REDT U ZELVEN Arbeid adelt Bemestingsleer 1 Oordeelkundige Bemesting Landbouwweekblad DE GASTHUISNON moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. CAROLUS. (naar de ingebruikzijnde Voedingswijzen). ONS NIEUW MENGELWERK MOORSEL.""4 ZONDAG 21 DEC 1924. Prijs i2 centiemen. 7de JAARGANG i>. Abonnementsprijs 6,00 frank s jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een BIJVOEGSEL. En de Engelen hebben ge zongen Glorie aan God in den Hooge en Vrede op aarde aan de menschen van goeden wil Weer nadert de dag waarop we de komst herdenken van den Verlosser, van den God-mensch, wier taak het was vrede te bren gen op aarde aan de menschen die den vrede begeerden. Bij de gedachte aan die groote zenoing, aan het Goddelijk en overheerlijk offer van den Zoon Gods, bleef ik in gepeinzen ver zonken. Ik overzag mijn gebuurte, mijn dorpken, mijn land en vroeg me af hoeveel menschen er wel zouden zijn voor wien de Verlos ser niet tevergeefs is gekomen, hoeveel schepsels onder de zon er wel bestaan die wel degelijk van goeden wil zijn en den vrede be zitten. Naast mij woont een rijke kasteelheer, wier uitgestrekte eigendommen den helft der ge meente beslaan. De man is hoo- vaardig en gierig, hij aanziet zij nen evenmensch en bijzonder den landman, als wezens die niet als hij zelf zijn gemaakt. De vrede be zit hij niet. Ginds over het veld steekt het rood pannen dakje van den blok maker. Bij klaar weer hoort men de slagen van zijnen hamer op den zwaren beitel en soms tot laat in den avond. De man zingt bij pozen en schijnt gelukkig te zijn en toch herinner ik mij dat hij steeds in onmin leeft met zijnen gebuur een kleinen landbouwer en dat haat en nijd tusschen bei de families heerschen. Geen vrede! De groote hofstede wier blauwe tinnen ginds op den heuvel glin- steren in de najaarszonne, is be- woond door Pachter Van Doren, een huisgezin met groote zonen en dochters. Pachter Van Doren be- i zit de schoonste paarden der streek en is sinds eenige jaren rijk geworden. Vóór den oorlog, toen de kinderen klein waren, bewoon- de hij eene kleine hofstede op Bekegem, en werd van iedereen - geacht om zijne noeste vlijt en op- geruimd karakter. Nu is hij rijk, j machtig en ook hoovaardig hij 1 droomde burgemeester te worden, omdat hij de sterkste van 't dorp was.Maar bij de keus heeft hij een j buis gekregen het kleine volk heeft tegen hem gestemd. Sinds dien koestert hij allen haat tegen de werklieden en kleine boeren. Hij verwijt hen verkwisters en luiaards te zijn en heeft reeds meermaals, toen hij des Zondags een glaasje had gedronken, erge noten te kraken gekregen. Die mensch, die zou moeten fier en ge lukkig zijn, die het meest recht en gelegenheid heeft om in vrede te leven, is ongelukkig door zijne eigene schuld. En zoo voeren mijne blikken over mijn dorpken heen en verder op, overal waar ik kennissen had. Ik herinner me een groot man te kennen die destijds nog van ieder een was geacht en wiens hoog moed en geldzucht hem naar den ondergang dreigen te voeren. Hij was een vriend en helper van Redt U Zeiven en werd ook door deze Vereeniging gesteund. Geldzucht dreef hem naar een ander kamp en heden heeft hij geen rust, noch poos Zijn eenig doel is haat en nijd te zaaien on der de boeren tegenover hunne eigene instelling. Op de kosten van de prinses levende, heeft die mensch de schoone taak van verheffing en verbetering te brengen aan den boerenstand, en ook van mee te werken tot de heropbouwing van ons land. Hij schijnt voor dit alles geen tijd meer te hebben en rijdt van den morgen tot den avond de hofsteden af om zijn gal, zijn nijd uit te spuwen en met modder te bezwadderen wat hij vroeger op hemelde. Hij heeft dan nog het groot on geluk, te moeten bestatigen dat Redt U Zeiven maar gestadig vooruit gaat. Bij het vernemen van den overgrooten toevoer van ka pitalen door hare trouwe leden, bij het zien der machtige gebou wen die hunne toppen naar om hoog richten, bij het geronK der autos van Redt LI Zeiven schij nen zijne zenuwen erg geschokt. Hij, de man van verheffing werpt in t slijk hij de verbete raar van onzen frank, denkt al leen aan zijn geldzak en verspilt zijne door alleman betaalde uren aan bevuiling en achterklap. Diepgevalllen mensch Onge lukkig schepsel die geen vrede kent Ik zie nog voor mij tal van lieden die in 't zelfde geval verkeeren, wie taak het is vrede en liefde te zaaien, en die ongelukkiglijk door ongekende drijfveren gedreven, niets anders doen dan verderf rond een oude boerenknecht komt langs den grooten landweg aangestapt. Hij schijnt zijn beste frank en zij den muts aan te hebben en zingt een leutig deuntje. Die man, zou hij wel gelukkig zijn Ik spreek hem aan en verneem dat hij Peter was van het achtste kind van zij nen vriend'een armen werkman, dat er niet te veel overschoot in dat talrijk gezin, maar dat die lieden toch gelukkig, lukkig waren. Ik geef hem vijf frank die hij be looft te zullen overmaken aan zij nen braven vriend. Hij drukt me dankend de hand en trekt met zwierigen stap de baan op Daar toch vond ik geluk door VREDE strooien. En meer dan ooit wordt Redt U Zeiven bekampt, maar dan ooit brieschen ongebrijdelde en schuimbekkende hyenas en klam pen hun klauwen in de prooi. En de bedreigde prooi verroert niet. Zij schijnt de vrede te kennen. Ze gaat statig en rustig haar gang steeds wijder en hooger ademende, en geleid door menschen die on wankelbaar zijn in hunne taak tot verovering van het goede. Maar, hoe grooter Redt U Zeiven wordt, des te feller wordt de woe de der bekampers, des te grooter de vloed van modder en verdacht makingen tegen hare leiders. Bijzonder de kranige en dappe- i re Bestuurder schijnt het mikpunt te zijn geworden van hunne aan- vallen. Zijn kop werd grijs onder den druk der groote taak, zijn hersens echter schijnen nog goed te zijn en zullen den druk verdra gen dier huichelaars. Wij bewon deren zijne kalme, beredeneerde, maar fiere werking en bidden voor hem, opdat hij steeds heldaftig als weleer de vlag zou omhoog hou den en hooger op voeren De heer Voorzitter, de brave vreedzame burger, schepen van Erondegem. De heeren Bestuur leden, allen brave maar fiere en vrije mannen, houdt moed en be waar den vrede onder ons boeren Verder op dwalen mijne ge dachten naar 't noorden, naar t westenik vind weinige lieden die braaf, eerlijk en deftig zijn, en die aldus de ware vrede bezitten, die de Godmensch aan de aarde bracht. De strijd tusschen de menschen, tusschen de klassen der maat schappij, de gewapende vrede tus schen de landen, de honger van het russische, het hongaarsche volk en meerandere, de woelingen in Asië en Afrika schijnen te vloe ken tegen het groote offer der Godheid. O menschen, wat zijt ge diep gevallen en wat staat ge ver ver wijderd van den Grooten Idealist die den vrede bracht Hoe lang nog zult ge door uwe onrechtvaardigheden, door uw overdreven dwingelandij of uwe toomelooze regeeringsloosheid uw eigen straffen Krijgen we nog nieuwe oorlo gen, grootere moorderijen als de laatstgepleegde O, gruwel Och waar dwaal ik heen Ik kijk even terug rond mij, t is koud en griezelig op t straat en Kalkbehoeften der Landbouwgewassen. Ik was zinnens in eene opvolgende reeks artikels eene volledige beschou wing te geven, betrekkelijk het zöö ge wichtig vraagstuk der Bemestingsleer het onlangs verschenen artikel Herfst' bemesting was er overigens de inleiding van Ik houd er nogthans aan vooraf te verklaren, dat het waarlijk een verheu gend feit mag genoemd worden, een groot, ja zelfs een aanzienlijk getaj onzer vooruitstrevende boeren in zake Doel matige Bemesting gansch nieuwe en moderne wegen te zien opgaan. Het valt echter spijtig om bestatigen, dat tal dezer moderne landbouwers, stel selmatig verwaarloozen, hunne weide en akkerlanden op tijd ea stond te kalken. Dit zoo dwaas en noodlottig verzuim der kalkbemesting is over 't algemeen bij de ruime meerderheid der landbou wers te bespeuren zoodat men haast zou gaan denken, dat van dit zoo noodzake lijk bemestingspunt volstrekt geen reke ning dient gehouden te worden. Ik heb dan ook opzettelijk de juiste volgorde mijner beschouwingen nopens de Bemestingsleer vandaag onderbro ken, om zonder verder vertoeven on middellijk te wijzen op de aanzienlijke voordeelen eener regelmatige kalkbe- j mesting, zoo onder oogpunt van den i plantengroei als van de grondverbete ring. Kalk als plantenvoedsel. De gewone oogsten halen per hectare 20 tot 200 kgr. kalk en meer uit den grond. De vlinderbloemige planten, de suikerbeeten, voederwortels en koolra pen zijn bijzonder kalkeischende gewas sen. Klavers lukken eveneens best in gronden, die ruim voorzien zijn van potasch en kalk. Als men in de weiden veel vlinder bloemige planten ontmoet, dan mag men insgelijks besluiten dat er potasch en kalk genoeg voorhanden is, terwijl het overwicht van grassen aanduidt dat er kalk en potasch te kort is. Door stalmest en aal brengen we slechts eene zeer geringe hoeveelheid kalk terug in den grond immers 1000 kgr. stalmest bevatten gemiddeld 5 kg. kalk, terwijl 1000 kg. aal slechts 0,3 kg. inhouden. Men mag daarenboven niet vergeten, dat de hoeveelheid kalk in den grond vermindert a) Door de vorming van calciumbi- carbonaat, dat gevormd wordt wanneer men chloorbevattende potaschmesten gebruikt. Een ander gedeelte wordt gebezigd tot de nitripcatie (vervorming van orga nische en ammoniakale stikstofmesten, b.v. zwavelzuur ammoniak) tot nitraten en dient dan als voedsel van de plant. Een derde deel komt nog in de plant onder vorm van kalkfosfaten. Men rekent dat er op die manier jaar lijks en per hectare 500 kgr. kalk ver bruikt worden dus behoeft men de kalkbemesting op die basis te regelen. Kalk als grondverbeterend middel. De kalk heeft eenen grooten en meestal eenen gunstigen invloed op den scheikundigen en ook op den natuurkun digen toestand van den grond, en t is in dit opzicht, dat haar gebruik goed moet gekend zijn. Om haar scheikundige en bijzonder om haar natuurkundige werking wordt de kalk gansch voordeelig gebruikt op klei en leemgronden de kalk bezit im mers de kostbare eigenschap de klei en leem te doen kruimelen. Welnu, 't is deze kruimelstructuur, welke den grond behoeft te bezitten, d. i. deze waardoor de korrels tot aard- brokjes ook kruimels of vlokken gehee- ten, aaneenkleven. Men treft ze aan in gronden die klei. leem en fijn zand be vatten, maar tevens kalk en humus kalken en bemesten met stalmest bevor dert der kruimelbouw. Doel der proeven. Het onderzoek, waarvan de uitslagen en de besluitselen in voorgaande verslagen werden mede gedeeld, heeft bewezen dat de ingebruik zijnde rantsoenen van mestzwijnen onder opzicht van samenstelling en spaarzaam heid veel te wenschen laten. Men ver- voedert te veel en te kostelijk tot bij zoo ver dat in menige gevallen, de pro ductieprijs van het voortgebrachte zwij- nevleesch en vet den verkoopprijs dezer producten overtreft. Het belang van dezen gebrekkigen en schadelijken toe stand inziende, heeft het landbouwco- mice van Thourout in 1924. beslist, on der onze leiding, eene reeks proeve op de doelmatige voeding van mestzwijnen aan te leggen, ten einde na te gaan of het navolgen van Kellner's voedernor men dezen toestand niet zou verhelpen. Algemeen plan der proeven. De proef werd aangelegd op 6 zwij nen. bij den aanvang der proef 4 maand oud en wegende alsdan dooreen 58 kgr. De rantsoenen, berekend volgens de voedernormen van Kellner, werden vastgesteld als volgt, per dag en per dier ne (3 lit, afger. melk. 5 kil. aardappelen. 0,750 k roggemeel 3 lit. afger. melk. 6 kil. aardappelen. 0,750 k. roggemeel Het toeslijmen van dichtgeslibde gron den kan men insgelijks tegenwerken door de gronden te kalken, en aldus beletten dat er zich aan de boven-opper- vlakte van den grond eene harde korst vormt. Hier levert de kalk dus het voordeel door zijne werking de invloed van lucht en warmte te versterken en bevordert hij eveneens de vertering der organische stoffen. Het hoeft dus geen verder betoog dat het kalken bijzonder van klei en leem gronden van het allergrootste belang is. Doch eveneens in zandgronden zal het kalken voordeelig zijn, omdat de kleideeltjes daardoor eveneens zullen kruimelen en op die wijze de zandkor- j reis vastleggen, terwijl de klei aldus niet meer zoo gemakkelijk naar den onder grond zal meêgenomen worden. Het is ten andere genoegzaam en proefonder vindelijk bewezen, dat het kalken in matige hoeveelheid, van zandgronden uitstekende uitslagen oplevert. Wat nu de scheikundige werking van de kalk betreft alsmede de onder- scheiden soorten kalkmesten de te j verkiezen soort, de te gebruiken hoe- I veelheden en de gebruikswij-e, daarover handelen we in eene volgende uiteen zetting. R. AKKKERMANS. levend gewicht 2. van 75 tot 100 k. levend gewicht. ,-in 3. lit. afger. melk. 3. van 100tot 1-5 7 aardappelen, levend gewicht. 0,750 k. roggemeel De overgang van het eene naar het volgende rantsoen geschiedde trapsge wijze. De aardappelen werden dagelijks versch gekookt. De hoeveelheden verbruikte voeders werden dagelijks aangeteekend. Bij het begin en bij het einde der proef alsook alle veertien dagen tijdens de proef, werden de proefdieren gezamen lijk gewogen. De wegingen werden ge daan telkenmaal 's morgens voor t eten. Getal proefdieren zes, oud 4 maand (geboren den 21 April 1924). Begin der proef: 19 Augusti 1924; einde der proef3 November 24 duur de proef 75 dagen. Gewicht der proefdieren bij aanvang der proef 348 kilgr. 't zij gemiddeld 58 kilgr. per zwijn. Gewicht der proefdieren, bij t einde der proef726 kgr. 't zij gemiddeld 121 kgr. p?r zwijn. Gewichtstoename samen 726 348 of 378 kgr., 't zij gemiddeld 63 kgr. per zwijn. Dagelijksche vermeerdering in ge wicht 63 75 of 840 gr. per zwijn. Voederverbruik en gewichtstoe name. In de volgende tafel geven wij de hoeveelheden verbruikte voeders en den uitslag der weging Het prachtig volksverhaal Baas Gansendonck loopt ten einde Van daag verschijnt 't laatste vervolg met slot. Of onze goede lezers aan deze mooie letterkundige brok van onzen be- roemden volksschrijver Hendrik Cons cience heel wat gretig-lekkere leesston- den hebben beleefd, behoeft stellig geen twijfel. Ditmaal viel onze keuze op een der mooiste volksromans van den niet min der gewaardeerden volksschrijver, Dr August Snieders Dit prachtig mengelwerk we zijn er ten zeerste van overtuigd zal bij liefhebbers van gezonde vlaamsche lec tuur een even gul onthaal genieten. Ofschoon een der jongste letterkun- dige gewrochten van den schrijver, toch zijn de tafereelen er zóó boeiend en ge voelvol geschetst, dat men er een on weerstaanbaar hart- en zielsgenot bij smaakt. De taal hoe eenvondig ook is zóó fijn, zóó vlot, zóó kleurrijk ert zóó gemoedelijk, dat men er zich haast met een zeker geweld van los rukt. Wellicht hebben enkelen onder U destijds dezen boeienden roman reeds gelezen. Hem herlezen zal U echter niet vervelen, wijl het een gansch nieuw-in- gekleede en herwerkte uitgave geldt, waarvan de schrijver zelf in zijn voor woord getuigt 19 Aug. 2 Sept. 16 Sept. 30 Sept. 14 Oct. 28 Oct. 3 Nov. 252 252 252 252 252 108 420 420 504 504 588 252 - 348 63 408 63 481 63 553 63 627 63 697 27 526 Ik heb den al te weelderigen boom gesnoeid en hem daardoor beteren vorm en ook wel eenige nieuwe groei- kracht gegeven. Als Nieuwjaarsgeschenk kon de redactie der Koornbloem z'n trouwe lezers waarachtig geen mooier noch keu riger verrassing aanbieden. De Redactie. De winst verwezenlijkt door den land- bouwer hangt tegenwoordig in de eerste plaats af van de bekomen opbrengsten en dus van de toegepaste bemestin- gen Deze blijven immers de grootste regelaars der opbrengsten. Om de maxima-opbrengsten te beko- nien is het dus noodig dat de gronden 1 oordeelkundig bemest worden. En hierdoor moet men verstaan niet alleen het toepassen der voedende stoffen in I voldoende hoeveelheid en gewenschte -verhouding, maar ook het aanwenden van deze meststoffen die best aan de -gestelde vereischten beantwoorden. Onder de stikstokmeststoffen is de ideale meststof het Sodanitraat van Chili dat de stikstof onder opneembaren en benuttigbaren vorm oplevert en ver der aan alle hoogervermelde vereisch ten voldoet. Daarenboven biedt het het groot voordeel de gronden niet te verzuren. Samen 1468 1. 2688 k. 342 k. De 6 proefdieren hadden in de 75 da gen proefduur, de volgende hoeveelhe den voeders verbruikt 1365 liter afgeroomde melk 2688 kgr. aardappelen 342 kgr. roggemeel Het dagelijks rantsoen bestond dus ge middeld per dier, uit 3 1. afger. melk);(2430 gr. drooge stof 6 k aardappel.264 gr. eiwit 760 g. roggem )i(2060 gr. zetmeelwaarde Dit raatsoen heeft een dagelijksche gewichtstoename teweeggebracht van 840 gr. per zwijn. Bijgevolg om één kilo te verzwaren is er noodig geweest Bruto opbrengst van dit rantsoen. Ten einde eene vergelijking mogelijk te maken, nemen wij in deze berekenin gen de zelfde eenheidsprijzen, als in de vroegere waarnemingsproeven. Om 1 kg. in gewicht aan te winnen hebben deze proefzwijnen gemiddeld verbruikt 3,571 1. afg. m. a 0,20 fr. de 1. 0,7142 7,142 k. aardp. a 25 f. de 100 k.= 1,7855 904 gr. roggem. a 100 fr. 0.9040 Samen fr. 3,4037 De productieprijs van 1 kgr. ver meerdering in gewicht bedraagt dus ge middeld 3,40 fr. BESLUIT. l.Door de vroegere waarnemings proeven hebben wij bestatigd dat, bij de voeding van mestzwijnen zooals zij in midden-Vlaanderen en elders gepleegd wordt, de productieprijs van 1 kilo ge wichtstoename gemiddeld 5,25 fr. kost (de afgeroomde melk aan 0,20 fr.de liter, de aardappelen aan 25 fr. en het rogge meel aan 100 fr. de 100 kil. gerekend) terwijl, volgens voorgaande proef op de doelmatige voeding van mestzwijnen t. t. z. voeding gesteund op Kellner s voe dernormen, de productieprijs van 1 kilo gewichtstoename slechts 3,40 fr. kost, t zij een verschil van 1.85 fr. per kilo aan winst, of 1,85 X 378 699,30 fr. voor de gezamenlijke gewichtstoename der zes proefdieren, ten voordeele van de doelmatige voeding. Wij moeten hier echter doen opmer ken dat volgens de voedingswijze die vroeger in gebruik was bij dezen proef nemer, de productieprijs van 1 kgr, ge wichtsvermeerdering 6,45 fr. bedroeg, 't zij 3,05 fr. per kgr. meer dan bij de doelmatige voeding. De besparing of meer winst verwezenlijkt bij dezen proef nemer bedraagt dus feitelijk, voor de zes zwijnen, 3,05 X 378 of 1152,90 fr. ten voordeele van de doelmatige voe ding. 2. Volgens de waarnemingsproeven der in gebruik zijnde voedingswijzen werd gemiddeld 488 gr. eiwit en 3968 gr. zetmeelwaarde verbruikt om 1 kilo in gewicht aan te winnen, terwijl in de proef op de doelmatige voeding, er slechts 314 gr. eiwit en 2369 gr. zetm. waarde verbruikt werd. Het is echter onbetwistbaar dat deze voederproef uitnemend is meêgeslagen en dat in de praktijk, het stipt toepassen der voedernormen niet altijd zoo gunsti ge uitslagen leveren zal. Naar onze meening is de zoo gunstige uitslag dezer voederproef toe te schrij ven 1° Aan het groot omzettingsvermogen der proefdieren (Verbeterd Vlaamsch ras, voortkomend van Vlaamsch ras ge- kruisd met Yorkshire ras) 2. Aan de bijzondere zorgen, die aan het bereiden van het voedsel werden besteed, namelijk de afgeroomde melk werd immer zoet toegediend en de aard appelen werden dagelijks versch ge kookt. Het toediende voedsel was dus hoegenaamd niet verzuurd. In de prak tijk is zulks niet altijd doenlijk. 3° Het tijdperk der proef half Au gusti tot einde October is naar de ondervinding leert, het gunstigste tijd perk voor het vetten van zwijnen. 3. Bij de gewone voeding, bevatte hel rantsoen per dier gemiddeld 433 gr. eiwit en 3490 gr. zetm. waarde, terwijl het rantsoen op Kellner's voedernormen gesteund, slechts 264 gr. eiwit en 2060 gr. zetm. waarde bevatte. 4. Uit deze waarnemingen en voeder- proeven meenen wij te mogen besluiten, dat bij zwijnenvoeding zoowel als bij de voeding der runders. de grondregels der doelmatige voeding dienen toegepast te worden. Dat bij de zwijnenvoeding de samenstelling der rantsoenen op de voe dernormen en, naar ons oordeel, bij voorkeur op Kellner's voedernormen, moet gesteund zijn. Wij moeten hier echter bijvoegen dat, bij de zwijnenvoeding zoo min als bij de voeding der runders, de voedernormen, in ieder geval, niet slaafs mogen nage volgd worden. Immers bij het vaststellen van het rantsoen van een rund of van een zwijn, heeft men af te rekenen met zoodanig veel omstandigheden, dier verschillen volgens het dier zelve, de hoedanigheid en de bereiding van het voeder waarover men beschikt, dat het niet meer mogelijk is voedernormen vast te stellen, die in ieder geval op onveranderlijke wijze toe passelijk zijn. Bijgevolg, de rantsoenen van mest zwijnen moeten op de voedernormen ge steund zijn, en in de praktijk, is het aan de kweeker op zijne dieren te waken bevindt hij dat door het toegediend rantsoen den eetlust zijner dieren niet verzadigd is of dat zijne mestzwijnen niet regelmatig in gewicht toenemen, dar zal hij, niettegenstaande de voedernor men het rantsoen wat vergrooten. De kweeker vergete daarenbover nooit, dat het goed gevolg eener veeuit bating niet alleen afhangt van de samen stelling van het rantsoen, doch ook vai de zorgen besteed aan de bereiding de voeders, (men geeft doorgaans te vee verzuurd voeder aan de zwijnen) en ins gelijks van den gezondheidsonderhou* van stal en dieren. Em. VAN GODTSENHOVEN. Staatslandbouwkundige, Vier opvoeringen van "De Held van Meldert" geschiedkundig dza door Dr Jan Caudron, en Beproez. Liefde door C. Soenen, op 21, 25, en 28 December 1924, in de zaal At stersche steenweg. Voorziet u van kaarten Vrede aan d8 Itaschen... 1. Van 30 tOt 3 kil. l,,*l .arHnnn(.|(>T Afger. Aardep melk pelen liters. kilos. Rogge- Gezamenlijk meel gewicht der kilos. 6 proefdieren 3: 0,84 of 3,571 lit. afger melkA^/2896 gr. droge stof 6 0® of 7?142 kg. aardappels 314 greiwit 760 0,84 of 940 gr. roggemeel/xj\2369 gr- zetmeelwde

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1924 | | pagina 1