REDT U ZELVEN Arbeid adelt BEWUSTOIORDING ixenTeGeuüK Verkoop van (flijnen. Wenken over Hoenderteelt Tegen de Ovecprodaetie. Verordening betreffende het fllond- en Klanoizeer. Landbouwweekblad De Meikever INDEXCIJFER OP 15 MEI 1924 moei sleeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 1 JUNI 1924 Prija i2 centiemen. 6de JAARGANG Nï 283 Abonnementsprijs 6 00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller OR I AIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven, Voor en door de Landbouwers Evenals er in de laatste dagen nieuw leven kwam in de natuur, leven tintelend van zonnelicht en levensweelde doch soms ook eens afgewisseld door koude vla gen en spattende regenwolken, zoo ook ging er de laatste maanden en jaren een zindering door al de la gen en standen van de maat schappij. Als geen tijdperk ooit te voren, waren de jongste jaren vruchtbaar aan conferenties, congressen, volksbewegingen en sociale stroo mingen allerhande. Overal werden nieuwe grenzen afgebakend, vol keren en stammen kregen hunne lang beroofde vrijheid terug. Schier alle standen der maatschap pij voelden zich met nieuwen le vensgeest bezield, om op te komen voor vrijheid of grootere voor rechten. Nu, de huidige verhou dingen in de wereld hebben het gekende spreekwoord niet in t on gelijk gesteld en meer dan ooit is het bewaarheid de wereld is aan de durvers. Of ons boerenvolk die spreuk wel verstaat, mogen we sterk be twijfelen Op weinige uitzonderingen na heeft het boerenvolk zich de ge schiktheid van het oogenblik niet weten ten nutte te maken. Wijl andere standen zich duurzame ver beteringen wisten te veroveren, mogen wij slechts wijzen op een handvol stoffelijke verbetering, die toch van zoo luttel waarde is. Op sociaal - maatschappelijk gebied staan we nu nog even ver, nog even onbeholpen als in en voor den oorlog. Wijl anderen de hand aan het werk sloegen en zich door wet en wetgeving, blijvende panden za gen toegeëigend, hebben wij slechts de vage herinnering aan gegeven beloften tot waarheid ge brachte droombeelden En toch ligt er in boerenstand en boerenvolk, een zoo groote kracht besloten dat er van recht- verkrachting geen spraak zou zijn, zoo wij die krachten maar wisten te ontvouwen, en tot een geheel zich zelf ten dienste staande macht wisten te ontplooien. We willen hier niet herhalen en opsommen al hetgene ons werd beloofd en niet werd gegeven, al wat ons van rechtswege toekomt en tot nog toe, tot het onbereik bare schijnt te behooren, alles wat nog diende verwijzenlijkt. Alle be wuste landbouwers, en vooral alle lezers van De Koornbloem, weten dit voldoende. Dank aan de onverschilligheid waarmede wij van wege de Bel gische wetgeving worden beje gend, dank aan de opene en be dekte maatregelen, waarmede de Belgische landbouw wordt ge kortwiekt en benadeeligd, wijken duizenden onzer menschen uit naar vreemde landen en nijverheids streken dank daaraan gaan de besten uit ons volk over naar an dere beroepen, waar het levensbe- staan gemakkelijker wordt gewon nen en meer vrijheid en maat schappelijke rechtvaardigheid be staat. En toch Zoo wij het anders willen, zoo wij voor onzen han del, onze fondsen, onze arbeids kracht en productie een mensch- waardig bestaan in ruil vragen en willen verkrijgen zoo wij zeker heid willen in de toekomst voor ons en onze kroost, dan hebben we maar bewust te worden van al de krachten die in even opge noemde factoren besloten liggen en ons die macht ten nutte te maken. Tot die kracht-ontplooiïng kun nen wij het brengen door meer ontwikkeling, waaruit dan van lie verlede de noodige bewustwor ding zal ontstaan. \A/aar officieele tegemoetkoming te kort schiet, zullen wij alles best dienen, door het ontwikkelen eener goede machtsorganisatie zooveel moge lijk te bevorderen. Een goede machtsorganisatie, uitgaande van het boerenvolk, waaruit alle onzuivere elementen zooveel mogelijk moeten geweerd worden, zal onzen stand opvoeren naar meer zedelijke en stoffelijke opwerking, gesteund op eene eco nomische kracht waar de landbou wer niet alteen zal dienen maar ook leiden. Daarom heeft ons volk niet ge noeg aan politieke en sociale lei ders, het heeft ook behoefte, en dringend behoefte, aan economi sche leiders. En zulks vooral opdat het niet dat vruchtbaar terrein, hetwelk zoo omvangrijk is, langer late uitbuiten door de ontelbare parasieten, die dan nog met de vruchten dier uitbuiting de boeren bekampen en hunne langere slaafs heid trachten door te drijven en gestand te houden. Wie het onlangs verschenen overzicht over den handel in den landbouw (zie De Koornbloem van 10 November 1923) aandach tig heeft gelezen zal genoeg heb ben kunnen opmaken dat in het meer uitbaten van eigen handel voor het boerenvolk genoeg kracht en macht ligt besloten om recht te verkrijgen, ook zonder groote hulp van buiten af te dwin gen En juist omdat we weten dat in de uitbatimg onzer economische middelen, de zekerste macht ligt besloten, zijn wij tevreden omdat ook in de Kempen de actie op dat terrein wordt ingezet. Voor hen ook even als voor ons Redt U Zeivers, zal de leus bewaarheid worden De wereld is aan de durvers H. L. Nu al de Lentebloemen bloeien In heerlijk zon-döórlichte kleur, En ver uit alle tuinen vloeien Aromen van hun zoeten geur Nu groeit er diep ook in m n ziele Des levenswonnig Lentelied, En, jublend, wijl ik bloemen biedt. Wou 'k voor de Schepping nederknielen. Het trachten naar de mooie dagen En 't hunk'rend heimwee naar wat zon Deed vaak m'n lippen smeekend vragen Wanneer toch eens de Lent' begon De Lente in volheid van haar geven, Die tooit in feestdos de Natuur... O regendagen zijn zoo guur Wanneer men snakt naar nieuwer leven. En thans m'n God, is ze geboren De jonge Lente in het land, En d'hooge zonne hangt te gloren Gloed-nieuw, als zuivren diamant. O Lente alom stroome U thans tegen Den welkomsgroet van al wat leeft Want wat, door God, g ons geeft Wordt voor ons al een milden zegen. Em. Van den Broeck. Op Maandag 2 en Dinsdag 3 Juni, telkens van 2 tot 5 uren, zullen er in ons lokaal De Koornbloem Groote Markt, verkoopingen van wijnen plaats hebben, onder regiem der Douanen. Men koopt er op staal en de levering geschiedt ten huize. Voor nadere inlich tingen raadplege men den plakbrief ten Lokale. Naar het onderzoek van het Ministe rie van Nijverheid en Arbeid wordt het eenvoudig index-cijfer van de verhoo ging der kleinhandelsprijzen in België op den 15 Mei 1924 bepaald op 485 tegen 498 op 19 April 1924. Voor de vier groote steden met hun agglomeraat bereikt het 496 te Ant werpen, 512 te Brussel, 482 te Gent en 487 te Luik. Op de basis der prijzen in 1921 zou het eenvoudig index-cijfer, voor dezelfde maand in plaats van de maand April 1914 met 21,25 t. h. verhoogd zijn. In zake hoenderteelt zooals in andere, mag men noch dwaas, noch onbezonnen te werk gaan, doch men moet modern zijn, d. i. met zijnen tijd meegaan, zijne oogen niet vrijwillig sluiten voor den vooruitgang. Die gedachten komen ons dagelijks te binnen, o. m. toen we door de meerschen van 't omliggende gaan. Prachtig uitzicht veel te veel gele bloem pjes—ranunculus repens die getuigen van vochtigheid maar ook van gebrek, gebrek aan kalk, gebrek aan phosphoor- zuur. gebrek aan potasch en zelf gebrek aan stikstof. Er zijn nochtans reeds hier en daar schoone voorbeelden van boe ren die overvloedig en met verstand be mesten en die allerbeste uitslagen beko men, maar velen willen het niet zien of vinden daaraan allerlei uitleg uitgeno men de echte. Wat we zegden voor de meerschen is nog meer waar voor de klavers Hoeveel plekken vol schapen- surkel die men daar niet zou moeten vinden. Doch dit brengt ons te ver. Komen wij tot onzen hoenderteelt terug. Het is dus hoogst noodzakelijk onze hoenders te verbeteren, 'tis te zeggen, het gemiddeld getal eiers, per hen ge legd, te vermeerderen, Daartoe bestaan hoofdzakelijk twee middels1°) De beste legsters alléén vermenigvuldigen door 't gebruiken van valnesten 2°) Die dit middel niet kan gebruiken meet zijn ras verbeteren door zich reeds veredelde producten aan te schaffen. Veronderstellen wij dat we door een dezer twee doenwijzen een puik neerhof gevormd hebben. Wij moeten nu de die- rerf derwijze behandelen dat ze in staat wezen ons op den koristen tijd mogelijk een maximum eiers te geven. Ten eerste. Men zal de dieren eene goede huisvesting verschaffen en de voorschriften van den gezondheidsleer nauwkeurig toepassen. Wat het hok aangaat hierover hebben wij reeds eeni- ge aanduidingen gegeven. Verders zal men zorgen voor de reinheid, de vuile, rottende waters trachten te vermijden, de zieke dieren verwijderen, het hok kuischen en ontsmetten en dit zelfs toe passen op het beloop, rondom het hok. Men weet dat de hoenders, zooals meestal het gevogelte, onderworpen zijn aan allerlei ziekten en plagen en dat een zieke hen dikwijls een verloren hen is. Bijgevolg mag men niets verwaarloozen om het gevaar te vermijden. Ziehier hoe we gewoonlijk te werk gaan en onze doenwijze gaf ons, tot hiertoe, de beste uitslagen. Alle maanden of alle zes we ken het hok kuischen. Na het kuischen fijne, ongebluschte kalk strooien, daarna wat besproeien met créoline water. Eindelijk vijf of zes maal 's jaars, bijzon der binst den zomer, eens duchtig solfer branden in het hok. Over de ziekten en plagen waaraan de hoenders onderhevig zijn komen we verder terug. Ten tweeden. Men zal de hennen niet te oud laten worden. Veredelde legras sen, zooals de Leghorn en de Wyan dotte, houde men liefst maar twee jaar. Anderen rassen, zooals de minorcas, mag men drie jaar houden, doch meer niet. Men weet dat t gebruik van rin gen een eenvoudig en gemakkelijk mid del is, om den ouderdom der hennen te kennen. Ten derde. De voeding. Een doelma tige voeding toedienen is natuurlijk eene zaak van groot belang, bijzonder daar waar men vele hennen bezit of maar over weinig beloop beschikt. De voedings wijze laat dikwijls veel te wenschen, voornamelijk bij wintertijd. De leggen de hen eischt natuurlijk een voeding, rijk aan eiwitstoffen die haar zullen toe laten hare eiers te vormen. Binst den zomer en op den buiten, kan de hen veelal haar rantsoen volledigen, derwijze dat ze de noodige bestanddeelen heeft voor het vormen der eiers. Het jeugdige gras, allerlei kevers, pieren (hier teerlin gen genaamd) zullen haar dit toelaten. Doch binst den winter, is het heel wat anders. Granen, maïs of tarwe, zullen dan toereikend zijn om de hen de noo dige eiwitstoffen te bezorgen en haar toe te laten het leggen voort te zetten. Haar rantsoen moet dus, onder dit oog punt volledigd worden. Vele lieden denken dit doel te bereiken, door het toedienen van gekookte aardappels en van gruis. Dit is gansch verkeerd. Aard appels zijn doodarm aan eiwit en kun nen bijgevolg het leggen niet bevoor- deeligen. Ze zullen alleenlijk veel bij brengen om de hen te vetten en alzoo het leggen veeleer belemmeren. D. BRICOUT. gisting in gang te zetten voegt men per liter vocht 1 gram witten alcoholgist in koud water gebroken er bij en men roert hem met een stok eens rond. Voor toe komende week het vervolg en slot. L. HAEMS. Landbouwvoordrachtgever. Over eenige dagen, toen we in ons lokaal aan tafel, een praatje sloegen, over het lukken van 't fruit, deed een mijner vrienden, me opmerken dat de stekelbeziën, tros- en aalbeziën niet zoo gelukt waren dan verleden jaar. 'k Dronk een slokje en antwoorddeIk ïeb dat ook in mijn tuin meenen te be merken. Later bevestigden me nog an dere landbouwers hetzelfde slechte nieuws en 't moet dan toch wel waar zijn, alhoewel niemand mag overdrijven. Zijn ze niet zoo goed gelukt als verleden jaar, ze zijn toch ook ver van slecht ge- ukt en we verhopen dat menige land- souwster dit jaar ook wel confituur zal cunnen maken van tros- stekel- en aal- jeziën. 't Is in 't jaar 1922, wanneer het fruit zoo overvloedig was dat het gebruik van confituur in menige huisgezinnen is in voege gekomen, t Was wel een wei nig noodgedwongen om niet te veel be ziën te moeten zien verloren gaan. dat er naar de bereiding er van werd ge grepen. Die bereiding van confiituur werd over 't algemeen nogal gebrekkig gedaan en berustte ook op weinig we tenschappelijke aanduidingen. Daar ook geloof ik moest men de oor zaak gaan vinden van de gebrekkige uit slagen welke men bekwam. Voor het onmiddellijk gebruik nochtans waren de aanduidingen in een of ander almanak of kookboek geput over t algemeen voldoende, doch voor lange bewaring zag men soms een dikke laag schimmel op de bovenlaag en was den inhoud van den pot gansch verrot, 'k Weet niet of ge 't ook al ondervonden hebt maar de confituren van perziken zijn moeilijker te bewaren dan andere of liever waren door 't slecht systeem toegepast eer verrot dan de andere con fituren.'t Is gewoonlijk de fHiting van den pot, die voor 't algemeen te wen schen overlaat. Voor vandaag zou 'k hier eenige aan duidingen willen geven tot het bereiden van een zeer aangenaam en frisch drank je dat men van stekelbessen maken kan en dat men dan ook betitelt met den naam van stekelbessenwijn. Die beziën moeten eerst geplukt en gereinigd, daar na geperst worden en eindelijk het sap er van dient tot de bereiding van wijn. k Heb er verleden jaar, meen ik, te Herzele, bij een mijner collega's een glaasje van gedronken en 'k mag U ronduit bekennen, dat ik bij dergelijke gelegenheden liever niet in de matig- heidsbond ben ingeschreven, 'k moet tot mijn groot spijt, hier mijn eigen zwak heid aan 't licht brengen. 't Was iets fijn, iets lekker. De bessen worden best geplukt eenige dagen voor dat ze volkomen rijp zijn, anders zijn ze een weinig te siroopachtig. Men reinigt ze van kroontjes en staartjes en men brengt ze in de pers. Een gewoon zeef met een patattenstamper kan daarvoor dienst doen, op voorwaarde nochtans dat het niet te veel kerntjes en velletjes doorlaat Er bestaan ook bijzondere toe stellen om uit te persen met spiraalvor mige as, waarin het sap door de zeef druppelt en de kernen en vellen droog aan de eindpunt worden uitgeduwd. In een dergelijk toestel kan men van 100 kgr. bessen wel 70 kgr. sap bekomen, met de hand uitgeperst, zal men zich nochtans met een weinig minder moeten vergenoegen. We mogen zeggen dat met de bijvoeging van suiker en water men nagenoeg van 10 kgr. bessen een 20 li ter wijn kan bekomen. Ziehier waarop deze berekening is gesteund. Van 10 kgr. bessen heeft men nagenoeg 6 liter sap, hier voegt men per liter een kilo kristaalsuiker en 2 liter wa ter bij, dit maakt dat men dus van 1 liter zuiver sap nagenoeg 3,6 liter mengsel bekomt, want I kilo kristaalsuiker neemt in water gesmolen slechts de plaats in van 0,6 liter. Ge hebt bijvoorbeeld een vat dat 50 liter kan inhouden, dan moet ge zoo dikwijls 1 liter zuiver sap heb ben als 3,6 in 50 liter gaat of nagenoeg 14 liter of een 25 kgr. bessen. Het water wordt gekookt en de suiker er in gesmol ten. Dit suikerwater wordt eerst op 't vat gedaan en daarna het bessensap er bijgevoegd. Het water liefst een dag te voren om het goed te laten afkoelen en ook eenige liter minder dan de vereischte hoeveel heid om zeker geen bessensap te moe ten overhouden. Het vat wordt tot bo ven toe volgedaan. 't Voornaamste is de gisting op den vereischten warmte graad. We mogen niet uit 't oog ver liezen dat we ons hier in de maanden Juli, begin Augustus bevinden, wanneer deze gisting moet plaats hebben en op dit tijdstip is niet zelden den warmte graad te hoog. Natte doeken op 't vat, 't besproeien van den vloer met koud water, lucht- tochten enz. zijn zoovele middeltjes om de temperatuur laag te houden. Bij te hooge warmte loopt men gevaar azijn in plaats van wijn te bekomen. Om de (Zie vervolg 3' kolom.) Reeds enkele val-avonden waren on ze 8 a 12jarige jongens bedrijvig doende op zoek naar mulders of ronkers. Om in hunne jacht goed te lukken, hebben die jonge kwasten eene standplaats geko zen. waar volgens hun zeggen er op 'n goede vangst mag worden gerekend. En inderdaad, niettegenstaande hun jonge jeugd, hebben ze gewoonlijk een goed vangterrein ze plaatsen zich 't liefst achter eene haag van boomgaard, weide of hof, die naast een veld is gelegen. Gaan we eens even na. waar de echte meikever vandaan komt, dan zullen we spoedig inzien dat die plaats niet zoo slecht is gekozen. De vrouwelijke kevers leggen hun eitjes (omtrent 70) einde Mei begin Juni in den grond op eene diepte van 15 cm Weinige dagen nadien sterven de vrou welijke en mannelijke kevers. Op 5 we ken komen uit die eitjes de larven te voorschijn, 't Zijn diertjes met een groo- ten bruinen kop en gebogen lijfin sommige streken spekmade genoemd. Den eersten Zomer blijven die schep seltjes dicht bijeen en verrichten dit jaar zeer weinig schade. Zoodra de Winter nadert kruipen ze dieper den grond in om zich tegen de koude te beschutten. In het voorjaar begeven ze zich naar de bovenste bouwlaag van den grond en vreten met onbegrensden vraatzucht de schors van de wortels der planten. Het jaar daarop is de vraatzucht nog veel grooter, dan vernielen zij ontelbare planten door het vreten der wortelen. Op het veld hebben graan, klaver, kool zaad, aardappelen en rapen, in den hof salaad en aardbeziën er heel veel van te lijden. In fruitboom-kweekerijen ook schijnen zij zich graag op te houden, waar de wortelen van de zaailingen hun zeer smaken. In Juli-Augustus van het derde jaar kruipen de maden weer dieper den grond in, om zich te verpoppen. Die poptoestand duurt slechts 6 weken, waarna de echte meikever te voorschijn komt. Deze ovetwintert in den grond en begin of half Mei, naar gelang de «'eer toestand, komen ze uit den grond gekro pen en vliegen in den val-avond rond, overdag verschuilen ze zich in de blade ren van haag of boom. Nu we weten dat de meikevers uit den grond komen, moeten we wel be kennen dat het jachtterrein der vangers, waarvan we hooger spraken, zoo slecht niet gekozen is. De kevers komen zeker in overwegend getal uit den grond van onze velden en vermits ze zich gaan schuilen in de bladeren van haag of boom, komen ze zeker in groot getal naar de plaats waar de jongens hebben post gevat. Gelukkig is het aantal meikevers de laatste jaren zeer verminderd zoodat ze nu zooveel schade niet meer berokke nen, dan 20 jaar geleden. Toen konden wij jaarlijks honderden, zelfs duizenden ronkers vangen, wijl er nu slechts nog enkele in d'handen komen. Het vernietigen der meikevers werken we vooral in d'hand door zooveel moge lijk hunne natuurlijke vijanden te sparen zooals mollen, vledermuizen en andere. Gedurende het seizoen zullen we ook onze jongens aanmoedigen in het van gen der kevers. Tijdens de grondom- werking zullen wij de larven dooden die in ons bereik komen. Zoo ge in den hof nog last hebt van de larven, plant hier en daar enkele sa- laadplantjes, daar komen de larven naar toe. Zoohaast ge de plantjes ziet kwij nen, steekt ge den grond ter plaatse op, daar zult ge een of meer larven aantref fen die dan ter plaatse gedood worden. mits zulks door het Ministerie van Nij verheid en Arbeid wordt bekrachtigd. Art. 21De premie wordt ineens be taald. Ze wordt slechts betaalbaar gesteld op vertoon van een getuigschrift, waar uit blijkt dat de eigenaar van de opge bouwde woning aan al zijn verplichtin gen heeft voldaan. In geval al van artikel 20 dient dat getuigschrift door de aangenomen maat schappij voorgelegd; In geval b) dient het door den alge- meenen aannemer voorgelegd In geval c) dient de eigenaar zelf der wonig het bewijs te verschaffen dat bij al de betalingen, waartoe hij zich heelt verbonden om zijn woning te bouwen, na er de waarde der premie te hebben afgerekend, heeft gedaan. Anderzijds dienen de volkswoning-en voorzorgscomité's of de kredietmaat schappijen te verzekeren dat het ge bouw aan de vereischten beantwoordt. Zij dienen, daarenboven, de waarde van het gebouw te ramen en na te zien of de woningen voor hun volle bouw- waarde door een Belgische verzekerings maatschappij tegen brandrisico zijn ver zekerd. De premiën dienen geregeld be taald. Wijzigingen toegebracht in het ko ninklijk besluit dd. 14 Augustus 1922. aangevuld bij dat van 30 Juli 1923, waarbij een Rijkspremie wordt inge steld, ter bevordering van het bou wen van goedkoope woningen door bijzondere personen. (Slot) 5° Alle andere documenten noodig ge acht om te oordeelen of de belangheb bende aan de vereischten voldoet om met de premie te worden begunstigd. De bij 3° en 4° voorziene getuigschrif ten dienen op met het officieel model ge lijkvormige formulieren opgemaakt. Art. 20. De premie wordt betaalbaar gesteld door den Minister vanFinancen op de voordracht van den Minister van Nijverheid en Arbeid a) Ten behoeve van de door de Al- gemeene Spaar- en Lijfrentekas aange- nomene maatschappij, waartoe de be langhebbende zjjn toevlucht mocht heb ben genomen b) Ten behoeve van den aannemer, waaraan de bijzoodere persoon het op bouwen zijner woning, bij contract van algemeene aanneming mocht hebben toevertrouwd.In dit geval dient de eige naar vooraf machtiging te verleenen c) In alle andere gevallen ten behoe ve van den premiegerechtigde, of van den persoon, die deze heeft aangesteld. Verklaring. Artikel 1. Ieder eigenaar of houder van runderen, schapen, geiten of var kens, aangetast van mond- en klauw zeer, verdacht ervan aangetast te zijn of verdacht er mede besmet te zijn, moet onmiddelijk den burgemeester verwitti gen van de gemeente waar zij zich be vinden. Indien de behandelende veearts de dieren, aangetast of verdacht aangetast te zijn van die ziekte, niet heeft onder zocht, vordert de burgemeester bij hoog dringendheid den aangenomen veearts op die gewoonlijk door den eigenaar wordt ontboden, of, bij ontsteltenis van dezen veearts, bij den dichtst bijzijnden aangenomen veearts. De verplichting tot deze verklaring geldt eveneens voor de behandelende veeartsen, de vleeschkeurders en de bij gevoegde keurders. Dieren verdacht besmet te zijn. Art. 2. Wordt beschouwt als ver- verdacht te zyn door mond- en klauw zeer. alle herkauwend dier of varken a) Dat verbleven heeft op een plaats die besmet kan zijn of dat behoord heeft tot een kudde waarvan dieren door die ziekte zijn aangetast of verdacht worden er door aangetast te zijn b) Dat verbleven heeft op eene weide die van een besmette weide slechts ge scheiden is door eene haag of door ijzer draadafsluitingen zoodat de dieren der aanpalende plaatsen elkander kunnen aanraken, of door een water of water loop dienende tot gemeene drinkplaats c) Dat verbleven heeft in de eerste stroomafwaarts gelegen weide, indien deze het water van de besmette weide ontvangt d) Dat een weg gevolgd heeft die kan besmet zij door den doorgang, sedert minder dan vier dagen, van een aange tast dier e) Dat kan besmet geworden zijn door een persoon, die onlangs met een aange tast dier in aanraking is geweest f) Dat zich bevindt of bevonden heeft in eenige andere mogelijkheid van be smetting, door den veeartsenijdienst vast gesteld. Art. 3 Een dier, verdacht door mond- en klauwzeer besmet te zijn, houdt op verdacht te zijn, wanneer er, sedert het oogenblik waarop het laatstelijk aan eene oorzaak van besmetting onderwor pen was een termijn verloopen is. van vijftien dagen, zonder dat het dier teekenen of verschijnselen der ziekte ver toont. Art. 4. Voor de toepassing van dit besluit onderscheidt men den haard der ziekte, een besmette streek en eene be schermende streek. De haard bestaat uit de boerderij, de weide of de plaats waar de aangetaste of verdachte dieren zijn afgezonderd of vastgebonden. De besmette streek bevat, buiten den haard der ziekte, de ruimte der omge ving in een straal van driehonderd me ter. Zij kan, op voorstel van den opziener- veeart, door den burgemeester worden uitgebreid. De straal van driehonderd meter wor den berekend in vogelvlucht. De beschermende streek bevat het overige der besmette gemeente, alsook de aanpalende gemeenten of gedeelten dezer gemeenten, aangeduid door den opziener-veearts De burgemeester moet onmidddellijk gevolg geven aan ieder verzoek van den veeartsenijdienst, dat ten doel heeft de toepassing van een gezondheidsmaatre gel dien deze nuttig oordeelt. RNBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1