REDT U ZELVEN Arbeid adelt weükkontroou Landbouwweekblad EEN BLIK OP ONZEN HülOiGEN LANDBOUVtfTQESTAND Vrije Tribuun FRUITKWEEKERS Hakvruchten De Boeren en de Regeringscrisis. De Landbouwkamers en onze Brandverzekering i moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. De Olaoms^he Toeristenbond ZONDAG 10 MEI. 1925. Prifa 12 centiemen. 7de JAARGANG N\ 332 Abonnementsprijs 6.00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aaist. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. In een merkwaardig onderzoek over de landbouwopbrengst van ons land, wordt de inlandsche bruttoopbrengst geschat op 6 mil liard frank. Het overschot van den invoer op den uitvoer der verschillende waren, die rechtstreeks of onrecht streeks voor de voeding geschikt zijn, bedraagt ongeveer 2 milliard frank. Het totale verbruik beloopt dus 8 milliard frank, zoodat de in landsche opbrengst meer dan de 3/4 van het verbruik uitmaakt. Deze cijfers zijn zoo welsprekend dat het nutteloos is verder aan te j dringen op de gewichtige rol, die de belgische landbouw vervult in dealgemeene economie van België. Onder de landbouwproducten waar we in zake invoer het meest afhankelijk blijven van den vreem de, komt ongetwijfeld de tarwe-in- voer op voorrang, doch ook deze kan verminderd worden door het verhoogen van de opbrengsten per hectare. Deze opbrengsten schommelen hedendaags tusschen 2500 en 2800 kgr. Doch in zake der opbrengst- vermeerderingen zijn we de mee ning toegedaan dat het laatste woord nog niet gezegd is en dat wij, voornamelijk door het bezigen van verbeterd inlandsch zaad, een nieu wen vooruitgang zullen kunnen verwezenlijken. De teeltproeven gedaan met het verbeterd zaaigoed geleverd door de statie van Gem- bloers, laten zulks verhopen, ver mits ze gemiddeld 4000 Kgr. per hectare opbrachten op oppervlak ten van verschillende hectaren. Deze vermeerdering hangt na tuurlijk grootendeels af van ver schillende factors, die we verder zullen onderzoeken. Niettegenstaande al deze pogin gen blijft het nog immer waarheid dat de inlandsche tarweoogst slechts 1/4 ongeveer der in het land verbruikte hoeveelheid uitmaakt. De oningewijde zou hieruit kun nen afleiden, dat de belgischeland- bouw slechts een gering aandeel der gezamenlijke behoeften van de bevolking dekt. In werkelijkheid is het gansch anders gesteld, zooals de navermelde inlichtingen betref fende de voornaamste eetwaren vleesch, boter, eiers, aardappelen en suiker, het uitwijzen. Het Vleesch. De Belg is een groote vleeschverbruiker. Het ver bruik dat omstreeks 40 Kgr. per inwoner bedroeg vóór 1914, is tij dens den oorlog merkelijk gedaald, maar is nu bijna gestegen tot het vroeger peil. De H'Rasquin.staats- landbouwkundige te Charleroi, schat het verbruik in 1924 op 38 k. per inwoner. Vóór den oorlog voldeed de in landsche vleeschopbrengst schier aan onze behoeften. Wij voerden jaarlijks 50.000 tot 75.000 stuks vee in. Deze toestand werd sinds dien gevoelig gewijzigd, tengevolge van de aanzienlijke beperking, zoowel uit oogpunt van de hoeveelheid als van de hoedanigheid, van den veestapel na den wapenstilstand. Ook nam de invoer van het bevro- zen vleesch een schielijke uitbrei ding. Niettemin overtreft het ge bruik van inlandsch vleesch nog merkelijk dat van het ingevoerde. Inderdaad, van de 38 Kgr. die in 1924 per hoofd verbruikt werden, zijn er 16 kgr. ingevoerd vleesch en de overige 22 kgr. versch in landsch vleesch. Boter en Melk. Schier al de boter en de melk, verbruikt vóór den oorlog, werd geleverd door den belgischen landbouw. Indien onze melkveestapel, die toenmaals 965.000 stuks bedroeg, met 25.000 koeien toenam, zou de boterinvoer, die jaarlijks 3 tot 6 millioenkg. be liep, geheel overbodig geworden zijn. Gedurende de bezetting daalde de veestapel geweldig, en zoo zonk het aantal melkkoeien tot 600.000 in 1919. Ook nam de boterinvoer in buitengewone mate toe. In 1922, bij voorbeeld, steeg hij tot 18.806.000 kgr. voor eene handels waarde van 200 millioen franken. De veestapel groeit gelukkig snel aan, en voor de 10 eerste maanden van 1924, daalde de bo terinvoer tot 3.421.000 kgr. voor de som van 65 millioen franken. Eiers. De eiervoortbrengst heeft in de laatste jaren eene groote uitbreiding genomen in ons land. Haar gezamenlijke waarde overtreft 1 milliard frank. De in landsche opbrengst voorziet niet alleen in de behoeften der bevol king, maar sedert 1924 laat ze zelfs den uitvoer van een aanzienlijk overschot toe dat in 1923 reeds 70 millioen frank bedroeg. Aardappels. Onze aardappel oogst is over 'talgemeen ruim vol doende om in de behoeften van 's lands bevolking te voorzien. In 1924 bedroeg de oogst 18.000 kg. per hectare en de algeheele op brengst bedroeg eene handels waarde van 1 milliard frank. De suiker. De Belgische landbouw levert de suiker die noo- dig is voor het inlandsch verbruik en daarenboven een overschot voor den uitvoer. Voor 1924 wordt de opbrengst op 400000 ton geschat, cijfer dat de behoeften ver overtreft. In 1923 bedroeg het batig saldo van den uitvoer de ronde som van 206 millioen frank. Bovenstaand bondig overzicht doet onmiddellijk het groot belang van de landbouwopbrengst ten opzichte van de behoeften duide lijk uitschijnen. Eveneens toont het Waarblijkend dat de Belgische landbouw in ruime mate in de voedingsbehoeften der bevolking voorziet. Deze uitslag is des te merk waardiger, daar ons land het dichtst bevolkt is der wereld. Hij strekt dan ook tot eer aan onze landbouwers die grooter opbreng sten bekomen dan in andere nabu rige landen verkregen worden. Doch alhoewel deze prachtige uitslagen hoogst vereerend en be vredigend zijn alhoewel de een heidsopbrengsten onzer teelten voordeelig de vergelijking door staan met die van vreemde lan den, lijdt het geen twijfel dat onze landbouwuitbatingen van wel ken aard ook niettemin vatbaar blijven voor ernstige verbeteringen. Op deze verbeteringen verwees ik reeds in voorgaande uiteenzet tingen, doch ze schijnen me zoo innig belangrijk dat ik er in een volgend artikel nogmaals uitdruk kelijk wensch op terug te komen. Sluiten en volledigen we dus bovenstaande beschouwingen met er aan te herinneren, dat de rol van den landbouw op maatschap pelijk gebied niet minder gewich tig is. Terecht mag van hem ge zegd dat hij de boom is niet alléén der stoffelijke, maar eveneens der lichamelijke en zedelijke levens krachten van het land. De geboortencijfers, de familie geest en de zedelijkheid staan op den landelijken buiten merkelijk hooger dan elders. Zonder een talrijke en bloeiende landelijke be volking zou de toekomst van het land op het spel staan, de nijver heid zou de noodige arbeidskrach ten niet meer vinden en de rijk dommen van den grond en onder grond zouden onvruchtbaar blij ven. Wij moeten dus trachten de landvlucht te verminderen. Deze is niet alleen aan economische toe standen verbonden, zooals som migen het verkeerd meenen. De opvoeding en het onderwijs staan er rechtstreeks mede in verband. Daartoe moet het onderwijs min der theoretisch zijn, want zooniet leeren de kinderen de practische werken versmaden en neemt het getal verbruikers toe. R. AKKERMANS. Een lezer schrijft ons een brief waar uit we het volgende lichten betreffende de regeeringscrisis De regeeringscrisis duurt nu al een maand en we hooren van conservateurs en democraten, van katholieken en libe ralen en socialisten, van militaristen en antimilitaristen, van Vlaamschgezinden en Franskiljons maar van ons boeren- vertegenwoordigers hooren we niets. Toch, een keer hebben ze iets van zich laten hooren, heel in 't begin toen Van der Velde nog op zoek was naar een meerderheid, toen lieten de katho lieke boerenvertegenwoordigers weten dat ze de portefeuille opeischten van brdbouw. En sedert, vernemen we niets meer. Volgens mij hebben ze ongelijk zoo stillekens te blijven. Graaf de Broqueville heeft nu ook zijne politieke lepel moeten afleggen en volgens De Standaard en De Tijd is er een ernstige mogelijkheid voor een de- mokratische regeering waarin katholieke en socialistische demokraten zittiug zou den hebben. Die twee groepen kibbelen ondereen. De katolieke democraten beweren dat de socialisten te wijd gaapten, dat ze de schoolvrede niet wilden waarborgen, dat ze heelemaal baas wilden spelen. De socialisten integendeel beweren dat ze goei jongens zijn dat ze bereid zijn om te onderhandelen en dat het programma van de katholieke democraten een goede basis kan zijn voor de onderhandelingen. En ik heb dat programma van de ka tholieke democraten ook gelezen en daar eens ferm over nagedacht en ik en vinde dat ook zoo slecht niet en ik vraag me af waarom de vertegenwoordigers van de Vlaamsche boeren en de katholieke democraten niet bij springen onder voor waarde natuurlijk van op dat gemeen schappelijk programma ook een paar punten te zetten die ons, boeren; in teresseeren. Dit programma eischt waarborgen voor den godsdienst- en schoolvrede, vermindering van de militaire lasten door gewestelijke indeeling, verminde ring van diensttijd, steun aan de gezin nen van militairen en vrijstelling van een zoon in gezinnen van ten minste zes kinderen. Zouden ons boerenmenschen daar iets tegen hebben Ik, voor mijn part, ik heb er alles voor en gij boeren van Redt U Zeiven Daar staan natuurlijk nog al punten op dat programma, punten die speciaal de werklieden raken, bescherming van den achturendag enz. Dat raakt in niets ons boerenbelangen en als de werklieden het goed hebben, dan is er een kans dat het bij ons ook niet slecht gaat. Was ik als boer in de Kamers, ik zou tot die werkieden afgevaardigden zeg gen Hoor ne keer, vrienden, we steunen mee, maar 't een plezier is 't ander weerd. Gij gaat ons dan steunen voor dit en voor dat zie eens de pachtwet, de wet op in- en uitvoer 1 Waarom staan de boerenvertegen woordigers niet vrij en vrank naast en bij de werkliedenafgevaardigden Wel ik vrees dat we te veel kasteel- heeren naar de kamers zenden om ons te vertegenwoordigen en dat we beter zou den zijn met standgenooten, die niet eerst en vooral naar de belangen zien der groote grondeigenaars maar wel naar belangen van de boeren die ook Vlamingen en antimilitaristen en zelfs democraten zijn. LEO. Woont allen de vergadering bij, ge houden op Zondag 31 Mei, om 9 1/2 uur voormiddag, ten lokale Aalst. Men zal er handelen en belangrijke mededee- lingen doen over FRUITVERZENDING. Alleman op post Onze Plezierreis De liefhebbers gelieven zoo goed te zijn van heden af hunne deelneming te laten geworden. We kennen nog de juiste prijs niet, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het rond de 50 fr per man kosten. De auto cars zijn aangenaam maar schijnen duur te zijn. Hoe nietigjes klein en onbevoegd we ons zelf voorstellen in zake landbouw- aangelegenheden, tegenover de alomvat tende ondoorgrondelijke wijsheid der heeren van het Bestuur der Landbouw kamers van Oost-Vlaanderen, zijn we vermetel genoeg het aan te durven de handelwijze van dit bestuur te kritikee- ren. Waarom die kritiek Is het omdat Redt U Zeiven graag één man meer ter vertegenwoordiging zou hebben Ach, neen We zijn niet eerzuchtig, of we 2 of 3 afgevaardigden bezitten verandert niets aan de zaak, dewijl toch uitsluitelijk het recht van den sterkste in aanmer king komt. Daarenboven 't is onze kri tiek niet die eene iota aan de kwestie veranderen zalnederig als we zijn be seffen we zulks en, onze leus Redt LI Zeiven getrouw, zullen we spijts alles en spijts iedereen recht en voordeel ver krijgen voor onze leden binnen of buiten de Landbouwkamers. Wat opvallend is bij 't lezen van het verslag der zitting der Landbouwkamer van 24 April j.l. is dat de Heer Minister de wijsheid der gezegde Kamer even ondoorgrondelijk vindt als wij en het noodig geoordeeld heeft er al eens'eene braak heen te zenden met verzoek er eenen kleinen kuisch te doen, daar onge- wenschte planten er te weelderig tier den.'t Zijn geen dagorden of pleidooien van advokaten al zijn ze ook van den velde en dus in eene Landbouwkamer toegelaten die dergelijken kaakslag uit- wisschen. Wat nu aangaat de reden der uit sluiting van de brandverzekering Redt U Zeiven, dat is een raadsel dat wij met ons klein-jongens verstand moeilijk kun nen oplossen. Als we 't verslag lezen in De Koornbloem dan zijn er twee voorname reden opgegeven die luiden t de eerste dat onze instelling met win sten werkt,, en de tweede dat ze geene Staatstoelagen vraagt of krijgt We moeten bekennen dat we letter lijk in den grond geboord zijn door die twee ingrijpende of liever doorslaande argumenten (ingrijpende mogen we niet zeggen, want eens dat ze grijpen hebben ze gewoonlijk eene staatstoelage vastj. Dat de vader der eerste reden ons eens zegge, rondborstig als 't hem mogelijk is, of de vereenigingen die hij vertegen woordigt in de Landbouwkamer, veree nigingen veronderstellen we dus waar hij deel van maakt, werken met winst of niet Naar onze nederige meening zijn er 3 antwoorden mogelijk, te weten ze werken met winst, met verlies, of noch het een noch het ander. Nemen we eerst het geval dat er verlies gedaan wordt, dan zal die goede heer niet lang zetelen want zijne vereenigingen zullen door de leden verlaten worden, omdat ze er geene winst in vinden er bestaat dus weinig kans dat hij als landbouwverte- genwoordiger pensioen genieten zal doen zijne vereenigingen noch winst noch verlies dan hebben ze geene reden van bestaaan. We nemen toch aan en iedereen zal er mede t'akkoord zijn dat winst en voordeel 't zelfde is bijgevolg weer al instellingen die hunne leden geen winst afwerpen, dus voorbestemd tot vroeg afsterven. Dan blijft er nog over dat uwe instellingen ook winst afwer pen. Wij bekennen, en we hopen voor Uwe vereenigingen hetzelfde, dat onze brandverzekering veel voordeel, veel winst afwerpt voor hare leden, 't Was en blijft steeds ons doel aan onze leden zooveel voordeel mogelijk te verschaf fen en 't verheugt ons, we zijn er fier op, door onze tegenstrevers te hooren be vestigen, dat dit doel bereikt wordt Wat de tweede reden betreft dat we geene staatstoelagen vragen of genieten die is heel wat erger dan de eerste. Im mers, eene instelling die door den goe den wil, door het vertrouwen harer leden zoo sterk gemaakt is dat ze gerust haar eigen gang gaat zonder naar iemand of naar iets om te zien, die kan toch geen recht hebben om de stem harer leden te doen hooren, deze kunnen geen recht op vertegenwoordiging hebben. Moeten we daar de logische gevolg trekking over maken dat om over land bouwbelangen te kunnen meepraten,dat om deze belangen aan de Regeering te doen inzien, hetgeen, naar wij meenen, een der doeleinden der Landbouwkamer daarstelt, het eene hoofdvereischte is dat men met de vingers in de Regee- ringskas zit Arme belangen Armtie rige Kamer Doch 't schoonste van de geschiede nis Paarden- en veeverzekeringen, hoenderbonden enz. die bekomen hun deel in die waardige vertegenwoordi ging Jammerlijke beschouwing onze leden die deftige, eerlijke landbouwers zijn mogen geene vertegenwoordiging genieten ze worden door sommige lie den nog niet op het peil gesteld van hoornvee of kiekens. Als ze nog maar trek- of hoorndieren of kiekens waren, dan zou ze 't recht hebben hunne stem te laten hooren De kruik gaat te water tot ze breekt Eens zullen de tijden veranderen en zal 't recht over 't geweld zegepralen Aan eene onlangs verschenen bijdrage dat over de veeuitbating handelde, wil len wij nog een woordje toevoegen om de wetenschappelijke richting die, in zake veeverbetering, hoeft gevolgd te worden klaar voor oogen te zetten als ook het belang van de melkkontrool te doen uitschijnen. Ongelukkig is de werking ervan nog onvoldoende gekend en wordt de aan dacht der veehouders niet genoeg ge vestigd op de uitslagen op dit terrein bekomen. Oost-Vlaanderen is onder oogpunt van veekweek altijd onder de belang rijkste provinciën van ons land gerekend geweest Daarvan getuig n de groote voortbrengselen van vleesch en boter, jaarlijks op de markt door haar geleverd. In zake veeverbetering is het de melk kontrool die geroepen is om de melk- verhooging in opbrengst te verwezen- lijken. Het ware nuttig dit punt aan de landbouwers ter overweging voor te leggen opdat het de oogen van velen zou openen. Door melkkontrool verstaat men het vaststellen van de hoeveelheid melk welke een koe dagelijks geeft. Eens per maand, t best op denzelfden datum, zul len we de dagelijksche melkopbrengst van ieder koe meten of wegen. Tct het wegen kunnen we een gewone veerba- lans gebruiken, ook nog hengsel ge naamd, of ook nog de meetemmer d. i. een emmer met loodrechte wanden waarin een vlotter ligt die een platte lat draagt, waarop cijfers gedrukt zijn die de hoeveelheid melk aanteekenen. men giet de melk dus in den emmer, het vlottend toestel gaat omhoog en het duidt alzoo de hoeveelheid melk aan. Dit stelsel is ten zeerste aan te prijzen daar het veel tijd spaart. Is melkkontrool nuttig Een voor beeld zal dit aantoonen. In een stal van 7 koeien bekwam men de volgende uitslagen met de melkkon trool 2 koeien in 1917 geboren gaven 2.640 en 3.100 1. melk 1 koe geboren in 1916 gaf 3.200 2 andere koeien gaven 3.8C0 en 4.300 I. de 2 beste koeien gaven 3 700 en 5.400 1. De melkkontrool doet ons bestatigen dat de twee eerste koeien zonder twijfel aan den eigenaar geld doen verliezen. Nog een voorbeeld. Een koe gaf de eerste maand na het kalven 13 liters melk per dag 'n andere koe gaf er 18. Moest men nu de eenzijdige kontrool toepassen d. i. enkele weken na het kal ven, wanneer de koeien de hoogste melkgifte geven, dan zouden we rap be sluiten dat de tweede koe veruit de beste was. Doch een veelvuldiger onder zoek toonde ons dat de eerste koe het nog op de tweede haalde met 800 liters 1 Is melkkontrool een groot werk Vele boeren zijn het met ons eens om te bekennen dat melkkontrool een aller nuttigst werk is, dat geroepen is om vele vruchten af te werpen doch wan neer de daartoe vereischte tijd gevon den Veronderstel een stal van 5 koeien waarvan men maandelijks de kontrool wil doen. Telkens men melkt moet er dus gewogen worden het hangen van den emmer aan de balans, het aflezen en het inschrijven van het getal liters melk kan toch wel voor elke koe op twee mi nuten gebeuren. Dat zou tien minuten uitmaken voor de 5 koeien, en dat drie maal r.l. 's morgens, 's namiddags en 's avonds, dat maakt 30 minuten of 1/2 uur per dag. Welke landbouwer zou nu durven beweren over dat half uurtje niet te kunnen beschikken Voor deze nu die zich toeleggen op het verbeteren van onze rassen door uitlezing der afstammingen blijft de melk kontrool in zake vetgehalte ook nog van 't allergewichtigst belang. Nalatigheid en onvoldoende kennis zijn meestal oorzaak dat nog te vele land bouwers denken de juiste voortbrengst- waarde van een koe te kunnen bepalen door zich alleen te steunen op hare uiter lijke kenteekens. Ons vee mag en moet schoon van vorm zijn, doch men houdt het niet hoofdzakelijk voor zijn vorm of zijn schoonheid, maar wel om er zooveel mogelijk geld aan te verdienen. Het is dus niet voldoende alleen rekening te houden met de hoeveelheid der melkopbrengst, men moet ook de kwaliteit nagaan d. i. de hoeveelheid botervet die de melk inhoudt. Oppervlakkig kan men zich daarover reeds een gedacht vormen bij het afroo- men door de hoeveelheid bekomen room, dcch om een juister gedacht daar over te hebben moet men zijn toevlucht nemen tot het ontleden der melk. Hier door zullen we menigmaal zien dat een schoone melkkoe daarom altijd geen goede melkkoe is. Om het nut van het opzoeken van het vet nog eens klaar te doen uitschij nen, willen we een voorbeeld aanhalen. Een eerste koe gaf melk met een vetge halte van 26 graden terwiji een tweede koe melk gaf met 46 graden vet. Moes ten beide koeien nu evenveel melk ge ven, dan zou de koe met 46 graden vet ongeveer tweemaal zooveel boter geven dan de eerste, alhoewel beide toch op gelijken voet staan voor voedings-en onderhoudskosten. Aan den prijs van vandaag zou dat nog een schoon som metje uitmaken. Om dus hoogere opbrengsten te be komen moet men de slechte dieren, die door de melkkontrool ons zullen worden aangewezen, verwijderen en vervangen door betere. En dat kan de landbouwer het best door alleenlijk jong vee, dat van de beste koeien voortkomt, op te kweeken. Het stelsel dat wij voorop hebben gezet heeft reeds op verscheide ne plaatsen, waar het in voege is ge bracht, een verhooging in melkopbrengst van 500 a 1.000 liter per jaar en per dier doen bekomen. Wilden onze boeren dat maar begrij pen, nu dat we jaarlijks ten minste in het jaar 1923 voor 274.001.219 fr. melkproducten uit den vreemde moeten invoeren om in onze eigen behoeften te voorzien. Om die melkproducten hier in ons land zelve te kunnen voort brengen, zouden we onzen veestapel met 200.000 melkkoeien moeten zien vermeerderen. Die 200.000 melkkoeien in den vreemde gaan koopen is voor ons iets onmogelijks! Het eenigste, het beste, het goedkoopste redmiddel om in dien noodlottigen toestand te verhelpen, ligt in de veeverbetering. Wanneer we na gaan dat Denemarken in 10 jaar tijds zijn veevoortbrengsten met 20 heeft zien verhoogen alleenlijk door aan vee verbetering te doen, dan vragen we ons af waarom wij, evenals de Denen, dit niet evengoed zouden kunnen Daarom moeten onze landbouwers trachten te beseffen dat, als zij hun vee uit den vreemde invoeren, zij niet alleen het krediet van ons land verminderen, maar zelfs gevaar loopen dan dieren in te voeren die noch aan ons klimaat, noch aan onzen bodem gewoon zijn en wier opbrengst ten zeerste daaronder zal te lijden hebben. Willen we onze stallen verbeteren, dan moeten we dit verwe zenlijken door het verbeteren van ons eigen vee omdat zijne voortbrengstmo- gelijkheden dan alleen maar ten volle zullen tot ontwikkeling komen juist om dat het onder den invloed blijft van het midden waarin het wierd geboren en groot gebracht. Jarenlang meende men onzen veesta pel te kunnen verbeteren door het invoe ren van vreemde rasdieren, de onder vinding heeft thans bewezen dat men op het verkeerde spoor was verzeild en heeft ons gedwongen aan te nemen dat onze eigene inlandsche veerassen de kern moeten zijn van eenen verbeterden en veredelden veestapel. Het vertrekpunt onzer werkingen ligt dus in het verbeteren der innerlijke waarde van ons vee, waarde die wij al leen door melkkontrool kunnen vast stellen. Melkkontrool is dus noodzake lijk en is alleen bij machte de slechte koeien uit den veestapel te doen verwij deren. Melkkontrool verhindert dat van slechte koeien kalveren zouden worden opgehouden. Eindelijk melkkontrool kan alleen de winstgevendheid der vee uitbating verhoogen. L. V. D. M. De kosten welke de teelt van beeten en aardappelen vergt zijn aanzienlijk en merkwaardig is het dat deze kosten wei nig of niet veranderen, dat de opbrengst een hooge of een geringe weze. Een rij ke bemesting is het beste middel om een hooge opbrengst te bekomen. Indien men voor aardappelen van 3 tot 600 kg. So- danitraat van Chili zal gebruiken, vol gens den staat van den bodem en zijn vruchtbaarheid, dan wordt zelden, door de vooruitstrevende landbouwers, voor beeten, min dan 500 kg en vaak tot .000 kg. en meer, Sodanitraat gebruikt. Wil men de beste uitslagen bekomen, dan zal men ten minste de helft der ge bruikte hoeveelheid vóór het zaaien of poten toepassen, de andere helft bij het hakkenin gronden rijkelijk met orga nische stikstof voorzien, is het zelfs aan te raden de volle hoeveelheid vóór het zaaien of poten in te werken. Opent zijn landdag te Aalst, op Zater dag 9 Mei, te 19 ure, met eene studiever gadering in de feestzaal van het koffie huis De Koornbloem„(Redt U Zeiven) Groote Markt. Zeer belangrijke besprekingen over het verkeerswezen, de propaganda, organi satie en werking van den bond staan aan de dagorde. Te 21 ure in het zelfde lokaal, gezellig samenzijn. Bekende kun stenaars uit Mechelen, Gent en Aalst zul len er een zeer mooi liederen en klavier programma ten gehoore brengen. Beide vergaderingen zijn alleen toegankelijk voor de bondsleden, die dringend worden uitgenoodigd eraan deel te nemen,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1