m B m l I REDT U ZELVEN Arbeid adelt De Aardappelplaag Vrije Tribuun Landbouwweekblad Hakvruchten IETS OVER 'T DROOGLEGGEN W M W i 1 moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. bosse 0es^houo3ingen oöep fJophandel ZONDAG 21 JUNI. 1925. Prijs 12 centiemen. 7de JAARGANG N\ 338 smI SÊB mm ÊlBmmBÊBr JHHHBv Abonnementsprijs s 6,00 frank 's jaars. Men schrift in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. IL Hare Bestrijding. Aardappelen zijn wel landbouw producten die misschien het meest aan allerlei ziekten onderhevig zijn: dit is immers geen wonder daar zij bijzonderlijk veel voedende meel stoffen bevatten die uiterst geschikt zijn voor het ontwikkelen van kwaadaardige zwammen, waaron der de Phytophthora Infestans een vooruitspringende plaats bekleedt. De aardappelplaag is des te ge vaarlijker omdat ze toch zoo ge makkelijk overgezet wordt door zieke poters. Hieruit volgt dat een eerste bestrijdingmiddel te zoeken valt in het gebruik van onberispe lijk zuiver en gezond plantgoed daartoe zullen wij bij den oogst al le zieke knollen verwijderen om den bodem niet verder te besmetten. Het gebruik van nieuwere varië teiten kan ook ten goede komen aan het bestrijden der ziekte door dat ze er beter tegen zijn bestand dan de oude variëteiten. Eindelijk kan men de ziekte fel verminderen door een tijclig be sproeien der struiken met Borde- leesche pap. Vergeten we niet dat dit laatste middel moet aanzien wor den niet als een geneesmiddebmaar alleen als een voorbehoedmiddel op voorwaarde dat men goed lette op de eerste teekenen der ziekte die wij in een vorige uiteenzetting hebben in 't licht gesteld— om dan onmiddellijk tot de besproeiing over te gaan. Wacht men immers te lang, dan. zou men negatieve uit slagen kunnen oplocpen. Te vele van onze boeren hech ten nog te weinig belang aan de waarde van dergelijke besproeiin gen, omdat vele er slechte uitsla gen meê hebben bekomen, naar ze beweren. De oorzaak van die ne gatieve uitkomsten of het uitblijven van resultaten kan met vele om standigheden samengaan. Het is soms treffend hoe Bordeleeschepap bij alle aardappelen de assimilatie i. a. w. de koolzuurontleding in de bladeren verhoogt omdat de bla deren 2a3 weken langer groen blij ven. Nu hebben wij meer dan eens zien gebeuren dat bij besproeiing de opbrengst stijgt (omdat de bla deren langer groen blijven en de zetmeelvorming erdoor dus ver hoogt) en dat de hoeveelheid zieke knollen vergroot Hoe kan dat nu Bordeleesche Pap, aangewend om de te veld staande zieke aard appelen tè besproeien, zal maar al leen de ziekte te keer gaan wan neer de Phytophthora Infestans hier als ziekteverwekker optreedt. Zijn de ziekteverwekkers van an deren aard dan zullen de besproei ingen met Bordeleesche pap niet aan de verwachting beantwoor den. Negatieve uitslagen kunnen ook hun oorzaak vinden bij late, slordi ge besproeiingen, bij een slecht be reiden van de pap of wanrieer er dus een andere ziekteverwekker dan de Phytophthora Infestans in 't spel treedt. Welk is nu de wijze waarop men bij de bereiding der Bordeleesche Pap te werk zal gaan Men lost 1 /2 kg. kopersulfaat (blauwen aluin) op in 10 1. kokend water en men brengt de hoeveelheid, zoodra het kopersulfaat opgelost is, door de bijvoeging van koud water op 501. Men bluscht 1/2 a 1 kgr. gebrande kalk en men voegt er na blussching zooveel water bij tot dat men 50 1. heeft. Die kalkmelk giet men dan door een zeeft om de stukjes kalk en steentjes tegen te houden bij de kopersulfaat oplossing. Gedurende het bijeengieten der twee vloeistof fen zal men het mengsel door roe ren goed in beweging houden. Na menging bekomen we dus 100 li ters Bordeleesche pap. De kalk dient hier om de schadelijke wer king van het kopersulfaat op de bladeren en de stengels te voorko men. Het kopersulfaat doodt de zwam en houdt de plant langer groen, maakt ze dus beter bestand tegen de ziekten en verwekt een grootere zetmeelvorming. Per hectare zal men nu 10 a 15 hectoliters pap geven, die men met koperen besproeiers, welke op den rug gedragen worden, zal verstui ven. Een handig man kan gemak kelijk per dag 1/2 Ha degelijk be sproeien. Het gereedmaken van die pap zal geschieden in houten vaat werk omdat het kopervitriool de wanden van metalen vaten aan tast. Telkens als men een besproei- er vult, zal de pap goed omgeroerd worden. Er bestaan zelf besproei ers, waarin een roertoestel is aan gebracht, zoodat de pap daarin ge durende de besproeiing steeds in beweging blijft. Men zal besproeien bij droog weder. Komen er nu stortregens op zoodat de pap van de bladeren wordt afgeregent, dan zal men tot een tweede besproeiing moeten overgaan. Men besproeit voor de eerste maal wanneer de eerste sporen der ziekte zich vertoonen, 't zij in eigen aardappel vel 't zij op die van de geburen. Treft men ongeluk met het weer dat van aard zou afwis selend zijn nl. regen gevolgd door broeierige warmte, dan zal men 't best tot de eerste besproeiing over gaan. Bij vroege aardappelen besproeie men tusschen 10 en 20 Juni, bij la te aardappelen tusschen 20 en 30 Juni. Een tweede besproeiing twee a drie weken later zal den besten uitslag leveren. Wat hebben de proeven nu zoo- al bewezen omtrent de degelijkheid dier besproeiingen? Een hollandsch leeraar aan eene Rijkslandbouwschool heeft het nut der besproeiingen doen uitschijnen door volgende proefnemingen. Twee naast elkaar gelegen percee- len, van 1/2 are grootte, werden met hetzelfde plantgoed beplant. Het eerste dat dienen moest als contröleperceel wierd niet be sproeid; het andere integendeel on derging twee besproeiingen, een eerste op 5 Juli en een tweede op 1 Augustus. Bij het rooien leverde het besproeide perceel 104 kgr. knollen met een zetmeelgehalte van 16,04 dus 16,70 kgr. zetmeel het onbesproeide perceel gaf 85,5 kgr. knollen met een zetmeelgehal te van 15,36%, dus 13,16 kgr. zetmeel. Het besproeien gaf dus een meer opbrengst van 18.5 kgr. knollen of 3.5 kgr. zetmeel, dus per hectare 3.700 kgr. knollen met 700 kg. zet meel. Uit die zelfde proeven bleek dat het besproeien niet alleen voordee- lig is, maar zelfs dat twee driemaal besproeien veel beter is dan één maal besproeien; zoo gaf een Ha. aardappelen dat driemaal besproeid werd, 4.950 kg. meer knollen dan een daarnaast gelegen hectare die maar éénmaal besproeid werd, Die enkele cijfers zijn meer dan voldoende om het nut der besproei ingen klaar voor oogen te leggen en aan te toonen dat de Borde leesche Pap een uitgemaakte zaak is om de aardappelplaag te keer te gaan. Mochten onze boeren, die met de hun gekende vasthoudend heid hun aardappelen niet willen besproeien, het hunne bijdragen om de zieke aardappelvelden in de mate van het mogelijke te gene zen. L. Mortelmans. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAïRE CAUDRON. Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Tabakplanters, Opgelet 1 Er dient goed opgepast te worden dat voor het einde dezer maand de geplante tabak moet aangegeven worden zooniet zullen er prijzen uitgedeeld worden onder vorm van boetbrieven. Dus, opgelet Naar aanleiding van een der belang rijke punten aan 't dagorde der laatstle den algemeene vergadering van 't hop- verbond van Aalst namelijk het af schaffen van eenige bestaande handels- misbruiken in zake hopverkoop en waarvan het verschenen verslag in De Koornbloem eveneens gewaagde, ben ik zoo vrij over deze gewichtige kwestie mijne persoonlijke denk- en zienswijze te uiten. Voor wie met den huidigen toestand niet gansch of onvoldoende vertrouwd is, willen we dan eenige voorafgaande inlichtingen verstrekken. Onlangs vatten eenige onzer hoppe- vrienden uit Hekelgem het plan op eene gezamenlijke werking op touw te zetten ten einde de afschaffing te bekomen van zekere handelsmisbruiken in zake hop verkoop Deze gedachte droeg algauw de goedkeuring weg van een aanzienlijk getal hopboeren, bij zooverre dat er onverwijld van woord tot daad werd overgegaan en een regionalen bond werd gesticht onder de kenspreuk Elk het Zijne met als Voorzitter den Hr Fr. Permentier uit Erembode- gem tot Onder-Voorzitter den Hr Ben. Schoonjans uit Hekelgem en tot Secre taris den Hr Hip. De Cort uit Hekel gem. Gansch bewust dat eene éénzijdige werking bitter weinig kans tot lukken zou hebben, doch eenen warmen op roep diende gedaan te worden bij de al gemeenheid der hopplanters zoowel uit 't Land van Aalst als dit van Assche, had het bestuur van voormelden regio nalen bond de loffelijke voorzorg geno men eene vraag te richten tot de Hopfe- deratie van Aalst ten einde met deze in richting in onderhandeling te treden. Die vraag werd dan ook onmiddellijk ingewilligd en eene afvaardiging tot de laatste algemeene vergadering toegela ten, ten einde er hare wenschen ter be spreking te leggen. De achtbare en doorieverige Heer Hip. De Cort, secretaris van den Regio nalen Bond, na het stichtingsdoel op grondige en klare wijze te hebben inge leid, kwam dan tot deze practische be- sluittrekking A. De hoppeboeren (d. i. dezen bij het Regionaal Verbond als lid aange sloten) beloven op woord van eer hun hop kort te plukken, goed te drogen en opperbest te verzorgen. B. Ze verkoopen hun hop maar enkel aan de volgende voorwaarden 1. Weging en uitbetaling per pond 2. Afhouding voor den zak niet meer dan 4 pond 3. Afschaffing van het goedgewicht 4. Geen vergoeding voor het wegen. 5. Afschaffing van het [acteursrecht, 1 °l O. 6. Bewijs van verkoop en levering volgens overeenkomst. Wanneer ik me nu een oogenblik uit sluitend aan den tekst houdt van boven staand contract, want een onschend baar contract heeft het wel te beduiden), dan zie ik ze allen als bij tooverslag van den slordigsten en zorgeloosten hop- planter tot den minst vertrouwbaren hopfacteur herschapen in een reeks I ideale menschen, die almeteens van zor geloosheid en bedrog zulken heiligen afschrik voelen, net of een kwezeltje dat men van duivel en helle spreken zou En dan stelt zich klaarblijkend ook onmiddellijk de vraag Is deze ideale theorie practisch te ver wezenlijken Daarop antwoord ik JA, doch enkel op voorwaarde dat men terugkeere tot het vroeger invoege zijnde stelsel Verkoop, levering en we ging ter hopmarkt en ter hopwaag. NEEN, indien het huidig stelsel van j opkoopen blijft behouden en de hoppe aldus den speculeerbal blijft der ergste misbruiken vanwege gewetenlooze tus- schenverklikkers. Men vergete niet dat al de eischen en voorwaarden die we hier bij den jongst- gestichten bond onder A en B vermeld terugvinden, nagenoeg eene trouwe en schier volledige weerspiegeling zijn der vroeger zóó hooggewaardeerde en te vens zóó strenge Reglementen der officieële hopwaag van Aalst Men vergete ook niet, dat zoolang deze reglementen streng en stipt werden nageleefd, onze hop eene faam en ik zou bijna durven zeggen, eene wereldbe roemdheid had verworven, welke haar eenmaal als Kunstperel van Vlaande- rens landbouwkroon heeft doen uit roepen. Doch van lieverlede zag men het Reglement der Hopwaag onder de voeten trappen. Tal van toegevingen werden spijtiglijk door beide belangheb bende partijen, kooper en verkooper ge daan, zoodat er ten slotte van dat ideaal-reglement niets meer over bleef dan een doode letter Doch de droeve en schier onherstel bare gevolgen dier jammerlijke regle ment-ontkenning lieten zich niet lang wachten De spijtige misbruiken, welke door het verkenteren van het tot dan zóó streng nageleefd reglement, den hop handel binnenslopen, kenden haast geen grenzen meer. Lang duurde het echter niet, of deze willekeurige en schandige misbruiken sleurden de ergste gevolgen met zich mede. En weldra was Vlaanderens Kunstperel laag en diep gevallen, bi; zooverre dat hare vooraanstaande faam schier reddeloos was geknakt. De wereldberoemde faam onzer' Bel gische hoppen moest er zóó erg door lijden, dat de vreemde afzetgebieden ons de uitvoergrenzen ontzegden en dicht sloten. Het kwam zelfs zoo verre dat onze plaatselijke brouwers radikaal wan trouwig stonden tegenover hun eigen hophandelaars, j Hoe kon het anders Welke waar- i borgen van koop en verkoop van hop bestonden er nog Ziedaar het roemrijk verleden onzer streekeigen hopteelt, en ziedaar ook de oorzaken van zijn spijtig en diep verval. Gelukkiglijk dank den ijver en de eigen-fierheid van een gedeelte onzer bewuste en vooruitziende hopboeren, dank het taai geduld en den onverpoos den werkijver onzer voormanneu, HH. Reniers, Beeckman en Miserez aan wier nagedachtenis we daarom een diep- erkentelijke hulde brengen mocht onze hopkultuur zich verheugen in een gedeel telijke herwording van wat ze wel eer was. Ik zeg gedeeltelijke herovering der diep gevallen faam want om die hoog- aanstaande faam volledig te heroveren is er nog een heel eind wegs af te leg gen. Daaraan mag slechts DAN gedacht worden, wanneer en planters en hop handelaars en brouwers in volle weder- zijdsch vertrouwen zullen mogen hande len. Beweren dat dit volledig vertrou wen thans bestaat is een doodeenvou dige utopie Wel bestaat dit vertrouwen voor en kele gewetensvolle en rechtgeaarde planters en hophandelaars, doch laat ons maar vlakaf en openhartig bekennen dat de groote massa hopboeren nog dient bekeerd te worden. Zoolang de onbe wuste massa hopplanters den rechten weg niet op wil naar betere verzorging der hop, zoolang ook zal onze beweging hoe ideaal ze ook weze op een naïeve zero uitloopen. Beide partijen, planters en hophande laars, hebben er even groot belang bij al deze noodlottige misbruiken te zien verdwijnen, doch om deze radikaal weg te cijferen dienen radikale middelen ge bruikt te worden. Lapmiddelen vermo gen hier niets, de kwaal, die aan den wortel onzer hopteelt kankert en ettert, dient in haren oorsprong aangerand te worden. Welnu die etterwonde bestaat enkel en alleen in het totaal gebrek aan voldoende waarborgen van koop en verkoop, zoowel voor hopplanters als hophandelaars. Er moet mijns dunkens voor een ernstig hophandelaar bitter weinig aan gelegen liggen of de onkosten van zak, goedgewicht, wegen, facteursrecht ten zijnen laste worden aangerekend, wan neer hij maar de verzekering en waar borg heeft dat hij zijn hop onder oog punt van pluk, droging en verzorging in volle vertrouwen mag aankoopen. Doch wat geeft hem thans die waarborg, waarop ook HIJ recht van aanspraak heeft, niet alleen om de faam zijner hop- firma, maar ook om het vertrouwen der brouwers en vooral der vreemde afzet gebieden te winnen? Die waarborg zoek ik vruchteloos, ten ware de handelaars voor de toekomst de hoppeboeren op een gegeven woord van eer zouden vertrouwen. Zullen ze dit doen Zullen ze zóó naïef zijn Ik vrees geweldig van neen. Ik kan het ook maar best geloo- ven, wanneer de handelaars op onze laatste hoptentoonstelling gelegenheid hebben gehad, hopstalen te waardeeren, die 0, 5, 6, 8 en 10 punten op 100 bekwamen Bij wie het aandurft met dergelijke verwaarloosde waar naar een publieke tentoonstelling te komen, is alle eigenfierheid en eergevoel uitgedoofd en moet zulke belofte aanzien worden als ijdelen praat. Doch wanneer de vroegere Regle menten terug in voege zullen gebracht zijn, en de hop bij regelmatig ingerichte hopmarkten geleverd, ter plaatse door een bestendigen keurraad zal gekeurd worden en daarna elke gekeurde hop- baal het merk met de noodige waardeer- cijfers van pluk, droging, verzorging zal dragen, dan zijn alle misbruiken van meet af gedwarsboomd De zorgzame en gewetensvolle hop- planter zou dan noodzakelijk de hoogste marktprijzen bekomen en om zijn moeite en zorgzaamheid geloond worden De zorgelooze en slordige hopboeren, die thans op den rug en van 't vet der goeden leven, zouden dan slechts loon naar werken ontvangen De hophandelaars zouden in volle vertrouwen kunnen koopen en aan prima waar de hoogste prijzen kun nen besteden. Hophandel en hopteelt zouden er on eindig veel meê winnen en de verloren faam zou algauw heroverd worden. Alle misbruiken waren onmiddellijk stop gezet en 't zou hopplanters en hop handelaars vrij wat beter gaan dan wel nu, gezien dan aan de eischen en wen schen van beide partijen volle recht zou wedervaren, CAM. VINCX, Alg. Secretaris der Hopfederatie van Aalst. N. B. Men misgrijpe zich geens zins aan het doel dat ik hier beoogde verre van de besprekingen der aanstaan de vergadering, welke over dit punt zul len rollen te beïnvloeden, was mijn in zicht enkel mijne persoonlijke meening desaangaande te uiten en ze de afvaar diging ter beoordeeling en bespreking voor te leggen. C. V. De kosten .welke de teelt van beeten en aardappelen vergt zijn aanzienlijk en merkwaardig is het dat deze kosten wei nig of niet veranderen, dat de opbrengst een hooge of een geringe weze. Een rij ke bemesting is het beste middel om een hooge opbrengst te bekomen. Indien men voor aardappelen van 3 tot 600 kg. So- danitraat van Chili zal gebruiken, vol gens den staat van den bodem en zijn vruchtbaarheid, dan wordt zelden, door de vooruitstrevende landbouwers, voor beeten, min dan 500 kg en vaak tot 1.000 kg. en meer, Sodanitraat gebruikt. Wil men de beste uitslagen bekomen, dan zal men ten minste de helft der ge bruikte hoeveelheid vóór het zaaien o£ poten toepassen, de andere helft bij het hakken; in gronden rijkelijk met orga nische stikstof voorzien, is het zelfs aan te raden de volle hoeveelheid vóór het zaaien of poten in te werken. Geen enkele van de in ons land ver bouwde gewassen verdraagt stilstaand water in den grond omdat het indringen van lucht erdoor in groote mate wordt verhinderd, omdat om rede der lage tem peratuur van den grond het groeitijdperk der gewassen kort is en dat de beschik bare voedingsvoorraad door de onna tuurlijke wortelvorming der planten er door wordt verkleind. Wanneer wij het over droogleggen hebben, dan beduiden wij het afvoeren van het op 't land vallende regenwater, alsook het verlagen van den stand der omringde wateren en het droogmaken van moerassen... Is nu het droogmaken van een moeras een eerste middel om den voortdurend of van tijd tot tijd over stroomden bodem tot bouwland te ma ken, dan zijn vele gronden slechts in zoo ver drooggelegd en tot bouwland te ge bruiken als zij, alhoewel boven het water verheven, toch gedurende een groot ge deelte van 't jaar in de bouwlaag met water zijn volzogen. Hieruit volgt dat de verlaging van den waterstand ook een der voornaamste middelen is om het voortbrengend vermogen van den grond te verhoogen. De afvoer van het overtollige water geschiedt doorgaans of door beken die meestal in de rivieren uitmonden, welke op hare beurt het water naar de zee voeren óf door slooten of wateringen met ruime kanalen in verband gebracht, waaruit het óf naar eene rivier óf onmid dellijk naar de zee wordt gevoerd. De wijze van droogleggen kan men onderscheiden in een bovenaardsche en een onderaardsche. Waarschijnlijk wel zoolang er landbouw zal uitgeoefend worden zal de landbouwer trachten het overtollige water af te leiden door het maken van greppels. Wanneer een stuk grond rondom ingesloten is door hoogere gronden zal al het water zich in dien la ger gelegen grond verzamelen en in sommige tijden van grooten overvloed zelfs boven de oppervlakte komen te staan. Komt het water nu boven de op pervlakte te staan dan zullen alleen alle vroeger genoemde nadeelen van water overvloed voorhanden zijn, maar de sovenaardsche deelen van de plant zullen te gronde gaan, indien die plant gevoe- ig is voor waterbedekking om rede der uchtafsluiting. Bij mindere gevoelig- leid zal dit ongetwijfeld ook gebeuren indien de genoemde nadeelige toestand van langen duur is. Is er nu genoegzaam verval, gelijk op de hoogere gronden, dan redt de natuur zich zelf en behoeft de afloop slechts eenigszins geleid te worden. Maar in de polders wier oppervlakte weinig boven de oppervlakte der zee of zelfs daar be neden gelegen is, moet het water min of meer kunstmatig worden verwijderd. Is nu de polder onmiddellijk aan de zee, zoo maakt men gebruik van den lagen stand van het buitenwater bij eb om het water te laten afstroomen dit zal 't best gebeuren met sluizen. Zoo zal de afwa- teringssluis dan bij eb worden geopend en bij vloed weer worden gesloten. Maar in de binnenpolders en in het al gemeen als het aangenomen polderpeil lager gelegen is dan de ebbestand, dan moet het water kunstmatig worden af geleid door centrifugale pompen door den wind of door stoom in beweging ge bracht. Allereerst dient te worden onder zocht niet alleen of het wegleiden van het water mogelijk is, maar ook of de kosten, daaraan verbonden, opwegen tegen de verhoogde waarde van dien grond. Nemen we een voorbeeld om klaar zijn. Veronderstellen wij een stuk grond van 5 Ha. dat door omringde hoogten geen zichtbaren waterafvoer heeft. De kosten om het water van die 5 Ha. af te leiden zullen ongeveer 2.800 fr. bedragen, 't zij per Ha. circa 530 fr. Is nu die grond door dien waterafvoer meer dan 530 fr. in waarde gestegen, dan zal men tot de drooglegging ervan overgaan, in 't tegengestelde geval zal men misschien door het aanleggeen van een vischvijver meer rente van hetzelfde kapitaal kunnen verkrijgen dat men aan de drooglegging zou moeten besteden. Dit is veelal het geval in Frankrijk, in de moerassige streken van Dombes, te N. O. van Lyon, waar men alle moeras sige vlakten in vijvers heeft herschapen om er visch op na te houden. Zoo vindt men er 1/00 vijvers die samen een op pervlakte beslaan van 19,000 Ha. en die onderworpen zijn aan de normale vijvers- uitbatingen t.t.z. dat men ze gedurende twee volle jaren vol water laat staan ge durende dewelke de visch zich moet ver menigvuldigen. Na 2 jaar gaat men over tot de drooglegging en de vischvangt die periode beslaat één jaar. Men neemt dan ook de gelegenheid te baat om de slijkachtïge vette gronden dezer vijvers, in dewelke zich allerlei dieren uitwerp sels en plantenafval bevinden, te be bouwen met daartoe aangepaste vruch ten en gewassen. Zoo we nu de oppervlakte van ons vorig voorbeeld op 50 Ha nemen, dan zouden de kosten maar weinig grooter zijn. Stellen wij 40C0 fr., maar dan zou iedere Ha slechts met 80 fr. worden be last, terwijl het jaarlijksch onderhoud ook voor 1/50 op iedere hectare droog- gelegden grond drukt. Er zal geen be zwaar bestaan om de kosten van droog leggen te maken, zelfs al ware de grond slechts voor houtteelt bruikbaar, omdat hij bij niet-droogleggen geheel waarde loos zou zijn. Wij hebben reeds op het nadeelige van te veel vocht in den bodem gewezen, en willen nu om het belang eener droge l'99'n9 des te beter te doen inzien, de voordeelen daaraan verbonden hier in 't kort samenvatten. Een goed drooggelegde grond kan meer geregeld bewerkt worden, vroeger in het voorjaar, later in den herfst. Hij is in den regel warmer omdat het overtolli ge water anders moet verdampen en hier voor warmte verbruikt wordt, die tot verhooging zijner temperatuur zou ge diend hebben. Bij te veel vocht in den bodem wordt de lucht meer afgesloten het gezaaide zaad ontkiemt daardoor dikwijls niet en er ontstaan licht voor de planten schadelijke stoffen, als ijzeroxy- dule zouten, zwavelverbindingen Blijft het water in den bodem staan dan slibt de grond meer ineen. Elk practisch landbouwer weet bij on dervinding van welk belang eene goede droge ligging voor het bouwland is, hoe de vruchten daarbij beter groeien en niet zoo gemakkelijk door het onkruid overmeesterd worden, hoe ook op droog gelegd grasland betere grassen groeien dan op lage vochtige weiden. Veelal meent men een verstandig en betrekkelijk goedkoop werk te hebben verricht als men in een terrein, dat rond om ingesloten is, veel slooten aanbrengt, daardoor veel open waterberging vormt en bovendien den grond met de uit de slooten komende aarde nog ophoopt. Laat ons eens nagaan wat de uitslag hiervan is. Er zullen akkers van 4 meter, zoogenaamde rabatten en daartus- schen slooten van 2 m. gemaakt wor den.De doorsnede van de sloot bevat dus 2 1.35 m3. Uit iederen strekkenden meter van de sloot komt dus 1,35 kbm. grond deze moet over 4 m2 verdeeld worden en komt dus op de rabat bijna cm. hoog te liggen. Het water zal in de slooten misschien ook een 30 cm. beneden de oorspronkelijke oppervlakte staan, dus nu 64 cm. onder de nieuwe. In sommige gevallen, b.v. bij den aan leg van grasland, zal de diepte voldoen de zijn, maar bij bouwland is ze beslist onvoldoende. En wat hebben wij nu al niet moeten doen om die rabatten te verkrijgen? 2/6 van den grond, dus 33 °/o is sloot geworden en brengt niets op, daarbij komen nog honderde meters slootkanten waar alle ongedierte tiert en waar de gewassen bijgevolg zich niet voldoende kunnen ontwikkelen en dus minimum-opbrengsten leveren. Daarbij welke moeilijkheden haalt men zich niet op den nek om tot de bewerking van dergelijke gronden te kunnen overgaan M W -Mm 'SNÉL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1