REDT U ZELVEN HOE DEN OORLOG YERIIJDEN Kapitaalsverhoging De Teelt van de Prei. DE HOPTEELT HEILIGE LOGIKA! Landbouwweekblad flibeid adelt Het plukken der HOp. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. - i ZONDAG 17 OOGST 1924. Prijs /2 centiemen. 6de JAARGANG N* 294' Abonnementsprijs 6.00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE C^UDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers In een Antwerpsch blad ver scheen onlangs onder bovenstaan de vermelding een treffend artikel, waarvan de diep doordachte be schouwingen nagenoeg op vol gende samenvatting neerkwamen: Tijdens de laatstleden verkiezin gen in Frankrijk het land, dat bij uitstek en gaandeweg van over dreven passie tot militarism be schuldigt, zegde de Nationale Bloc tot zijne kiezers Wilt ge den oorlog vermijden, stemt voor Poincaré De Radicalen riepen op alle tonen Voor ons stem men, is stemmen tegen den oor log De Socialisten op hunne beurt verklaarden Tegen den Nationalen Bloc stemmen is het eenige middel om den oorlog te vermijden De Communisten dreven hunne meening nog ver der en zegden Stemmen tegen den rechter en linker Burgersbloc is den oorlog wegcijferen Tijdens de aanstaande kiespro- paganda in België zal hetzelfde refrein, dezelfde ideale formuul door elke partij op alle tonen wor den uitgebazuindWeg met den oorlog Zulks wordt inderdaad gemak kelijker om begrijpen, wanneer men eens ernstig denkt aan die stroomen van menschenbloed ver goten van 1914 tot 1918; aan die onmetelijke massa van rouw, ver woesting en smarten, welke deze afschuwelijke menschenslachterij heeft doen opeenstapelen. Het ingetogen en kalm R&- member dier walgelijke en bloe dige oorlogstafereelen verwekt onwillekeurig bij elkeen een ge voelen van haat en afkeer voor den oorlog. 't Ware dan ook hoogst wensch- baar dat de Voorzienigheid onge lijk geve aan dezen, die beweren dat de oorlog een onvermijdelijke geesel blijft om zulke wederland- sche politieke vraagstukken op te lossen waarover de diplomaten zich niet t'akkoord kunnen stellen. Het zou immers te afschuwelijk zijn, moest de gruweltheorie zul- ker Staatskundigen waarheid zijn Volgaarne geven we toe, dat er wel een werkelijk gevaar ligt in de Staatsdroombeelden van som mige overdreven pacifisten of Vredelievende menschen. Gansch goed begrijpen we dat men een wakend oog in t zeil moet hou den, om 't Vaderland ten allen prijze bij dreigend gevaar te ver dedigen. Wij zijn het wel eens met dit alles en we zouden het niet aan durven noch de lauwheid bij den weerstand, noch den opstand te gen de militaire tucht en lasten eraan verbonden, aan te moedi gen of aan te prediken. Doch wat we uit 't diepste ons harten ver langen en om liefde onzer bescha ving wenschen, is dat de oorza ken dezer konflikten van liever lede zouden verdwijnen en ten slotte geen reden van bestaan meer zouden vinden. Hoe dan in 't vervolg de oorlo gen vermijden Ziehier wat M. Carrère desaan- gaande schrijft Eerst en vooral door de op- voeding van elk individu. Men moet vooraf al de beschaafde wezens overtuigen van deze onwederlegbare waar- heid De oorlog is de eeuwige schande van het menschdom Het is noodzakelijk, dat elk beschaafd wezen beseffe, dat de Macht het Recht niet beheerscht en dat zij de andersdenken- den door eene mentaliteit even gevaarlijk als deze van den krankzinnige zijn aangetast. Men moet niet ophouden van zeggen, dat het menschenleven een geheiligden schat is: dat nie- mand het recht heeft zijn even- mensch te dooden en dat de oor- logmoraal een walgelijk uitschot is der oude barbaarschheid. Onnoodig nog langer de na- gedachtenis te verheerlijken dier zoogezegde krijgshelden. Het wordt meer dan tijd de bloedige wapenfeiten dier menschendoo- ders uit den geest der menschen te verbannen en ze te vervan- gen door een veel verhevener gevoelen van liefde en eerbied ter nagedachtenis van dezen, die goed en nuttig en vooral hoogst menschlievend werk hebben verricht. Men moet Vincentius a Paulo verre boven Turenne en Pasteur oneindig hooger dan Gallifet plaatsen. Wij moeten deze gezonde en oneindig verhevener gedachten bij middel van de pers, het schoolboek, de roman, het too- neel aanhoudend verspreiden. Ziedaar wat er eerst en voor- al tot stand moet gebracht wor- den in den gewonen omgang der samenleving. Op politiek gebied moeten wij onze mandatarissen verplich- ten de gedachten te verspreiden welke de beschaafde Staatsbe- sturen leiden naar het nog zoo broze internationaal organism De Volkrenbond Onder alle opzichten zou deze organisatie behoeven gesteund en versterkt te worden: men zou ter harer beschikking eene ge- wapende macht moeten stellen, welke ontzag en eerbied af- dwingt ten overstaan der mo- gendheden welke nog steeds doordrongen zijn van militarisme en imperialisme. Dit punt is wel zoo belangrijk dat van zijne toe- passing en de toekomst en de krachtdadigheid vanhet Weder- landsch Gerecht van Geneve af- hangen In vele middens begrijpt men slecht en onderschat men het juiste doeleinde dezer grootsche inrich ting. Men weigert haar het noo- dige vertrouwen te schenken.Zulks leiden we wel af uit het feit dat men bij deze nog jonge inrichting onvolmaaktheden en zelfs missin gen aantreft, welke de ondervin ding van eiken dag zal doen ver minderen om ten slotte tot een volmaakt organisme te komen. Midderwijl blijft de Volkren bond ongetwijfeld het krachtigst strijdmiddel om het Recht te doen zegevieren en den Vrede te doen heerschen. der Sam. Maatsch. "Redt U Zeiven., Van alle kanten kwamen ons vragen om inlichtingen aangaande de manier waarop de nieuwe inschrijvingen moe ten gebeuren. Wij willen ze bij middel van ons blad beantwoorden, opdat iedereen zou in gelicht zijn Degene die begeert aandeelhouder te worden van onze maatschappij of die zijne aandeelen wil vermeerderen, late dit weten per brief gericht aan het vol gend adres Redt U Zeiven, Aalst, of komen persoonlijk zich aangeven op ons bureel, Brabantstraat, 53, Aalst, of late zich inschrijven bij de plaatselijke maga zijniers. Eens dat men ingeschreven is voor het gevraagde getal aandeelen (ieder aandeel kost 50 fr.) kan men het geld onmiddellijk storten of het bij gelegen heid bezorgen hetzij door storting op onze postchekrekening nr 10554 O. Caudron, Aalst, of betalen op onze bu- reelen Brabandstraat, 53. Men heeft tijd van betalen tot 30 November van dit jaar. De inschrijvingen of aangiften van het getal verlangde aandeelen moet vóór 15 September gedaan worden N. B. Tot gemak der leden kunnen de inschrijvingen en betalingen ook ge schieden 's Zaterdags voormiddags, van 9 tot 11 1/2 uren in ons Lokaal, Groote Markt. (Vervolg en slot). Men vindt soms menschen die veel van preisoep houden en. we mogen het wel zeggen, preisoep is gezond en aan genaam van smaak daarom ook trach- t ten ze er zoo vroeg mogelijk van te ge- i nieten en laten een deel der planten zich op de plaatse waar ze gezaaid zijn tot ontwikkeling komenzoodoende kan men reeds oogsten van Juli tot Septem ber op voorwaarde nochtans dat men voor die planten niet al te zuinig is ge weest met stikstofmesten. Men bekomt hierdoor voorzeker veel minder wit maar men geniet toch ook vroeger van die lekkere soep die de smaaktepels zoo aangenaam weet te prikkelen. Er is ook een slag menschen dat gemakzuchtig is en misschien zijn ze wel niet de gering ste in getaldeze dan om 't werk van de planting te besparen, zaaien ter plaatse in de maand Juni en zie hier hoe ze te werk gaan. Even als voor de planting trekken ze rijen van 15 cm. diepte en op 30 cm. af-, stand van elkander en zaaien dan heel dun in die rijen. Als de planten goed bo- staan en reeds een zekere kloekte heb ben bekomen dan dunnen ze die uit op 10 cm. afstand van elkander. Die plan ten moeten in hun ontwikkeling gehol pen worden door het toedienen van stik- stofrijke meststoffen want, voornamelijk in het begin groeien de planten tamelijk traag. Men weze nochtans voorzichtig met stikstofrijke meststoffen en men geve ze liever herhaalde malen dan in eens. Tusschen de rijen moeten die planten dan zuiver gehouden worden van on kruid en de herhaalde behakkingen die men hiervoor toe te passen heeft, doen langzamerhand de voortjes sluiten en be komt men reeds wit tot op 15 cm. hoog te, men kan dan om nog meer wit te be komen, zijn toevlucht nemen later tot aanaarden. Deze wijze van handelen spaart U den last der verplanting men bekomt dezelfde uitslagen en het oogsten gebeurt in April-Mei der volgende Len te, iets wat ook niet mag uit 't oog ver loren worden. Meestal de preiplanten, buiten eenige zomer- of herfstvariëteiten, reeds in De Koornbloem opgesomd, zijn winter hard en kunnen dus gemakkelijk tot na den Winter ter plaatse bewaard worden. De prei wordt ook ingelegd in een groef, omdat 't niet altijd gemakkelijk is ter plaatse te oogsten, voormamelijk als de grond hard bevrozen is. De planten die men inlegt moeten van de kloekste zijn want ze lijden 't meest van de vorst. Het oogsten of inbusselen der prei- planten voor de markt of voor de win kels laat soms veel te wenschen over. We moeten het oog van den kooper door prachtwaar weten te vleien 't is in alle zaken zoo, het oog wil voldaan zijn en de prei maakt hierop geen uitzondering. Om dit te bekomen doet men de onder ste bladeren van de planten af en men bindt ze, bij middel van kleine wisschen, in bussels van 12 tot 20 volgens de dik te, eens toegebonden snijdt men de top pen der bladeren af en men wascht de voeten, zoodanig dal het wit goed uit komt want 't is dit laatste dat 't meest aanlokt. Wanneer de prei tamelijk wel gelukt is kan hij een opbrengst geven van 600 Kgr. per are gerekend aan 0,50 fr. per Kgr. dat zou ons een opbrengst maken van 300 fr. per are. Ze kan dus heel winstgevend zijn en 't werk dat men er aan heeft mag niet overschat worden als men het in vergelijking brengt met sommige andere planten. De prei wordt aangevallen door een soort van larve, welke er geel groen uit ziet en voortkomt van een nachtvlinder met bruinachtige vleugels, voorzien van een kleinen, witten driehoek aan de bin- nenwaartsche zijde. In de Lente, rond Mei-Juni, legt het wijfje eieren op de bladeren van de prei en vindt het geen prei, dan tast hij ook den ajuin, de sja lotten, het bieslook en ander look aan. De larven graven gangen in de blade ren en dalen soms tot in den voet afde planten door die made aangetast, kwij nen en sterven langzamerhand. Het in sect gaat hier te werk als dat wat de kooien aantast en 't is even moeilijk om onschadelijk te maken. Het beste middel dan om het te vernielen is de bladeren tot onder de gaanderijen af te snijden en te verbranden, doch ge begrijpt genoeg dat dit een grooten achteruitgang is en en dat het dan ook beter ware te voor komen dan te bestrijden. De Vlinder overwintert op beschutte plaatsen en verschijnt in de Lente, hem dooden als men hem ontmoet is dus een eerste voorkomingsmiddel, een ander is de planten bestrooien met roet of schouwzwart om ze er vies van te maken en hen te beletten van er eitjes op te leggen. De jonge planten doopen in een bad van zeepsop op 30 tot 40 gr. per liter water is ten zeerste aan te bevelen en ze er mede besproeien is voorzeker ook niet af te keuren. Dit insect levert ons twee generaties, een in Juli-Augusti, een ander in September-October. Een ziekte waardoor de prei soms wordt aangetast is de roestziekte.ze doet weinig schade aan de planten en om ze te bestrijden bezigt men de bordeleesche pap. Ge begrijpt dat, vooraleer derge lijke planten te verorberen, men ze was- schen moet om te reinigen van 't zwa velzuur koper in de bereiding van dezen pap gebezigd. Voor den kweek van 't zaad kiest men deze waarvan den voet goed gevormd is, waarvan de bladeren breed e;n kloek zijn en een regelmatigen waaiervorm bezitten. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. Wanneer de frank slechts 25 centie men waard is zooals dit thans het ge val is dan is het leven voor hem, die over vier maal zooveel geld beschikt, slechts duur, voor zooveel de midden- prijs der zaken welke hij hoeft aan te koopen, meer dan vervierdubbeld is. Van dit standpunt vertrekkende, en het index-cijfer thans op 460 vastge steld als basis nemende, kan iemand, die zooveel goudfranken wint als vroe ger, t zij vier maal zooveel in papier- franken, slechts de 40/46 of de 20/23 koopen van wat hij eertijds kocht. 't Leven is duur voor hem. aangezien zijn budjet practisch verminderd is met 3/23. De duurte van 't leven, aldus begre pen, vindt hare oorzaak in 't feit dat wij niet genoegzaam werken en wij de even- waarde niet voortbrengen van wat we in vóóroorlogstijd verbruikten. Nu eenmaal vastgesteld dat we min der voortbrengen, moeten we ook nood zakelijkerwijze minder verbruiken, om het even welke munt wij ook bezigen om datgene voor te stellen, wat ieder van ons koopt of verkoopt, aangezien hetgeen wij aanbieden minder waard is. dan datgene wij vragen. Wij brengen minder voort, gedeelte lijk waarschijnlijk omdat de dagelijksche arbeidsduur voor een ruim aancal werk lieden met een zeker urental werd inge- krimpt, anderzijds omdat een aanzienlijk dpel van onzen handarbeid wordt opge slorpt door een nieuw soort arbeid, wel ke eertijds niet bestond de heropbou- wing der oorlogspuinen en verwoeste gewesten. Dit werk maakt ons stellig niet rijker dan vóór den oorlog, wijl het enkel dient om zaken te herstellen en te vernieuwen welke vroegertijd reeds bestonden. Bo vendien vermits dit werk betaald wordt met geld dat wij niet bezitten, stelt dit natuurlijk voor ons eene schuld daar, die wij zelf zullen moeten vereffenen, voor zooveel Duitschland dé veroor- zaakte schade niet herstelt. In afwachting hebben we dus een nieuwen financieelen last. dien we voor den oorlog niet kenden. Om aan deze aanvullende geldelijke lasten hoofd te bieden, moeten wij allen noodzakelijkerwijze een arbeidssupple- ment leveren. Om ons budjet in even wicht te zetten, moeten we dus meer voortbrengen, gezien ons passief is ver meerderd. Bij slot van rekening, zoo 't leven aan tal van lieden duur schijnt, dan is het omdat de bijna algemeenheid der werk lieden beweren hun~Lrood te verdienen met minder krachtinspanning dan deze welke hen vroeger noodig scheen, wijl deze om aangehaalde redenen grooter behoeft te wezen. De echte en voorname oorzaak van het dure leven aldus vereenzelvigd, moet het ons dan wel redelijker wijze verwonderen, menschen aan te treffen, die ofschoon door de hun toever trouwde titels tot het puik der natie behoorende als reddingsmiddelen van dezen wantoestand de ellendigste argu menten op 't voorplan willen schuiven, waaronder het Verbod van uitvoer der Landbouwproducten Ziet men dan niet eens in,dat dit zoo gezegd geneesmiddel enkel als noodlot tig uitwerksel heeft aan de eenen te ont trekken wat men aan anderen volhandig geeft en het voor geen enkele duit de nationale fortuin kan vermeerderen, wel integendeelImmers den landbouwer beletten zijne producten op basis der internationale handelsprijzen te verkoo- pen, is rechtstreeksch en onmeêdoogend onzen handelstoestand ten overstaan der andere wereldlanden verzwakken. Zulks is kortweg de handelswaarde on zer eigen produkten in de oogen van vreemden verlagen en moedwillig on derschatten Waarom die moedwillige vernedering Al deze die zaken voortbrengen, wel ke vrij over de grenzen gaan, en die dus aan den prijs der wereldmarkt worden verkocht, moeten ongetwijfeld aanne men, dat al wat ze verbruiken ook dien prijs mag bereiken. Zoolang het aldus niet gebeure moeten de beschermde verbruikers doodeenvoudig aanzien wor den als ikzuchtige panlikkers en tafel schuimers, gedeeltelijk lévende van het arbeidsproduct van dezen op wiens rug en tot wiens schade dit schandig stelsel van bevoorrechte "bescherming,, wordt uitgeoefend. Heel het reklaam- en propagandage- (Vervolg 2' bladzijde). DOOR H. MISERE2 2* De Hjne zwavelkorrels, die de op pervlakte van het blad bedekken, belet ten het ontstaan van nieuwe schimmels: de besulferde laag verhindert de schim meldraden tot aan de opperhuid van het blad te geraken en zoo hun voedsel te bereiken. Wanneer zal men sulferen Om eenen zekeren uitslag te beko men zal men sulferen: a) bij stil en droog weder, ten einde het wegwaaien der zwavelbloem te beletten ;en b) bij voor keur ofwel midden in den klaren zonne dag, ofwel 's morgens vroeg als de bla deren iets of wat bedauwd zijn. In jaren waar de schimmelziekte loopt, het is te zeggen zeer snelaangroeit.moet men somtijds drie, en zelfs vier en vijf maal sulferen. Dit is kostelijk maar het is het beste middel om de plaag tegen te houden.'Ten aod:re. gelijk de befaamde hopteeltkundige Whitehead zegt, het sulferen geeft zelf aan gezonde planten een merkweerdige kloekte en houdt ze langer groen, juist gelijk het besproeien met kopersulfaat (blauwen aluiü) de aardappelplanten in groenen en weelde- rigen stand houdt. Voor planters die over geen sulferaar beschikken of denzelfden niet ten ge paste tijde kunnen gebruiker, is er mid - del zich in 't voorbijgaan uit den slag te trekken met den gewonen wan of wan molen te benuttigea om het sulfer uit te strooien. De wan wordt daarom goed afgesloten enkel achter den bak blijven twee openingen langs waar het sulfer zij nen uitgang vindt. Men plaatst de wan op een kruiwagen en rijdt ermee tusschen de rijen hop, Hoe de schimmelziekte voorkomen Het is veel beter de ziekte te voor komen, dan ze later te moeten bestrij den 1° Door uitkiezing (teeltkeus) soorten kweeken die aan de ziekte weerstand bieden. Geen planten nemen uit een be smet hopveld. 2° Doelmatige bemesting: te veel stik stof maakt de planten meer geschikt voor de schimmelziekte. 3° De planten zelf in de beste levens voorwaarden stellen met het hopveld in te richten volgens den heerschenden wind, en een redelijken afstand tusschzn rijen en blokken (kuilen) te behouden, opdat lucht en licht wel zouden kunnen binnendringen. 4° Den akker goed reinigen. Voor eerst geheel het jaar door moet men het onkruid uitroeien. Na den pluktijd be hoort een besmette hoptuin nogmaals gezuiverd en alle doode ranken verbrand te worden. Een weinig ongebluschte kalk op de kuilen gestrooid, zal ook hel pen om de ziektesporen te dooden. Na den Winter zal men de planten zorgvul dig en iets dieper snijden en de afgesne den stukken verbranden. N. B. Onze Aalstersche Witte Rank is meer als de andere soorten aan het schimmel onderhevig. Cagneau weêrstaat best. Belangen. De hop is een nijverheidsplant, welke evenals koolzaad, vlas, ajuin, enz. uit- sluitelijk gekweekt wordt voor den ver koop. Bijgevolg hebben de planters er het hoogste belang bij hunne hopbellen zoo voordeelig mogelijk te maken. Edoch om van een koopwaar den hoogsten prijs te mogen verhopen moet deze na tuurlijk ook van allereerste kwaliteit we zen. Men vergeet al te gemakkelijk dat het niet alleenlijk den grond en het kli maat zijn die aan de vreemde hop hare hooge prijzen verzekerende verzorging en vooral het goed plukken en het goed drogen der hop spelen er eenen voorna men rol bij. 't Is ten grooten deele om dat er in ons land slecht gedroogd en slecht geplukt werd dat wij onzen uit voer naar Engeland hebben zien verval len en onze oude faam te niet gaan. 't Is echter jammer van te moeten be- statigen dat hedendaags de Belgische hop op den achterrang geplaatst wordt als wanneer dezelfde vroeger wereld- befaamd was. Willen wij onze vroegere faam her- winnen en de uitheemsche mededinging binnen en buiten het land met voordeel I bestrijden, wij dienen vooreerst meer 1 zorg te besteden aan 't plukken en 't drogen. Dit geldt vooral voor de hoptee- lers der Aalstersche streek. Het is onbetwistbaar, zelfs in de ja ren wanneer de hop buitengewoon ge- lukt, dat ze vele, schoone en rijke bel len levert, dat menige hopboer zichzelf groote schade berokkent ofwel omdat hij zijne hop slecht plukt, ofwel omdat hij ze niet behoorlijkt droogt, of om alle bei die redenen. Inderdaad wie hop koopt vraagt geene bladeren of stengels, geene onrijpe, beschimmelde of ver brande koopwaar, maar met een goed verzorgde en gedroogde bel, rijkelijk voorzien van de bestanddeelen noodig voor het brouwen van smakelijk bier. Tijdstip van het plukken. Wanneer de hopbellen rijp worden, krijgen zij een lichtgroene kleur en be en bevatten een hoeveelheid lupuline of hopmeel. Perst men ze alsdan tusschen de vingers, zij ernemen heel spoedig hunnen vorigen vorm zoo men ze loslaat, t Is het geschiktste oogenblik om het plukken der bellen aan te vangen. Immers, plukt men vroeger dan is de opbrengst geringer van weerde; plukt men integendeel later dan stelt men zich insgelijks aan verlies bloot, want in de tweede helft der Septembermaand krij gen wij in onze streken nog al dikwijls hevige winden, de scheerranken worden er fel door geteisterd, en, wijl de hop te rijp staat, gaat alzoo zeer veel hopmeel verloren en krijgen de bellen alras een roodbruine kleur. Overrijpe hop wordt bovendien ook van allerlei insecten door eten. Het ware daarom hoogst wenschelijk het plukken met meer spoed en op kor ten tijd te doen gebeuren, derwijze b.v. dat heel de hophoogst op een twintigtal dagen zoude afgeplukt wezen. Om meer gemak in het plukken te hebben,, planten vele hopkweekers drij of meer soorten, welke achtereenvolgens rijpen en houden gemeenlijk de late Carnau voor de allerlaatste soort. Deze handelwijze is voorzeker niet af te keu ren Men mag evenwel niet vergeten dat de zeer late Carnau heel arm aan hopmeel is en dat deze soort in geval van ongunstig weder zelfs in de tweede helft van September niet rijp geraakt en dan bijgevolg nog grooter gebrek aa i nuttige bestanddeelen heeft. Afsnijden, uitkiezen en binnenhalen der hopranken. De hopranken moeten op tijd en stond ter plukking rangebracht worden. De twee gepaste oogenblikken zija "s mor gens na het verdwijnen van den dauw en de vooravond. Men moet de hopran ken niet immer achtereenvolgens afsnij den in de orde gelijk ze geplant staan, maar liever telkenmale de rijpste uïtki.-- zien en er slechts zooveel meenemen als men er voor 1 dag noodig heeft. Eens binnengehaald, stapele men die ranken niet in het een of ander hoekje vast en dicht op elkander, maar hange ze zoo mogelijk in een frissche overdekte plaats los en vrij open. Het lijdt geen twijfel of het plukken te velde en aan den voet van den struik is ver uit aan onze gewone doenwijze te verkiezen, doch zulks kan overal niet uitgevoerd worden. Het plukken der bellen Men plukke zoo kort mogelijk, zon der evenwel de bellen bloot te stellen aan beschadiging. Wie allereerste kwa liteit verlangt, plukke met steeltjes van hoogstens 2 centimeters. Iedere bloem of belle hop moet op haar eigen geplukt worden zonder lange stelen of bladeren, nochtans twee of drij bellen kort bijeen gegroeid op eenen steel is ook voldoende. Bovendien werpe men zorgvuldig alle geschondene, verdorde, beschimmelde onrijpe, doorgegroeide bellen (baarde- mans) ter zijde. Zoo immers doet men het in andere landen. Maar hoe we niet mogen te werk gaan, is plukken in tros en tweearmig of met lange stelen en bladeren. Willen wij dus onze goede faam in den vreemde zooals in Engeland her winnen, dienen wjj gelijkerwijze te werk te gaan. Laten wij toch het blieksken uitwerpen om den karper te kunnen vangen. Bewaren der afgeplukte bellen Heden ten dage zijn er ongelukkiglijk nog altijd hopboeren die in de kribbe,, plukken, 't is te zeggen de bellen onder elkander werpen op den eenen of ande ren kant van den dorschvloer of hop- eest. Dit is gansch verkeerd, want daar door wordt het hopmeel bruin evenals van overjarige hop en ook de bellen verliezen er hunne hooggeschatte licht groene kleur door. Ook het plukken in de zoogezegde groote hopmanden verdient geene goedkeuring. Deze manden zijn te ruim en veel te diep en om ze niet ras te moe ten ledigen, drukt men de bellen langs om vaster op elkander, wat natuurlijk verhitting te weeg brengt. In plaats van die groote hopmanden gebruike men liever platte mandjes van hoogstens 12 centimeters diepte, 1,50 m lengte op 1 meter breedte, waarvan de bodem grof gevlochten en van openin gen voorzien is. Wie dergelijke mandjes in voldoende getal bezit voor een heel droogsel plaatse ze het een na het ander op eene stelling of roostering in de na bijheid van den hopeest. Hij die integen deel verplicht is mandje voor mandje te ledigen spreide de bellen zorgvuldig open op eene reine zoldering derwijze dat ze nooit 5 centim. dik op elkander liggen. rr'Hv:-:vntSE-^v ;- RNBL OEM l'-8W

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1