REDT U ZELVEN Arbeid adelt Soeiaal zuiver staan. om mum Vroeger en Nu. Het ttlerk dei* Vereeniging Landbouwweekblad Brief van Nonkel Wisius GESCHOTEN HAVER. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. dooien is (Pooien LANDBOUWERS, werft nieuwe lezer* aan \##r uw blad. ZONDAG 16 NOV 1924 Prlja i2 centiemen 7de JAARGANG N\ 30) Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Een onzer beste Vlaamsche geleerden Dr Frans Daels sprak onlangs eene re devoering uit, waarin wij een schoon en klaar antwoord vinden op de vraag Wat is sociaal zuiver staan De groote geleerde antwoordde Sociaal zuiver staan is in ieder mensch een broeder erkennen en openhartig streven naar de maximum welstand en kuituur voor alle leden van de mensche- lijke gemeenschap. Wij willen de draagkracht van deze woorden goed overwegen en ons af vragen, hoevelen er sociaal zuiver staan tegenover onze boeren hoevelen van al die hooggeplaatste heeren werkelijk in onze landbouwers een broeder erken nen en iets zouden willen bijdragen tot lotsverbetering dezer lieden hoevelen van de gezaghebbenden in ons land, die begrijpen of die willen begrijpen.dat ook de landbouwers leden zijn van de men- schelijke gemeenschap en diensvolgens ook welstand en kuituur noodig hebben. Gelukkig, wij vinden er een deel aan hen onze beste dankbetuigingen. De tijden van vóór den oorlog zijn veran derd hier en daar zien wij voorname personen die onze beweging genegen zijn en die beter als gelijk wie beseffen de groote rol die de landbouwer^fcover- tuigd van hunne eigenwaarde in de sa menleving kunnen uitvoeren. Het stich ten van landbouwkamers, het voorleg gen eener pachtwet zijn er de eerste vruchten van zij zullen dienen tot kern van nog vele andere sociale landbouw- wetten die nog moeten volgen. Sociaal zuiver staan, zegde dezelfde redenaar, is beschaamd zijn dat andere menschen in krochten wonen en veroor deeld zijn tot een bijna dierlijk leven Wisten vele heerschappen uit de groote steden wat deze woorden bedui den en wisten zij hoe onze boeren van den vroegen morgen tot den laten avond werken en zwoegen, dan zouden zij de openbare markten niet bestormen om er de zuurgewonnen vruchten der landbou - wers aan spotprijzen af te dwingen dan zouden zij onze boeren niet betichten dat zij de oorzaak van het duur leven en de hooge prijzen van vele producten zijn; hunne handelwijze vergelijkende met den waren toestand waarin de land- bouwklas verkeerd, zouden zij moeten beschaamd staan en blozen tot achter hunne ooren. Die lieden staan sociaal zwart, want zij willen den landbouwer broodrooven en hem veroordeelen tot een bijna dierlijk leven, zooals hooger op is gezegd. Verder nog zegde de redenaar So ciaal zuiver staan is partijganger zijn van het meest mogelijke stoffelijke en intellectueel kommunisme en een walg hebben voor de theaterdemokratie van deze die aan de opkomende volksbewe ging vrijgevig juist het noodige schen ken om er vat op te hebben en te cem- men Wie zijn theaterdemokraten tegen over onze boeren Het zijn die groote eigenaars die aan de landbouwklas hun ne gronden verpachten met het hoofd doel deze onder hunne voogdij te plaat sen het zijn die eigenaars, die van 't eerste oogenblik dat hun pachter niet danst zooals zij schuifelen, dezelfde broodrooven. Het zijn die lieden die, eens zij den boer door slimme trukken aan hun verplicht hebben, eens zij er vat op hebben, beginnen te remmen en zeggen tot hier en verder niet. Wij hoeven hiervan geene bewijzen aan te halen, genoeg onzer lezers zelf zullen hiervan reeds de ondervinding hebben, en het slachtoffer geweest zijn der zoo gezegde theater demokraten. Sociaal zuiver staan, zegde de rede naar nog, is erkennen dat er geen hoo- gere en lagere klassen bestaan, maar en kel verschillende ambachten, verschil lende ambten, die allen even noodig zijn voor de samenleving en allen tegenover elkander plichten hebben van sociale solidariteit dat hoe meer men bevoor- deeligd is door geboorte of door be gaafdheid. hoe grooter het aandeel is dat men bezit in het menschelijk kapi taal en hoe meer men moet uitkeeren aan de menschengemeenschap dat elk de plicht heeft te werken en dat er geen ander adel is dan die van den arbeid en het zuiver staan. Zij allen die met minachting op de landbouwklas neer zien moeten goed weten dat de landbouwstiel zoo edel is als gelijk welk ander ambacht of ambt. Zij moeten den stoeren landman die met vaste hand de ploeg hanteert zoowel bewonderen als den besten ambachtsman en slimsten ambtenaar zij moeten zich herinneren dat de ware beschaving in de wereld dagteekent van op het oogenblik dat de mensch den eersten graankorrel aan d« aarde toevertrouwde Immers van dien dag af had de mensch er belang bij in vrede te leven met zijns gelijken, moest hij weten dat de recht vaardigheid zou moeten wijken voor het geweld. Moest hij niat zeker zijn de vruchten te kunnen oogsten van zijn zweet dat hij in de aarde steekt, hij zou geen graankorrel aan de aarde toever trouwen. Wanneer het er op aan komt te bepalen wat Redt U Zeiven deed op sociaal gebied voor onze landbouwers dan mag het fier het hoofd opsteken en met vas ten fleren trek wijzen naar zijne verschillende inrichtingen die het reeds tot stand brachtdan moet het voor niemand onderdoen, wanneer het er op aan komt alle pogingen, alle middelen aan te wenden tot lotsverbetering der landbouwers. Syndikaten, vereenigingen kunnen veel goeds teweegbrengen op sociaal gebied en kunnen den socialen toestand hunner leden in goede voor waarden brengen. Nochtans de goede wil der afzonder lijke inrichtingen volstaat niet altijd en en de krachtin- ontoereikenbaar is om te komen waar zij naar streven, laar waar de poging spanning van enkelen waar van daar is de pjicht van den Staat, en de wetgevers dezelve ter hulp te komer. Wij zullen-zien hoe onze wetgevers hun sociaal zuiver staan,, zullen bewij zen in zake de langverwachte pachtwet, de groote beschermende sociale land- bouwwet waar onze boeren reeds' jaren naar wachten. O. Oud Péken zit in 't hoekje van Den haard Oud Péken rookt zijn pijpken uit En staart Blij monk'lend in den kolengloed Die Péken koestert, o, zoo goed. Oud Péken telt wel tachtig jaar, En is Voor zulk een hoogen ouderdom Nog frisch, Schoon Péken werkte, nimmer moe. Tot aan zijn hooge jaren toe. Oud Péken bracht acht kindren op. t Is veel Zijn vrouwke droeg van alle last Haar deel. Zij hebben ook nu hun gezin En werken voor hun broodgewin. Oud Péken woont bij 't oudste kind In huis En wat is Péken laatste vreugd Een struisch Paar ronde, blonde knapen, die Te peerde rijen op zijn knie Fons Van de Maele. BESTE REDAKTIE, Is het mij nog toegelaten een bri'efjen in te zenden ge moet weten ik heb hef lang gelaten om wille van de maatrege len door Ued. getroffen aangaande het teekenen van de artikelen. Ik heb bij mij zelf gedacht dat ook ik. Nonkel Wisius, alhoewel ik stipt onbekend ben en blijf en geen misbruik maak van mijnen dek- naam ook soms getroffen zou zijn ge worden door den maatregel van niet- onderteekening, zoo het niet zoo is, en zoo ge werkelijk overtuigd zijt dat ik van mijnen deknaam geen misbruik maak noch tot eigen verheffing, noch tot partijdigheid voor derden, ten nadeele van onze vereeniging, vraag ik U om ook ditmaal mijn nederig schrijven op te nemen. Ik wou wat inzenden over den hoofdartikel in De Koornbloem van heden verschenenTheorie en Praktijk iets tot staving van de gezeg- dens of tot vollediging van de aange haalde feiten en bewijsvoeringen. Ik doe het niet omdat genoemd artikel niet volledig of klaar genoeg is, neen, enkel wou ik er op wijzen dat er men schen zijn en heeren die juist het ver keerde beweren die soms zeggen ja. Redt U Zeiven is een handelsmaat schappij, maar ze doet niet of weinig op gebied van landbouwwetenschap. Die heeren moeten iets tegen den bond in de mouw zitten hebben, want met dit argument schijnen ze ons ne stek te wil len zetten. Daarom deed het mij deugd toen ik dees artikel van"Theorieen Practijk„las, waarin klaar bewezen werd dat het niet volstaat met de boeren eene massa stad huiswoorden naar den koop te slingeren; maar dat de methode van Redt U Zei ven oneindig beter en doeltreffender is, namelijk ons de les en het wapen terzelf- dertijd ter hand te stellen, en ons op alle gebied het goed voorbeeld te geven. Wat ik aan het artikel nog bijge voegd wou, dat is, dat onzen bond alles doet op eigen kosten. Alle prijs kampen door hem gegeven vernam ik niet dat de prijskamp voor de aardappel velden van over twee jaaar meer dan tweeduizend frank kost aan de maat schappij *1 de voordrachten, al de wetenschappelijk artikelen, in een woord ailes wat zij aan de landbouwers ten beste geven om ze wetenschappelijk op te voeden, dit alles is toch wel, meen ik, op de kosten van de maatschappij zelf. Dit is een niet te onderschatten opoffe ring. Ik herinner me toen ik nog lid was van 't landbouwcomice dat alles betaald werd door den Staat, of het Ministerie van Landbouw, die jaarlijks eenige dui- zende franks ter beschikking stelt van de comicen of den agronoom der streek om het te "bezigen voor dit doel. Indien de Staat zoo goed wil zijn aan mij, Nonkel Wisius, dees toelagen te geven, zal ik wel op dit gebied eenen der eersten zijn en, wel vóór dezen die het van eigen geldzak moeten doen. Ja, Beste Redactie, het is noodig dat het volk dit weetwant het is ongelooflijk hoe onze vereeniging bevochten wordt door alle soort vijanden. Daarom moet men in het volk staan zooals ik men moet de gelegenheid hebben om met sommige heeren, ofwel met de boeren te praten op alleoogen- blikken ook des Zondags s'avonds als er een pintje wordt gedronken. Daar hoort men alle soorten profeten, vijan den en vrienden, valschaards en recht zinnige menschen. Ik heb al lang de overtuiging opge daan dat er op ieder dorp een tiental be taalde agenten zitten om ons te beklad den en onze werking te beknibbelen. Zijn ons waren goedkooper dan weten die profeten te zeggen dat ze niet zoo goed zijn als die van andere. Zijn ze duurder, hewel, dan stroopen we de boeren komen ons waren van Amerika, dan dienen ze van China te komen, en komen ze van China, dan zouden wij ze beter in België zelf koopen. Worden er veel voordrachten gegeven, dan ^ordt er geld verkwist en wil men politiek ma ken worden er weinig gegeven, dan doet men niets voor de landbouwweten schap En zoo gaat het deuntje van deze discipelen der kwaadsprekerij. Ik weet wel dat het spreekwoord schoon is Doe wel en zie niet om maar ik zou het anders willen aan boord leggen. Ge moet weten, Beste Redactie, er is ook een ander spreekwoord De wereld wil bedrogen zijn en nog een derde Lieg maar, er zal toch altijd iets van overblijven Moest ik aan t hoofd staan van onzen bond ik zou ook op ieder gemeen te mijn agenten hebber, niet om te lie gen, maar om aan de menschen de waar heid te zeggen. Ik stelde een hoofdagent en tien agenten die ik zou betalen van de kas, dus van 't geld van de boeren. Dit is zeer gemakkelijk ge verkoopt bij voorbeeld uw plan [patatten tien of vijf tien frank meer per honderd kilos (dan staat ge nog maar aan den prijs van an deren), ge zet een kleine verhooging op eenige artikelen en de zaak is geklonken. Ik zou in elk geval ook in ieder dorp- ken mijne betaalde agenten willen, zoo als er nu van anderen wellicht bestaan, en de menschen waren overgelukkig. Nu worden ze gedurig opgehitst door die kerels, waardoor ze zich kwaad bloed maken en alles beknibbelen. Dan zou den ze de waarheid kencen en zouden veel geruster slapen. Welnu, Beste Redactie, wat zegt ge van het voorstel van den ouden philo- soof Wellicht zult ge mijn woorden in den wind slaan maar ik roep U toe past op voor de valsche profetenIk verhoop toch dat ge mijn voorstel zult onderzoe ken en dat ge mij desnoods zult raad plegen om U met klare bewijzen te too- nen dat mijne beweringen niet uit de lucht worden gegrepen. Oprechte groeten en dank. NONKEL WISIUS. Zeker is het dat, wie zaait, een oogst mag verwachten. Wat die oogst zal zijn hangt nochtans van vele omstandigheden af. Zoo, bij voorbeeld, zullen in den re gel vroeg gezaaide wintergranen een be tere opbrengst leveren dan die welke laattijdig worden gezaaid. Geen wonder de vroeg gezaaide wintergranen be schikken over meer tijd om een sterk, diepdringend wortelstel te vormen dat ze bestand maakt tegen het gure winter weder en bekwaam om, zoohaast de Lente intreedt, weelderig te groeien. Het is echter dikwijls onmogelijk vroeg te zaaien. Dit hangt veel van het weder af. Wanneer het dan gebeurt, moeten wij zorgen, zooveel het in onze macht ligt, de plantjes vooruit te helpen en ze in staat te stellen een kloek, wel ontwikkeld wortelstel op zeer korten tijd te vormen. Het mfddel daartoe ligt voor de hand een paar honderd kilos SOD AN ITR A AT VAN CHILI voor het zaaien inwerken. Deze week viel er mij toevalliglijk een ontwerp in handen van een aanplakbrief die het provinciaal bestuur voornemens is uit te geven betrekkelijk het beroeps onderwijs van land- tuin- en wijnbouw, groenten- en boomenteelt in Brabant. Onwillekeurig dacht ik, aan den toe stand die heerscht in ons Vlaanderen in t algemeen, en in 't land van Aalst in 't bijzonder ik maakte zoo eene verge lijking tusschen den vóór- en den naoor- logschen tijd en bevond aan 't slot mij ner overdenkingen dat, al is de wereld 't onderste boven gekeerd, er toch bitter weinig veranderd is in het karakter onzer landelijke bevolking, voornamelijk der landbouwers zelf, en dat 't bovendien nog erg te betwijfelen valt of dat de kleine wijziging die men kan opmerken ia hun ne gebruiken en gewoonten dan nog wel in hun voordeel is. Dat men mij vergeve dat ik zoo aan 't philosofeeren ga, want wie in zijn leven is niet eens diepzinnig en zagerig, zagerigheid die overhelt 't zij naar pes- simismus, 't zij naar optimismus naar ge lang de inwerkende omgeving droef of blij stemt. Voorzeker zal ik heden eer naar slechte luiming overhellen dan naar opgewektheid en, dit gezegd, begin ik aan het neerpennen mijner naar herfst weer ruikende overdenkingen. Ik zag me zoo terug bij de lange win teravonden in mijn geboortedorp, toen de jonge lui deze avonden sleten onder gezellig gekout met de ouderen van jaren waarbij dikwijls de aardigste grap pen en vertelsels opgedischt werden. In de vertellingen vooral waren 't de be jaarde lieden die 't woord hadden, ze vertelden van kledden (weerwolf), stal- keersen, toovenaars en heksen en wat weet ik al meer. Ze vertelden dan met overtuiging, net alsof ze de verhaalde vreeselijke avon turen bijgewoond hadden, en als men dan, ca een hartelijk toegewenscht slaapwel en tot morgen in den soms laten avond; bij pikdonker weder huis waarts keerde dan kon een losloopende hond die, ia zijn haast om van zijn hok weg te komen, vergeten had zijn ketting af te leggen, of een kat die in uwe onmiddellijke nabijheid een heftig minnelied aanhief, u wel eens een oogen blik doen griezelen. Niettegenstaande wierden die avon den, ondanks hunne eentoonigheid, ge noeglijk en gezellig doorgebracht, want eenvoudige gezelligheid heerschte er toen onder ons volk. Jaren achtereen kon men destijds met dezelfde makkers slijten, want onze boerenzoons huwden zelden vóór zij achter in de twintig en zelfs dertig jaren telden. De stoffelijke onmogelijkheid om zich te plaatsen, niet als boer maar zelfs als boerken, was daar veelal de oorzaak van. oen kwam de tijd dat tengevolge der flnanciëele mogelijkheden waarin onze landbouwers verkeerden, er red middel gezocht wierd door al de boe renzoons die eenigszins in de boerderij konden gemist worden, naar Brussel te zenden waar zij een tamelijk groot loon konden verdienen. Maar die verplanting van werkkrachten bracht eenen omme keer te weeg in 't stille landleven. De groote stadsgebruiken en zeden wierden door de buitenjongens aange nomen en uitten zich op ruwere wijze door dat de bodem waarin ze overge plant wierden nog niet ontgind geweest was. Vandaar ontsproten op den buiten slemperijen en onzedelijkheid. Zeldzaam was het dat een Brusselwerker zijnen in geboren eenvoud behield en ook den eerbied aan vader en moeder verschul digd. Lichaam- en zieldoodend was het werk dezer lieden 's morgends van 3, 4 uren op den trein om te zes uren het werk aan te vatten, om 9 uren en soms later nog terug van de zware dagtaak en dan op een drafje van de statie naar huis. Het fami lieleven moest daar natuurlijk onder lij-' den over dag bij 't werk de god- en zedelooze gesprekken der werkkamera den moesten eenen onheilvollen invloed hebben op de ziel. Toen volgde spoedig het schokken (achterhouden) van een deel van 't loon dat verbrast werd in naamlooze drinkpartijen. De nieuwbakken travaux- of fabriek werker, dank zij het hooge loon, kon dan spoedig op eigen krachten voort en verliet de ouderlijke woon, hij trouwde reeds als hij nog niet gansch was opge^ droogd achter de ooren daardoor vele slechte huwelijken. Thans gelukkiglijk is de boerderij meer loonend, zonder dat er naar Brus sel gegaan wordt kunnen de eindjes aan een geknoopt worden, maar het blijft even moeilijk voor de boerenzoons om een eigen bestaan te vinden. Aan de huidige prijzen van hofstede en landij, vee en materiëel is het den boer onmo gelijk om zijne kinderen in den land bouw te plaatsen. Vandaar zijn de boe renzoons in 't algemeen een heele sprong ouder eer ze aan paren kunnen denken dan werkmanskinderen tenware ze zelf werklieden wierden maar dat warden ze nu zoo gemakkelijk niet meer. Nochtans het tijddooden wordt niet meer gedaan zooals weleer wellusten en vermaken zijn aan de orde van den dag;dans en kinema geven,als de gelegen heid zich maar eenigszins voordoet, de eenige uitspanning Avondscholen, leer gangen voor alles wat den landbouw betreft worden ingericht maar niet ge volgd Heeft de heer Haems verleden jaar in De Koornbloem niet geschreven dat hij zijnen landbouwcursus niet openen kon bij gebrek aan leerlingen Op voordrachten over landbouw waar veel nuttigs te leeren is komt onze jeugd niet dat is immers maar goed voor de ouden Oh droeve jeugd, gedenk dan toch dat kennis en wetenschap u nooit zuilen overwegen, dat in deze tijd, zoogezegd van vooruitgang, de strijd van 't bestaan langs om heviger wordt.Ziet rondom u, de verbrokkeling der eigendommen gaat ras om rasser vooruit, wie weet of u la ter, vroeger misschien dan u wel denkt, niet zult genoodzaakt zijn uw brood te verdienen op een klein hoekje grond. U zult wellicht zeggen dat uw vader en al uwe groot- en overgrootvaders daar patatten op geplant of oogst op gezaaid hebben en dat ge die famielieziekte kent. Ja, dwaashoofd, dat kunt ge antwoor den. maar toen waren de tijden anders. Toen, als we beginnen van grootva der, was er weinig volk en veel land, nu is er veel volk en weinig land en u moet de kunst aanleeren om het weinige land dat u in de gelegenheid zult zijn te be werken, op eene intensieve manier te doen opbrengen, 't zij door boom- bloem- of groententeelt. En als ge der wijze zult gewapend staan in den strijd, bekleed met een harnas van kennis en wetenschap voor wat uw vak betreft, dan eerst zult u mogen uitspanning en vermaken zoeken, want dan zullen de harde slagen van het noodlot op uw pantser afstooten. Wanneer wij het waarom van onze tegenwoordige vakvereenigingen willen kennen en de oorzaken en betrachtingen er van opsporen, dan hebben wij als antwoord op die vraag: De vakvereeni- ging zoekt door samenwerking onder hare leden verbetering der arbeidsvoor waarden. Wie nu de geweldige krachtont- plooiïng der vereenigingen na den oor log aandachtig gadesloeg de hevige strijd die zich ontspon tusschen kapitaal en arbeid, en de groote resultaten der geconsentreerde arbeidskrachten heeft weten waar te nemen, zal zeker geen kleine dunk hebben van de kracht welke het vereenigingsleven in zich sluit. Maar de zege dïe de arbeiders wisten te beha len hebben ze te danken aan een krach tige actie en een sterke wil van solida riteit. Wij, landbouwers, ook zullen eens op prachtige resultaten kunnen wijzeD, als we ons, evenals de werklieden, in goede en sterkstaande boerenbonden zullen vereenigd hebben. Beter rog dan de werklieden, kunnen wij onze vereeni gingen sterk en degelijk maken omdat wij niet zooveel afhangen van het kapi taal van anderen en, met ons te grijpen liggende middelen, ons eigen vak kun nen uitbaten. In hoeverre de vakvereeniging aan de door de werklieden gestelde eischen wist te voldoen, is goed om waarnemen, Doorreisde nijverheidsstreken, groote centra's met hun werkliedenwijken. Neem in grondig onderzoek het leven van den werkman voor den oorlog en nu. Het verschil doet zich voor op eene direkt in 't oogspringende wijze. De vroeger halfvervallen hutten hebben een levendiger uitzicht. Het schamele, ar moedige binnenhuis is vernieuwd en op gesmukt met nieuwe meubels, schouw en wandversieringen. De geest der be woners is opgebeurd en als met nieuw leven bezield. Vader en werkende zoons zijn niet meer gedwongen het heele jaar naar vreemde streken te trekken, of den ganschen dag in werkhuis of fabriek door .te brengen. Met werkdagen van 10-12 uren moest vroeger op karige wijze worden omgegaan, wijl nu met de vrucht van 8 uren werk, deftig en men schelijk kan geleefd worden. Trots de krampachtige tegenkanting van de vrijheids-economie, met al de haar ten dienstestaande fortuinen, be haalde de vereenigingen de onvermoede overwinning. En dat er van wege de vroegere machtige werkgevers hardnekkig werd gestreden om het in stand houden hun ner heerschappij, hoeft zeker geen be toog. Het is noodzakelijk dat we nu en dan eens wijzen op datgene, wat door en voor anderen werd bekomen door de vereeniging om ons landbouwers de macht die in het vereenigingsleven be sloten ligt, duidelijk en gestadig te doen inzien. Tientallen jaren, ja eeuwen, hebben bewezen dat de maatschappelijke recht vaardigheid em sociaal tegemoetkomen, een voorrecht is voor de sterksten de strijd om het leven werd steeds gewon nen door dezen die de meeste macht konden in de weegschaal werpen. Nu hebben de landbouwers nog bitter weinig resultaten te boeken. Een lange reeks zouden we kunnen maken van hetgene andere standen hebben gekre gen en voor ons nog te doen is. Maar we dienden zeker op de borst te klop per, omdat de schuld van het misken nen waarmede wij worden bejegend,niet bij anderen, maar bij ors is te zoeken. Hebben wij ons niet steeds tevreden gesteld met hetgene te doen is, op onze hoeve en landerijen alleen, zonder ons om t voorafgaande en 't verdere te bekommeren Aan den grondeigenaar trachten wij te voldoen op de hem meest aangename en voordeelige weze. Na labeur en zor gen aan den grond, kochten we vet, voeder en zaadgoed bij Pier of Jan. zon der er ernstig naar om te zien of ons geen appelen voor citroenen werden opgesolferd. Na de oogsting liepen we met onze waar naar stad of handelaar, om hem met een bedeesd gezicht te vragen, of hij ons als je blieft van die kommerschap wou afhelpen. Weigerde hij, dan trok ken wé af met beteuterd gemoed. Dat die mijnheer op een paar uurtjes aan onze waar meer won, dan wij er op een heel jaar hadden aan verdiend, scheen ons niet te kunnen schelen. We hielden er dan nog de onverklaarbare pretentie op na, een handelaar die schat rijk wierd op onze producten veel meer te achten, dan een die er maar zijn ge woon onderhoud bij verdiende. De eer ste was in onze oogen een heel verstan dig man, wijl wij de tweede met den naam van sukkelaar bestempelden. Ma ir in werkelijkheid was de eerste ook slim mer, in het uitbaten oi uitbuiten onzer domheid dan de tweede. Maar daaraan ook heeft de oorlog vruchtbare wijzigingen gebracht. We zijn beginnen inzien dat we zelf best ors zaken konnen beredderen, en er geen andere hulp voor noodig hebben. Maar toch reiken onze blikken niet ver ge noeg en missen we nog te veel zelfbe- trouwen om voorgoed en vastberaden ons eigen wegen op te gaan, nog veel te veel laten we niet-boeren meeleven en geld winnen met die producten die ons alleen aanbelangen. Het wordt voor ons een dringende noodzakelijkheid, het geheele omvang rijke productie terrein uit te baten, dat den landbouw meebrengt en de vele pa rasieten weg te schakelen die tusschen de eerste afzet van 't gene den landbouw noodig heeft en de ter hand brenging zijner voortbrengselen aan den eigenlij ken verbruiker, zoo talrijk woekeren. Het practisch uitbaten dier beide perio den, die toch in hoofdzaak ons vak aan belangen zou minstens evenveel opbren gen dan heel het omzettingswerk dat wij op onze hoeve uitvoeren. Als krachtvoeder voor paarden be kleedt de haver een eerste plaats omdat ze ongetwijfeld de bekomzaamste is. Door de overtollige regens, die het in- oogsten ervan voorafgingen, is er on gelukkiglijk veel schade aan teweeg ge bracht. Op vele plaatsen is ze aan 't kie men gaan en daardoor meestal schade lijk geworden in de voeding. Geen enkel verstandig landbouwer mag die toestand uit het oog verliezen, niet alleen wanneer hij haver aan zijne dieren toedient, maar ook zal hij er voor zorgen dat de aangekochte haver droog en zuiver weze. Het is algemeen geweten dat het paard het gevoeligst is aan der gelijke geschoten haver. Door de voch tigheid, die het graan aan 't kiemen bracht, zijn er toxische fermentatie-stof fen ontstaan, die hunne noodlottige wer king algauw uitwerken op de gevoelige verteringswegen van het dier en zich veropenbaren door pijnlijke samentrek kingen der darmen, die niet zelden kno pen kunnen verwekken en de dood ver oorzaken. Het is van groot belang de landbouwers tegen dergelijk gevaar te waarschuwen. Alvorens de haver aan de dieren toe te dienen, hoeft deze grondig onder zocht te worden. Haver met een ver dachte geur zal uit de voeding geweerd worden. Wanneer het nu toch gebeuren zou, door eene noodlottige onwetend heid, dat het met geschoten haver gevoede paard de teekehs vertoond van darmvergiftiging, zal gauw de hulp van den veearts ingeroepen worden. In afwachting of wanneer deze niet in tijds kan bijspringen, zal men het dier eene oplossing opgeven, bevattende 20-50 gr. sodiumbicarbonaat en magné- siumoxied. Zoodoende verwijdert men uit de maag en de darmen het giftige voedsel dat er nog aanwezig is. Wat dan gedaan met geschoten haver De beste oplossing ligt in het laten door-schieten en het dan als voedsel aan de kippen te geven omdat geschoten graan bet rijkst is aan vitamienen, on- RKBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1