REDT U ZELVEN Arbeid adelt De Afzetgebieden Melkconsumptie fflinisterieele Berichten. BENOEMING STAD EN BUITEN WIE LUST ER EEN MOOI TUINTJE? L ■cJ0?w Landbouwweekblad Celukkïg die... Vlaamsche Landbouwhoogeschool van den Staat te Gent moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. HET FEEST der V.O.S. te AALST. HET ZAAIEN DER WINTERGRANEN ZONDAG 14 SEPT. 1924. Prijs 12 centiemen. 6de JAARGANG N\ 296 iÊÊmM éÊeÈ 't S3 Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAJRE CAUDRON. Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Niettegenstaande onze land bouw, gezien de engheid van ons grondgebied, niet volledig kan voorzien aan de noodige voe- dingsbehoeiten van 's lands talrij ke bevolking, toch laten sommige landbouwproducten of waren van landbouwoorsprong eenen gedeel telijken uitvoer toe, zooals deze van paarden, fruiten, groenten, suiker, aardappelen enz. Deze praktijk verrecht vaardigt zich door het feit, dat in sommige onzer landstreken deze opbreng sten meer winst laten, dan deze van waren bestemd tot inlandsch verbruik en welke men zich in den vreemde beterkoop kan aanschaf fen. Deze doenwijze is voordee- lig, niet alleen voor dezen welke er zich op toeleggen, maar ook voor 't land in 't algemeen, wijl ze als gunstig gevolg een ruime verbete ring onzer handelsbalans daarstelt. Als men de landbouw beschouwt als een afzonderlijke economi sche wezenlijkheid,zooals het in vele middens, alhoewel verkeerd, nog gebeurt, dan moet er voor den landbouw bitter weinig aan gelegen liggen, of hij voor zijne producten de noodige afzetgebie den vinde binnen of buiten 's lands grenzen, 't Voornaamste voor hem is daar te verkoopen waar het aanbod het hoogste is. Daar om. wanneer wij spreken over af zetgebieden, welke de landbouw vannoode heeft, dan beschouwen we zoowel de binnen- als buiten- landsc'ne, wel te verstaan, zonder uit het oog te verliezen, dat het overtollig deel van producten, dus niet bestemd tot de inwendige behoeften en noodwendigheden, noodzakelijkerwijze gedeeltelijk in den vreemde behoeft verkocht te worden. Voor het ineerendeel der pro ducten, is het van weinig belang, in een land gelijk het onze, waar het regiem der handelsvrijheid in voege is, of de koopliefhebbers binnen of buiten de grenzen ver blijven. Immers deze producten worden dan betaald aan den prijs der internationale markt en het is voldoende om ze aan voordeeligen prijs af te zetten, dat het maak loon (voortbrengstprijs) ervan vol doende laag sta. Maken uitzondering aan dezen regel, sommige speciale producten, welke geene loopende waarde op de internationale markt bezitten. Tot voorbeeld dezer soort koop waren kan men aanhalen het Bel gisch trekpaard, waarvan de vol strekte waarde onbetwistbaar is, doch wiens practisch gebruik niet overal aanpasselijk is. Voor der gelijke producten is het dan ook natuurlijk noodzakelijk vreemde afzetgebieden te bezitten. Doch het graan, het meel en het suiker b. v. vinden koopliefhebbers, op voorwaarde dat hunne handels waarde in goede verhouding staat met den internationalen marktprijs. De paarden van een bepaald ras zijn altijd blootgesteld door paarden van een ander ras of trac tors vervangen te worden. Versch vleesch loopt gevaar meer en meer verdrongen te worden door be- vrozen vleesch en lukt men erin dit laatste nagenoeg dezelfde kwa liteiten van het eerste te doen be reiken, dan is de inlandsche vee kweek erg bedreigd. De reeds be staande of nog te veroveren afzet gebieden voor boter, kaas, groen ten zijn insgelijks blootgesteld aan dergelijke risico's. Op dit gebied bestaat er eene ernstige en zelfs toenemende vrees dat uitheemsche producten, van gelijke waarde, een onverbidde lijke concurrentie kunnen daarstel- len, zoowel op de binnen- als bui- tenlandsche markt. Dikwijls genoeg en op alle to nen heeft men herhaald, dat onze* officieele diplomatische agenten geen voldoende bedrijvigheid aan den dag legden, om afzetgebieden in den vreemde te stichten, te be houden en uit te breiden en aldus meer handelsuitbreiding aan onze inlandsche producten te verschaf fen, waar ze spijtiglijk door plich- tige verwaarloozing, maar al te dikwijls met benedenwaarde wor den onderschat. In vele gevallen is het dan ook nuttig en voordeelig eene ernstige reklaam te maken ten voordeele onzer landbouwproducten. Doch de beste en degelijkste reklaam, welke wij behoeven daar te stellen is van altijd zulke producten te le veren, welke zich van zelf door hunne prima-kwaliteit aanbe velen. Door kwaliteit verstaan we natuurlijk al hetgeen van aard is onze producten boven andere der gelijke te doen verkiezen, en aan geboden door onze wereldconcur renten. De kwestie van afzetgebieden moet onderzocht worden door den landbouwvoortbrenger, niet cp het oogenblik dat zijne koopwaar is voortgebracht, maar wel voor afgaandelijk door eene fijne keuze der operaties bij middel derwelke de producten de meeste kans tot gemakkelijke verkoop vinden. Zoo deze keuze goed gedaan wordt en de oneratie behoorlijk is vervuld, dan is het afzetgebied verzekerd op voorhand. De toekomst is voor sommige afzetgebieden iet of wat twijfel achtig. Het komt er dan ook op aan bij tijds te onderzoeken, of sommige productie s door sommi ge wijzigingen niet behoeven aan-t gepast te worden aan nieuwe noodwendigheden, en of sommige onder hen niet trapsgewijze dienen vervangen te worden De fameuze landbouwkrisis van 1880-1895 zou zich misschien niet hebben voorgedaan, of zou min stens ruimschoots verzacht zijn ge worden, indien men lang genoeg op voorhand de oorzaken ervan had voorzien, namelijk: den invoer van overvloedige kwantiteiten overzeesch graan. Voorzichtigheidshalve moet men gedurig trachten te voorzien al wat ons in een iet of wat nabije toekomst zou kunnen verplichten onze productie-methoden te wijzi- geu. Daartoe is het hoogst nood zakelijk aanhoudend en aandach tig waar te nemen, wat er in die landen gebeurt, welke onze mede dingers zijn of kunnen worden op de internationale markt der land- bouwprodukten en onze afzetge bieden zóó te kiezen.dat ze beant woorden aan het meest winstaf- werpend vermogen. Gelukkig die in 't open veld, En met een kloeke hand, Door wind en zonneschijn bespeeld, Mag zwoegen op het land. Die daar zijn korstje brood verdient Een centjen overvloed, Voor als er komt een kwade dag Van nood of tegenspoed. Hem maakt het werk het lichaam taai En frischt en kleurt zijn wang Maakt licht en vroolijk zijn gemoed Dat wekt tot lach en zang. Hij ziet het spel, en hoort het lied Der voog'len om hem heen, Hij snuift de geur der bloemen op Die bloeien voor zijn schreên. Hij heeft geen ander baas dan Hem, Wien hij zijn bede wijdt Die zonneschijn en regen geeft. Waardoor zijn werk gedijdt. Nog meer gelukkig die het weet Hoe zalig is zoo n lot, En 's avonds na een dag van werk Zijn dank betuigt aan God Fods Van de Maele. De Beheerraad der Samen werkende Maatschappij Redt U Zeiven in vergadering van 6 September 1924, heeft met al- gemeene stemmen het ambt van ONDER BESTUURDER opgedragen aan den heer Cle ment Saeys, alhier. De heer Saeys, die reeds werkzaam was als Rekenplichtige, heeft dit ambt aanvaard. Hij blijft tevens be stuurder der Onderlinge Brand verzekering. Wij denken dat iedereen zal tevreden zijn over deze benoe ming en dat de heer Saeys in zijne nieuwe loopbaan de beste diensten zal bewijzen aan de maatschappij. Het vraagstuk van de melkvoorzie- ning der groote en dicht bevolkte steden is in de laatste jaren zeer op den voor grond getreden en doet ons nog steeds eene meer en meer beperkte neiging tot het nemen van eene nog groote uitbrei ding gevoelen. Dit is vooral het gevolg van het op treden van de hygiënisten, die met steeds toenemende energie aandringen op scher per toezicht op de deugdelijkheid der melk, welke voor inenschelijk gebruik versch in den handel wordt gebracht. Een ander bewijs vinden we ook nog in het van jaar tot jaar toenemen van het getal veehouders, die den kweek la ten varen, om eene gansch nieuwe rich ting, n.l.de overvloedige melkopbrengst, aan hunne exploitatie te geven, die ze met de minimum kosten tot een maxi mum rendement moet bréngen, eti dit met ze nog aan veel mindere risico's aan verlies bloot te stellen Door die kentering is het ons schier onmogelijk geworden ons een volkom n gedacht te maken van de hedendaag- sche gebruikte melk hoeveelheden. Versche melk is vrijwel het eenige voedingsmi Jdel van dagelijksch gebruik-, dat door onzea 'a dbeuw in voldoende mate wordt voortgebracht om ia de behoefte van het land te kunnen voor zien. Me<i heeft het daardoor ook meer in zijn macht, er voor te waken, dat dit voedingsmiddel in gezonden toestand in den handel komt. Van den anderen kant zouden onze veehouders het als van zelf sprekend moeten beschouwen, dat de voorziening der bevolking van ver sche melk hun monopolie weze. Voor den oorlog was, volgens Schoolsmat), het gebruik van melk per dag en per inwoner in de steden geschat op ten minste een 1/4 liter, hetzij jaar lijks een honderdtal liters melk per kop. Tegenwoordig is het meer zuinig zijn met de melk aan het orde van den dag gekomen, hoofdzakelijk om rede van hare hooge prijzen, zoodat het melkver- bruik tot ongeveer 30 is gedaald. Dit wil niet zeggen dat de nog verbruikte melkhoeveelheden voor de groote cen tra's geen groote getallen meer beslaan. De dagelijksche aankoop ervan verte genwoordigt sommen van het allerhoog ste belang. Ziehier een voorbeeld Het dagelijksch melkverbruik is vast gesteld op 175 000 fr. voor Brussel en omstreken. 80.000 fr. voor Antwerpen, 60,000 fr. voor Luik. 30.000 fr. voor Charleroi. 28.800 fr. voor Gent 24.000 fr. voor Bergen. Die melk wordt aan prijzen verkocht die nogal verschillen volgens de streek. Nochtans kan men er gedurende het jaar moeilijk krijgen onder 1 fr. a l,20fr. Wanneer wij nu den melkhandel van naderbjj beschouwen, dan moeten wij toch bekennen dat die geschiedt met het grootste gemak van vervalsching en van bedriegerij en dat het toezicht hierin bij veel te weinig doeltreffende maatregelen is beperkt. De openbare besturen heb ben immers de gezondheid van de kinds heid in handen. Dat vraagstuk is reeds op vele Inter nationale Congressen besproken ge weest vele krachtdadige maatregelen tegen de melkvervalschingen werden er genomen, doch het uitoefenen ervan bleef weeral ten achteren. Velen zijn geneigd te zeggen dat het bedrog vermindert; hewel aan diegenen moeten wij zeggen dat zij zich bedriegen ofwel dat zij zelve bedrogen worden. Nochtans moeten wij hier ter hunne verdediging bijvoegen dat, als zij bedro gen worden, het komt omdat zij onge twijfeld steeds zien en handelen al den kant van waar de vervalschingen komen. Inderdaad wat zien wij in 't algemeen wanneer wij de veroordeelingen voor vervalschingen opteekenen Het groot ste getal, om niet te zeggen allen, wor- deu uitgesproken tegao kleine voortver- koopers. ongelukkigen die de geld middelen niet bezitten om aan hunne in richting een bekwaam man vast te hech ten, die hun juist en nauwkeurig zou in lichten hoeveel water, bewaarstof, enz... men in de melk doen kan, zonder vrees van de strengheden der wet op te loc pen. Wij willen in geenen deele, die klei nen verdedigen z"n zij plichtig, dan moeten zij maar als dusdanig vervolgd en gestraft worden. Maar heel dikwijls nog, zijn zij zelve niet plichtig en zijn en kei maar de slachtoffers van groote nijveraars die alles ter hunner beschik king hebben om diezelfde strengheden der wet niet op te loopen. Meermalen verzekerde men ons dat de inspectiedienst zou versterkt worden dat alles is zeer goed en wij verheugen er ons ten volle in. Doch hetgeen hier te betreuren valt, is dat de Inspectie zelve meer zou moeten worden behartigt. Het is toch wel zeker dat men soms veel tijd verjiest met te trachten van 25 of 30 kleinhandelaars te nemen en dat er misschien 25 kceren min tijd tjjd voor noodig is om een enkele te vangen maar een goeden. Maar die goeden laten zich niet beet nemen, zij doen het liever zelve bij anderen Wij mogen dus gerust zeggen dat de melkhandel zijn oorsprong neemt bij de kleine melk uitzetters, die erop uit zijn de groote winsten te maken en die tegen over een gezonde volksdrank een ver gif in de plaats geven. Buiten die melk- uitzetters, vinden wij oneindig vele klei ne veehouders, die over enkele stuks vee beschikken en de voorzorg tot een strik te minimum beperken. Het ware dus gewenscht de opvoe ding van den verbruiker en van den voortbrenger iets of wat op te beuren. De vet bruiker zou moeten worden on derricht bij middel van vlugschriften. Wij moeten hem aantoonen wat groot verlies hij ondergaat met zich melk aan te schaften, welke hem niet alle waarbor gen verleent van zindelijkheid en zuiver heid. Men moet hem het groot gevaar aau- t wijzen aan hetwelk hij zich blootstel melk te verbruiken waaraan men water heeft toege voegd, dat gewoonlijk besmet isl De vervalscher zal daartoe het eerste het beste water nemen, trouwens alle wa ter is voor hem al evenveel weerd om zijne beurs te vullen. De opvoeding van den voortbrerger moet evenwel verzorgd worden 1 De voortbrenger zal met de allergrootste zorg melkkoeien uitkiezen, die in haar de factors dragen, r iet van een groote hoe veelheid, maar van een hooge vetrijk- he idHij moet daarbij zijn dieren goed voeden en altijd nag-an of de verhoudin gen in de rantsoenen wel goed geéquili breerd zijn. Hoeveel boeren zijn er niet die meer geld in hun melkkoeien insteken dan zij er wel kunnen uittrekken? Kost wat kost moeten zij dergelijke dieren uit hunne veestapel verweerenIn die zaak moet de veehouder "zeker spel" hebbenen niets aan het toeval overlaten De landbouwers zijn ten huidige dage veel te lichtgeloovig Al de ernstige ervaringsmannen zijn het eens om te bekennen, dat elke melkvoortbrenger, die z ch in de mogelijkheid bevindt zijn melk te verkoopen aan eene melkerij, er meer geld zal van maken dan met zijn melk bij hem t'huis zelf te bewerken.Het is voor hem een volledige afschaffing van al de kosten welke dat dagelijksch werk na zich sleept Het zal maar dan alleen zijn dat wij er ons zullen op roemen aseptische con- sumptiemelk te kunnen gebruiken. Is het niet jammer dat al die zorgelooze melk venters de openbare gezondheid in han den hebben. De openbare besturen kun nen geen genoegzaam strenge maatre gelen nemen om dergelijk melkverkoo- pen te verhinderen Om u maar een voorbeeld te geven In 1920 waren er in ons land 163.738 geboorten. In het zelfde jaar stierven er 16,957 kindertjes onder één jaar, hetzij in een verhouding van 10,36 °/o. Het grootste getal dier sterfgevallen hebben hun oorzaak gevonden in een verkeerd of te weinig gebruik van melk! Meer menschlievendheid moeten de melkvoortbrengersen melkuitzetters aan den dag leggen En dan alleen zullen wij ze van harte toejuichen, om de zoo weldoende plicht die zij tegenover de maatschappij zullen hebben gekweten. MISEREZ VALÉRE Landbouwingenieur. keling, met daarbij het in practijk stel len van al wat de landbouwwetenschap ons ten dienste stelt, hangt het winst- afwerpen van ons beroep bijna uitslui tend af van de wetten-regeling. Besluit wetten, tolovereenkomsten, hoogstprij- zen en zooveel andere zijn zoovele wa pens in regeeringshanden, die tegen of voor ons kunnen worden aangewend. In hoever de Belgisthe regeering die zoo weet a3n te wenden, dat ze in ons voordeel werken, hebben we hier liefst niet uit te maken. Ondanks als onze moeite en opzoekingen zouden we mis schien op 'n paar regelingen in ons voordeel kunnen wijzen. De lijst der regelingen en wettelijke ingrijpen tegen ons hoeven we hier ze ker niet te herhalen, daarop werd in ons blad op tijd en stond genoeg gewezen. Voor 'n tweede goed deel ligt het dus aan ons zelf den landbouw meer winst gevend te maken. Wat we daarvoor zooal moeten doen, leeren we heel goed bij de andere beroepen. De werklieden b.v. hebben ook lang de weinig benijdenswaardige lastdieren geweest der samenleving. Zij ook werk ten voor hongerloonen, wisten niet eens wat vrijheid beteekende en kenden niets dan zwoegen van den morgen tot den avond. We weien dat de Staat voor onze belangen heeft te zorgen evenveel als voor de belangen van andere. Hier in België doet hij het nietLigt de groote schuld daarvan niet aan ons zelf. De regeering is toch maar 'n volksvertegen woordiging of zou het toch moeten zijn. Dank aan zijne politieke opvoeding heeft ons nijverheidsvolk zijn tegen- woordigen welstand te danken. Als an deren langs dien weg naar den zege gingen, moeten wij dat toch ookkunnen! Meen nu maar niet, dat we dien weg aantoonen, om gauw een landbouwpar- tij met eigen vertegenwoordiging te zien ontstaan. Neen, alleen willen we er de aandacht op trekken, dat wij onder maatschappelijk opzicht veel ten achter staan tegen anderen. Solidariteit is in onzen stand te weinig gekend. Wij wer ken nog te veel tegen den broedergeest. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat fa milieleden in verkaveling of ove-een- komsten elkander groote schade berok kenen, waar niemand voordeel bij heelt, doch waarmee onze oude boeren-kop- pigheid wordt onderhouden. Wat zoo dikwijls Is aan te stippen bij onderhuring, verkoop, openbare ver pachting en meer andere, levert duide lijk het bewijs dat wij landbouwers nog veel hebben te leeren in zake maat schappelijke ontwikkeling. Leeren wij dus van anderen, wat hun ten goeden zege heeft geleid en schoon er voor ons in de stad veel slecht is te vinden, ligt er toch menig goed voor beeld weggeborgen, dat ons kan en zou moeten ten goede komen. In ons vorig artikel wezen wij er op dat het tegenwoordig kwijnen der bui- j tenbevolking grootendeels te wijten is aan het verschil van stoffelijke winst in den landbouw en andere beroepen te maken. Nu. het meer winstgevend ma ken van den landbouw hangt af, voor 'n overwegend deel van de staatswet- tenregeling en voor een ander groot deel van de landbouwers zelf. Ondanks de meest mogelijke oatwik- Wij mogen niet vergeten te spreken over het prachtig feest der Vlaamsche Oud Strijders (V.O.S) omdat de meeste boerenmeoschen Vlaamschgezind en ook antimilitarist zijn. Er zullen een zestig tot zeventig maat schappijen in de stad zijn, een vijftal muzieken en zoo n een vijfduizend men- menschen 1 't Zal goed weder zijn. Ziet ge die leeuwenvlaggen daar allen ge schaard rond ons lokaal, dat in feestge waad zal staan Hoort ge die heldere toonen dier machtige fanfaren en de schetterende klanken der trompetters- clubben Wie zou er als Vlaamschgezin - de en antimilitarist dien dag in de stad wilh-n ontbreken Komt boeren en boe rinnen en verbroedert met dezen die zich zoo moedig in den wereldkamp heb ben gedragen en thans nog 't hardste strijden voor ons goede Vlaamsche yecht en om in t varvolg der eeuwen alle menschenslachting te vermijden. L. H. Tarwe en rogge betrekken bij ons een belangrijke plaats in de vruchtafwisseling en is het te verwonderen hoe weinig be lang er door meest alle landbouwers in deze teelten wordt gesteld. Niet alleen wordt niet altijd en overal voor degelijk zaaigoed gezorgd, maar zelfs laat de be mesting dikwijls te wenschen over. In 't algemeen, worden de granen ge zaaid met een uitsluitelijke phosphoor- zuur- en potaschbemesting, soms met toevoeging van eene kleine hoeveelheid stalmest. Dit is verkeerd, daar alleen en kele gronden rijk genoeg aan opneem bare en dadelijk benuttigbare stikstof kunnen zijn, om den eersten groei der gewassen te bevorderen. In 't bijzonder na een graan- of aardappeloogst is de grond zeer arm aan benuttigbare stikstof. Nochtans is het van het hoogste be lang, dat de plant vóór den Winter nog, een sterk en uitgebreid wortelstel zou ontwikkelen. Daarom passe men toe, vóór het zaaien, ongeveer 100 kg. Soda- nitraat van Chili par hectare. De Koornbloem een der meest ver spreide en belangrijkste landbouwbladen kan er niet toe geraken de berichten door ons achtbaar ministerie van Land bouw meegedeeld in handen te krijgen. Niettegenstande verschillende opmerkin- aan het betrokken ministerie, gewaardi- gen die mijnheeren zich niet hunne be richten tc zenden aan een landbouw blad en hebben dit liever aan onbedui dende bladen te sturen die niets met landbouw gemeens hebben. In het be lang van ons leden zullen wij sammige mededeelingen gaan zoeken in voor noemde bladen en ze hun mededeelen. Wij protesteeren hier nogmaals krach tig tegen de onbetamelijke en onprakti sche handelwijze van ons ministerie van Landbouw Ministerie van Landbouw. VRIJE LEERGANGEN. Benevens gewone studenten, aan vaardt het Vlaamsch Landbouw-Insti tuut dit jaar ook vrije studenten welke geen humaniorastudiën moeten gedaan hebben en ook niet onderworpen zijn aan een toegangsexamen. Zij nemen een schoolabonnement ea volgen de cursussen waarvoor zij inge schreven zijn. Deze curcussen worden bijzonder in gericht om aan zonen van landbouwers die middelbaar onderwijs hebben geno ten, toe te laten zich in de voornaams ce vakken van het landbouwbedrijf te on derrichten. Deze vakken, in één jaar, gedurende 3 dagen per week op de volgende dagen en uren onderwezen zijn. Maandag van 9 tot 11 uur Gezond heidsleer der huisdieren hoef besla -, verloskunde, veeziekten. Maandag van 11 tot 12 uur melkei Maandag van 2 u. 30 tot 4 u. 3' landhuishoudkunde met toepassingen Dinsdag van 8 u. 30 tot 9 u. 30 Lan 1- bouwboekhouden. Dinsdag van 9 u. 30 tot 10 u. 30 teelt der landbouwgewassen. Dinsdag van 10 u. 30 tot 1 1 u. JJ leer der landbouwmachienen. Dinsdag van 11 u. 30 tot 12 u. 30 er felijkheidsleer en zaadonderzoek. Dinsdag van 2 tot 5 ure: Landbouw- huishoudkunde. Vrijdag van 8 u. 30 tot 11 uur Paar den runder-, varkens-, schapen-, en hoenderkweek. Vrijdag, zelfde uur: beoordeelingsleer der huisdieren ouderdomsleer der huis dieren, voedingsleer. Vrijdag van 11 tot 12 uur: bemes tingsleer. Vrijdag van 12 tot 13 uur .-landbouw kunde. De leergangen hernemen den Dinsdag 21 October 1924. De inschrijvingen kunnen genomen worden al de dagen der week op het secret iriaat der Landbouwhoogeschool, 80, St-Amandsstraat, te Gent. Om een mooi tuintje te hebben moet men de randen rond de bloemperken goed verzorgen want Randen rond de bloemperken zijn als krullen om het hoofd der blozende jeugd. Er zijn leven de randen en ook kunstmatige randen, k Verkies de levende randen die wel on derhouden, regelmatig gevuld, en goed verzorgd zijnwaar noch symetrie, noch proportie te wenschen overlatea. Men maakt levende randen van palm, madeliefjes, anemone s Groeigeern ofSe- dum Acre Klokjesbloem, zeegras. Gras- anjers enz., er is keus te over. Een rand van palm trof men vroeger veel in onze tuinen aan, thans schijnt men er op meeste plaatsen vaarwel aan gezegd te hebben. Palranden die diep geplant, kort en glad geschoren zijn ge ven aan den tuin een fraai uitzicht, maar hoe dikwijls gebeurd het niet dat ze niet goed gevuld zijn, hier en daar gapingen laten die ze toch zoo zeer ont sieren. Wat ook waar is en 't kwaad dat men er van zegt is niet overdreven, palm is een gulzige plant en gaat met veel voedsel weg ten nadeele voorzeker van andere bloemen. Nu 't schijnt ook dat slekken en ander ongedierte er zich gaarne in vestigen, ze zitten er droog en warm en ook uit 't zicht. Aan de hoenders zouden ze misschien niet ontsnappen, maar deze blijven best uit den tuin. Ge ziet er is op palm nog al een en ander te zeggen en 't ware beter ze aan te leggen met Grasanjers of Groeigeern. De grasanjers met hun grijze bladeren, in den Zomer met wel riekende bloemen overdekt, worden M«eilijk als raadplaat avertroffea F;- u

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1