1924 Nr 295. DE VLAAMSCHHEID OER VROUW Onze Weezen 5r Bedevaart naar de Graven van den Yzer Leening der Verwoeste Gewesten. Ook de vlaamsrhheid is een deugd en als zoodanig, een sieraad van de vrouw. Indien de verheerlijking van de vader landsliefde, binst en na den wereldoor log, rechtmatig en rechtzinnig was, of schoon zij niet zelden aanleiding gaf tot haat en bloedvergieten, dan is de ver heerlijking der vlaamschheid evenzeer gewettigd. De vlaamschheid immers is niets anders als het levendig bewustzijn van het Vlaamsche wezen in hetVlaam- sche volk. Er is een eigenaardig Vlaamsch wezen, er is een eigenaardig Vlaamsch volk, beiden historisch en economisch, ontwikkeld uit de wetten van Gods schepping, er is dus ook een vlaamsche vaderlandsliefde, die de leuze draagt van den vader der Dietsche dich ters al te gader Jacob van Maerland omdat ich vlaminc ben of van Ge- zelle wees vlaming dien God vlaming schiep De deugd der vlaamsche vaderlands liefde, de vlaamschheid is een tak van den deugdstam der rechtvaardigheid en der liefde. Door de rechtvaardigheid, geeft den mensch aan elk wat hem toe komt. Aan elk komt toe wat hij is en zonder hetwelk de waarheid van zijn wezen niet zou worden gehandhaafd. Het vaderland, Vlaanderen is voor den Vlaming de gemeenschap tot dewelke hij toebehoort, door de wet van het bloed, of de keus van den wil het is het heil, het ideaal, de taal, de geschiedenis, de levensvorm, de zeden van die ge meenschap. Daarom is hij haar gehoor zaamheid, behulpzaamheid, dankbaar heid verschuldigd. Omdat hij, door zijn wezen, een natuurlijk deel uitmaakt van die vlaamsche gemeenschap, ontvangt hij van haar zekere eigenschappen, die de basis van zijn rechten uitmaken, maar heeft hij ook zekere plichten die aan die rechten beantwoorden. De eerste plicht is van het vaderland te vermoeien, te verstevigen, te vergrooten, in hem zelf en daarom moet hij, vooruit vooral, weten wat hij is, zijn wat hij weet te zijn. bewust zijn van zijn weten en zijn zijn, en op eene uitstekende wijze, in alles en geheel willen zijn, wat hij weet te moe ten zijn, wil zijn zijn, waarheid en zelf standigheid zijn. Door de liefde bemint de mensch God bovenal en zijn evenmensch gelijk zich zelf om God. Maar er is een volg orde in de naastenliefde de volgorde namelijk van de natuurlijke verwant schap. Ons eigen volk is ons natuurlijker verwant dan een vreemd volk, lijk onze moeder ons natuurlijker verwant is dan de stiefmoeder. Ons eigen volk heeft dus den voorrang in onze naastenliefde. Alle achteruitstelling van ons eigen volk is verraad plegen tegen ons bloed en te gen onzen liefdeplicht. Ons eigen volk, in zijn geschapen eigenaardig wezen, is een afspiegeling van Gods Voorzienig heid en een werk van zijn wereldbeheer. Het heeft zijn eigen zending en roeping in het goddelijk wereldplan. Het is wat het is door God, en het moet zijn wat God wil dat het weze, voor God. Wij kunnen God niet liefhebben zon der ons volk lief te hebben, in God en om God, en zonder het die maat en die plaats van liefde te genen, op hetwelk het door zijn verwantschap met ons zelf kan aanspraak maken. Liefhebben is geern zien, is zich verheugen in en om het zicht van iemands volmaaktheid, van iemands godgelijkendheid. Liefheb ben is dus goed doen aan iemand opdat hij beter zou zijn, opdat hij volmaakter zou zijn. Zijn volk liefhebben is dus goed doen aan iemand opdat hij beter zou zijn, opdat hij volmaakter zou zijn. Zijn volk liefhebben is dus goed doen aan zijn volk, zijn volk beter en volmaakter maken. Verbetering en vervolmaking is niets anders als ontwikkeling van wezen. Zijn volk liefhebben, zijn volk verbete ren is dus zijn eigenaardig, eigenmach tig wezen ontwikkelen, in hoeveelheid en hoedanigheid, is dus al zijne mogelijk heden tot werkelijkheid maken, en al zijne werkelijkheden verstevigen. De deugd der vlaamsche vaderlandsliefde, de vlaamschheid, is niet enkel gen onder deel van de deugden van rechtvaardig heid, zij is, in haar feitelijke toedracht, in het moderne Vlaanderen, de bevesti ging en de beveiliging van een massa deugden, als daar zijn de christelijkheid, de fierheid, de rechtzinnigheid, de werk zaamheid, de sterkte lijk zij tevens een rijke bron is van christelijke, zedelijke en maatschappelijke werken. Vlaamschheid immers staat feitelijk gelijk met christelijkheid en hebt gij,hier of daar, in 't moderne Vlaanderen, een vlaamschgezinden jongen of een vlaamschgezind meisje ontmoet, gij hebt idealisme ontmoet en idealisme is chris telijk en zedelijk, zoo niet telkens van daad, toch wel van gedachte en begeer te. De wedergeboorte der vlaamschheid welke de vlaamsche beweging beoogt, is er niet een louter verstandelijke staat kundige of maatschappelijke, zij is ook een zedelijke en derhalve christelijke wedergeboorte, de heropleving, de the oretische en praktische verheerlijking van dat stel deugden welke de keurstof, het merg en de traditie vormen van het Vlaamsche volk, welke aangeworven werden, door de inwerking der boven natuurlijke christelijke leer, op de na tuurgaven van den vlaamschen volks stand, in den loop der eeuwen en welke nog leefbaar en levenbarend den handel en wandel der echt vlaamsche menschen en huisgezinnen bezielen. De deugd der vaderlandsliefde, of be ter gezegd, het volledig en algemeen be zit van de deugd van vaderlandsliefde is de natuurlijke en gezonde toestand van een volk. Het bewustzijn van het bezit dier deugd is de volksfierheid, die op haar beurt, de natuurlijke en gezonde hebbelijkheid is van een volk. Wanneer een volk niet het vrij bezit en dus de vrije uiting heeft van zijn vaderlands liefde en zijn fierheid, dan verkeert het in een onnatuurlijken ongezonden wan toestand, 't zij die vaderlandsliefde door een buitenwaartschen vijand en verove raar van de natuurlijke en rechtmatige zelfbeschikking wordt beroofd 't zij die vaderlandsliefde, bewust of onbe wust, in haar innerlijkheid verzwakt, ontaardt en versterft. De vaderlands liefde in het eerste geval stijgt soms tot het hoogste idealisme, in het tweede ge val daalt zij tot de laagste machteloos heid. Het vlaamsche volk is niet door uit wendige en vreemde ketenen gekluisterd en verslaafd. Zijn grondgebied ligt niet onder de bezetting van een indringer gedrukt. Het geniet staatkundige vrij heid naar buiten. Maar het vlaamsche volk ligt wel verslaafd en vastgeklon ken aan zijn onbewustheid, in zake vlaamsche volksfierheid, gelijk ook de slapende geen bewuste en geen vrije mensch kan genoemd worden. Het is in dezen zin, niet de vrije meester van zijn eigendom, dat wil zeggen van zijn we zen, zijn willen, zijn kunnen zijn worden. Het laat zich verdrukken, het laat toe dat men misbruik make van zijn wantoe stand van slaperigheid en onbewustheid om zelfs uiterlijke banden te smeden rond zijn vrijheid. Ofwel nog, lijk de sla pende, onmogelijke, wanstaltelijke en begoochelende droomen droomt, en wandaden stelt, los van zijn bewuste rede, en los van de natuurlijkheid, over weldigd door de almacht der zinnen en de indrukken van het stoffelijk midden, zoo ook is er een deel van 't vlaamsche volk dat waanzinnig een vaderlandsch ideaal droomt en ophemelt dat niet het ware wezenlijke is, maar wel antina tuurlijk, antisociaal, antichristelijk, in zijn voorwerpelijk wezen, daargelaten de al of niet onvoorwerpelijke plichtig- heid. Het is juist die wantoestand van on bewustheid, dit gemis aan volksfierheid, zoo almachtig heerschend onder het vlaamsche volk, dewelke de vlaamsche beweging omkeeren wil. Afgezien van hare velerlei uitingen en vormen, is zij, in den grond en in de eerste plaats, een beweging tot bewustmaking, door per soonlijke overtuiging en wakkerroeping van eiken Vlaming. Heeft zij eenmaal een leger gevormd van bewuste per soonlijkheden, dan kan het niet anders of heel de maatschappelijke inrichting van Vlaanderen wordt naar het voor beeld van het leger, van zelf geschapen, en die inrichting op hare beurt, wordt een kweekschool van bewustheid en volksfierheid, volgens den eigen aard der vlaamsche vaderlandsliefde. De vaderlandsliefde is niet uitsluite- lijk een mannendeugd, lijk zij ook niet uitsluitelijk bestaat in strijd, rumoer, ge vecht en oorlog. Zij is eene vrouwen deugd als burgerdeugd. Zij is evengoed de eigenschap der vrouw en van het kind. Zij heeft een rol voor man en vrouw en kind, aangepast aan hunne bevoegdheid, hun leeftijd en hun mid den. Derhalve mag de vlaamsche vader landsliefde niet beperkt blijven tot het mannelijk geslacht. Ook de vrouw moet de vlaamschheid beoefenen. Ook de vlaamsche vrouw moet vlaamschbewust en vlaamschfier worden, of anders blijft de vlaamsche volksherwording half werk, of blijft zij van haar draagkracht en doelmatigheid verstoken, omdat de vrouw vernietigt en verminkt, wat de man heeft opgebouwd. Ook op het gebied der vlaamschheid, lijk op het gebied der christelijkheid, is de invloed der vrouw versterkend, ja almachtig. De vrouw is ook hier eerlang de vlaamsche verloofde, de vlaamsche echtgenoote, de vlaamsche moeder, het vlaamsch kind, het vlaamsch huisgezin, het vlaamsch onderwijs.Zij is meer. Om dat zij vrouw is, is zij de glans en de schoonheid, dus de verlokkelijkheid der vlaamschheid. De schoonheid of beter de verlokkelijkheid der schoonheid is de kracht van de waarheid. Een ideaal moge nog zoo waar zijn, het is de schoonheid ervan die er de aantrekkings kracht van is. Waarheid en schoonheid kunnen wel, als theorie, door dichters en denkers worden toegejuicht, de gewone, de zinnelijke mensch is eerst en vooral meest ontvankelijk voor het zinnelijke, het tastbare voorwerp en voorbeeld dat die waarheid en schoonheid belichaamt. De vlaamsche taal, moge nog zoo schoon zijn en zoo rijk het beginsel dat de vlaamsche taal, laat ze rijk zijn, laat ze kaalj, de eenige natuurlijke is voor ons, omdat zij de onze is, moge nog zoo waar zijn het vlaamsche meisje zal zoolang fransch praten, als dat het de vlaamsche taal niet als een verruwprachtig oortoo- neel en een zielverrukkend zingestreel, nachtegaalhelder zal hooren wellen en rellen uit den mond van zijne mede zusters. Laat ons dus onderzoeken welke de houding is van het vrouwelijk geslacht in Vlaanderen, tegenover de vlaamsch heid, of anders gezegd tegenover de vlaamsche taal. De taal is gansch het volk. Zij is het instrument van het vlaamsche volkswezen. De liefde voor de vlaamsche taal loopt hier evenwijdig met de vlaamsche vaderlandsliefde. Wie de taal van zijn volk lief heeft, heeft de volksziel, het volksleven, den geboorte grond lief, en alles wat ten volke goed is. De taal van het volk is daarenboven het middel tot de volkskennis en het middel tot de volksheropbeuring. Tegenover de vlaamschheid nemen onze vrouwen drie verschillende hou dingen aan. Er zijn vrouwen die onver schillig zijn omdat zij niet weten. 't Vervolgt. maken kortelings een plezierreis, de jon gens onder de leiding van Broeder Da niël, de meisjes onder leiding van hunne Eerweerde Moeder. De Broeder is in onderhandeling met de beheeren der spoorwegen, der grotten van Han, der toeristenbooten die heen en weer varen tusschen Namen en Dinant. De som van Fr. 2875,80, opbrengst der twee velokoersen door de wielrij- der5-afdeeling van S. C. Eendracht in gericht, is overhandigd aan den voor zitter der hospiciën, M. Van der Hae- gen, die ze zal besteden aan de belegde reis. Het bestuur van S. C. Eendracht richt nog eens zijn welgemeenden dank tot de personen die aan dit goed werk meege holpen hebben en doet een oproep aan het Aalstersch publiek opdat lekkernijen en vruchten zouden gestuurd worden aan een der onderstaande adressen Major Claser, Koophandelstraat, 14; M. Alex. Geeroms, Ajuinstraat Lokaal van S. C. Eendracht, Boeren bond, Groote Markt Die giften zullen in naam der milde schenkers aan de weezen overhandigd worden. De eerste reis (kleine jongens) heeft plaats den 26 Oogst. De tweede reis (groote jongens heeft plaats den 2 September. De reis van de meisjes zal later be kend gemaakt worden. Naar het Diksmuidsche Doodenveld Op Zondag 31 Oogst Voormiddag 9 uur 30 Afhaling van het vaandel der Bedevaart bij E H, Verschaeve, Alveringem. 10 uur 30: Plechtige H. Mis in de kerk van Diksmuide, met sermoen door E. P. Leopold, ongeschoeid Karmeliet, oud-brankardier bij de lc Legerafdee- ling. Daarna vrome en ingetogen optocht naar het oude slagveld aan den Yzer. Bij de hooge brug, nabij den treurig beruchten Bloemmolen (Minoterie) Geestelijke Plechtigheid Aanspraak door Prof. Dr Fr Daels. Godsdienstige rede bij het Kruis door Eerw. Pater Callewaert, Doxuinikaau Zegening van levenden en dooden. Namiddag 2 uur Vrije vergadering in de zaal Minerva Nieuwe wandeling. Sprekers Dr Berten Pil, Dr F. De Pillecyn, Arm. Suis, Berten Vallaeys, Dr J. Rombouts, A. Hans, enz. 3 uur 45 stipt: Openlucht-voorstelling Jozef in Dothan,, het beroemde bijbel spel van Vondel, door het Vlaamse Volkstoneel, met Dr O. De Gruyter ia de hoofdrol. N. B. De trein en tramverbindin gen zijn naar wensch in alle richtingen. Het herrezen Dixmuidemet zijn weid- sche markt, zijn droom schoone gevels, stadhuis en kerk, bereidt den duizenden Vlaamsche beevaarders een gulhartig onthaal, Vlamingen 1 komt in massa dit jaar, in vrome Bedevaart, naar het onvergete lijk Yzergraf onzer jongens. Allen naar Diksmuide op 31 Oogst 1 Leening met loten van 1 milliard fr, 5 t. h. van 1922. Definitieve obligatiën af te lossen 3 reeksen, 't zij 60 titels, uit te betalen van 1 Juni 1925 af. Nummers der uitgekomen reeksen Behalve de per lot uitgekomen num mers en hieronder aangeduid, zullen al de obligatiën toehoorende aan de drie volgende reeksen uitbetaalbaar zijn te gen 300 fr., in al de agentschappen der Nationale Bank van België, te weten Reeksen 20837, 41697 176042. Nummers per lot uitgekomen Reeks 176042 nr 4, uitbetaalbaar te gen 250.000 fr. Reeksen 176042 nr 12, 41697 nr 3, uitbetaalbaar tegen 100 000 fr. De definitieve obligatiën per lot uit gekomen en hierboven aangeduid, zullen uitbetaalbaar zijn bij de Staatskas Na tionale Bank van België), te Brussel. Vóór de terugbetaling zullen zij moeten vertoond worden aan het Ministerie van Financiën, 18, Wetstraat, om er met eene bijzondere toelating tot betaling te worden bekleed.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 2