REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
De Afzetgebieden
Melkconsumptie
fflinisterieele Berichten.
BENOEMING
STAD EN BUITEN
WIE LUST ER EEN
MOOI TUINTJE?
L ■cJ0?w
Landbouwweekblad
Celukkïg die...
Vlaamsche Landbouwhoogeschool
van den Staat te Gent
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
HET FEEST der V.O.S.
te AALST.
HET ZAAIEN DER WINTERGRANEN
ZONDAG 14 SEPT. 1924.
Prijs 12 centiemen.
6de JAARGANG N\ 296
iÊÊmM éÊeÈ
't S3
Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAJRE CAUDRON. Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Niettegenstaande onze land
bouw, gezien de engheid van ons
grondgebied, niet volledig kan
voorzien aan de noodige voe-
dingsbehoeiten van 's lands talrij
ke bevolking, toch laten sommige
landbouwproducten of waren van
landbouwoorsprong eenen gedeel
telijken uitvoer toe, zooals deze
van paarden, fruiten, groenten,
suiker, aardappelen enz.
Deze praktijk verrecht vaardigt
zich door het feit, dat in sommige
onzer landstreken deze opbreng
sten meer winst laten, dan deze
van waren bestemd tot inlandsch
verbruik en welke men zich in den
vreemde beterkoop kan aanschaf
fen. Deze doenwijze is voordee-
lig, niet alleen voor dezen welke er
zich op toeleggen, maar ook voor
't land in 't algemeen, wijl ze als
gunstig gevolg een ruime verbete
ring onzer handelsbalans daarstelt.
Als men de landbouw beschouwt
als een afzonderlijke economi
sche wezenlijkheid,zooals het in
vele middens, alhoewel verkeerd,
nog gebeurt, dan moet er voor
den landbouw bitter weinig aan
gelegen liggen, of hij voor zijne
producten de noodige afzetgebie
den vinde binnen of buiten 's lands
grenzen, 't Voornaamste voor
hem is daar te verkoopen waar
het aanbod het hoogste is. Daar
om. wanneer wij spreken over af
zetgebieden, welke de landbouw
vannoode heeft, dan beschouwen
we zoowel de binnen- als buiten-
landsc'ne, wel te verstaan, zonder
uit het oog te verliezen, dat het
overtollig deel van producten,
dus niet bestemd tot de inwendige
behoeften en noodwendigheden,
noodzakelijkerwijze gedeeltelijk in
den vreemde behoeft verkocht te
worden.
Voor het ineerendeel der pro
ducten, is het van weinig belang,
in een land gelijk het onze, waar
het regiem der handelsvrijheid in
voege is, of de koopliefhebbers
binnen of buiten de grenzen ver
blijven. Immers deze producten
worden dan betaald aan den prijs
der internationale markt en het is
voldoende om ze aan voordeeligen
prijs af te zetten, dat het maak
loon (voortbrengstprijs) ervan vol
doende laag sta.
Maken uitzondering aan dezen
regel, sommige speciale producten,
welke geene loopende waarde op
de internationale markt bezitten.
Tot voorbeeld dezer soort koop
waren kan men aanhalen het Bel
gisch trekpaard, waarvan de vol
strekte waarde onbetwistbaar is,
doch wiens practisch gebruik niet
overal aanpasselijk is. Voor der
gelijke producten is het dan ook
natuurlijk noodzakelijk vreemde
afzetgebieden te bezitten. Doch
het graan, het meel en het suiker
b. v. vinden koopliefhebbers, op
voorwaarde dat hunne handels
waarde in goede verhouding staat
met den internationalen marktprijs.
De paarden van een bepaald
ras zijn altijd blootgesteld door
paarden van een ander ras of trac
tors vervangen te worden. Versch
vleesch loopt gevaar meer en meer
verdrongen te worden door be-
vrozen vleesch en lukt men erin
dit laatste nagenoeg dezelfde kwa
liteiten van het eerste te doen be
reiken, dan is de inlandsche vee
kweek erg bedreigd. De reeds be
staande of nog te veroveren afzet
gebieden voor boter, kaas, groen
ten zijn insgelijks blootgesteld aan
dergelijke risico's.
Op dit gebied bestaat er eene
ernstige en zelfs toenemende vrees
dat uitheemsche producten, van
gelijke waarde, een onverbidde
lijke concurrentie kunnen daarstel-
len, zoowel op de binnen- als bui-
tenlandsche markt.
Dikwijls genoeg en op alle to
nen heeft men herhaald, dat onze*
officieele diplomatische agenten
geen voldoende bedrijvigheid aan
den dag legden, om afzetgebieden
in den vreemde te stichten, te be
houden en uit te breiden en aldus
meer handelsuitbreiding aan onze
inlandsche producten te verschaf
fen, waar ze spijtiglijk door plich-
tige verwaarloozing, maar al te
dikwijls met benedenwaarde wor
den onderschat.
In vele gevallen is het dan ook
nuttig en voordeelig eene ernstige
reklaam te maken ten voordeele
onzer landbouwproducten. Doch
de beste en degelijkste reklaam,
welke wij behoeven daar te stellen
is van altijd zulke producten te le
veren, welke zich van zelf door
hunne prima-kwaliteit aanbe
velen. Door kwaliteit verstaan we
natuurlijk al hetgeen van aard is
onze producten boven andere der
gelijke te doen verkiezen, en aan
geboden door onze wereldconcur
renten.
De kwestie van afzetgebieden
moet onderzocht worden door den
landbouwvoortbrenger, niet cp
het oogenblik dat zijne koopwaar
is voortgebracht, maar wel voor
afgaandelijk door eene fijne keuze
der operaties bij middel derwelke
de producten de meeste kans tot
gemakkelijke verkoop vinden. Zoo
deze keuze goed gedaan wordt en
de oneratie behoorlijk is vervuld,
dan is het afzetgebied verzekerd
op voorhand.
De toekomst is voor sommige
afzetgebieden iet of wat twijfel
achtig. Het komt er dan ook op
aan bij tijds te onderzoeken, of
sommige productie s door sommi
ge wijzigingen niet behoeven aan-t
gepast te worden aan nieuwe
noodwendigheden, en of sommige
onder hen niet trapsgewijze dienen
vervangen te worden
De fameuze landbouwkrisis van
1880-1895 zou zich misschien niet
hebben voorgedaan, of zou min
stens ruimschoots verzacht zijn ge
worden, indien men lang genoeg
op voorhand de oorzaken ervan
had voorzien, namelijk: den invoer
van overvloedige kwantiteiten
overzeesch graan.
Voorzichtigheidshalve moet men
gedurig trachten te voorzien
al wat ons in een iet of wat nabije
toekomst zou kunnen verplichten
onze productie-methoden te wijzi-
geu. Daartoe is het hoogst nood
zakelijk aanhoudend en aandach
tig waar te nemen, wat er in die
landen gebeurt, welke onze mede
dingers zijn of kunnen worden op
de internationale markt der land-
bouwprodukten en onze afzetge
bieden zóó te kiezen.dat ze beant
woorden aan het meest winstaf-
werpend vermogen.
Gelukkig die in 't open veld,
En met een kloeke hand,
Door wind en zonneschijn bespeeld,
Mag zwoegen op het land.
Die daar zijn korstje brood verdient
Een centjen overvloed,
Voor als er komt een kwade dag
Van nood of tegenspoed.
Hem maakt het werk het lichaam taai
En frischt en kleurt zijn wang
Maakt licht en vroolijk zijn gemoed
Dat wekt tot lach en zang.
Hij ziet het spel, en hoort het lied
Der voog'len om hem heen,
Hij snuift de geur der bloemen op
Die bloeien voor zijn schreên.
Hij heeft geen ander baas dan Hem,
Wien hij zijn bede wijdt
Die zonneschijn en regen geeft.
Waardoor zijn werk gedijdt.
Nog meer gelukkig die het weet
Hoe zalig is zoo n lot,
En 's avonds na een dag van werk
Zijn dank betuigt aan God
Fods Van de Maele.
De Beheerraad der Samen
werkende Maatschappij Redt
U Zeiven in vergadering van
6 September 1924, heeft met al-
gemeene stemmen het ambt van
ONDER BESTUURDER
opgedragen aan den heer Cle
ment Saeys, alhier. De heer
Saeys, die reeds werkzaam was
als Rekenplichtige, heeft dit ambt
aanvaard. Hij blijft tevens be
stuurder der Onderlinge Brand
verzekering.
Wij denken dat iedereen zal
tevreden zijn over deze benoe
ming en dat de heer Saeys in
zijne nieuwe loopbaan de beste
diensten zal bewijzen aan de
maatschappij.
Het vraagstuk van de melkvoorzie-
ning der groote en dicht bevolkte steden
is in de laatste jaren zeer op den voor
grond getreden en doet ons nog steeds
eene meer en meer beperkte neiging tot
het nemen van eene nog groote uitbrei
ding gevoelen.
Dit is vooral het gevolg van het op
treden van de hygiënisten, die met steeds
toenemende energie aandringen op scher
per toezicht op de deugdelijkheid der
melk, welke voor inenschelijk gebruik
versch in den handel wordt gebracht.
Een ander bewijs vinden we ook nog
in het van jaar tot jaar toenemen van
het getal veehouders, die den kweek la
ten varen, om eene gansch nieuwe rich
ting, n.l.de overvloedige melkopbrengst,
aan hunne exploitatie te geven, die ze
met de minimum kosten tot een maxi
mum rendement moet bréngen, eti dit
met ze nog aan veel mindere risico's
aan verlies bloot te stellen
Door die kentering is het ons schier
onmogelijk geworden ons een volkom n
gedacht te maken van de hedendaag-
sche gebruikte melk hoeveelheden.
Versche melk is vrijwel het eenige
voedingsmi Jdel van dagelijksch gebruik-,
dat door onzea 'a dbeuw in voldoende
mate wordt voortgebracht om ia de
behoefte van het land te kunnen voor
zien. Me<i heeft het daardoor ook meer
in zijn macht, er voor te waken, dat dit
voedingsmiddel in gezonden toestand in
den handel komt. Van den anderen kant
zouden onze veehouders het als van
zelf sprekend moeten beschouwen, dat
de voorziening der bevolking van ver
sche melk hun monopolie weze.
Voor den oorlog was, volgens
Schoolsmat), het gebruik van melk per
dag en per inwoner in de steden geschat
op ten minste een 1/4 liter, hetzij jaar
lijks een honderdtal liters melk per kop.
Tegenwoordig is het meer zuinig zijn
met de melk aan het orde van den dag
gekomen, hoofdzakelijk om rede van
hare hooge prijzen, zoodat het melkver-
bruik tot ongeveer 30 is gedaald. Dit
wil niet zeggen dat de nog verbruikte
melkhoeveelheden voor de groote cen
tra's geen groote getallen meer beslaan.
De dagelijksche aankoop ervan verte
genwoordigt sommen van het allerhoog
ste belang. Ziehier een voorbeeld
Het dagelijksch melkverbruik is vast
gesteld op
175 000 fr. voor Brussel en omstreken.
80.000 fr. voor Antwerpen,
60,000 fr. voor Luik.
30.000 fr. voor Charleroi.
28.800 fr. voor Gent
24.000 fr. voor Bergen.
Die melk wordt aan prijzen verkocht
die nogal verschillen volgens de streek.
Nochtans kan men er gedurende het
jaar moeilijk krijgen onder 1 fr. a l,20fr.
Wanneer wij nu den melkhandel van
naderbjj beschouwen, dan moeten wij
toch bekennen dat die geschiedt met het
grootste gemak van vervalsching en van
bedriegerij en dat het toezicht hierin bij
veel te weinig doeltreffende maatregelen
is beperkt. De openbare besturen heb
ben immers de gezondheid van de kinds
heid in handen.
Dat vraagstuk is reeds op vele Inter
nationale Congressen besproken ge
weest vele krachtdadige maatregelen
tegen de melkvervalschingen werden er
genomen, doch het uitoefenen ervan
bleef weeral ten achteren.
Velen zijn geneigd te zeggen dat het
bedrog vermindert; hewel aan diegenen
moeten wij zeggen dat zij zich bedriegen
ofwel dat zij zelve bedrogen worden.
Nochtans moeten wij hier ter hunne
verdediging bijvoegen dat, als zij bedro
gen worden, het komt omdat zij onge
twijfeld steeds zien en handelen al den
kant van waar de vervalschingen komen.
Inderdaad wat zien wij in 't algemeen
wanneer wij de veroordeelingen voor
vervalschingen opteekenen Het groot
ste getal, om niet te zeggen allen, wor-
deu uitgesproken tegao kleine voortver-
koopers. ongelukkigen die de geld
middelen niet bezitten om aan hunne in
richting een bekwaam man vast te hech
ten, die hun juist en nauwkeurig zou in
lichten hoeveel water, bewaarstof, enz...
men in de melk doen kan, zonder vrees
van de strengheden der wet op te loc
pen.
Wij willen in geenen deele, die klei
nen verdedigen z"n zij plichtig, dan
moeten zij maar als dusdanig vervolgd
en gestraft worden. Maar heel dikwijls
nog, zijn zij zelve niet plichtig en zijn en
kei maar de slachtoffers van groote
nijveraars die alles ter hunner beschik
king hebben om diezelfde strengheden
der wet niet op te loopen.
Meermalen verzekerde men ons dat de
inspectiedienst zou versterkt worden
dat alles is zeer goed en wij verheugen
er ons ten volle in. Doch hetgeen hier te
betreuren valt, is dat de Inspectie zelve
meer zou moeten worden behartigt. Het
is toch wel zeker dat men soms veel tijd
verjiest met te trachten van 25 of 30
kleinhandelaars te nemen en dat er
misschien 25 kceren min tijd tjjd voor
noodig is om een enkele te vangen
maar een goeden. Maar die goeden
laten zich niet beet nemen, zij doen het
liever zelve bij anderen
Wij mogen dus gerust zeggen dat de
melkhandel zijn oorsprong neemt bij de
kleine melk uitzetters, die erop uit zijn de
groote winsten te maken en die tegen
over een gezonde volksdrank een ver
gif in de plaats geven. Buiten die melk-
uitzetters, vinden wij oneindig vele klei
ne veehouders, die over enkele stuks vee
beschikken en de voorzorg tot een strik
te minimum beperken.
Het ware dus gewenscht de opvoe
ding van den verbruiker en van den
voortbrenger iets of wat op te beuren.
De vet bruiker zou moeten worden on
derricht bij middel van vlugschriften.
Wij moeten hem aantoonen wat groot
verlies hij ondergaat met zich melk aan
te schaften, welke hem niet alle waarbor
gen verleent van zindelijkheid en zuiver
heid.
Men moet hem het groot gevaar aau- t
wijzen aan hetwelk hij zich blootstel
melk te verbruiken waaraan men water
heeft toege voegd, dat gewoonlijk besmet
isl De vervalscher zal daartoe het eerste
het beste water nemen, trouwens alle wa
ter is voor hem al evenveel weerd om
zijne beurs te vullen.
De opvoeding van den voortbrerger
moet evenwel verzorgd worden 1 De
voortbrenger zal met de allergrootste
zorg melkkoeien uitkiezen, die in haar de
factors dragen, r iet van een groote hoe
veelheid, maar van een hooge vetrijk-
he idHij moet daarbij zijn dieren goed
voeden en altijd nag-an of de verhoudin
gen in de rantsoenen wel goed geéquili
breerd zijn.
Hoeveel boeren zijn er niet die meer
geld in hun melkkoeien insteken dan zij
er wel kunnen uittrekken? Kost wat kost
moeten zij dergelijke dieren uit hunne
veestapel verweerenIn die zaak moet
de veehouder "zeker spel" hebbenen
niets aan het toeval overlaten
De landbouwers zijn ten huidige dage
veel te lichtgeloovig Al de ernstige
ervaringsmannen zijn het eens om te
bekennen, dat elke melkvoortbrenger,
die z ch in de mogelijkheid bevindt zijn
melk te verkoopen aan eene melkerij, er
meer geld zal van maken dan met zijn
melk bij hem t'huis zelf te bewerken.Het
is voor hem een volledige afschaffing
van al de kosten welke dat dagelijksch
werk na zich sleept
Het zal maar dan alleen zijn dat wij
er ons zullen op roemen aseptische con-
sumptiemelk te kunnen gebruiken. Is het
niet jammer dat al die zorgelooze melk
venters de openbare gezondheid in han
den hebben. De openbare besturen kun
nen geen genoegzaam strenge maatre
gelen nemen om dergelijk melkverkoo-
pen te verhinderen Om u maar een
voorbeeld te geven In 1920 waren er
in ons land 163.738 geboorten. In het
zelfde jaar stierven er 16,957 kindertjes
onder één jaar, hetzij in een verhouding
van 10,36 °/o.
Het grootste getal dier sterfgevallen
hebben hun oorzaak gevonden in een
verkeerd of te weinig gebruik van melk!
Meer menschlievendheid moeten de
melkvoortbrengersen melkuitzetters aan
den dag leggen En dan alleen zullen
wij ze van harte toejuichen, om de zoo
weldoende plicht die zij tegenover de
maatschappij zullen hebben gekweten.
MISEREZ VALÉRE
Landbouwingenieur.
keling, met daarbij het in practijk stel
len van al wat de landbouwwetenschap
ons ten dienste stelt, hangt het winst-
afwerpen van ons beroep bijna uitslui
tend af van de wetten-regeling. Besluit
wetten, tolovereenkomsten, hoogstprij-
zen en zooveel andere zijn zoovele wa
pens in regeeringshanden, die tegen of
voor ons kunnen worden aangewend.
In hoever de Belgisthe regeering die
zoo weet a3n te wenden, dat ze in ons
voordeel werken, hebben we hier liefst
niet uit te maken. Ondanks als onze
moeite en opzoekingen zouden we mis
schien op 'n paar regelingen in ons
voordeel kunnen wijzen.
De lijst der regelingen en wettelijke
ingrijpen tegen ons hoeven we hier ze
ker niet te herhalen, daarop werd in ons
blad op tijd en stond genoeg gewezen.
Voor 'n tweede goed deel ligt het dus
aan ons zelf den landbouw meer winst
gevend te maken. Wat we daarvoor
zooal moeten doen, leeren we heel goed
bij de andere beroepen.
De werklieden b.v. hebben ook lang
de weinig benijdenswaardige lastdieren
geweest der samenleving. Zij ook werk
ten voor hongerloonen, wisten niet eens
wat vrijheid beteekende en kenden niets
dan zwoegen van den morgen tot den
avond.
We weien dat de Staat voor onze
belangen heeft te zorgen evenveel als
voor de belangen van andere. Hier in
België doet hij het nietLigt de groote
schuld daarvan niet aan ons zelf. De
regeering is toch maar 'n volksvertegen
woordiging of zou het toch moeten zijn.
Dank aan zijne politieke opvoeding
heeft ons nijverheidsvolk zijn tegen-
woordigen welstand te danken. Als an
deren langs dien weg naar den zege
gingen, moeten wij dat toch ookkunnen!
Meen nu maar niet, dat we dien weg
aantoonen, om gauw een landbouwpar-
tij met eigen vertegenwoordiging te zien
ontstaan. Neen, alleen willen we er de
aandacht op trekken, dat wij onder
maatschappelijk opzicht veel ten achter
staan tegen anderen. Solidariteit is in
onzen stand te weinig gekend. Wij wer
ken nog te veel tegen den broedergeest.
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat fa
milieleden in verkaveling of ove-een-
komsten elkander groote schade berok
kenen, waar niemand voordeel bij heelt,
doch waarmee onze oude boeren-kop-
pigheid wordt onderhouden.
Wat zoo dikwijls Is aan te stippen bij
onderhuring, verkoop, openbare ver
pachting en meer andere, levert duide
lijk het bewijs dat wij landbouwers nog
veel hebben te leeren in zake maat
schappelijke ontwikkeling.
Leeren wij dus van anderen, wat hun
ten goeden zege heeft geleid en schoon
er voor ons in de stad veel slecht is te
vinden, ligt er toch menig goed voor
beeld weggeborgen, dat ons kan en zou
moeten ten goede komen.
In ons vorig artikel wezen wij er op
dat het tegenwoordig kwijnen der bui- j
tenbevolking grootendeels te wijten is
aan het verschil van stoffelijke winst in
den landbouw en andere beroepen te
maken. Nu. het meer winstgevend ma
ken van den landbouw hangt af, voor
'n overwegend deel van de staatswet-
tenregeling en voor een ander groot
deel van de landbouwers zelf.
Ondanks de meest mogelijke oatwik-
Wij mogen niet vergeten te spreken
over het prachtig feest der Vlaamsche
Oud Strijders (V.O.S) omdat de meeste
boerenmeoschen Vlaamschgezind en ook
antimilitarist zijn.
Er zullen een zestig tot zeventig maat
schappijen in de stad zijn, een vijftal
muzieken en zoo n een vijfduizend men-
menschen 1 't Zal goed weder zijn. Ziet
ge die leeuwenvlaggen daar allen ge
schaard rond ons lokaal, dat in feestge
waad zal staan Hoort ge die heldere
toonen dier machtige fanfaren en de
schetterende klanken der trompetters-
clubben Wie zou er als Vlaamschgezin -
de en antimilitarist dien dag in de stad
wilh-n ontbreken Komt boeren en boe
rinnen en verbroedert met dezen die
zich zoo moedig in den wereldkamp heb
ben gedragen en thans nog 't hardste
strijden voor ons goede Vlaamsche yecht
en om in t varvolg der eeuwen alle
menschenslachting te vermijden.
L. H.
Tarwe en rogge betrekken bij ons een
belangrijke plaats in de vruchtafwisseling
en is het te verwonderen hoe weinig be
lang er door meest alle landbouwers in
deze teelten wordt gesteld. Niet alleen
wordt niet altijd en overal voor degelijk
zaaigoed gezorgd, maar zelfs laat de be
mesting dikwijls te wenschen over.
In 't algemeen, worden de granen ge
zaaid met een uitsluitelijke phosphoor-
zuur- en potaschbemesting, soms met
toevoeging van eene kleine hoeveelheid
stalmest. Dit is verkeerd, daar alleen en
kele gronden rijk genoeg aan opneem
bare en dadelijk benuttigbare stikstof
kunnen zijn, om den eersten groei der
gewassen te bevorderen. In 't bijzonder
na een graan- of aardappeloogst is de
grond zeer arm aan benuttigbare stikstof.
Nochtans is het van het hoogste be
lang, dat de plant vóór den Winter nog,
een sterk en uitgebreid wortelstel zou
ontwikkelen. Daarom passe men toe,
vóór het zaaien, ongeveer 100 kg. Soda-
nitraat van Chili par hectare.
De Koornbloem een der meest ver
spreide en belangrijkste landbouwbladen
kan er niet toe geraken de berichten
door ons achtbaar ministerie van Land
bouw meegedeeld in handen te krijgen.
Niettegenstande verschillende opmerkin-
aan het betrokken ministerie, gewaardi-
gen die mijnheeren zich niet hunne be
richten tc zenden aan een landbouw
blad en hebben dit liever aan onbedui
dende bladen te sturen die niets met
landbouw gemeens hebben. In het be
lang van ons leden zullen wij sammige
mededeelingen gaan zoeken in voor
noemde bladen en ze hun mededeelen.
Wij protesteeren hier nogmaals krach
tig tegen de onbetamelijke en onprakti
sche handelwijze van ons ministerie van
Landbouw
Ministerie van Landbouw.
VRIJE LEERGANGEN.
Benevens gewone studenten, aan
vaardt het Vlaamsch Landbouw-Insti
tuut dit jaar ook vrije studenten welke
geen humaniorastudiën moeten gedaan
hebben en ook niet onderworpen zijn
aan een toegangsexamen.
Zij nemen een schoolabonnement ea
volgen de cursussen waarvoor zij inge
schreven zijn.
Deze curcussen worden bijzonder in
gericht om aan zonen van landbouwers
die middelbaar onderwijs hebben geno
ten, toe te laten zich in de voornaams ce
vakken van het landbouwbedrijf te on
derrichten.
Deze vakken, in één jaar, gedurende
3 dagen per week op de volgende dagen
en uren onderwezen zijn.
Maandag van 9 tot 11 uur Gezond
heidsleer der huisdieren hoef besla -,
verloskunde, veeziekten.
Maandag van 11 tot 12 uur melkei
Maandag van 2 u. 30 tot 4 u. 3'
landhuishoudkunde met toepassingen
Dinsdag van 8 u. 30 tot 9 u. 30 Lan 1-
bouwboekhouden.
Dinsdag van 9 u. 30 tot 10 u. 30 teelt
der landbouwgewassen.
Dinsdag van 10 u. 30 tot 1 1 u. JJ
leer der landbouwmachienen.
Dinsdag van 11 u. 30 tot 12 u. 30 er
felijkheidsleer en zaadonderzoek.
Dinsdag van 2 tot 5 ure: Landbouw-
huishoudkunde.
Vrijdag van 8 u. 30 tot 11 uur Paar
den runder-, varkens-, schapen-, en
hoenderkweek.
Vrijdag, zelfde uur: beoordeelingsleer
der huisdieren ouderdomsleer der huis
dieren, voedingsleer.
Vrijdag van 11 tot 12 uur: bemes
tingsleer.
Vrijdag van 12 tot 13 uur .-landbouw
kunde.
De leergangen hernemen den Dinsdag
21 October 1924.
De inschrijvingen kunnen genomen
worden al de dagen der week op het
secret iriaat der Landbouwhoogeschool,
80, St-Amandsstraat, te Gent.
Om een mooi tuintje te hebben moet
men de randen rond de bloemperken
goed verzorgen want Randen rond de
bloemperken zijn als krullen om het
hoofd der blozende jeugd. Er zijn leven
de randen en ook kunstmatige randen,
k Verkies de levende randen die wel on
derhouden, regelmatig gevuld, en goed
verzorgd zijnwaar noch symetrie, noch
proportie te wenschen overlatea.
Men maakt levende randen van palm,
madeliefjes, anemone s Groeigeern ofSe-
dum Acre Klokjesbloem, zeegras. Gras-
anjers enz., er is keus te over.
Een rand van palm trof men vroeger
veel in onze tuinen aan, thans schijnt
men er op meeste plaatsen vaarwel aan
gezegd te hebben. Palranden die diep
geplant, kort en glad geschoren zijn ge
ven aan den tuin een fraai uitzicht,
maar hoe dikwijls gebeurd het niet dat
ze niet goed gevuld zijn, hier en daar
gapingen laten die ze toch zoo zeer ont
sieren. Wat ook waar is en 't kwaad dat
men er van zegt is niet overdreven,
palm is een gulzige plant en gaat met
veel voedsel weg ten nadeele voorzeker
van andere bloemen. Nu 't schijnt ook
dat slekken en ander ongedierte er zich
gaarne in vestigen, ze zitten er droog
en warm en ook uit 't zicht.
Aan de hoenders zouden ze misschien
niet ontsnappen, maar deze blijven best
uit den tuin. Ge ziet er is op palm nog
al een en ander te zeggen en 't ware
beter ze aan te leggen met Grasanjers of
Groeigeern. De grasanjers met hun
grijze bladeren, in den Zomer met wel
riekende bloemen overdekt, worden
M«eilijk als raadplaat avertroffea
F;-
u