REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Bemestingsleer
1 Oordeelkundige Bemesting
Landbouwweekblad
DE GASTHUISNON
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
CAROLUS.
(naar de ingebruikzijnde Voedingswijzen).
ONS NIEUW
MENGELWERK
MOORSEL.""4
ZONDAG 21 DEC 1924.
Prijs i2 centiemen.
7de JAARGANG i>.
Abonnementsprijs 6,00 frank s jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een BIJVOEGSEL.
En de Engelen hebben ge
zongen Glorie aan God in den
Hooge en Vrede op aarde aan de
menschen van goeden wil
Weer nadert de dag waarop
we de komst herdenken van den
Verlosser, van den God-mensch,
wier taak het was vrede te bren
gen op aarde aan de menschen die
den vrede begeerden.
Bij de gedachte aan die groote
zenoing, aan het Goddelijk en
overheerlijk offer van den Zoon
Gods, bleef ik in gepeinzen ver
zonken. Ik overzag mijn gebuurte,
mijn dorpken, mijn land en vroeg
me af hoeveel menschen er wel
zouden zijn voor wien de Verlos
ser niet tevergeefs is gekomen,
hoeveel schepsels onder de zon er
wel bestaan die wel degelijk van
goeden wil zijn en den vrede be
zitten.
Naast mij woont een rijke
kasteelheer, wier uitgestrekte
eigendommen den helft der ge
meente beslaan. De man is hoo-
vaardig en gierig, hij aanziet zij
nen evenmensch en bijzonder den
landman, als wezens die niet als
hij zelf zijn gemaakt. De vrede be
zit hij niet.
Ginds over het veld steekt het
rood pannen dakje van den blok
maker. Bij klaar weer hoort men
de slagen van zijnen hamer op den
zwaren beitel en soms tot laat
in den avond. De man zingt bij
pozen en schijnt gelukkig te zijn
en toch herinner ik mij dat hij
steeds in onmin leeft met zijnen
gebuur een kleinen landbouwer
en dat haat en nijd tusschen bei
de families heerschen. Geen vrede!
De groote hofstede wier blauwe
tinnen ginds op den heuvel glin-
steren in de najaarszonne, is be-
woond door Pachter Van Doren,
een huisgezin met groote zonen en
dochters. Pachter Van Doren be- i
zit de schoonste paarden der
streek en is sinds eenige jaren rijk
geworden. Vóór den oorlog, toen
de kinderen klein waren, bewoon-
de hij eene kleine hofstede op
Bekegem, en werd van iedereen -
geacht om zijne noeste vlijt en op-
geruimd karakter. Nu is hij rijk, j
machtig en ook hoovaardig hij 1
droomde burgemeester te worden,
omdat hij de sterkste van 't dorp
was.Maar bij de keus heeft hij een j
buis gekregen het kleine volk
heeft tegen hem gestemd. Sinds
dien koestert hij allen haat tegen
de werklieden en kleine boeren.
Hij verwijt hen verkwisters en
luiaards te zijn en heeft reeds
meermaals, toen hij des Zondags
een glaasje had gedronken, erge
noten te kraken gekregen. Die
mensch, die zou moeten fier en ge
lukkig zijn, die het meest recht en
gelegenheid heeft om in vrede te
leven, is ongelukkig door zijne
eigene schuld.
En zoo voeren mijne blikken
over mijn dorpken heen en verder
op, overal waar ik kennissen had.
Ik herinner me een groot man te
kennen die destijds nog van ieder
een was geacht en wiens hoog
moed en geldzucht hem naar den
ondergang dreigen te voeren. Hij
was een vriend en helper van Redt
U Zeiven en werd ook door deze
Vereeniging gesteund.
Geldzucht dreef hem naar een
ander kamp en heden heeft hij
geen rust, noch poos Zijn eenig
doel is haat en nijd te zaaien on
der de boeren tegenover hunne
eigene instelling.
Op de kosten van de prinses
levende, heeft die mensch de
schoone taak van verheffing en
verbetering te brengen aan den
boerenstand, en ook van mee te
werken tot de heropbouwing van
ons land. Hij schijnt voor dit alles
geen tijd meer te hebben en rijdt
van den morgen tot den avond de
hofsteden af om zijn gal, zijn nijd
uit te spuwen en met modder te
bezwadderen wat hij vroeger op
hemelde.
Hij heeft dan nog het groot on
geluk, te moeten bestatigen dat
Redt U Zeiven maar gestadig
vooruit gaat. Bij het vernemen van
den overgrooten toevoer van ka
pitalen door hare trouwe leden,
bij het zien der machtige gebou
wen die hunne toppen naar om
hoog richten, bij het geronK der
autos van Redt LI Zeiven schij
nen zijne zenuwen erg geschokt.
Hij, de man van verheffing
werpt in t slijk hij de verbete
raar van onzen frank, denkt al
leen aan zijn geldzak en verspilt
zijne door alleman betaalde uren
aan bevuiling en achterklap.
Diepgevalllen mensch Onge
lukkig schepsel die geen vrede
kent
Ik zie nog voor mij tal van lieden
die in 't zelfde geval verkeeren,
wie taak het is vrede en liefde te
zaaien, en die ongelukkiglijk door
ongekende drijfveren gedreven,
niets anders doen dan verderf rond
een oude boerenknecht komt langs
den grooten landweg aangestapt.
Hij schijnt zijn beste frank en zij
den muts aan te hebben en zingt
een leutig deuntje. Die man, zou
hij wel gelukkig zijn Ik spreek
hem aan en verneem dat hij Peter
was van het achtste kind van zij
nen vriend'een armen werkman,
dat er niet te veel overschoot
in dat talrijk gezin, maar dat die
lieden toch gelukkig,
lukkig waren.
Ik geef hem vijf frank die hij be
looft te zullen overmaken aan zij
nen braven vriend. Hij drukt me
dankend de hand en trekt met
zwierigen stap de baan op
Daar toch vond ik geluk door
VREDE
strooien.
En meer dan ooit wordt Redt
U Zeiven bekampt, maar dan
ooit brieschen ongebrijdelde en
schuimbekkende hyenas en klam
pen hun klauwen in de prooi. En
de bedreigde prooi verroert niet.
Zij schijnt de vrede te kennen. Ze
gaat statig en rustig haar gang
steeds wijder en hooger ademende,
en geleid door menschen die on
wankelbaar zijn in hunne taak tot
verovering van het goede. Maar,
hoe grooter Redt U Zeiven
wordt, des te feller wordt de woe
de der bekampers, des te grooter
de vloed van modder en verdacht
makingen tegen hare leiders.
Bijzonder de kranige en dappe-
i re Bestuurder schijnt het mikpunt
te zijn geworden van hunne aan-
vallen. Zijn kop werd grijs onder
den druk der groote taak, zijn
hersens echter schijnen nog goed
te zijn en zullen den druk verdra
gen dier huichelaars. Wij bewon
deren zijne kalme, beredeneerde,
maar fiere werking en bidden voor
hem, opdat hij steeds heldaftig als
weleer de vlag zou omhoog hou
den en hooger op voeren
De heer Voorzitter, de brave
vreedzame burger, schepen van
Erondegem. De heeren Bestuur
leden, allen brave maar fiere en
vrije mannen, houdt moed en be
waar den vrede onder ons boeren
Verder op dwalen mijne ge
dachten naar 't noorden, naar t
westenik vind weinige lieden
die braaf, eerlijk en deftig zijn, en
die aldus de ware vrede bezitten,
die de Godmensch aan de aarde
bracht.
De strijd tusschen de menschen,
tusschen de klassen der maat
schappij, de gewapende vrede tus
schen de landen, de honger van
het russische, het hongaarsche
volk en meerandere, de woelingen
in Asië en Afrika schijnen te vloe
ken tegen het groote offer der
Godheid.
O menschen, wat zijt ge diep
gevallen en wat staat ge ver ver
wijderd van den Grooten Idealist
die den vrede bracht
Hoe lang nog zult ge door uwe
onrechtvaardigheden, door uw
overdreven dwingelandij of uwe
toomelooze regeeringsloosheid
uw eigen straffen
Krijgen we nog nieuwe oorlo
gen, grootere moorderijen als de
laatstgepleegde O, gruwel
Och waar dwaal ik heen
Ik kijk even terug rond mij, t is
koud en griezelig op t straat en
Kalkbehoeften der
Landbouwgewassen.
Ik was zinnens in eene opvolgende
reeks artikels eene volledige beschou
wing te geven, betrekkelijk het zöö ge
wichtig vraagstuk der Bemestingsleer
het onlangs verschenen artikel Herfst'
bemesting was er overigens de inleiding
van
Ik houd er nogthans aan vooraf te
verklaren, dat het waarlijk een verheu
gend feit mag genoemd worden, een
groot, ja zelfs een aanzienlijk getaj onzer
vooruitstrevende boeren in zake Doel
matige Bemesting gansch nieuwe en
moderne wegen te zien opgaan.
Het valt echter spijtig om bestatigen,
dat tal dezer moderne landbouwers, stel
selmatig verwaarloozen, hunne weide
en akkerlanden op tijd ea stond te
kalken.
Dit zoo dwaas en noodlottig verzuim
der kalkbemesting is over 't algemeen
bij de ruime meerderheid der landbou
wers te bespeuren zoodat men haast zou
gaan denken, dat van dit zoo noodzake
lijk bemestingspunt volstrekt geen reke
ning dient gehouden te worden.
Ik heb dan ook opzettelijk de juiste
volgorde mijner beschouwingen nopens
de Bemestingsleer vandaag onderbro
ken, om zonder verder vertoeven on
middellijk te wijzen op de aanzienlijke
voordeelen eener regelmatige kalkbe- j
mesting, zoo onder oogpunt van den i
plantengroei als van de grondverbete
ring.
Kalk als plantenvoedsel.
De gewone oogsten halen per hectare
20 tot 200 kgr. kalk en meer uit den
grond. De vlinderbloemige planten, de
suikerbeeten, voederwortels en koolra
pen zijn bijzonder kalkeischende gewas
sen. Klavers lukken eveneens best in
gronden, die ruim voorzien zijn van
potasch en kalk.
Als men in de weiden veel vlinder
bloemige planten ontmoet, dan mag men
insgelijks besluiten dat er potasch en
kalk genoeg voorhanden is, terwijl het
overwicht van grassen aanduidt dat er
kalk en potasch te kort is.
Door stalmest en aal brengen we
slechts eene zeer geringe hoeveelheid
kalk terug in den grond immers 1000
kgr. stalmest bevatten gemiddeld 5 kg.
kalk, terwijl 1000 kg. aal slechts 0,3 kg.
inhouden.
Men mag daarenboven niet vergeten,
dat de hoeveelheid kalk in den grond
vermindert
a) Door de vorming van calciumbi-
carbonaat, dat gevormd wordt wanneer
men chloorbevattende potaschmesten
gebruikt.
Een ander gedeelte wordt gebezigd
tot de nitripcatie (vervorming van orga
nische en ammoniakale stikstofmesten,
b.v. zwavelzuur ammoniak) tot nitraten
en dient dan als voedsel van de plant.
Een derde deel komt nog in de plant
onder vorm van kalkfosfaten.
Men rekent dat er op die manier jaar
lijks en per hectare 500 kgr. kalk ver
bruikt worden dus behoeft men de
kalkbemesting op die basis te regelen.
Kalk als grondverbeterend middel.
De kalk heeft eenen grooten en
meestal eenen gunstigen invloed op den
scheikundigen en ook op den natuurkun
digen toestand van den grond, en t is in
dit opzicht, dat haar gebruik goed moet
gekend zijn.
Om haar scheikundige en bijzonder
om haar natuurkundige werking wordt
de kalk gansch voordeelig gebruikt op
klei en leemgronden de kalk bezit im
mers de kostbare eigenschap de klei en
leem te doen kruimelen.
Welnu, 't is deze kruimelstructuur,
welke den grond behoeft te bezitten,
d. i. deze waardoor de korrels tot aard-
brokjes ook kruimels of vlokken gehee-
ten, aaneenkleven. Men treft ze aan in
gronden die klei. leem en fijn zand be
vatten, maar tevens kalk en humus
kalken en bemesten met stalmest bevor
dert der kruimelbouw.
Doel der proeven. Het onderzoek,
waarvan de uitslagen en de besluitselen
in voorgaande verslagen werden mede
gedeeld, heeft bewezen dat de ingebruik
zijnde rantsoenen van mestzwijnen onder
opzicht van samenstelling en spaarzaam
heid veel te wenschen laten. Men ver-
voedert te veel en te kostelijk tot bij
zoo ver dat in menige gevallen, de pro
ductieprijs van het voortgebrachte zwij-
nevleesch en vet den verkoopprijs dezer
producten overtreft. Het belang van
dezen gebrekkigen en schadelijken toe
stand inziende, heeft het landbouwco-
mice van Thourout in 1924. beslist, on
der onze leiding, eene reeks proeve op
de doelmatige voeding van mestzwijnen
aan te leggen, ten einde na te gaan of
het navolgen van Kellner's voedernor
men dezen toestand niet zou verhelpen.
Algemeen plan der proeven.
De proef werd aangelegd op 6 zwij
nen. bij den aanvang der proef 4 maand
oud en wegende alsdan dooreen 58 kgr.
De rantsoenen, berekend volgens de
voedernormen van Kellner, werden
vastgesteld als volgt, per dag en per
dier
ne (3 lit, afger. melk.
5 kil. aardappelen.
0,750 k roggemeel
3 lit. afger. melk.
6 kil. aardappelen.
0,750 k. roggemeel
Het toeslijmen van dichtgeslibde gron
den kan men insgelijks tegenwerken
door de gronden te kalken, en aldus
beletten dat er zich aan de boven-opper-
vlakte van den grond eene harde korst
vormt.
Hier levert de kalk dus het voordeel
door zijne werking de invloed van lucht
en warmte te versterken en bevordert
hij eveneens de vertering der organische
stoffen.
Het hoeft dus geen verder betoog dat
het kalken bijzonder van klei en leem
gronden van het allergrootste belang is.
Doch eveneens in zandgronden zal
het kalken voordeelig zijn, omdat de
kleideeltjes daardoor eveneens zullen
kruimelen en op die wijze de zandkor-
j reis vastleggen, terwijl de klei aldus niet
meer zoo gemakkelijk naar den onder
grond zal meêgenomen worden. Het is
ten andere genoegzaam en proefonder
vindelijk bewezen, dat het kalken in
matige hoeveelheid, van zandgronden
uitstekende uitslagen oplevert.
Wat nu de scheikundige werking van
de kalk betreft alsmede de onder-
scheiden soorten kalkmesten de te
j verkiezen soort, de te gebruiken hoe-
I veelheden en de gebruikswij-e, daarover
handelen we in eene volgende uiteen
zetting. R. AKKKERMANS.
levend gewicht
2. van 75 tot 100 k.
levend gewicht.
,-in 3. lit. afger. melk.
3. van 100tot 1-5 7 aardappelen,
levend gewicht. 0,750 k. roggemeel
De overgang van het eene naar het
volgende rantsoen geschiedde trapsge
wijze.
De aardappelen werden dagelijks
versch gekookt.
De hoeveelheden verbruikte voeders
werden dagelijks aangeteekend.
Bij het begin en bij het einde der proef
alsook alle veertien dagen tijdens de
proef, werden de proefdieren gezamen
lijk gewogen. De wegingen werden ge
daan telkenmaal 's morgens voor t eten.
Getal proefdieren zes, oud 4 maand
(geboren den 21 April 1924).
Begin der proef: 19 Augusti 1924;
einde der proef3 November 24 duur
de proef 75 dagen.
Gewicht der proefdieren bij aanvang
der proef 348 kilgr. 't zij gemiddeld 58
kilgr. per zwijn.
Gewicht der proefdieren, bij t einde
der proef726 kgr. 't zij gemiddeld 121
kgr. p?r zwijn.
Gewichtstoename samen 726 348 of
378 kgr., 't zij gemiddeld 63 kgr. per
zwijn.
Dagelijksche vermeerdering in ge
wicht 63 75 of 840 gr. per zwijn.
Voederverbruik en gewichtstoe
name. In de volgende tafel geven wij
de hoeveelheden verbruikte voeders en
den uitslag der weging
Het prachtig volksverhaal Baas
Gansendonck loopt ten einde Van
daag verschijnt 't laatste vervolg met
slot. Of onze goede lezers aan deze
mooie letterkundige brok van onzen be-
roemden volksschrijver Hendrik Cons
cience heel wat gretig-lekkere leesston-
den hebben beleefd, behoeft stellig geen
twijfel.
Ditmaal viel onze keuze op een der
mooiste volksromans van den niet min
der gewaardeerden volksschrijver, Dr
August Snieders
Dit prachtig mengelwerk we zijn
er ten zeerste van overtuigd zal bij
liefhebbers van gezonde vlaamsche lec
tuur een even gul onthaal genieten.
Ofschoon een der jongste letterkun-
dige gewrochten van den schrijver, toch
zijn de tafereelen er zóó boeiend en ge
voelvol geschetst, dat men er een on
weerstaanbaar hart- en zielsgenot bij
smaakt. De taal hoe eenvondig ook
is zóó fijn, zóó vlot, zóó kleurrijk ert
zóó gemoedelijk, dat men er zich haast
met een zeker geweld van los rukt.
Wellicht hebben enkelen onder U
destijds dezen boeienden roman reeds
gelezen. Hem herlezen zal U echter niet
vervelen, wijl het een gansch nieuw-in-
gekleede en herwerkte uitgave geldt,
waarvan de schrijver zelf in zijn voor
woord getuigt
19 Aug.
2 Sept.
16 Sept.
30 Sept.
14 Oct.
28 Oct.
3 Nov.
252
252
252
252
252
108
420
420
504
504
588
252
- 348
63 408
63 481
63 553
63 627
63 697
27 526
Ik heb den al te weelderigen boom
gesnoeid en hem daardoor beteren
vorm en ook wel eenige nieuwe groei-
kracht gegeven.
Als Nieuwjaarsgeschenk kon de
redactie der Koornbloem z'n trouwe
lezers waarachtig geen mooier noch keu
riger verrassing aanbieden.
De Redactie.
De winst verwezenlijkt door den land-
bouwer hangt tegenwoordig in de eerste
plaats af van de bekomen opbrengsten
en dus van de toegepaste bemestin-
gen Deze blijven immers de grootste
regelaars der opbrengsten.
Om de maxima-opbrengsten te beko-
nien is het dus noodig dat de gronden
1 oordeelkundig bemest worden. En
hierdoor moet men verstaan niet alleen
het toepassen der voedende stoffen in
I voldoende hoeveelheid en gewenschte
-verhouding, maar ook het aanwenden
van deze meststoffen die best aan de
-gestelde vereischten beantwoorden.
Onder de stikstokmeststoffen is de
ideale meststof het Sodanitraat van
Chili dat de stikstof onder opneembaren
en benuttigbaren vorm oplevert en ver
der aan alle hoogervermelde vereisch
ten voldoet. Daarenboven biedt het
het groot voordeel de gronden niet te
verzuren.
Samen 1468 1. 2688 k. 342 k.
De 6 proefdieren hadden in de 75 da
gen proefduur, de volgende hoeveelhe
den voeders verbruikt
1365 liter afgeroomde melk
2688 kgr. aardappelen
342 kgr. roggemeel
Het dagelijks rantsoen bestond dus ge
middeld per dier, uit
3 1. afger. melk);(2430 gr. drooge stof
6 k aardappel.264 gr. eiwit
760 g. roggem )i(2060 gr. zetmeelwaarde
Dit raatsoen heeft een dagelijksche
gewichtstoename teweeggebracht van
840 gr. per zwijn.
Bijgevolg om één kilo te verzwaren
is er noodig geweest
Bruto opbrengst van dit rantsoen.
Ten einde eene vergelijking mogelijk
te maken, nemen wij in deze berekenin
gen de zelfde eenheidsprijzen, als in de
vroegere waarnemingsproeven. Om 1
kg. in gewicht aan te winnen hebben
deze proefzwijnen gemiddeld verbruikt
3,571 1. afg. m. a 0,20 fr. de 1. 0,7142
7,142 k. aardp. a 25 f. de 100 k.= 1,7855
904 gr. roggem. a 100 fr. 0.9040
Samen fr. 3,4037
De productieprijs van 1 kgr. ver
meerdering in gewicht bedraagt dus ge
middeld 3,40 fr.
BESLUIT.
l.Door de vroegere waarnemings
proeven hebben wij bestatigd dat, bij de
voeding van mestzwijnen zooals zij in
midden-Vlaanderen en elders gepleegd
wordt, de productieprijs van 1 kilo ge
wichtstoename gemiddeld 5,25 fr. kost
(de afgeroomde melk aan 0,20 fr.de liter,
de aardappelen aan 25 fr. en het rogge
meel aan 100 fr. de 100 kil. gerekend)
terwijl, volgens voorgaande proef op de
doelmatige voeding van mestzwijnen t.
t. z. voeding gesteund op Kellner s voe
dernormen, de productieprijs van 1 kilo
gewichtstoename slechts 3,40 fr. kost, t
zij een verschil van 1.85 fr. per kilo aan
winst, of 1,85 X 378 699,30 fr. voor
de gezamenlijke gewichtstoename der
zes proefdieren, ten voordeele van de
doelmatige voeding.
Wij moeten hier echter doen opmer
ken dat volgens de voedingswijze die
vroeger in gebruik was bij dezen proef
nemer, de productieprijs van 1 kgr, ge
wichtsvermeerdering 6,45 fr. bedroeg,
't zij 3,05 fr. per kgr. meer dan bij de
doelmatige voeding. De besparing of
meer winst verwezenlijkt bij dezen proef
nemer bedraagt dus feitelijk, voor de
zes zwijnen, 3,05 X 378 of 1152,90 fr.
ten voordeele van de doelmatige voe
ding.
2. Volgens de waarnemingsproeven
der in gebruik zijnde voedingswijzen
werd gemiddeld 488 gr. eiwit en 3968
gr. zetmeelwaarde verbruikt om 1 kilo
in gewicht aan te winnen, terwijl in de
proef op de doelmatige voeding, er
slechts 314 gr. eiwit en 2369 gr. zetm.
waarde verbruikt werd.
Het is echter onbetwistbaar dat deze
voederproef uitnemend is meêgeslagen
en dat in de praktijk, het stipt toepassen
der voedernormen niet altijd zoo gunsti
ge uitslagen leveren zal.
Naar onze meening is de zoo gunstige
uitslag dezer voederproef toe te schrij
ven
1° Aan het groot omzettingsvermogen
der proefdieren (Verbeterd Vlaamsch
ras, voortkomend van Vlaamsch ras ge-
kruisd met Yorkshire ras)
2. Aan de bijzondere zorgen, die aan
het bereiden van het voedsel werden
besteed, namelijk de afgeroomde melk
werd immer zoet toegediend en de aard
appelen werden dagelijks versch ge
kookt. Het toediende voedsel was dus
hoegenaamd niet verzuurd. In de prak
tijk is zulks niet altijd doenlijk.
3° Het tijdperk der proef half Au
gusti tot einde October is naar de
ondervinding leert, het gunstigste tijd
perk voor het vetten van zwijnen.
3. Bij de gewone voeding, bevatte hel
rantsoen per dier gemiddeld 433 gr.
eiwit en 3490 gr. zetm. waarde, terwijl
het rantsoen op Kellner's voedernormen
gesteund, slechts 264 gr. eiwit en 2060
gr. zetm. waarde bevatte.
4. Uit deze waarnemingen en voeder-
proeven meenen wij te mogen besluiten,
dat bij zwijnenvoeding zoowel als bij de
voeding der runders. de grondregels der
doelmatige voeding dienen toegepast te
worden. Dat bij de zwijnenvoeding de
samenstelling der rantsoenen op de voe
dernormen en, naar ons oordeel, bij
voorkeur op Kellner's voedernormen,
moet gesteund zijn.
Wij moeten hier echter bijvoegen dat,
bij de zwijnenvoeding zoo min als bij de
voeding der runders, de voedernormen,
in ieder geval, niet slaafs mogen nage
volgd worden.
Immers bij het vaststellen van het
rantsoen van een rund of van een zwijn,
heeft men af te rekenen met zoodanig
veel omstandigheden, dier verschillen
volgens het dier zelve, de hoedanigheid
en de bereiding van het voeder waarover
men beschikt, dat het niet meer mogelijk
is voedernormen vast te stellen, die in
ieder geval op onveranderlijke wijze toe
passelijk zijn.
Bijgevolg, de rantsoenen van mest
zwijnen moeten op de voedernormen ge
steund zijn, en in de praktijk, is het aan
de kweeker op zijne dieren te waken
bevindt hij dat door het toegediend
rantsoen den eetlust zijner dieren niet
verzadigd is of dat zijne mestzwijnen niet
regelmatig in gewicht toenemen, dar
zal hij, niettegenstaande de voedernor
men het rantsoen wat vergrooten.
De kweeker vergete daarenbover
nooit, dat het goed gevolg eener veeuit
bating niet alleen afhangt van de samen
stelling van het rantsoen, doch ook vai
de zorgen besteed aan de bereiding de
voeders, (men geeft doorgaans te vee
verzuurd voeder aan de zwijnen) en ins
gelijks van den gezondheidsonderhou*
van stal en dieren.
Em. VAN GODTSENHOVEN.
Staatslandbouwkundige,
Vier opvoeringen van "De Held
van Meldert" geschiedkundig dza
door Dr Jan Caudron, en Beproez.
Liefde door C. Soenen, op 21, 25,
en 28 December 1924, in de zaal At
stersche steenweg.
Voorziet u van kaarten
Vrede aan d8 Itaschen...
1. Van 30 tOt 3 kil. l,,*l .arHnnn(.|(>T
Afger. Aardep
melk pelen
liters. kilos.
Rogge- Gezamenlijk
meel gewicht der
kilos. 6 proefdieren
3: 0,84 of 3,571 lit. afger melkA^/2896 gr. droge stof
6 0® of 7?142 kg. aardappels 314 greiwit
760 0,84 of 940 gr. roggemeel/xj\2369 gr- zetmeelwde