissen, Vaarwel. Onze dank en onze vereering zullen U in Uw graf vergezellen en Uwe Nagedachtenis zal bij ons in eere blijven. Goede Vriend Miserez, Vaarwel Wat groeizaam weder Waarlijk de maand Mei tracht ons het schraal, guur en nat weder van April te doen verge ten. Dan was er nog niets, thans mogen we dat niet meer zeggen de weiden staan vol malsch gras, de spinazie en sa lade groeien dat ge 't ziet, de graange wassen staan puik en komen goed in, de aardappelen moeten al gekuild worden, in een woord, de meimaand levert ons warm en groeizaam weder, wel wat veel onweders misschien maar daarom gaan zeggen dat 't 'nen weeken Zomer zal zijn, zie, dat vind ik overdreven. Maar wat we mogen zeggen is dat zonder geweldige fruitneerslagen in den Herfst of 't einde van den Zomer, er geweldig fruit zal zijn. k Heb reeds me nige boomgaarden bezocht en 'k mag U verzekeren dat er dit jaar een overpro ductie gaat zijn, die we zeker niet ang stig mogen te gemoet zien, maar waar tegen we 'ons toch moeten wapenen. Ongelukkiglijk onder dit opzicht laat het in ons land nog veel te wenschen over. De boeremenschen hebben over 't algemeen te veel werk om zich daar mede onledig te houden en andere in stellingen durven het verzenden van fruit of 't verwerken van fruit in onder- produkten, zich maar niet over den hals halen^'t En is voorzeker geen kinder spel en ik begrijp dat er hier met veel omzichtigheid dient gewerkt te worden. Nochtans zag ik gaarne eens een proef wagen. We moeten ons, kost wat kost, tegen de overproductie wapenen. Ik wil dan ook het mijne bijdragen om in ons geliefd Koornbloempje en in verscheidene artikels eens aan te dui den op welke wijze we ons van het overtollig fruit zouden kunnen ontlas ten. 't Kan toch niet zijn dat we 't weer in de krib der dieren zouden moeten gooien ofwel het met gansche hoopen zouden moeten zien rotten. Het bijzonderste van al is toch wel meen ik het verzenden van fruit naar Engeland, Duitschland en andere landen in afwachting dat wij Belgen er ons zullen op toeleggen om ons fruit zelf in onderprodukten als :dranken, confituren, geleien enz. te verwerken ofwel het door drogen of pasteuriseeren te verduurza men. En op gebied van verzending naar Engeland zijn er ons niet lang geleden verheugende berichten toegekomen, na melijk de op- en afvaart van ferry-boats over 't kanaal tusschen Zeebrugge en Harwich. Die treinbooten kunnen ons Belgen de grootste diensten bewijzen. Alhoewel er sedert eenigen tijd veel gewag is gemaakt in dag- week en maandbladen, wil ik toch ook eens in ons blad uiteenzetten wat eigenlijk trein booten zijn en welke onschatbare dien sten ze aan ons land kunnen bewijzen en op welke wijze wij er zouden kunnen gebruik van maken. Onze mooie Vlaam- sche taal, die op haar eigen zoo wel- J sprekend is, zegt in het woord treiri- boot meer dan genoeg om er ons reeds een klaar begrip van te geven, 't Is in derdaad een gansche trein, welke gela den, met wagons en al van te lande op een boot getrokken of geduwd, waar dus ook riggels of sporen op 't dek lig gen en dit op denzelfden afstand als onze sporen van te lande, zoodanig dat er nu hoegenaamd geen overlading van trein op schip meer moet gedaan wor den. En denkt toch niet dat er maar eenige wagons op kunnen, vier en vijftig als 't U belieft die elk tot 20.000 kgr. kunnen wegen of het klein gewichtje van een millioen, tachtig duizend kgr. Wat dunkt U Dat de menschen veel kunnen en slim zijn dat wisten we reeds lang, maar dat ze zoo iets tot stand gingen brengen daaraan hadden we ons voorzeker niet verwacht, 't Is beter dat ze op handels gebied vooruitgang maken dan te moe ten zien dat ze ook alle slach machienen uitvinden om hun evenmensch te doo- den. Weg met dergelijke tuigen die ten dienste staan van 't alverslindend milita- rismus en ook weg met die ontuchtko- ten, waar ze ons jongens zedelijk ver moorden, maar leve de treinbooten, hoerah Naar hetgene we lazen in de Tuinbo- de, maandblad voor tuinbouwleeraars zijn er thans drie vaartuigen twee zullen dagelijks dienst doen, een in elke rich ting De derde is een reserveboot. Dage lijks zal er een vertrek plaats hebben, zoowel uit Zeebrugge als uit Harwich. Het laden van die vier en vijftig wagons duurt slechts een halve uur. Wat een prachtige vooruitgang Wat een mooie uitvinding. Ziet eens, wat tijd er vroeger niet noodig was om de treinen te ontladen en- den inhoud er j van terug in een boot te laden, dat duur de gansche dagen en intusschentijd stond ons fruit en groenten daar of wel te rijp te worden of te verslensen, zoodanig dat, wanneer ze ginder op de markt toe kwamen ze gansch hun oog verloren hadden. Was dat geen zonde Wat al kneu zingen en blutsen, en schrammen en breu ken als 't ginder op de markt toekwam en de Engelschen die eer wat te kiesch zijn op hun koopwaar dachten niet zel den dat we slechte of minderwaardige koopwaar wilden aan den man brengen. De verzenders van fruit zullen er wel wat meer weten over te praten, zij die het aan den geldbeugel zeer dikwijls ge voeld hebben. Dat overbrengen van koopwaar van trein op boot en omge keerd duurde niet alleen lang. maar verg de bovendien veel personeel en materi aal. Dat alles wordt door de treinbooten vermeden, zoodanig dat we mogen zeg gen dat het niet alleen op handelsgebied een degelijke maar ook een spaarzame inrichting is. Deze wijze van vervoer gaat dus bijzonder dienstig zijn voor fruit, groenten, eieren, visch en al wat gemak kelijk breekbaar is als glas- en porcelein- werk. Het overladen wordt vermeden en 't is daar voornamelijk dat de eieren in pannekoeken veranderden en 't glas en porcelein deden zien uit welke stof ze waren vervaardigd. Ik denk wel nog meer te kunnen schrijven over de trein booten voor vandaag is 't stoppen. L. HAEMS. Landbouwvoordrachtgever. Zeg Lezeres of Lezer van De Koornbloem, hebt Ge al een enkele maal het ontbottend leven in de Lente aan dachtig afgespied Het heerlijk groen dat zoo pas ontloken is, streelt uw oog, het jonge leven dat zoo machtig t allen kant is komen opdagen, en heel de groote natuur in een harmoniëerend lusthof heeft herschapen, hebt ge ver beid met een zeker verlangen omdat, ge wel wist, dat het wondere leven, dat reeds zooveel duizende jaren is ver nieuwd, ook nu niet zou achterblijven. Dit wonder leven geeft U alles wat ge behoeft kleederen, schoeisels, voedsel, vermaak, gemakkelijk verkeer, genees middelen bij ziekte of ongevallen, alles gewordt U rechtstreeksch of na een groote of kleine omwerking uit het le ven der planten en dieren. En toch Niettegenstaande al dat nut, al dat geneugte, hebben wij, waanwijze menschen, nog niet eens ernstig willen nagaan, hoe het toch is, dat leven;hoe 't zich steeds opnieuw voordoet, altijd ge ordend en zich gedragend naar die on gemaakte wetten, die in het groote boek der natuur besloten liggen. Daar bestaat geen wetboek dat de gang van ontwikkeling moet regelen ten goede, alles wordt er zoo wat aan zich- zelven overgelaten en toch is er van niets te veel of te weinig. Weliswaar kunnen sommige invloeden hier en daar wanverhoudingen scheppen, die eene te groote of te kleine voortbrengst of aanwezigheid van nuttige of schadelijke wezens veroorzaken, maar waar de na tuur in dit gewest te kort schiet, geeft hij in een ander zoo overvloedig dat er zel den of nooit in het gezamentlijke der voortbrengst, aan iets mangel is. Zeker is er, dank aan de wetenschap pelijke navorschingen en de aanpassing derzelve bij kweek en productie, nu een grooter en nuttiger voortbrengst dan over duizende of honderde jaren maar niettegenstaande onze tegenwoordige smakelijke gerechten, onze allerhande weefsels en kleederen, onze ontelbare bezittingen die we aan de natuur hebben te danken, in vroegere eeuwen niet be kend waren, leefden de menschen van toen toch ook van die zelfde voortbreng selen. Welk begrip we er ook over ouden armen tijd op na houden, toch mogen we er zeker van zijn dat de men schen toen ook leefden en misschien meer tevreden dan wij, die ons zoo modern meenen Modern menschen Die staan in ver voering zich stom te staren op een mooië schilderij, die een pracht-land- schap te aanschouwen geeft. En toch die schilderij is een nabootsing, een na maaksel van de werkelijheid die toch nog zooveel schooner is. Spreek over 2ijne heerlijke schepping, met den groot sten schilder-artist, en die zal li moeten bekennen, dat het tafereel dat hij heeft willen namaken, toch nog zooveel schooner was dan hetgene dat hij heeft gemaakt. We gaan uren weg van huis om ten toonstellingen te bewonderen, staan er in verrukking om hetgeen meesters-gen-ie heeft gewrochten al de echte pracht die zich dagelijks aan ons oog in onze omgeving ontvouwt, bemerken wij niet eens. Een goochelaar die zakdoeken veran derd in fijne sigaren, die uit de mouw zijner vest allerhande voorwerpen weet te halen, kunnen wij een wondermensch meenen, al weten we dat alles daar be rust op zinsbedrog en schamateurs be drog. Maar hoe het toch gebeurt dat uit een stuk dood hout, als een boom er uit ziet in de winter, bladeren bloemen en vruchten kunnen komen willen we niet eens te weten komen. Nochtans wisten we heel goed hoe dat alles zich voordoet in de groote na tuur, hoe het leven zich daar ontwikkelt, hoe veel mystisme er verborgen is in leven en worden der planten en dieren, hoe gretig zouden we alles nagaan en willen te weten komen wat we tot he den nog niet eens wisten te begrijpen, hoeveel meer zouden we genieten van de natuur en hoeveel gelukkiger zouden wij ons voelen, wij kinderen van Gods lieve natuur die het genieten en bewon deren maar te grijpen hebben. We zullen in volgende nummers en kele grepen uit het intieme natuurleven te beschouwen geven. Mochten we er in gelukken de belangstelling onzer le zers gaande te maken, hun weetgierig heid te prikkelen of op te wekken en hun ook meer en beter de schoonheid die zich gedurig in haar bijzijn en onder hare handen ontvouwt, te leeren begrij pen en bewonderen. H.L, In ons laatste artikel hebben wij de vijf geboden van den hoenderteler aan geduid, 't is te zeggen de bijzonderste regels die, in zake hoenderteelt dienen toegepast. Misschien zal het niet over bodig schijnen desaangaande eenigen uitleg te geven. De goede regel zegt Goede leghen nen hebben. Wij veronderstellen dat het hoofddoel van den hoenderteler is, eiers voortbrengen, zooals 't alhier meestal het geval is. Men kan zich goe de hoenders aanschaffen door het koo- pen van hennen of eiers van gewone hennen, van boerenkiekens zooals men zegt. Voorzeket bestaan er onder dergelijke hennen puike legsters. Niet temin het staat buiten kijf dat er veel meer kans bestaat beste hennen aan te werven, door het koopen van een zui ver, wel gekend en reeds veredeld leg ras. Zulke rassen bestaan en de legprijs- kampen, sedert eenige jaren overal op touw gezet, hebben ze van langs om meer doen kennen. Dikwijls hooren we zeggen om goe de legsters te hebben, dient men ver basterde hennen te kweeken. Welk misverstand! Zoo iets beweren is gansch tegenstrijdig met de gezonde rede, 't is zelfs alle vooruitgang loochenen. Waar om zouden dergelijke hennen de ver basterde de beste legsters zijn, ja zelfs, naar aanleiding zekere gezegdens, schier het monopool van het goede leg gen bezitten Zijn 't niet overal in de natuur, de zuivere stammen die de beste uitslagen geven. Zijn onze zuivere tarwe, rogge, haver, beeten, soorten van mindere waarde dan onzuivere stammen? Heeft ons zuiver Belgisch paard minder spierkracht dan de ver basterde paarden van voorheen, is de zuivere Vlaamsche koe, de zuivere Hol- landsche koe, van minder waarde dan de verbasterde dieren die men nog zoo veel ontmoet Wie zou zoo iets nog durven beweren Welnu er is geene rede, om dewelke kiekens, aan den elge- meenen regel niet zouden onderworpen zijn. Men gelieve ons wel te verstaan. Het kruisen van twee goede hoender rassen zal heel waarschijnlijk ook goede hoenders voortbrengen, doch wanneer men gewone, verbasterde hoenders aan koopt, kent men daar gewoonlijk geens zins den oorsprong van, men weet niet wat allerlei soorten meestal goede en ook slechte meehielpen aan het vor men van een onzuiveren stam. Met zui vere rassen is de toestand gansch anders. Zekere rassen werden dusdanig verbe terd dat meest al de zuivere produkten van die rassen, zooniet uitnemende, dan toch puike legsters zijn. Zoo bv. de witte leghorn, de anconar enz. diesedert tal van jaren, voornamelijk in Amerika en Engeland op gestadige en stelselma- matige wijze veredeld werden. En hier komen wij terug op ons vijfde gebod dat luidtzijne soort gedurig verbeteren. Dit is natuurlijk een punt van overgroot belang. Een goede hen eet dikwijls al niet veel meer dan een slechte. Veronderstellen wij dat eene hen nagenoeg 90 eiers moet leggen om winstgevend te zijn. Al wat ze meer legt is zuivere winst en eene hen die 150 eiers legt geeft TWEEMAAL zooveel winst als een hen die er 120 legt. Dus, 't is eene zaak van groot belang de hen nen 30, 20, ja zelfs 10 eieren meer doen te leggen. Welnu, de ondervinding die wij kunnen hebben in zake hoenderteelt, de inlichtingen die ons hier en daar overgemaakt worden, hebben ons ge leerd dat de hennen onzer boerenhoven meestal gemiddeld rondom de 110 eiers leggen. Dit cijfer is ontoereikend en het zou noodzakelijk moeten stijgen. Men zou zijne hennen gedurig moe ten verbeteren. Hoe kan dit geschieden Bij den boer zelf 't Is wel wat moeilijk en brengt vrij wat last mede Weliswaar kent de boer of liever de boerin, hier en daar, in de kudde, eene beste legster, maar hoe dezes eieren af gezonderd Wel is waar zal hij, hier en daar, een slechte hen verwijderen, doch dit is niet voldoende en ééne me thode alleen kan tot ernstige verbetering leiden n. 1. het gebruik van valnesten. Ongelukkiglijk is deze methode op het hof hoegenaamd niet gebruikbaar. De gewone hoenderteler zal zich dus mees tal genoodzaakt vinden zich te wenden tot kweekerijen die zich op de stelselma tige verbetering toeleggen om daar eiers of kiekens te koopen van beste legsters Het is dikwijls heel moeilijk, daar te stellen welke de kweekerijen zijn die ernstig te werk gaan. Het geldt hier voornamelijk een kwestie van vertrou wen. Deze kweekerijen verkoopen hunne eiers meestal aan hooge prijzen. De kweekerij De Heide die waarschijn lijk een der Belgische kweekerijen is, verkoopt eiers van gewone witte leg horns aan 10, 7, 6 en 4 fr. volgens het getal eiers gelegd door de hennen van het parket waarvan ze voort komen. Men kan zich ook wenden tot eerlijke kweekers die hennen van besten oorsprong bezitten het geldt hier nogmaals een kwestie van vertrouwen om met hunne producten het neerhof te verbeteren. Het aankoopen van enkele haantjes, voorkomende van legsters die 200 eiers en meer leggen kan soms, op merk waardige wijze de opbrengst van het hoenderhok vermeerderen door afstam melingen te geven die vroeger en meer leggen. Men weet dat de haan zooals de stier bij de koe een grooten in vloed heeft op de productie. Veronder stellen wij een neerhof met 60 hennen waarvan de middelbare productie, door het aankoopen van kipjes of van haan tjes maar met 10 vermeerderd is het geen hoegenaamd niet moeilijk is dit maakt 60 X 10 600 eiers aan 0,50 fr. is 300 fr. gewonnen zonder moeite en met weinig kosten. D. BRICOUT. Wij vertrekken in Aalst met de trein van 5,57 u. (3 minuten vóór 6 uur), die stopt in Denderleeuw om er te vertrek ken om 6,10 u. Wij komen te Luik om 9,11 u. en te Coo om 11,17 u. Deze rit per trein, langsheen de boorden der Ourthe en de Amblève is zeer prachtig. Elkeen zoeke hem een plaatsken aan het venster. Wij blijven te Coo tot omtrent 2 uur, om er de waterval en de streek te bezichtigen, en gaan dan te voet naar 1 rois Pont (2 kilometer) om er den trein te nemen naar Spa om 16 u. en blijven er, om eene kleine wandeling naar de bronnen te doen, tot 17,10 vertrekuur van onzen trein naar Pepinster en Brus sel, waar we aankomen om 20,53 u. We komen naar Aalst met den trein van 21,22 u. en komen er aan om 21,58 u. (10 u. 's avonds). ALGEMEENE SCHIKKINGEN De Reiskaarten worden uitgedeeld te Aalst statie om een kwaart uur vóór de RNBL Eerwaarde Heeren,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1