REDT U
IZELVEN
Herfstbemesti ncj
OE GULDEN
LOOPKEVER
Sint Eloi.
WOEKERA ARSWERK
Arbeid adelt
Landbouwweekblad
Algemoene teekenen van Gezondheid
o Ziekte bij onze Dieren
mm
Sr>
^m 'V-^B-
inoet steeds de
leus zijii van
alle landbouwers.
DoOembepgeda^hte
Zooien is (Pooien
ZONDAG 23 NOV 1924.
Prijs <2 centiemen
7de JAARGANG N\ 308
Wr
A w
^m M mm
^^m m
^mm. ^^B
t^r^aaHKiSBesanaHBMi
1
P I
Abonnementsprijs 6.00 frank 's jaars.
Men scbrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een BIJVOEGSEL.
De herfstzaaingen gaan volop
hun gang. De pas ledig gekomen
graan-, aardappel- en beetenvel-
den zijn opnieuw in orde gebracht
met het oog op een oogst van het
volgende jaar. De verstandige en
wijze landbouwer moet immers,
evenals de nijveraar, in de toe
komst vooruitblikken het voor
uitzicht immers is voor hem de ze
kerste bron van wellukken.
Een der voornaamste land-
bouwwetten, waaraan geen enke
len landbouwer ontsnapt, is wel
deze der restitutienamelijk aan
den grond terug geven, wat de
planten van den voorgaanden
oogst hem ontnomen hebben. Im
mers de producten die hij later zal
voortbrengen, hangen rechtstreeks
af van de gedane voorschotten en
de toegediende zorgen.
De tijd is voorbij, dat het vol
stond den slenterweg onzer voor
vaderen te volgen, die wat stal
mest naar het land voerden, in den
eenen of anderen verloren hoek
der hoeve opgehoopt, ait min of
meer inploegden en klein vernepen
zaaigraan gebruikten, dat te slecht
was om verkocht of verbruikt te
v/orden.
Zoo er hier en daar nog enkele
uitzonderingen worden aangetrof
fen, die halstarrig aan de oude
practijk van vroeger tijden gehecht
zijn, toch kan men bestatigen dat
het getal der verachterden met
den dag zeldzamer wordt, want
stillekens aan moeten zij onvermij
delijk bekennen, dat zij hunnen
eigen ondergang bewerken.
Overigens het voorbeeld der
vooruitstrevende boeren hunner
omgeving en de prachtige uitsla
gen door aanpassing der nieuwe
methoden verworven, zijn als zoo
vele levende en welsprekende ge
tuigen, welke luidop en ziender-
ooge bevestigen, dat er heden
daags geene ivinstgevende kui
tuur meer mogelijk is, zonder de
tusschenkomst van de oordeelkun
dige doenwijzen, door de weten
schap eenzijds en de ondervinding
of de practijk anderzijds daarge-
steld.
Men moet kunnen rekenen en
redeneeren om de teeltwijzen tot
hun hoogste profijt te brengen.
Thans is het een stellig en be
wezen feit, dat de hoogste winst
het gevolg is van de grootste op
brengst, bekomen op spaarzame
wijze. Welnu de spaarzaamste
doenwijze bestaat enkel in het wel
bewerken en doelmatig bemesten
van den grond, aan welken men
'ten ^gepasten tijde, het beste
graan of plantgoed toevertrouwd
van .zulke variëteit, die het best
past aan de voorwaarden van het
midden.
De eene of de andere dier
hoofdzakelijke voorwaarden ver-
waarloozen, is onvermijdelijk den
invloed der anderen verminderen
en bijgevolg de dubbele kans van
wellukken en hooge winsten in
gevaar stellen, of minstens zeer
twijfelachtig maken.
Het meerendeel der hoogerge-
noemde punten zijn in t algemeen
wel gekend en worden nogal in de
practijk toegepast.
Een hunner nochtans van
hoofdzakelijk belang wordt
weieens al te lichtzinnig beschouwd
ofschoon 't nochtans onze gansch
bijzondere aandacht eischt t is
de bemesting.
Dit gewichtig vraagstuk is in
derdaad meer ingewikkeld dan de
overige en, niettegenstaande de
pogingen van staatslandbouwkun-
digen en landbouwleeraars, schijnt
de oplossing ervan nog niet gansch
klaar en wel begrepen door tal
van landbouwers.
Ten andere, elk jaar brengt
nieuwe feiten aan het licht, koste
lijke vruchten van wetenschappe
lijke navorschingen en van practi-
sche proefnemingen.
De ontoereikendheid van stal
mest als bemestingsfactor is ge
noegzaam gekend. Het gebruik der
scheikundige of handelsmeststof-
is onmisbaar, geworden voor elke
weiverstane teelt, hetzij om het te
kort aan te vullen, hetzij om de
samenstelling der hoevemesten te
verbeteren en te volledigen naar
de passende verhoudingen.
Het vraagstuk der bemesting is
een economisch of huishoudkun
dig vraagstuk, maar zijne factoren
zijn van wetenschappelijken en
vooral van proefondervindelijken
aard. De beste bemesting zal deze
zijn, die in gegeven omstandighe
den, aan den landbouwer de groot
ste winsten zal opleveren.
In de meeste gevallen is eene
hooge winst het gevolg van schoo-
ne en groote oogsten, van over
vloedige opbrengsten van eerste
hoedanigheid. Dit tweevoudig
doel moet eene oordeelkundige be
mesting beoogen.
Zoo men ten allen tijde hooge
opbrengsten betracht heeft, werd
niet zei'en de hoedanigheid ver
waarloosd. Ten huidigen dage
wordt de kwesti^ der hoedanig
heid meer en meer van belang,
zelfs in 't oog van den voortbren
ger, zoowel voor de nijverheids-
planten als voor deze bestemd om
op de hoeve verbruikt te worden.
Dank de handelsmeststoflfen is
men er toe gekomen, beredeneer
de bemestingswijzen vast' te stellen
overeenkomstig de gegeven om
standigheden en het beoogde doel.
Bij de aan te wenden herfst-
meststoffen is het noodig onder de
vruchtbaarmakende bestanddeelen
eenen goeden keus te doen, met
inachtneming der omstandigheden,
eigen aan dit jaargetijde, en van
het uitwerksel dat men op de oog
sten wenscht te bekomen. De
Wintergranen welke in den Herfst
gezaaid worden, hebben twee on
derscheidene groeiperioden De
eerste duurt vanaf het uitschieten
tot het oogenblik dat de wasdom
ophoudt, ten gevolge van de
groote koude de tweede begint
bij de ontwaking in de Lente en
duurt tot de volkomene rijpheid
van het gewas.
De bemesting moet derwijze ge
regeld worden, dat zij voldoet aan
de vereischten dier twee groeitijd-
perken. Het is inderdaad van be
lang, dat de planten ten spoedig
ste krachtig genoeg opgroeien, om
zegepralend aan de guurheid der
winterkoude te weerstaan en dat
zij, in hunne weefsels, voedstoffen
genoeg ophoopen, om krachtig
door te schieten bij het ontvangen
der eerste koesterende voorjaars
zonnestralen.
Men mag ook niet uit het oog
verliezen dat Herfst en Winter re
genseizoenen zijn, gedurende de
welke de bouwlaag doortrokken
wordt van eene overgrootë massa
water, dat in staat is de voedende
elementen of bestanddeelen, voor
welke de grond geen genoegzaam
vasthoudingsvermogen bezit, mede
te voeren naar den ondergrond,
't geen een onherstelbaar verlies
zou veroorzaken.
Wij sluiten met dezen wijzen
practischen raad
Harnast uwe wintergranen tegen
alle aanvallen der gevaarlijke en
geduchte vijanden koude, vorst,
vochtigheid, wormen en woeker-
ziekten door eene degelijke, doel
matige en volledige herfstbemes-
ting.
CAM. VINCX,
Landbou wieeraar.
Altijd in 't veld en geduring met den
kop in den grond, zucht de vrouw, die
ongeduldig op haar man zat te wachten
voor het avondmaal dat reeds koud ge
worden was zal hij zich dan toch nooit
beteren? 't Moet wel iets bijzonders
zijn dat hem vandaag bezighoudt, een
gansche dag op dezelfde plaats vertoe
ven en gedurig nota's nemen, wat mag
hij dan toch wel zoo te schrijven hebben?
Men zegt wel dat er geen vrouwen zon
der gebreken zijn, maar ik geloof dat
men dit evengoed van de mannen zou
kunnen zeggen.
Edoch, laat ons geduldig zijn en ook
rechtvaardig, 't is geen dronkaard, hij
bemint vrouw en kinders teederlijk en
indien hij er nu behagen in schept de
kleinste diertjes na te jagen en gade te
slaan in hun doen en laten, dan vertelt
hij het toch eerst aan mij, vooraleer een
ander het weten mag en binst dien tijd
is zijn avondmaal reeds lang terug ver
warmd.
De kleuters lagen reeds ruimen tijd
te slapen, toen de vrouw uit haar mij
mering werd opgewekt door den vlug
gen stap van haar man die er vandaag
bijzonder opgeruimd uitzag en bij zijn
binnentreden zijn vrouwken zoo gul
hartig toeriep Vandaag heb ik wonde
re dingen gezien Een wijfje heeft haai
man verslagen en opgevreten, zonder
dat deze zich maar een oogenblik ver
weerde.
Ge spreekt altijd even geheimzinnig
en maakt me nieuwsgieriger met den
dag.
Dat is het groote gebrek vaa alle
vrouwen, doch aan hetgene ik vertellen
ga is niets gelegen, t zijn slechts insec
ten die elkander vermoord hebben en
dan nog wel gulden loopkevers.
Is 't dan te verwonderen dat de kin
deren er schrik van hebben? Ze noemen
hem kolenbrander om zijn zwatt gezicht,
wrattenbijter om zijn uitstekende boven
lippen en zijn groote voelhorens die hem
een streng uitzicht geven. De kinderen
zijn lichtgeloovig en onrechtvaardig,
vrouw, en dooden soms insekten die aan
den landbouw de grootste diensten be
wijzen.
De gulden loopkever ook goudgroene
scharrebijter of schallebijter geheeten
heeft me vandaag zoodanig verrast, dat
'k er niet van weg kon. Ge weet niet
waar dat de vogels over 't algemeen de
harige rupsen versmaden en 'k heb van
daag een strijd bijgewoond op leven en
dood tusschen een harige rups en een
gulden loopkever. Lang duurde hij niet,
want de scharrebijter weet wie hij aan
pakt. doch het verweer der rups was
dapper, menigmaal moest hij lossen en
wilde ze ontvluchten, doch daar viel
niet aan te denken, loopen kan hij ge
weldig rap, 't was een trekken en wrin
gen, een nijpen en kronkelen, doch het
recht van den sterkste zegevierde weldra
de rups werd den buik opengereten en
den inhoud puilde er uit als een vieze-
rige massa van ingewanden.Op min dan
twee minuten tijd lag ze in kwartieren
verdeeld, die hij wegsleepte naar... ik en
weet niet waar want onderweg ont
moette hij een van zijn broêrs of zusters,
die hem zijn stuk vleesch ontrooven
wilde. Was me dat een trekken en sleu
ren, een slingeren en heffen en... eten
zonder dat ze daarom elkander het min
ste kwaad deden, ze waren enkel verzot
op de brok en toen deze opgeëten was.
verlieten ze elkander en dan nog wel in
tegenovergestelde richting, want de eer
ste keerde terug om een ander kwartier
van zijn afgemaakte rups, waarmede
hij, gelukkiger dan vorigen keer ter be
stemming geraakte en verborg tot ver
moeid van 't jagtn hij meer op zijn ge
mak de fijne weggelegde brokjes ging
oppeuzelen.
Nog altijd geen mannenmoord, wierp
de vrouw er haastig tusschen die nog
altijd onvoldaan was in haar nieuwsgie
righeid.
We komen er, sprak de natuurvor-
scher, met een soort glimlach op zijn
wezen. Toen hij wel gesmuld had, ver
liet hij weer zijn veilig oord om een
wijfje op te zoeken met hetwelk hij pa
ren ging. Helaas 1 het werd een liefde
drama bij hetwelk hij zijn leven verleer.
Vroeger had ik het nag gelezen in een
werkje van een Hallandsche natuurken
ner, dat van af de maand Juni reeds
eenige wijfjes hun bekomste van paren
hebben en dat ze dan van vreedzame
dieren, echt wreedaardig worden. Heel
waarschijnlijk zal hij een dergelijk wijfje
aangetroffen hebben, want ze viel hem
aan, lichtte een van zijn dekschilden op,
trok en beet tot de huid toegaf en ze de
ingewanden opvreten kon. Wat een
menster 1 onderbrak de vrouw.
En wat een lafaard 1 wedervoer de
man, hij die zoo manhaftig tegen de
rusp had gestreden en zoo heerlijk had
gezegevierd, hij die zoo moedig zijn be
twist brokje had verdedigd, liet zich hier
als een onnoozele afmaken, zonder een
enkelen keer weer te bijteu, enkel eenige
lauwe pogingen zich uit haar vree-
selijke nijpers te verlossen, Ze at zijn in
gewanden gretig op en liet enkel het
omhulsel dat ze te taai en te hard vond
liggen.
Een rupsken dat was harig.
Als avondmaal is karig,
Zij verslond, zonder meer,
Haar ventje lief en teer.
En denkt toch niet vrouw.dat de gul
den loopkevers zich enkel met rupsen
verzadigen, meikevers, aardwormen en
slekken versmaden ze niet,doch van rup
sen maken ze hun lievelingsgerecht en
een slek die niet vertrappeld is, waar de
ingewanden dus niet uithangen, tasten
ze niet aan om het slijmerig vocht dat ze
omhult. We mogen dus zeggen dat de
scharrebijters wel goede en nuttige in
sekten zijn en spijtig moeten we het hee-
ten dat hij geen klimmer is, want kon hij
op bloemen,struiken en booinen, hij zou
ons voorzeker nog grootere diensten
bewijzen. De larven van den kolenbran
der maken ook een onverpoosde en
ieverige jacht op allerlei ongedierte.
Enkel de wreedheid van het wijfje is
zonderling.
Zoo gaat het in het dierenrijk.
De sterkste heeft altoos gelijk.
Tot weer de oorlog komt en de man
nen elkaar weer in t haar vliegen. Ge-
smakelijk, man.
L. HAEMS.
Landbouwvoordrachtgever,
De dagen gaan met rouw belaan
Den witten winter tegen.
En klagen al in groot getal
Van kilte die ze kregen.
Ze schreien stil hun bangen nood
En gaan, nauw levend, sneller dood.
Vol huivren schroom staat boom bij boom
Ontmantelt in de kilte
Wijl duizendvoud z'n stervend goud
In rust van doodenstilte
Z'n droevig-zacht vergaan verbeidt
In pijn van groote eenzaamheid.
Zoo meen'ge voet, met vluggen spoed
Trapt acht loos op die lijken
Vergetend dat elk doode blad
Als sieraad hing te prijken,
Alleer 't de wind met ruw geweld
Met duizende and'ren had geveld
Zoo ook wordt ras wat duurbaar was
Helaas, door ons vergeten
En leed en traan, zoo snel vergaan
Té wrange pijn geheeten...
En 't stille kruis op 't eenzaam graf
Vergaat 1... O wereld, ge zijt laf
Van den Broeck Em.
Sint Eligius, de Patroon der Land
bouwers en Smeden en in 't bijzonder
van de Lacdbouwersvereeniging Redt
U Zeiven, valt dees jaar op eenen
Maandag.
Het is den dag waarop alle dappere
soldaten van Redt U Zeiven feest vie
ren. Er wordt aan de plaatselijke bonden
eene teruggave gedaan van 1 per 1000,
hetgeen voor vele dorpen een schoon
sommetje uitmaakt.
Iedereen mag dien dag vieren zooals
het hun belieft, maar de beste manier
van den boerenfeestdag te heiligen
en alle stielen vieren hunnen dag met
klank is de volgende
's Morgens eene Mis doen celebree-
ren ter eere van St Elooi, waar al de le
den tegenwoordig zijn, daarna uitstap
bij de vrienden met kaart- of ander spel
en een potteken gedronken, 's Middags
feestmaal, waaronder zang en muziek,
daarna alle mogelijke vermaken en ge
zellig samenzijn met tombola.
Ja, ,t is zeker, dat dit alles niet te doen
is met de toelage die wordt verleend.
Maar, is het geen Boerenfeestdag
Iedereen legt daar eenige franken bij
en doet in de maat van 't mogelijke zijn
best om dezen dag met luister te viereo.
Leve St Elooi, de Patroon der boe
ren en Redt U Zeiven Leve de oude
Vlaamsche gezelligheid en vreugde
Veldeman.
OORDEGEM. Het bestuur der
afdeeling heeft Zondag laatst in alge-
meene vergadering besloten het feest
van Sint Eloi te vieren op den dag zelve.
Een noenmaal zal gratis gegeven wor
den aan de leden van Oordegem en om
trek. Deze die er willen aan deel nemen,
kunnen zich laten inschrijven tot Maan
dag avond, bij Joseph Casteels. Om 9 u.
Plechtige Mis, waartoe alle ledeu uitge-
noodigd worden.
LEDE. Op Maandag 1 December,
om 9 uur, Plechtige Mis ter eere van
Sint Eloi, patroon onzer Samenwerken
de Maatschappij. Wij verzoeken vrien
delijk al onze leden het als plicht te aan
zien deze schoone Mis te willen bijwe-
nen.
Om 12 uur stipt middagmaal voerde
leden die gestert Webben.
HERDERSEM. Op Zondag 7
December jaarlijksch St. Eloifeest. Deze
die begeeren het aangenaam feest, gelijk
verleden jaar, bij te wonen, worden
vriendelijk verzocht hun te laten inschrij- j
ven voor 4 December in het lokaal j
bij B. Boel. De toelage zal na het noen
maal aan de deelnemers van het feest in
prijzen verlot of verdeeld worden.
HAELTERT. - De leden van
R. U Z. mogen zich bij De Gendt en
Meganck laten inschrijven voor het vie
ren van het St-Eloifeest, tot Woensdag
26 dezer. Er zal waarschijnlijk eene
kleine bijdrage moeten betaald worden,
hetgeen zal afhangen van het getal deel
nemers.
WIEZE. De leden die willen deel
nemen aan het vieren van het St-Eloi
feest, kunnen zich tot te laatste Dinsdag
avond 25 November laten inschrijven in
het lokaal of bij den magazijnier.
Zeker is het dat, wie zaait, een oogst
mag verwachten. Wat die oogst zal zijn
hangt nochtansyan vele omstandigheden
af. Zoo, bij voorbeeld, zullen in den re
gel vroeg gezaaide wintergranen een be
tere opbrengst leveren dan die welke
laattijdig worden gezaaid. Geen wonder
de vroeg gezaaide wintergranen be
schikken over meer tijd om een sterk,
diepdringend wortelstel te vormen dat
ze bestand maakt tegen het gure winter
weder en bekwaam om, zoohaast de
Lente intreedt, weelderig te groeien.
Het is echter dikwijls onmogelijk
vroeg te zaaien. Dit hangt veel van het
weder af. Wanneer het dan gebeurt,
moeten wij zorgen, zooveel het in onze
macht ligt, de plantjes vooruit te helpen
en ze in staat te stellen een kloek, wel
ontwikkeld wortelstel op zeer korten tijd
te vormen. Het middel daartoe ligt voor
de hand een paar honderd kilos
SODANITRAAT VAN CHILI voor
het zaaien inwerken.
Het Bestuur.
Op Sint-Marter sdag, ons vredesfeest,
ontstond er brand op eene buitenwijk
onzer goede stad Aalst.
Alhoewel pas voor den oorlog ge
bouwd, zoo goed als nieuw dus, brandde
het huis uit met bijna al wat er in was.
De bewoners arm aan goederen maar
rijk aan minderjarige kinderen,zijn door
brave liedenvader alleen met zijne
werkmanspree wint met veel moeite den
schralen kost voor het talrijke gezin. Dat
hij geacht en bemind wordt van zijne
buren is door deze zelf klaar bewezen.
Door de groote huishoudelijke lasten
hadden de beproefde lieden nagelaten
hunne brandverzekerirg te doen ver
meerderen, bovendien het gevaar van
brand was, uit oorzaak van den goeden
staat van 't gebouw, zoo goed als nul,
zoo ten minste toch redeneerden ze.
Helaas 1 't ongeluk, dat ze zoo ver van
hen verwijderd waanden, trof hen op
't oogenblik dat 't gansche land aan
't feesten was.
't Mocht dan ook niet zijn dat op
zoo'n dag dit brave huisgezin tot den
bedelzak zou gebracht worden, want de
buren landbouwers staken dra het hoofd
bijeen en op minder dan geen tijd was
er eene afvaardiging op gang om eene
omhaling te doen ten voordeele van het
beproefde gezin.
En zie, diezelfde buren die naar de
meening van vele stadslui, belast en be
laden zijn met al de zonden Israëls die
woekeraars en uitzuigers geheeten wor
den die de oorzaak van het duur leven
geweten wordt ehwel 1 die slechte lie
den gaven ieder honderd frank, zoodat
op eene buurt die enkele huizen telt, met
de gifte van enkele andere menschen-
vrienden, er op korten tijd ver boven de
duizend franken ingezameld wierd.
Wat dunkt U van die handelwijze,
heeren marktridders Is dat gedoe niet
wat eer- en heerlijker dan het Uwe die
in dergelijke bevolking vijanden ziet
zooals destijds Don Quichotte in de
windmolens, en die er dan ook met lans
en spies gewapend op losrukt Kan
men edelmoediger bewijs van naasten
liefde aanhalen 't Is in alle geval ver
dienstelijker dan zijn geld te verteren
aan cigaren, wijnen en champagne en
dan, als de beurs plat is, de markten te
gaan plunderen.
Bravo Driemaal Bravo milde land
bouwers, Uwe handelwijze strekt niet
alleen Paepenrode maar den ganschen
boerenstand ter eere Bij U bestaat er
geen klassenstrijd, aangezien ge helpt en
steunt daar waar 't noodig blijkt, onver
schillig of de noodlijdende tot Uwe klas
behoort of niet. Dat gij de zondebokken
zijt der nuchtere stadslui hoeft U niet te
verontrusten, 't Hoofd omhoog, zonder
schroom en zonder vaar of vrees, moogt
ge iedereen in de oogen zien. Sterk door
Uwe eerlijkheid, sterk door Uw getal
(als eens de eendracht tueschen al de boe
ren van België zal verwezenlijkt zijn),
meet ge strijden voer de verevering
Uwer rechten. Het holklinkende zoute
loos gezwets der marktschuimers mag U
niet ontstemmen. Vooruit is de Weg,
en de Toekomst hoort U toe Wij wil
len wat is Recht en winnen wat wij
willen
W. K. Raar.
li.
De toestand van den bloedsomloop is
reeds zichtbaar aan het rooskleurige en
de frischheid van het slijmvlies van den
snuit en de vochtigheid van den muil bij
het rund. Maar betere kenteekens ver
schaften ons de slagaders Wanneer men
een oppervlakkige slagader tegen een
harde beenoppervlakte drukt, voelt men
de polslagen. Bij voorkeur voelt men de
polslagen bij het paard aan de voorste
slagader, die men onder tegen de wang
aandrukt bij het rund aan denzelfden
slagader, ofwel aan deze die men langs
de onderzijde aan het begin van den
staart voeltbij de kleine dieren langs
de binnenzijde onder aan den voorarm,
ofwel aan de slagader der bil.
Het aantal polslagen is zeer verander
lijk. Men telt er gewoonlijk bij het dier
in rust. per minuut, 36 tot 40 bij het
paard, 40 tot 50 bij het rund, 70 tot 80
bij het schaap, de geit en het zwijn, 90
tot 100 bij den hond. Wanneer het dier
gezond is, slaat de pols regelmatig zon
der te zwak of te sterk te zijn.
Wat de lichaamswarmte betreft, wel
ke in innig verband staat met den bloeds
omloop, deze ondergaat eene lichte ver
andering in den loop van den dag. Men
kan evenwel de volgende midd»ngetnl-
len vaststellen: 37°5tot38° bij het paard,
38°5 tot 3t3 bij het rand, 39° tot 40° bij
het schaap en de geit, 38° tot 40° bij het
zwijn.
Elke wijziging der algemeene li
chaamswarmte komt verdacht voor bij
zonder wanneer eene besmettende ziekte
heerscht.
De lichaamswarmte wordt gemeten
in den aars met een goed geregelden en
daartoe bestemden warmtemeter.
Wanneer de veehouder de uiterlijke
kenteekens van den gezondheidstoestand
kent, zal hij ook spoedig de kenteekens
van ziekte weten te onderscheiden en hij
zal des te spoediger, tot zijn groot voor
deel zijnen toevlucht tot den veearts
kunnen nemen. Men vergete niet dat de
bestrijding eener kwaal veel gemakke
lijker is bij hare verschijning, dan wan
neer het kwaad zich heeft ontwikkeld en
uitgebreid.
Daarenboven zal het niet weinig nut
tig zijn aan den veearts eenige aandui
dingen te geven over hetgeen men zelf
bij den zieke eerst heeft opgemerkt. Het
is met dat inzicht dat we hier enkele
kenmerkende teekenen van ziekte me-
dedeelen.
Een eerste kenteeken is het verlies
van den eetlust. Wanneer het paard in
den stal is teruggekeerd, eet het niet,
het blijft van de kribbe verwijderd zoo
verre als de ketting het toelaat en houdt
den kop naar omlaag. Het uiterlijke van
het dier wordt slecht, zijn haar wordt
stekelig, de huid droog en niet meer
verschuifbaar, het oog dof en er ligt
droefheid over het geheel voorkomen.
De ruggegraat is ofwel gevoelloos of
overgevoelig. De houding van het dier
is ook merkelijk veranderd :het legt zich
neder in den dag, het rekt zich niet na
het opstaan, ook ziet men soms dat het
dier op zijn vier pooten rust.
Het rund blijft gewoonlijk liggen op
eene zijde van het lichaam met de poo
ten uitgestrekt, dit is niet zelden een
kenteeken van erge ziekte.
De wijzigingen welke zich in den
bloedsomloop voordoen zijn spoedig
merkbaar door 't verschil van lichaams
warmte aan de uiteinden, dit is aan de
onderste gedeelten der pooten, het uit
einde van den snuit, van de ooren en
horens. Zoo kan men soms de koorts
waarnemen. Het koud worden der uit
einden is een kenteeken van erge onge
steldheid.
De ziektetoestand is in dit geval ook
merkbaar, door de kleur van het zicht
bare slijmvlies. Het slijmvlies der oog,
dat men goed zichtbaar maakt door
drukking met duim en wijsvinger op de
oogleden, vertoont zich ofwel rood als
baksteen, ofwel buitengewoon bleek,
naar de heerschende ziekte. Men onder-
zoeke dan ook het slijmvlies van snuit
en muil.
De stijging der lichaamswarmte gaat
gepaard met versnelling der polsslagen
de daling heeft dikwijls sneller doch
zwakke hartkloppingen voor gevolg.
Bij erge ziekten, zooals die der adem-
organen. blijven de groote huisdieren
staan.
Het herhaaldelijk veranderen van
houding, liggen of opstaan, zijn meestal
een kenteeken van koliek. Wanneer het
dier op zijn achterste bouten gaat zitten,
zooals een hond, en terzelvertyd zijn
hoefd heen en weer beweegt, heeft men
niet zelden te doen met een liesbreuk.
Waaneer kleine dieren blijven liggea
mkk
nv>