m B m l
I REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
De Aardappelplaag
Vrije Tribuun
Landbouwweekblad
Hakvruchten
IETS OVER
'T DROOGLEGGEN
W M W i
1 moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
bosse 0es^houo3ingen oöep fJophandel
ZONDAG 21 JUNI. 1925.
Prijs 12 centiemen.
7de JAARGANG N\ 338
smI SÊB mm ÊlBmmBÊBr JHHHBv
Abonnementsprijs s 6,00 frank 's jaars.
Men schrift in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
IL Hare Bestrijding.
Aardappelen zijn wel landbouw
producten die misschien het meest
aan allerlei ziekten onderhevig zijn:
dit is immers geen wonder daar zij
bijzonderlijk veel voedende meel
stoffen bevatten die uiterst geschikt
zijn voor het ontwikkelen van
kwaadaardige zwammen, waaron
der de Phytophthora Infestans een
vooruitspringende plaats bekleedt.
De aardappelplaag is des te ge
vaarlijker omdat ze toch zoo ge
makkelijk overgezet wordt door
zieke poters. Hieruit volgt dat een
eerste bestrijdingmiddel te zoeken
valt in het gebruik van onberispe
lijk zuiver en gezond plantgoed
daartoe zullen wij bij den oogst al
le zieke knollen verwijderen om den
bodem niet verder te besmetten.
Het gebruik van nieuwere varië
teiten kan ook ten goede komen
aan het bestrijden der ziekte door
dat ze er beter tegen zijn bestand
dan de oude variëteiten.
Eindelijk kan men de ziekte fel
verminderen door een tijclig be
sproeien der struiken met Borde-
leesche pap. Vergeten we niet dat
dit laatste middel moet aanzien wor
den niet als een geneesmiddebmaar
alleen als een voorbehoedmiddel
op voorwaarde dat men goed lette
op de eerste teekenen der ziekte
die wij in een vorige uiteenzetting
hebben in 't licht gesteld— om dan
onmiddellijk tot de besproeiing
over te gaan. Wacht men immers
te lang, dan. zou men negatieve uit
slagen kunnen oplocpen.
Te vele van onze boeren hech
ten nog te weinig belang aan de
waarde van dergelijke besproeiin
gen, omdat vele er slechte uitsla
gen meê hebben bekomen, naar ze
beweren. De oorzaak van die ne
gatieve uitkomsten of het uitblijven
van resultaten kan met vele om
standigheden samengaan. Het is
soms treffend hoe Bordeleeschepap
bij alle aardappelen de assimilatie
i. a. w. de koolzuurontleding in de
bladeren verhoogt omdat de bla
deren 2a3 weken langer groen blij
ven. Nu hebben wij meer dan eens
zien gebeuren dat bij besproeiing
de opbrengst stijgt (omdat de bla
deren langer groen blijven en de
zetmeelvorming erdoor dus ver
hoogt) en dat de hoeveelheid zieke
knollen vergroot Hoe kan dat
nu
Bordeleesche Pap, aangewend
om de te veld staande zieke aard
appelen tè besproeien, zal maar al
leen de ziekte te keer gaan wan
neer de Phytophthora Infestans
hier als ziekteverwekker optreedt.
Zijn de ziekteverwekkers van an
deren aard dan zullen de besproei
ingen met Bordeleesche pap niet
aan de verwachting beantwoor
den.
Negatieve uitslagen kunnen ook
hun oorzaak vinden bij late, slordi
ge besproeiingen, bij een slecht be
reiden van de pap of wanrieer er
dus een andere ziekteverwekker
dan de Phytophthora Infestans in 't
spel treedt.
Welk is nu de wijze waarop men
bij de bereiding der Bordeleesche
Pap te werk zal gaan Men lost
1 /2 kg. kopersulfaat (blauwen aluin)
op in 10 1. kokend water en men
brengt de hoeveelheid, zoodra het
kopersulfaat opgelost is, door de
bijvoeging van koud water op 501.
Men bluscht 1/2 a 1 kgr. gebrande
kalk en men voegt er na blussching
zooveel water bij tot dat men 50 1.
heeft. Die kalkmelk giet men dan
door een zeeft om de stukjes kalk
en steentjes tegen te houden bij de
kopersulfaat oplossing. Gedurende
het bijeengieten der twee vloeistof
fen zal men het mengsel door roe
ren goed in beweging houden. Na
menging bekomen we dus 100 li
ters Bordeleesche pap. De kalk
dient hier om de schadelijke wer
king van het kopersulfaat op de
bladeren en de stengels te voorko
men. Het kopersulfaat doodt de
zwam en houdt de plant langer
groen, maakt ze dus beter bestand
tegen de ziekten en verwekt een
grootere zetmeelvorming.
Per hectare zal men nu 10 a 15
hectoliters pap geven, die men met
koperen besproeiers, welke op den
rug gedragen worden, zal verstui
ven. Een handig man kan gemak
kelijk per dag 1/2 Ha degelijk be
sproeien. Het gereedmaken van die
pap zal geschieden in houten vaat
werk omdat het kopervitriool de
wanden van metalen vaten aan
tast. Telkens als men een besproei-
er vult, zal de pap goed omgeroerd
worden. Er bestaan zelf besproei
ers, waarin een roertoestel is aan
gebracht, zoodat de pap daarin ge
durende de besproeiing steeds in
beweging blijft.
Men zal besproeien bij droog
weder. Komen er nu stortregens op
zoodat de pap van de bladeren
wordt afgeregent, dan zal men tot
een tweede besproeiing moeten
overgaan.
Men besproeit voor de eerste
maal wanneer de eerste sporen der
ziekte zich vertoonen, 't zij in eigen
aardappel vel 't zij op die van de
geburen. Treft men ongeluk met
het weer dat van aard zou afwis
selend zijn nl. regen gevolgd door
broeierige warmte, dan zal men 't
best tot de eerste besproeiing over
gaan.
Bij vroege aardappelen besproeie
men tusschen 10 en 20 Juni, bij la
te aardappelen tusschen 20 en 30
Juni. Een tweede besproeiing twee
a drie weken later zal den besten
uitslag leveren.
Wat hebben de proeven nu zoo-
al bewezen omtrent de degelijkheid
dier besproeiingen?
Een hollandsch leeraar aan eene
Rijkslandbouwschool heeft het nut
der besproeiingen doen uitschijnen
door volgende proefnemingen.
Twee naast elkaar gelegen percee-
len, van 1/2 are grootte, werden
met hetzelfde plantgoed beplant.
Het eerste dat dienen moest als
contröleperceel wierd niet be
sproeid; het andere integendeel on
derging twee besproeiingen, een
eerste op 5 Juli en een tweede op 1
Augustus. Bij het rooien leverde
het besproeide perceel 104 kgr.
knollen met een zetmeelgehalte van
16,04 dus 16,70 kgr. zetmeel
het onbesproeide perceel gaf 85,5
kgr. knollen met een zetmeelgehal
te van 15,36%, dus 13,16 kgr.
zetmeel.
Het besproeien gaf dus een meer
opbrengst van 18.5 kgr. knollen of
3.5 kgr. zetmeel, dus per hectare
3.700 kgr. knollen met 700 kg. zet
meel.
Uit die zelfde proeven bleek dat
het besproeien niet alleen voordee-
lig is, maar zelfs dat twee driemaal
besproeien veel beter is dan één
maal besproeien; zoo gaf een Ha.
aardappelen dat driemaal besproeid
werd, 4.950 kg. meer knollen dan
een daarnaast gelegen hectare die
maar éénmaal besproeid werd,
Die enkele cijfers zijn meer dan
voldoende om het nut der besproei
ingen klaar voor oogen te leggen
en aan te toonen dat de Borde
leesche Pap een uitgemaakte zaak
is om de aardappelplaag te keer te
gaan. Mochten onze boeren, die
met de hun gekende vasthoudend
heid hun aardappelen niet willen
besproeien, het hunne bijdragen
om de zieke aardappelvelden in de
mate van het mogelijke te gene
zen.
L. Mortelmans.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAïRE CAUDRON. Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Tabakplanters, Opgelet 1
Er dient goed opgepast te worden dat
voor het einde dezer maand de geplante
tabak moet aangegeven worden zooniet
zullen er prijzen uitgedeeld worden onder
vorm van boetbrieven. Dus, opgelet
Naar aanleiding van een der belang
rijke punten aan 't dagorde der laatstle
den algemeene vergadering van 't hop-
verbond van Aalst namelijk het af
schaffen van eenige bestaande handels-
misbruiken in zake hopverkoop en
waarvan het verschenen verslag in De
Koornbloem eveneens gewaagde, ben
ik zoo vrij over deze gewichtige kwestie
mijne persoonlijke denk- en zienswijze te
uiten.
Voor wie met den huidigen toestand
niet gansch of onvoldoende vertrouwd
is, willen we dan eenige voorafgaande
inlichtingen verstrekken.
Onlangs vatten eenige onzer hoppe-
vrienden uit Hekelgem het plan op eene
gezamenlijke werking op touw te zetten
ten einde de afschaffing te bekomen van
zekere handelsmisbruiken in zake hop
verkoop Deze gedachte droeg algauw
de goedkeuring weg van een aanzienlijk
getal hopboeren, bij zooverre dat er
onverwijld van woord tot daad
werd overgegaan en een regionalen
bond werd gesticht onder de kenspreuk
Elk het Zijne met als Voorzitter
den Hr Fr. Permentier uit Erembode-
gem tot Onder-Voorzitter den Hr Ben.
Schoonjans uit Hekelgem en tot Secre
taris den Hr Hip. De Cort uit Hekel
gem.
Gansch bewust dat eene éénzijdige
werking bitter weinig kans tot lukken
zou hebben, doch eenen warmen op
roep diende gedaan te worden bij de al
gemeenheid der hopplanters zoowel uit
't Land van Aalst als dit van Assche,
had het bestuur van voormelden regio
nalen bond de loffelijke voorzorg geno
men eene vraag te richten tot de Hopfe-
deratie van Aalst ten einde met deze in
richting in onderhandeling te treden.
Die vraag werd dan ook onmiddellijk
ingewilligd en eene afvaardiging tot de
laatste algemeene vergadering toegela
ten, ten einde er hare wenschen ter be
spreking te leggen.
De achtbare en doorieverige Heer
Hip. De Cort, secretaris van den Regio
nalen Bond, na het stichtingsdoel op
grondige en klare wijze te hebben inge
leid, kwam dan tot deze practische be-
sluittrekking
A. De hoppeboeren (d. i. dezen bij
het Regionaal Verbond als lid aange
sloten) beloven op woord van eer hun
hop kort te plukken, goed te drogen en
opperbest te verzorgen.
B. Ze verkoopen hun hop maar
enkel aan de volgende voorwaarden
1. Weging en uitbetaling per pond
2. Afhouding voor den zak niet
meer dan 4 pond
3. Afschaffing van het goedgewicht
4. Geen vergoeding voor het wegen.
5. Afschaffing van het [acteursrecht,
1 °l O.
6. Bewijs van verkoop en levering
volgens overeenkomst.
Wanneer ik me nu een oogenblik uit
sluitend aan den tekst houdt van boven
staand contract, want een onschend
baar contract heeft het wel te beduiden),
dan zie ik ze allen als bij tooverslag van
den slordigsten en zorgeloosten hop-
planter tot den minst vertrouwbaren
hopfacteur herschapen in een reeks I
ideale menschen, die almeteens van zor
geloosheid en bedrog zulken heiligen
afschrik voelen, net of een kwezeltje dat
men van duivel en helle spreken zou
En dan stelt zich klaarblijkend ook
onmiddellijk de vraag
Is deze ideale theorie practisch te ver
wezenlijken Daarop antwoord ik
JA, doch enkel op voorwaarde dat
men terugkeere tot het vroeger invoege
zijnde stelsel Verkoop, levering en we
ging ter hopmarkt en ter hopwaag.
NEEN, indien het huidig stelsel van j
opkoopen blijft behouden en de hoppe
aldus den speculeerbal blijft der ergste
misbruiken vanwege gewetenlooze tus-
schenverklikkers.
Men vergete niet dat al de eischen en
voorwaarden die we hier bij den jongst-
gestichten bond onder A en B vermeld
terugvinden, nagenoeg eene trouwe en
schier volledige weerspiegeling zijn der
vroeger zóó hooggewaardeerde en te
vens zóó strenge Reglementen der
officieële hopwaag van Aalst
Men vergete ook niet, dat zoolang
deze reglementen streng en stipt werden
nageleefd, onze hop eene faam en ik zou
bijna durven zeggen, eene wereldbe
roemdheid had verworven, welke haar
eenmaal als Kunstperel van Vlaande-
rens landbouwkroon heeft doen uit
roepen.
Doch van lieverlede zag men het
Reglement der Hopwaag onder de
voeten trappen. Tal van toegevingen
werden spijtiglijk door beide belangheb
bende partijen, kooper en verkooper ge
daan, zoodat er ten slotte van dat
ideaal-reglement niets meer over
bleef dan een doode letter
Doch de droeve en schier onherstel
bare gevolgen dier jammerlijke regle
ment-ontkenning lieten zich niet lang
wachten
De spijtige misbruiken, welke door
het verkenteren van het tot dan zóó
streng nageleefd reglement, den hop
handel binnenslopen, kenden haast geen
grenzen meer.
Lang duurde het echter niet, of deze
willekeurige en schandige misbruiken
sleurden de ergste gevolgen met zich
mede. En weldra was Vlaanderens
Kunstperel laag en diep gevallen, bi;
zooverre dat hare vooraanstaande faam
schier reddeloos was geknakt.
De wereldberoemde faam onzer' Bel
gische hoppen moest er zóó erg door
lijden, dat de vreemde afzetgebieden ons
de uitvoergrenzen ontzegden en dicht
sloten. Het kwam zelfs zoo verre dat
onze plaatselijke brouwers radikaal wan
trouwig stonden tegenover hun eigen
hophandelaars,
j Hoe kon het anders Welke waar-
i borgen van koop en verkoop van hop
bestonden er nog
Ziedaar het roemrijk verleden onzer
streekeigen hopteelt, en ziedaar ook de
oorzaken van zijn spijtig en diep verval.
Gelukkiglijk dank den ijver en de
eigen-fierheid van een gedeelte onzer
bewuste en vooruitziende hopboeren,
dank het taai geduld en den onverpoos
den werkijver onzer voormanneu, HH.
Reniers, Beeckman en Miserez aan
wier nagedachtenis we daarom een diep-
erkentelijke hulde brengen mocht onze
hopkultuur zich verheugen in een gedeel
telijke herwording van wat ze wel
eer was.
Ik zeg gedeeltelijke herovering der
diep gevallen faam want om die hoog-
aanstaande faam volledig te heroveren
is er nog een heel eind wegs af te leg
gen. Daaraan mag slechts DAN gedacht
worden, wanneer en planters en hop
handelaars en brouwers in volle weder-
zijdsch vertrouwen zullen mogen hande
len. Beweren dat dit volledig vertrou
wen thans bestaat is een doodeenvou
dige utopie
Wel bestaat dit vertrouwen voor en
kele gewetensvolle en rechtgeaarde
planters en hophandelaars, doch laat ons
maar vlakaf en openhartig bekennen dat
de groote massa hopboeren nog dient
bekeerd te worden. Zoolang de onbe
wuste massa hopplanters den rechten
weg niet op wil naar betere verzorging
der hop, zoolang ook zal onze beweging
hoe ideaal ze ook weze op een
naïeve zero uitloopen.
Beide partijen, planters en hophande
laars, hebben er even groot belang bij
al deze noodlottige misbruiken te zien
verdwijnen, doch om deze radikaal weg
te cijferen dienen radikale middelen ge
bruikt te worden. Lapmiddelen vermo
gen hier niets, de kwaal, die aan den
wortel onzer hopteelt kankert en ettert,
dient in haren oorsprong aangerand te
worden. Welnu die etterwonde bestaat
enkel en alleen in het totaal gebrek aan
voldoende waarborgen van koop en
verkoop, zoowel voor hopplanters als
hophandelaars.
Er moet mijns dunkens voor een
ernstig hophandelaar bitter weinig aan
gelegen liggen of de onkosten van zak,
goedgewicht, wegen, facteursrecht ten
zijnen laste worden aangerekend, wan
neer hij maar de verzekering en waar
borg heeft dat hij zijn hop onder oog
punt van pluk, droging en verzorging in
volle vertrouwen mag aankoopen. Doch
wat geeft hem thans die waarborg,
waarop ook HIJ recht van aanspraak
heeft, niet alleen om de faam zijner hop-
firma, maar ook om het vertrouwen der
brouwers en vooral der vreemde afzet
gebieden te winnen? Die waarborg zoek
ik vruchteloos, ten ware de handelaars
voor de toekomst de hoppeboeren op
een gegeven woord van eer zouden
vertrouwen. Zullen ze dit doen Zullen
ze zóó naïef zijn Ik vrees geweldig van
neen. Ik kan het ook maar best geloo-
ven, wanneer de handelaars op onze
laatste hoptentoonstelling gelegenheid
hebben gehad, hopstalen te waardeeren,
die 0, 5, 6, 8 en 10 punten op 100
bekwamen Bij wie het aandurft met
dergelijke verwaarloosde waar naar een
publieke tentoonstelling te komen, is alle
eigenfierheid en eergevoel uitgedoofd en
moet zulke belofte aanzien worden als
ijdelen praat.
Doch wanneer de vroegere Regle
menten terug in voege zullen gebracht
zijn, en de hop bij regelmatig ingerichte
hopmarkten geleverd, ter plaatse door
een bestendigen keurraad zal gekeurd
worden en daarna elke gekeurde hop-
baal het merk met de noodige waardeer-
cijfers van pluk, droging, verzorging zal
dragen, dan zijn alle misbruiken van
meet af gedwarsboomd
De zorgzame en gewetensvolle hop-
planter zou dan noodzakelijk de hoogste
marktprijzen bekomen en om zijn moeite
en zorgzaamheid geloond worden
De zorgelooze en slordige hopboeren,
die thans op den rug en van 't vet der
goeden leven, zouden dan slechts loon
naar werken ontvangen
De hophandelaars zouden in volle
vertrouwen kunnen koopen en aan
prima waar de hoogste prijzen kun
nen besteden.
Hophandel en hopteelt zouden er on
eindig veel meê winnen en de verloren
faam zou algauw heroverd worden.
Alle misbruiken waren onmiddellijk
stop gezet en 't zou hopplanters en hop
handelaars vrij wat beter gaan dan wel
nu, gezien dan aan de eischen en wen
schen van beide partijen volle recht zou
wedervaren,
CAM. VINCX,
Alg. Secretaris der Hopfederatie
van Aalst.
N. B. Men misgrijpe zich geens
zins aan het doel dat ik hier beoogde
verre van de besprekingen der aanstaan
de vergadering, welke over dit punt zul
len rollen te beïnvloeden, was mijn in
zicht enkel mijne persoonlijke meening
desaangaande te uiten en ze de afvaar
diging ter beoordeeling en bespreking
voor te leggen. C. V.
De kosten .welke de teelt van beeten
en aardappelen vergt zijn aanzienlijk en
merkwaardig is het dat deze kosten wei
nig of niet veranderen, dat de opbrengst
een hooge of een geringe weze. Een rij
ke bemesting is het beste middel om een
hooge opbrengst te bekomen. Indien men
voor aardappelen van 3 tot 600 kg. So-
danitraat van Chili zal gebruiken, vol
gens den staat van den bodem en zijn
vruchtbaarheid, dan wordt zelden, door
de vooruitstrevende landbouwers, voor
beeten, min dan 500 kg en vaak tot
1.000 kg. en meer, Sodanitraat gebruikt.
Wil men de beste uitslagen bekomen,
dan zal men ten minste de helft der ge
bruikte hoeveelheid vóór het zaaien o£
poten toepassen, de andere helft bij het
hakken; in gronden rijkelijk met orga
nische stikstof voorzien, is het zelfs aan
te raden de volle hoeveelheid vóór het
zaaien of poten in te werken.
Geen enkele van de in ons land ver
bouwde gewassen verdraagt stilstaand
water in den grond omdat het indringen
van lucht erdoor in groote mate wordt
verhinderd, omdat om rede der lage tem
peratuur van den grond het groeitijdperk
der gewassen kort is en dat de beschik
bare voedingsvoorraad door de onna
tuurlijke wortelvorming der planten er
door wordt verkleind.
Wanneer wij het over droogleggen
hebben, dan beduiden wij het afvoeren
van het op 't land vallende regenwater,
alsook het verlagen van den stand der
omringde wateren en het droogmaken
van moerassen... Is nu het droogmaken
van een moeras een eerste middel om
den voortdurend of van tijd tot tijd over
stroomden bodem tot bouwland te ma
ken, dan zijn vele gronden slechts in zoo
ver drooggelegd en tot bouwland te ge
bruiken als zij, alhoewel boven het water
verheven, toch gedurende een groot ge
deelte van 't jaar in de bouwlaag met
water zijn volzogen. Hieruit volgt
dat de verlaging van den waterstand ook
een der voornaamste middelen is om het
voortbrengend vermogen van den grond
te verhoogen.
De afvoer van het overtollige water
geschiedt doorgaans of door beken die
meestal in de rivieren uitmonden, welke
op hare beurt het water naar de zee
voeren óf door slooten of wateringen
met ruime kanalen in verband gebracht,
waaruit het óf naar eene rivier óf onmid
dellijk naar de zee wordt gevoerd.
De wijze van droogleggen kan men
onderscheiden in een bovenaardsche en
een onderaardsche. Waarschijnlijk wel
zoolang er landbouw zal uitgeoefend
worden zal de landbouwer trachten het
overtollige water af te leiden door het
maken van greppels. Wanneer een stuk
grond rondom ingesloten is door hoogere
gronden zal al het water zich in dien la
ger gelegen grond verzamelen en in
sommige tijden van grooten overvloed
zelfs boven de oppervlakte komen te
staan. Komt het water nu boven de op
pervlakte te staan dan zullen alleen alle
vroeger genoemde nadeelen van water
overvloed voorhanden zijn, maar de
sovenaardsche deelen van de plant zullen
te gronde gaan, indien die plant gevoe-
ig is voor waterbedekking om rede der
uchtafsluiting. Bij mindere gevoelig-
leid zal dit ongetwijfeld ook gebeuren
indien de genoemde nadeelige toestand
van langen duur is.
Is er nu genoegzaam verval, gelijk op
de hoogere gronden, dan redt de natuur
zich zelf en behoeft de afloop slechts
eenigszins geleid te worden. Maar in de
polders wier oppervlakte weinig boven
de oppervlakte der zee of zelfs daar be
neden gelegen is, moet het water min of
meer kunstmatig worden verwijderd. Is
nu de polder onmiddellijk aan de zee,
zoo maakt men gebruik van den lagen
stand van het buitenwater bij eb om het
water te laten afstroomen dit zal 't best
gebeuren met sluizen. Zoo zal de afwa-
teringssluis dan bij eb worden geopend
en bij vloed weer worden gesloten.
Maar in de binnenpolders en in het al
gemeen als het aangenomen polderpeil
lager gelegen is dan de ebbestand, dan
moet het water kunstmatig worden af
geleid door centrifugale pompen door
den wind of door stoom in beweging ge
bracht. Allereerst dient te worden onder
zocht niet alleen of het wegleiden van
het water mogelijk is, maar ook of de
kosten, daaraan verbonden, opwegen
tegen de verhoogde waarde van dien
grond. Nemen we een voorbeeld om
klaar zijn. Veronderstellen wij een stuk
grond van 5 Ha. dat door omringde
hoogten geen zichtbaren waterafvoer
heeft. De kosten om het water van die
5 Ha. af te leiden zullen ongeveer 2.800
fr. bedragen, 't zij per Ha. circa 530 fr. Is
nu die grond door dien waterafvoer
meer dan 530 fr. in waarde gestegen,
dan zal men tot de drooglegging ervan
overgaan, in 't tegengestelde geval zal
men misschien door het aanleggeen van
een vischvijver meer rente van hetzelfde
kapitaal kunnen verkrijgen dat men aan
de drooglegging zou moeten besteden.
Dit is veelal het geval in Frankrijk, in
de moerassige streken van Dombes, te
N. O. van Lyon, waar men alle moeras
sige vlakten in vijvers heeft herschapen
om er visch op na te houden. Zoo vindt
men er 1/00 vijvers die samen een op
pervlakte beslaan van 19,000 Ha. en die
onderworpen zijn aan de normale vijvers-
uitbatingen t.t.z. dat men ze gedurende
twee volle jaren vol water laat staan ge
durende dewelke de visch zich moet ver
menigvuldigen. Na 2 jaar gaat men over
tot de drooglegging en de vischvangt
die periode beslaat één jaar. Men neemt
dan ook de gelegenheid te baat om de
slijkachtïge vette gronden dezer vijvers,
in dewelke zich allerlei dieren uitwerp
sels en plantenafval bevinden, te be
bouwen met daartoe aangepaste vruch
ten en gewassen.
Zoo we nu de oppervlakte van ons
vorig voorbeeld op 50 Ha nemen, dan
zouden de kosten maar weinig grooter
zijn. Stellen wij 40C0 fr., maar dan zou
iedere Ha slechts met 80 fr. worden be
last, terwijl het jaarlijksch onderhoud
ook voor 1/50 op iedere hectare droog-
gelegden grond drukt. Er zal geen be
zwaar bestaan om de kosten van droog
leggen te maken, zelfs al ware de grond
slechts voor houtteelt bruikbaar, omdat
hij bij niet-droogleggen geheel waarde
loos zou zijn.
Wij hebben reeds op het nadeelige
van te veel vocht in den bodem gewezen,
en willen nu om het belang eener droge
l'99'n9 des te beter te doen inzien, de
voordeelen daaraan verbonden hier in
't kort samenvatten.
Een goed drooggelegde grond kan
meer geregeld bewerkt worden, vroeger
in het voorjaar, later in den herfst. Hij is
in den regel warmer omdat het overtolli
ge water anders moet verdampen en hier
voor warmte verbruikt wordt, die tot
verhooging zijner temperatuur zou ge
diend hebben. Bij te veel vocht in den
bodem wordt de lucht meer afgesloten
het gezaaide zaad ontkiemt daardoor
dikwijls niet en er ontstaan licht voor de
planten schadelijke stoffen, als ijzeroxy-
dule zouten, zwavelverbindingen
Blijft het water in den bodem staan
dan slibt de grond meer ineen.
Elk practisch landbouwer weet bij on
dervinding van welk belang eene goede
droge ligging voor het bouwland is, hoe
de vruchten daarbij beter groeien en
niet zoo gemakkelijk door het onkruid
overmeesterd worden, hoe ook op droog
gelegd grasland betere grassen groeien
dan op lage vochtige weiden.
Veelal meent men een verstandig en
betrekkelijk goedkoop werk te hebben
verricht als men in een terrein, dat rond
om ingesloten is, veel slooten aanbrengt,
daardoor veel open waterberging vormt
en bovendien den grond met de uit de
slooten komende aarde nog ophoopt.
Laat ons eens nagaan wat de uitslag
hiervan is. Er zullen akkers van 4 meter,
zoogenaamde rabatten en daartus-
schen slooten van 2 m. gemaakt wor
den.De doorsnede van de sloot bevat dus
2 1.35 m3. Uit iederen
strekkenden meter van de sloot komt
dus 1,35 kbm. grond deze moet over
4 m2 verdeeld worden en komt dus op
de rabat bijna cm. hoog te liggen. Het
water zal in de slooten misschien ook
een 30 cm. beneden de oorspronkelijke
oppervlakte staan, dus nu 64 cm. onder
de nieuwe.
In sommige gevallen, b.v. bij den aan
leg van grasland, zal de diepte voldoen
de zijn, maar bij bouwland is ze beslist
onvoldoende. En wat hebben wij nu al
niet moeten doen om die rabatten te
verkrijgen? 2/6 van den grond, dus
33 °/o is sloot geworden en brengt niets
op, daarbij komen nog honderde meters
slootkanten waar alle ongedierte tiert en
waar de gewassen bijgevolg zich niet
voldoende kunnen ontwikkelen en dus
minimum-opbrengsten leveren. Daarbij
welke moeilijkheden haalt men zich niet
op den nek om tot de bewerking van
dergelijke gronden te kunnen overgaan
M W
-Mm
'SNÉL