REDT U
ZELVEN f
y Mijnheer MISEREZ
Tegen de Overproductie.
Wenken over Hoenderteelt
Regeling der Reis
vastgesteld op 29 (Dei.
Landbouwweekblad
Arbeid adelt
LIJKREDE
Uit de Natuur.
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 25 MEI 1924
Prijs <2 centiemen.
6de JAARGANG N\ 282
Abonnementsprijs 6 00 frank s jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ÜRTA1RE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Op Woensdag 14 Mei is alhier
zeer godvruchtig in den Heer ont
slapen de achtbare Heer Miserez,
Hoofdopziener bij het Ministerie
van Landbouw, Ridder in de
Leopoldsorde. Hij was een der
schoonste figuren van onzen land-
bouwwereld. Hij was een gouden
hart in een stalen lichaam, gedre
ven door een ijzeren wil. Hij be
zwijkt vroegtijdig, slachtoffer van
zijn onverpoosd, van zijn overbo
dig werken. Toen de naderende
dood reeds zijn helder verstand
kwam verduisteren, waren zijne
laatste woorden nog voor den
landbouw.
M. Miserez vergat nooit dat hij
de zoon was van een vakman, hij
had den landbouw en den land
bouwer innig lief. Nooit zelfs kon
hij het bureelleven goed gewoon
worden.
Gansch België door was Mijn
heer Miserez gekend, overal werd
hij bemind. Ook volgde een tal
rijke menigte, zoowel uit Vlaande
ren als uit het Walenland, waar
onder de Minister van Landbouw
en Openbare Werken, den lijk
dienst.
Na te Leuven schitterende stu
diën gedaan te hebben, deed M.
Miserez eerst aan landbouwonder
wijs en kort nadien trad hij het
vak van Staatslandbouwkundige
bij. Overal wist hij zich door zijn
vromen en onvermoeibaren arbeid
ten hoogste doen te waardeeren.
Het was voor ons eene pijnlijke
en tevens eene troostende taak
M. Miserez een laatste hulde te
brengen, in naam der Belgische
landbouwkundigen. Een pijnlijke
taak, omdat ze ons verplichtte een
laatsten vaarwel te sturen tot een
mensch die we allen eerbiedigden
en lief hadden, maar tevens eene
troostende zending omdat het hier
geene ijdele woorden gelde, maar
dat we eenvoudig en vrij ons hart
mochten laten spreken, om een
dierbaren vriend eene diepe wel
verdiende hulde te brengen.
M. Miserez's loopbaan was
buitengewoon vruchtbaar. Had hij
zijne schitterende gaven toegepast
op handels- of nijverheidsbelan
gen, geen twijfel of hij zou op
korte jaren hooggestegen zijn.
Doch geld kon hem niet bekoren,
Hij ging steeds zijn rechten weg
voort, welwillend en hulpzaam
voor eenieder, doch zonder links
of recht te kijken.
Hij was eerst en vooral een man
van initiatief en bezield met een
dapperen geest van onderneming.
Men weet met welken ijver en
welken geestdrift hij alhier de hop-
beweging op touw zette, betere
methoden verspreidde, de bestrij
dingsmiddelen der ziekten deed
kennen, bonden stichtte, proefne
mingen en tentoonstellingen in
richtte.
Hij deed onze hoppen beter
kennen en waardeeren en waar
schijnlijk was hij eenmaal de red
der dezer fraaie kuituur, in on
ze streek. Ook voor den tabak
teelt werd door hem dezelfde on
vermoeibare werking aangelegd.
Men weet wat al zelfopoffering,
welken iever hij aan boord legde
om binst den oorlog onze noodlij
dende bevolking te helpen en
iedereens moed op te beu
ren. Weinige, onder de meest op
gehemelde, kunnen zich op derge
lijke werking beroemen. Ware de
wapenstilstand niet opgetreden,
zijne dappere houding ging hem
de eer winnen door onzen woes-
ten vijand aangehouden te wor
den.
Het is onmogelijk in een kort
artikel de werking van M. Mise
rez aan te halen, zijn prachtige in
richtingen in de verwoeste streken,
het verspreiden, in gansch het
land. en ten koste van welke moei
te, der landbouwprijskampen, zijne
iniatieven in zake onderwijs en na
melijk het inrichten der lagere
landbouwsecties, zijne talrijke
boeken, geschriften, artikels die
de eer van zijnen naam en
de fierheid der zijnen zullen blij
ven. Overal waar M. Miserez
eenmaal ijverde, blijven diepe spo
ren zijner werking en al onze dor
pen spreken van zijn vruchtbaren
en onvermoeibaren arbeid.
Helaas Hij verdwijnt zonder
zijne taak te kunnen eindigen,
vroegtijdig ontroofd aan zijne be
drukte familie.
M. Miserez was een rechtscha
pen geest, een edel hart. Zijne ziel
was al geestdrift en iever en zijn
zedelijke persoon, die ver uitstak
boven de menigte, verdient meer
en beter dan gewonen lof. Hij
was gekomen waar hij was, zon
der laagheid, zonder vleierij, zon
der kruipen, alleen door zijne
schoone gaven van werkzaamheid
en verstand en dank zij een stalen
wil. Zijngansche loopbaan getuigt
van eergevoel en rechtschapen
heid. Zijn rijke inbeelding ten
dienste van veel gezond verstand
was hem steeds behulpzaam. De
meest ingewikkelde zaken werden
helder voor zijn klaren en door
dringenden geest. Niemand beter
dan hij kon zijne toehoorders
overtuigen door een dapper geest
driftig woord.
Elk die M. Miserez kende,
moest hem beminnen en al die hem
grondig kenden, hadden hem innig
lief. Welke droefheid hem zien te
vertrekken, vroegtijdig gedood
door een overbodig werken. Hij
viel getroffen in den roemvollen
strijd, in volle kennis, als een sol- j
daat op de bres.
Zijn stichtend afsterven was
indrukwekkend.
Eenige dagen vóór het droevig
einde werden wij tot hem toegela
ten en waren diep getroffen door
de vordering der kwaal, doch nog
veel meer door de hemelsche
schoonheid dezer ziel, die haar
zeiven vergat tot in den doodangst,
om alleen zich te bekommeren om
de dierbare naastbestaanden, om
tot het einde toe aan den plicht te
denken.
Immer zullen wij ons herinneren
die uitdrukking van verbaastheid
en van angst bij al degene dat de
droeve mare raakte, bij onze Col-
legas namelijk, voor wie hij meer
een vriend en een steun dan een
hoofd was. Nu nog kan men moei
lijk gelooven dat hij voor altijd
van deze aarde verdwenen is, hij
de werkzaamheid, de beweging,
de geestdrift zelf, hij die immer
wrocht met liefde en overtuiging,
hij die door gansch zijne land-
bou w-familie geëerbiedigd, bewon
derd en bemind werd.
Zijne diep beproefde familie
brengen wij hier de uitdrukking
onzer christelijke en innige deelne
ming aan haar diepe smart. Zij
weze overtuigd dat M. Miserez in
ons geheugen zal leven als een
zinnebeeld van edelheid en van
goedheid. D. B.
uitgesproken dor den heer Caudron, Be
stuurder van R. U. Z. in naam der
Landbouwersvereenigingop het graf
van den heer Hector Miserez, op Zater
dag 17 Mei 1924.
Mevrouwen, Mijn heeren,
Ia naam van de leden der Landbou
wersvereeniging Redt U Zelven, ver
vul ik de droeve plicht hier eene laatste
hulde te brengen aan den Voorlichter
van ons volk, de wijze Raadgever en
stoere Werker tot vooruitgang van den
landbouw, aan onzen achtbaren vriend,
den heer Hector Miserez.
Sinds tientallen van jaren was de heer
Miserez voor onze streek benoemd als
Landbouwkundige van den Staat. Die
taak heeft Hij met eenen onvergelijkba
ren iever vervuld. Hij heeft zijn diepe
kennissen in de praktijk gebracht en on
ze landbouwers eenen nieuwen weg ge
wezen, eenen weg die leidt naar vooruit
gang, naar verbetering van hun vak, en
verheffing van hunnen stand.
Hoe zagen we Hem in dorpen en vel
den ijveren om scholen te stichten,
voordrachten te geven, prijskampen in
te richten en allerlei practische verbete
ringen toe te brengen. En welke veran
dering heeft zijn werk niet teweeg ge
bracht in onze streek, die op heden wel
licht eene van de meest bloeiende land
bouwstreken van ons land is.
Den landman heeft Hij van nabij ge
volgd, hem gewezen en voorgepredikt,
hem aangemoedigd en hem op den weg
des vooruitgangs voortgestuwd.
Toen kwam de tijd dat grooter en
hooger taken hem wachtten... Hij werd
benoemd als Hoofdinspecteur bij het
Ministerie van Landbouw.
Daar ook hebben we Hem aan 't werk
gezien en Hij was slechts ia het eerste
stadium van zijnen reusachtigen op-
marsch, toen de dood Hem trof en Hem
ontrukte aan de liefde zijner achtbare
Familieleden en aan de vereering zijner
talrijke vrienden.
Hoe spijtig is het niet zóó een Man te
moeten verliezen en dan nog in den
vollen bloei der jaren Hoe veel goeds
staat er nog op zijne hooge kennissen
en koppige werkzaamheid te wachten
En toch is het eenmaal zoo
Wij buigen bij het onverbiddelijke
noodlot en onderwerpen ons aan de be-
sluitselen der Voorzienigheid.
Maar aan den boord van dit graf wil
len we den heer Miserez onze dankbaar
heid en hooge achting betuigen, voor al
de diensten aan onze klas en aan den
landbouw bewezen. Zijn Naam zal
eeuwig prijken in de rij der verdienste
lijke mannen en Zijn werk zal voortle
ven in de geslachten van ons volk.
Achtbare Vriend, groote Werker,
Man van vooruitgang en kennissen,
Vaarwel. Onze dank en onze vereering
zullen U in Uw graf vergezellen en
Uwe Nagedachtenis zal bij ons in eere
blijven.
Goede Vriend Miserez, Vaarwel
Wat groeizaam weder Waarlijk de
maand Mei tracht ons het schraal, guur
en nat weder van April te doen verge
ten. Dan was er nog niets, thans mogen
we dat niet meer zeggen de weiden
staan vol malsch gras, de spinazie en sa
lade groeien dat ge 't ziet, de graange
wassen staan puik en komen goed in, de
aardappelen moeten al gekuild worden,
in een woord, de meimaand levert ons
warm en groeizaam weder, wel wat
veel onweders misschien maar daarom
gaan zeggen dat 't 'nen weeken Zomer
zal zijn, zie, dat vind ik overdreven.
Maar wat we mogen zeggen is dat
zonder geweldige fruitneerslagen in den
Herfst of 't einde van den Zomer, er
geweldig fruit zal zijn. k Heb reeds me
nige boomgaarden bezocht en 'k mag U
verzekeren dat er dit jaar een overpro
ductie gaat zijn, die we zeker niet ang
stig mogen te gemoet zien, maar waar
tegen we 'ons toch moeten wapenen.
Ongelukkiglijk onder dit opzicht laat
het in ons land nog veel te wenschen
over. De boeremenschen hebben over
't algemeen te veel werk om zich daar
mede onledig te houden en andere in
stellingen durven het verzenden van
fruit of 't verwerken van fruit in onder-
produkten, zich maar niet over den hals
halen^'t En is voorzeker geen kinder
spel en ik begrijp dat er hier met veel
omzichtigheid dient gewerkt te worden.
Nochtans zag ik gaarne eens een proef
wagen. We moeten ons, kost wat kost,
tegen de overproductie wapenen.
Ik wil dan ook het mijne bijdragen
om in ons geliefd Koornbloempje en
in verscheidene artikels eens aan te dui
den op welke wijze we ons van het
overtollig fruit zouden kunnen ontlas
ten. 't Kan toch niet zijn dat we 't weer
in de krib der dieren zouden moeten
gooien ofwel het met gansche hoopen
zouden moeten zien rotten.
Het bijzonderste van al is toch wel
meen ik het verzenden van fruit naar
Engeland, Duitschland en andere landen
in afwachting dat wij Belgen er ons
zullen op toeleggen om ons fruit zelf in
onderprodukten als :dranken, confituren,
geleien enz. te verwerken ofwel het door
drogen of pasteuriseeren te verduurza
men.
En op gebied van verzending naar
Engeland zijn er ons niet lang geleden
verheugende berichten toegekomen, na
melijk de op- en afvaart van ferry-boats
over 't kanaal tusschen Zeebrugge en
Harwich. Die treinbooten kunnen ons
Belgen de grootste diensten bewijzen.
Alhoewel er sedert eenigen tijd veel
gewag is gemaakt in dag- week en
maandbladen, wil ik toch ook eens in
ons blad uiteenzetten wat eigenlijk trein
booten zijn en welke onschatbare dien
sten ze aan ons land kunnen bewijzen en
op welke wijze wij er zouden kunnen
gebruik van maken. Onze mooie Vlaam-
sche taal, die op haar eigen zoo wel- J
sprekend is, zegt in het woord treiri-
boot meer dan genoeg om er ons reeds
een klaar begrip van te geven, 't Is in
derdaad een gansche trein, welke gela
den, met wagons en al van te lande op
een boot getrokken of geduwd, waar
dus ook riggels of sporen op 't dek lig
gen en dit op denzelfden afstand als
onze sporen van te lande, zoodanig dat
er nu hoegenaamd geen overlading van
trein op schip meer moet gedaan wor
den.
En denkt toch niet dat er maar eenige
wagons op kunnen, vier en vijftig als 't
U belieft die elk tot 20.000 kgr. kunnen
wegen of het klein gewichtje van een
millioen, tachtig duizend kgr. Wat dunkt
U Dat de menschen veel kunnen en
slim zijn dat wisten we reeds lang, maar
dat ze zoo iets tot stand gingen brengen
daaraan hadden we ons voorzeker niet
verwacht, 't Is beter dat ze op handels
gebied vooruitgang maken dan te moe
ten zien dat ze ook alle slach machienen
uitvinden om hun evenmensch te doo-
den. Weg met dergelijke tuigen die ten
dienste staan van 't alverslindend milita-
rismus en ook weg met die ontuchtko-
ten, waar ze ons jongens zedelijk ver
moorden, maar leve de treinbooten,
hoerah
Naar hetgene we lazen in de Tuinbo-
de, maandblad voor tuinbouwleeraars
zijn er thans drie vaartuigen twee zullen
dagelijks dienst doen, een in elke rich
ting De derde is een reserveboot. Dage
lijks zal er een vertrek plaats hebben,
zoowel uit Zeebrugge als uit Harwich.
Het laden van die vier en vijftig wagons
duurt slechts een halve uur.
Wat een prachtige vooruitgang Wat
een mooie uitvinding. Ziet eens, wat
tijd er vroeger niet noodig was om de
treinen te ontladen en- den inhoud er j
van terug in een boot te laden, dat duur
de gansche dagen en intusschentijd stond
ons fruit en groenten daar of wel te rijp
te worden of te verslensen, zoodanig
dat, wanneer ze ginder op de markt toe
kwamen ze gansch hun oog verloren
hadden.
Was dat geen zonde Wat al kneu
zingen en blutsen, en schrammen en breu
ken als 't ginder op de markt toekwam
en de Engelschen die eer wat te kiesch
zijn op hun koopwaar dachten niet zel
den dat we slechte of minderwaardige
koopwaar wilden aan den man brengen.
De verzenders van fruit zullen er wel
wat meer weten over te praten, zij die
het aan den geldbeugel zeer dikwijls ge
voeld hebben. Dat overbrengen van
koopwaar van trein op boot en omge
keerd duurde niet alleen lang. maar verg
de bovendien veel personeel en materi
aal.
Dat alles wordt door de treinbooten
vermeden, zoodanig dat we mogen zeg
gen dat het niet alleen op handelsgebied
een degelijke maar ook een spaarzame
inrichting is. Deze wijze van vervoer
gaat dus bijzonder dienstig zijn voor fruit,
groenten, eieren, visch en al wat gemak
kelijk breekbaar is als glas- en porcelein-
werk.
Het overladen wordt vermeden en 't
is daar voornamelijk dat de eieren in
pannekoeken veranderden en 't glas en
porcelein deden zien uit welke stof ze
waren vervaardigd. Ik denk wel nog
meer te kunnen schrijven over de trein
booten voor vandaag is 't stoppen.
L. HAEMS.
Landbouwvoordrachtgever.
Zeg Lezeres of Lezer van De
Koornbloem, hebt Ge al een enkele maal
het ontbottend leven in de Lente aan
dachtig afgespied Het heerlijk groen
dat zoo pas ontloken is, streelt uw oog,
het jonge leven dat zoo machtig t allen
kant is komen opdagen, en heel de
groote natuur in een harmoniëerend
lusthof heeft herschapen, hebt ge ver
beid met een zeker verlangen omdat, ge
wel wist, dat het wondere leven, dat
reeds zooveel duizende jaren is ver
nieuwd, ook nu niet zou achterblijven.
Dit wonder leven geeft U alles wat ge
behoeft kleederen, schoeisels, voedsel,
vermaak, gemakkelijk verkeer, genees
middelen bij ziekte of ongevallen, alles
gewordt U rechtstreeksch of na een
groote of kleine omwerking uit het le
ven der planten en dieren.
En toch Niettegenstaande al dat nut,
al dat geneugte, hebben wij, waanwijze
menschen, nog niet eens ernstig willen
nagaan, hoe het toch is, dat leven;hoe 't
zich steeds opnieuw voordoet, altijd ge
ordend en zich gedragend naar die on
gemaakte wetten, die in het groote boek
der natuur besloten liggen.
Daar bestaat geen wetboek dat de
gang van ontwikkeling moet regelen ten
goede, alles wordt er zoo wat aan zich-
zelven overgelaten en toch is er van
niets te veel of te weinig. Weliswaar
kunnen sommige invloeden hier en daar
wanverhoudingen scheppen, die eene te
groote of te kleine voortbrengst of
aanwezigheid van nuttige of schadelijke
wezens veroorzaken, maar waar de na
tuur in dit gewest te kort schiet, geeft hij
in een ander zoo overvloedig dat er zel
den of nooit in het gezamentlijke der
voortbrengst, aan iets mangel is.
Zeker is er, dank aan de wetenschap
pelijke navorschingen en de aanpassing
derzelve bij kweek en productie, nu een
grooter en nuttiger voortbrengst dan
over duizende of honderde jaren maar
niettegenstaande onze tegenwoordige
smakelijke gerechten, onze allerhande
weefsels en kleederen, onze ontelbare
bezittingen die we aan de natuur hebben
te danken, in vroegere eeuwen niet be
kend waren, leefden de menschen van
toen toch ook van die zelfde voortbreng
selen. Welk begrip we er ook over
ouden armen tijd op na houden, toch
mogen we er zeker van zijn dat de men
schen toen ook leefden en misschien meer
tevreden dan wij, die ons zoo modern
meenen
Modern menschen Die staan in ver
voering zich stom te staren op een
mooië schilderij, die een pracht-land-
schap te aanschouwen geeft. En toch
die schilderij is een nabootsing, een na
maaksel van de werkelijheid die toch
nog zooveel schooner is. Spreek over
2ijne heerlijke schepping, met den groot
sten schilder-artist, en die zal li moeten
bekennen, dat het tafereel dat hij heeft
willen namaken, toch nog zooveel
schooner was dan hetgene dat hij heeft
gemaakt.
We gaan uren weg van huis om ten
toonstellingen te bewonderen, staan er
in verrukking om hetgeen meesters-gen-ie
heeft gewrochten al de echte pracht
die zich dagelijks aan ons oog in onze
omgeving ontvouwt, bemerken wij niet
eens.
Een goochelaar die zakdoeken veran
derd in fijne sigaren, die uit de mouw
zijner vest allerhande voorwerpen weet
te halen, kunnen wij een wondermensch
meenen, al weten we dat alles daar be
rust op zinsbedrog en schamateurs be
drog. Maar hoe het toch gebeurt dat uit
een stuk dood hout, als een boom er uit
ziet in de winter, bladeren bloemen en
vruchten kunnen komen willen we niet
eens te weten komen.
Nochtans wisten we heel goed hoe
dat alles zich voordoet in de groote na
tuur, hoe het leven zich daar ontwikkelt,
hoe veel mystisme er verborgen is in
leven en worden der planten en dieren,
hoe gretig zouden we alles nagaan en
willen te weten komen wat we tot he
den nog niet eens wisten te begrijpen,
hoeveel meer zouden we genieten van
de natuur en hoeveel gelukkiger zouden
wij ons voelen, wij kinderen van Gods
lieve natuur die het genieten en bewon
deren maar te grijpen hebben.
We zullen in volgende nummers en
kele grepen uit het intieme natuurleven
te beschouwen geven. Mochten we er
in gelukken de belangstelling onzer le
zers gaande te maken, hun weetgierig
heid te prikkelen of op te wekken en
hun ook meer en beter de schoonheid
die zich gedurig in haar bijzijn en onder
hare handen ontvouwt, te leeren begrij
pen en bewonderen.
H.L,
In ons laatste artikel hebben wij de
vijf geboden van den hoenderteler aan
geduid, 't is te zeggen de bijzonderste
regels die, in zake hoenderteelt dienen
toegepast. Misschien zal het niet over
bodig schijnen desaangaande eenigen
uitleg te geven.
De goede regel zegt Goede leghen
nen hebben. Wij veronderstellen dat
het hoofddoel van den hoenderteler is,
eiers voortbrengen, zooals 't alhier
meestal het geval is. Men kan zich goe
de hoenders aanschaffen door het koo-
pen van hennen of eiers van gewone
hennen, van boerenkiekens zooals
men zegt. Voorzeket bestaan er onder
dergelijke hennen puike legsters. Niet
temin het staat buiten kijf dat er veel
meer kans bestaat beste hennen aan te
werven, door het koopen van een zui
ver, wel gekend en reeds veredeld leg
ras. Zulke rassen bestaan en de legprijs-
kampen, sedert eenige jaren overal op
touw gezet, hebben ze van langs om
meer doen kennen.
Dikwijls hooren we zeggen om goe
de legsters te hebben, dient men ver
basterde hennen te kweeken. Welk
misverstand! Zoo iets beweren is gansch
tegenstrijdig met de gezonde rede, 't is
zelfs alle vooruitgang loochenen. Waar
om zouden dergelijke hennen de ver
basterde de beste legsters zijn, ja
zelfs, naar aanleiding zekere gezegdens,
schier het monopool van het goede leg
gen bezitten Zijn 't niet overal in de
natuur, de zuivere stammen die de
beste uitslagen geven. Zijn onze zuivere
tarwe, rogge, haver, beeten, soorten
van mindere waarde dan onzuivere
stammen? Heeft ons zuiver Belgisch
paard minder spierkracht dan de ver
basterde paarden van voorheen, is de
zuivere Vlaamsche koe, de zuivere Hol-
landsche koe, van minder waarde dan
de verbasterde dieren die men nog zoo
veel ontmoet Wie zou zoo iets nog
durven beweren Welnu er is geene
rede, om dewelke kiekens, aan den elge-
meenen regel niet zouden onderworpen
zijn. Men gelieve ons wel te verstaan.
Het kruisen van twee goede hoender
rassen zal heel waarschijnlijk ook goede
hoenders voortbrengen, doch wanneer
men gewone, verbasterde hoenders aan
koopt, kent men daar gewoonlijk geens
zins den oorsprong van, men weet niet
wat allerlei soorten meestal goede en
ook slechte meehielpen aan het vor
men van een onzuiveren stam. Met zui
vere rassen is de toestand gansch anders.
Zekere rassen werden dusdanig verbe
terd dat meest al de zuivere produkten
van die rassen, zooniet uitnemende, dan
toch puike legsters zijn. Zoo bv. de
witte leghorn, de anconar enz. diesedert
tal van jaren, voornamelijk in Amerika
en Engeland op gestadige en stelselma-
matige wijze veredeld werden.
En hier komen wij terug op ons vijfde
gebod dat luidtzijne soort gedurig
verbeteren. Dit is natuurlijk een punt
van overgroot belang. Een goede hen
eet dikwijls al niet veel meer dan een
slechte. Veronderstellen wij dat eene
hen nagenoeg 90 eiers moet leggen om
winstgevend te zijn. Al wat ze meer legt
is zuivere winst en eene hen die 150
eiers legt geeft TWEEMAAL zooveel
winst als een hen die er 120 legt. Dus,
't is eene zaak van groot belang de hen
nen 30, 20, ja zelfs 10 eieren meer doen
te leggen. Welnu, de ondervinding die
wij kunnen hebben in zake hoenderteelt,
de inlichtingen die ons hier en daar
overgemaakt worden, hebben ons ge
leerd dat de hennen onzer boerenhoven
meestal gemiddeld rondom de 110
eiers leggen. Dit cijfer is ontoereikend
en het zou noodzakelijk moeten stijgen.
Men zou zijne hennen gedurig moe
ten verbeteren. Hoe kan dit geschieden
Bij den boer zelf 't Is wel wat
moeilijk en brengt vrij wat last mede
Weliswaar kent de boer of liever de
boerin, hier en daar, in de kudde, eene
beste legster, maar hoe dezes eieren af
gezonderd Wel is waar zal hij, hier en
daar, een slechte hen verwijderen, doch
dit is niet voldoende en ééne me
thode alleen kan tot ernstige verbetering
leiden n. 1. het gebruik van valnesten.
Ongelukkiglijk is deze methode op het
hof hoegenaamd niet gebruikbaar. De
gewone hoenderteler zal zich dus mees
tal genoodzaakt vinden zich te wenden
tot kweekerijen die zich op de stelselma
tige verbetering toeleggen om daar eiers
of kiekens te koopen van beste legsters
Het is dikwijls heel moeilijk, daar te
stellen welke de kweekerijen zijn die
ernstig te werk gaan. Het geldt hier
voornamelijk een kwestie van vertrou
wen.
Deze kweekerijen verkoopen hunne
eiers meestal aan hooge prijzen. De
kweekerij De Heide die waarschijn
lijk een der Belgische kweekerijen is,
verkoopt eiers van gewone witte leg
horns aan 10, 7, 6 en 4 fr. volgens het
getal eiers gelegd door de hennen van
het parket waarvan ze voort
komen. Men kan zich ook wenden tot
eerlijke kweekers die hennen van besten
oorsprong bezitten het geldt hier
nogmaals een kwestie van vertrouwen
om met hunne producten het neerhof te
verbeteren.
Het aankoopen van enkele haantjes,
voorkomende van legsters die 200 eiers
en meer leggen kan soms, op merk
waardige wijze de opbrengst van het
hoenderhok vermeerderen door afstam
melingen te geven die vroeger en meer
leggen. Men weet dat de haan zooals
de stier bij de koe een grooten in
vloed heeft op de productie. Veronder
stellen wij een neerhof met 60 hennen
waarvan de middelbare productie, door
het aankoopen van kipjes of van haan
tjes maar met 10 vermeerderd is het
geen hoegenaamd niet moeilijk is dit
maakt 60 X 10 600 eiers aan 0,50 fr.
is 300 fr. gewonnen zonder moeite en
met weinig kosten.
D. BRICOUT.
Wij vertrekken in Aalst met de trein
van 5,57 u. (3 minuten vóór 6 uur), die
stopt in Denderleeuw om er te vertrek
ken om 6,10 u. Wij komen te Luik om
9,11 u. en te Coo om 11,17 u. Deze rit
per trein, langsheen de boorden der
Ourthe en de Amblève is zeer prachtig.
Elkeen zoeke hem een plaatsken aan het
venster. Wij blijven te Coo tot omtrent
2 uur, om er de waterval en de streek te
bezichtigen, en gaan dan te voet naar
1 rois Pont (2 kilometer) om er den trein
te nemen naar Spa om 16 u. en blijven
er, om eene kleine wandeling naar de
bronnen te doen, tot 17,10 vertrekuur
van onzen trein naar Pepinster en Brus
sel, waar we aankomen om 20,53 u. We
komen naar Aalst met den trein van
21,22 u. en komen er aan om 21,58 u.
(10 u. 's avonds).
ALGEMEENE SCHIKKINGEN
De Reiskaarten worden uitgedeeld te
Aalst statie om een kwaart uur vóór de
RNBL
Eerwaarde Heeren,