REDT U
f ZELVEN
Arbeid adelt
Landbouwweekblad
AAN DE LEDEN
Wi, zoeken Dienstwillige Personen.
"Ziekten" der Melk en
Melk behandelingen
De Navruchten
moet steecis de
leus zijn van
alle landbouwers.
LANDBOUWERS,
leest en verspreidt De
Koornbloem
Geeft uw blad voort
aan vrienden en ken
nissen.
CDetens^happelijl^e bijdrage
ZONDAG 2 OOGST 1925.
Prijs 12 centiemen.
7de JAARGANG N\ 344
Abonnementsprijs 6,00 frank 'a jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Wij lezen in het dagblad Etoile Beige van 9 Juli volgend artikel
Vóór den oorlog leverde Rus
land meer dan 90 van al het vlas
dat in de wereld verwerkt wierd
omdat zij uit oorzaak van bijzonder
gunstige voorwaarden de vlasteelt
in meest al de andere landen kon
verdringen. Wij hoeven maar naar
Duitschland te zien dat in 1875 on
geveer 215.000 Ha vlas verbouw
de en pas vóór den oorlog nog
slechts 17.000 Ha. Hetzelfde geldt
hier voor Frankrijk en België.
Frankrijk verbouwde in 1875
79.000 Ha vlas en in 1913 nog
slechts 28.000 Ha. België had in
1890, 40.000 Ha vlas en in 1914
nog slechts 13.000 Ha. Alhoewel
die teelt dus een neiging tot ver
minderen schijnt aan te nemen,
blijft de spin- en weefnijverheid in
die landen nog bestaan en neemt
zelf gedurig een grootere uitbrei
ding. Dit is te danken aan het feit
dat veel vreemd vlas wordt inge
voerd en dat het Katoen een rui
me plaats in die nijverheden begint
in te nemen.
De oorlog maakte alle vlasin-
voer onmogelijkbovengenoemde
landen moesten zich dus wel meer
op de vlasteelt toe leggen. Zoo
kregen we volgende toestanden:
1914 1919 1920
België 13.000 19.000 48.000
Holland 7.000 8.000 21.000
Duitschl. 13.000 60.000 85.000
Vlas behoort tot die gewassen,
welke niet te vaak op hetzelfde
veld mogen terugkeeren. De Bel
gische vlaskweekers teelden het
vroeger slechts na ommekomst van
15 a 20 jaar. Aangemoedigd door
de hoogere prijzen is dit tijdstip tot
5 a 10 jaar ingekort, maar de ge
volgen zijn niet achterwege geble
ven, wanneer het althans waar is,
't geen beweerd wordt, dat het
Belgische vlas niet meer zoo goed
is als voorheen.
De reden, waarom het vlas niet
te vaak op hetzelfde veld mag te
rugkeeren is niet met zekerheid be
kend. Het feit schijnt echter vol
doende bewezen te zijn, en nu mo
ge men in streken, waar vlas nog
weinig verbouwd is geworden, het
met voordeel in een betrekkelijk
korten tijd op 't zelfde veld kunnen
doen terugkeeren, in 't algemeen
verdient dat geene aanbeveling,
maar is het beter slechts om de 10
of meer jaar vlas op 't zelfde land te
bouwen.
Indien de jaren te snel opéénvol
gen zal men allicht de zoo schade
lijke vlasziekten zien verschijnen.
Omtrent de ziekten in 'tvlas is nog
weinig met zekerheid bekend.
Vlasbrand is voorzeker het meest
verspreid onder de ziekten. In Bel
gië verstaat men onder den naam
van brand eene ziekte, waarbij de
top des stengels zwart of bruin
wordt en het onderdeel te vroeg
eene gele kleur aanneemt, waar
door het vlas zeer onsterk wordt.
Vlasbrand wordt in het leven ge
roepen door eene zwam (Astero-
cystis) behoorende tot de familie
der chytridineeën, die het vlas aan
valt zoowel op zand als op zavel
en klei. Zij maakt op vele terrei
nen de teelt van dit gewas geheel
onmogelijk en vertoont zich ge
woonlijk op gronden, waar de
vlasteelt van oudsher wordt ge
dreven, maar toch ook op terrei
nen waar zulks geenszins het ge
val was.
De vlasbrand wordt meestal
zichtbaar wanneer de planten 10-
20 cm lang zijn, maar kan ook de
planten in veel jeugdiger toestand
aantasten, zelfs als nog maar alleen
de zaadlobben voor den dag zijn
gekomen en ook eerst op lateren
leeftijd, soms eerst wanneer de
plant reeds bloeit.
De verschijnselen zijn de vol
gende de bladeren beginnen van
onderen op te drogen, de zaad
lobben het eerst. Deze organen
die bij gezonde planten zeer lang,
tot zelfs na den bloeitijd groen
blijven, worden bij aangetaste
planten reeds op zeer jeugdigen
leeftijd geel. Spoedig zet zich dit
geel worden der bladeren naar bo
ven toe voort, soms aan den eenen
kant van den stengel sneller dan
aan den anderen. Intusschen is de
lengtegroei der plant zeer belem
merd, zoodat de bladeren, die zich
aan den top van den stengel ont
plooien, dicht bijeen staan. Is de
verdorring der bladeren tot dicht
aan den top van den stengel gena
derd, dan buigt deze zich neer
waarts en verkwijnt plotseling,
waarbij de bladeren bruin worden.
De stengel die tot zoolang geel
groen was begint nu ook van den
top af bruin te worden en sterft
geheel af.
Meestal gaan de planten dood.
Toch kunnen door brand aange
taste vlasplanten ook in leven blij
ven. Dan blijven zij echter altijd
klein en armoedig omdat de onder
ste bladeren van den stengel ge
storven zijn.
Wanneer op een land de ziekte
zich 't eerst vertoont, geschiedt
dit gewoonlijk op bepaalde plek
ken brandplekken die elk jaar
dat op 't zelfde terrein weer vlas
wordt geteeld, grooter worden om
zich eindelijk op het gansche veld
te verspreiden.
't Is gewoonlijk in de maand
Mei dat de ziekte te voorschijn
komt en zich veropenbaart door
die vlekken ^oor welke zij de ont
wikkeling der planten sterk bena-
deeligt. Immers de planten worden
dan geel, verdorren en buigen zich
aan hun uiteinden. Indien het we
der iets of wat vochtig is, wordt
het gansche veld allicht met die
vlekken besmet. Vele van de plan
ten komen nog tamelijk goed op,
andere blijven klein en de meeste
verdrogen ter plaatse.
Die ziekte is voor het eerst in
ons land ontdekt geworden door
de Wildeman, later door E. Mar-
chal ze bestaat insgelijks in Hol
land, Frankrijk en Duitschland.
Andere planten kunnen ook
door dezelfde zwam worden over
vallen. E. Marchal heeft de Aste-
rocystis-zwam teruggevonden op
porei, radijzen, rapen, raapkoolen,
salade, luzerne enz.
De parasiet schuilt in de wor
tels der planten, bijzonder in de
wortelvezels. De besmetting ge
beurt langs de uiteinden der wor
tels en alleenlijk wanneer de plant
zeer jong is t. t. z. 13 a 18 dagen
na de ontkieming. Daarna verme
nigvuldigt zich de Asterocystis
zeer snel in de plant zonder dat
men weet hoe dat feitelijk ge
schiedt.
Om de vlasbrand te bestrijden,
hoeve men te letten dat men geen
vlas zaaie op landen waarop de
ziekte vroegere jaren tierde men
zal minstens 7 a 10 jaar wachten,
zegt E. Marchal. Men zal ook
goed doen met de aangetaste plan
ten uit te trekken en ze te verbran
den zoohaast de ziekte intreedt.
L. MORTELMANS.
Wij moeten ons krachtdadig verzet- I
ten tegen het gedacht, maar te algemeen
verspreid, dat meest al de landbouwers
lieden zijn die niet meegaan op de baan
van socialen en intellectueelen vooruit
gang.
Verre verwijderd van alle politieke
twisten verdedigen ze zich niet of toch
slecht. Men miskent ze door alle kwaad
naar hun aangezicht te slingeren. Hoe
dikwijls wordt er niet gezegd dat de land
bouwers enkel belang stellen in hunne
beurs, zonder zich te bekommeren met
de algemeene belangen. Deze die bewe
ren dat de boeren uitbuiters zijn, dwalen
grootelijks en bevestigen daarmeê hunne
onwetendheid in zake landbouw.
Sedert den oorlog zijn de toestanden
gansch veranderd. Vele groote grond
eigenaars zijn verdwenen, daar ze hunne
goederen hebben verkocht. De land
bouwers kochten met het zweet van
hunnen arbeid het land waarop zij leef
den. De gronden zijn meestal veranderd
van eigenaar ten bate van gansch de
bevolking.
Dank aan eene buitengewone kracht
inspanning gedurende de vijandelijkhe
den hebben de landbouwers met be
perkte middelen eenige winsten verwe
zenlijkt, die men hun hedendaags mis-
jont, wanneer integendeel men hun zou
moeten geluk wenschen het onmogelijke
te hebben gedaan gedurende die moeie-
lijke tijden om de bevolking allerhande
eetwaren te verschaffen.
België heeft zooveel landbouwlieden
en landeigenaars als er werklieden zijn
in de nijverheid, dus ongeveer 1,300000
mannen en vrouwen die enkel leven met
de vruchten van den landbouw.
Waarom is de landbouwer altijd het
voorwerp van beknibbeling vanwege
den stedeling, die hem verwijt en be
schuldigt dat hij de oorzaak is van het
duur leven, wanneer de landbouwer zelf
er ook de gevolgen moet van dragen.
Mag men het den landbouwer ten kwa
de nemen dat hij ook zijne waren ten
beste verkooptIndien men de heden-
daagsche prijzen der landbouwvoort-
brengselen vergelijkt met de vooroor -
logsche, dan moeten wij bevestigen dat
deze prijzen in vergelijking met deze toe
gepast door de verschillige handelaars
nog beneden het algemeen coëfficiënt
gebleven zijn.
Van op den dag dat de wereldvrede
geteekend was waren alle landbouwers,
eigenaars zoowel als pachters, bekom
merd om practische middelen te vinden,
ten einde het land zijn hoogste opbrengst
te doen geven. Deze bekommernis was
een der oorzaken van den grooten voor
uitgang op landbouwgebied die wij sinds
eenige jaren met genoegen kunnen op
merken.
De oorlog heeft den landman van
zijne velden verwijderd en hem in aan
raking gebracht met personen uit alle
standen der maatschappij, zoodat hij
verplicht geweest is de waarde van zijn
eigen zeiven te leeren kennen, en meer
uit eigen beweging en overtuiging te
handelen. Na de oorlog terug aan zijne
gewone bezigheden overgelaten, heeft
hij hem persoonlijk overtuigd van de
mogelijkheid de opbrengsten zijners ak
kers te kunnen doen verhoogen waarop
hij zich met alle zijne krachten heeft toe
gelegd.
Allen die een weinig op de hoogte zijn
van het landbouwleven.zijn verwonderd
te zien hoe gemakkelijk de landbouwers
zich de nieuwe gedachten aanpassen en
hoe rap zij weten gebruik te maken van
den vooruitgang in machienenbouw
voor hun vak, zoodat het verstand der
nieuwe geslachten veel ontwikkeld
wordt in evenredigheid der omstandig
heden en der middelen die zij ter hunne
beschikking hebben.
Aan niet-landbouwers zeggen wij
om u te overtuigen van al de moeielijk-
heden die de landman bij 't uitoefenen
van zijn bedrijf ontmoet, moet gij de
zaak grondig onderzoeken.
Onvaste prijzen, ziekte of ongelukken
in den stal gebrek aan handenarbeid,
ofwel zoo deze er is, betaling aan hooge
prijzen, niet meer in evenredigheid met
de waarde van het uitgevoerde werk
gedurige en bijna dagelijksche verande
ring der prijzen van zaaigoed, landvet-
ten en voedermiddelen. Vergeet ook niet
de taksen waarmee de landbouwers be
legd worden het verbod v$n uitvoer
hunner voortbrengselen naar den vreem
de waar zij alles veel duurder zouden
kunnen verkoopen als hier. De land
bouwers, die ook als groote verbruikers
moeten aanzien worden, ondergaan meer
als gelijk wie, de wisselvalligheden der
markten, gezien zij verplicht zijn zich in
den handel en de nijverheid te voorzien
van al hunne benoodigdheden.
Niemand kan het de landbouwers ten
kwade duiden, dat zij rekening houden
van voorgaande feiten.
Velen zouden verwonderd zijn moes
ten wij bewijzen dat de landbouw min
der als 10 percent opbrengt.Dit is noch
tans zoodanig waar dat in zake land
bouw het onmogelijk is de waarde der
gebouwen door jaardoodingen af te
leggen, daar de geringe winst enkel be
trek kan hebben op de opbrengst der
velden.
Indien de landbouw zulke bron van
rijkdom ware, we zouden al die land
verhuizingen van op den buiten naar de
nijverheidscentrums niet bijwonen de
werklieden onzer buitendorpen zouden
in de landbouwstreken blijven, in de
hoop ook eens landeigenaar te worden.
Wat al uitgaven en onkosten hebben
de landbouwers niet moeten doen, om
hun vee te vervangen, hun materieel te
hernieuwen. Wij zien dat de credieten
en voorschotten aan de landbouwers
gedaan dagelijks toenemen en dat er
verschillige landbouwsyndicaten ont
staan gezien de verschillige moeielijkhe-
den die de landbouwers ontmoeten om
hunne velden doelmatig en winstgevend
te kunnen bewerken.
Bij gebrek aan tijd zijn de landbou
wers niet in staat hunne vruchten aan
den man te brengen. Zij hangen af van
eene gansche reeks tusschenpersonen die
op hunne vruchten spekuleeren en ze
aan het publiek aan hooge prijzen ver
koopen. Is het dan hunne fout dat de
prijs der levensmiddelen overdreven
schijnt. In alle rechtzinnigheid gespro
ken moeten wij zeggen dat het grootste
deel der verkoopprijzen der landbouw
producten den landbouwer ontgaat, en
dat men hem dus niet mag beschuldigen
dat hij zich verrijkt door de opbrengst
zijner velden.
Wij zeggen dus aan alle niet-landbou
wers, aan stedelingen en burgers, richt
u beter in op commercieel gebied en laat
de brave buitenlieden, die noch tijd noch
moeite sparen om u helpen te leven, in
vrede. Steunt de landbouwers met over
al hunne belangen te verdedigen, belan
gen die ook de uwe zijn. Want zonder
den geest van spaarzaamheid, werk
zaamheid en zelfopoffering, die eigen is
aan den landman, zoudt gij in eenen toe
stand komen, waarvan de ernst en hef
gevaar niet te onderschatten zijn.
E. B.
Nota van de Redactie. Het doet
ons genoegen zoo een artikel in een
Brusselsch blad te ontmoeten. Het geeft
ons de overtuiging dat ook in de stads-
middens andere gedachten ontstaan en
dat men ook daar meer om meer over
tuigd wordt dat de boeren ook men-
schen zijn.
Wij hebben de eer aan alle le
den en belanghebbenden te vra
gen zich zonder uitstel te laten in
schrijven voor de volgende waren:
PLANTAARDAPPELEN
Eerstelingen vroege en late.
Idealen.
Eigenheimers (Krugers).
Roode Stars.
Industrie van Polen.
Industrie van Ardennen.
ZAAIGRANEN
Rogge Petkus.
Buhlendorf.
Eecloo.
Kirsches-staalrogge.
Tarwe Dattel.
Wilhelmina.
Victoria.
Dubbele Standupp.
PULPEN
Geleverd door de fabrieken van
Moerbeke of Selzaete, aan 445 fr.
met garantie van afslag.
Gewestelijke agentschappen voorver
koop van
VEREDELDE ZAAIGRANEN
worden aangeboden door
Oude ernstige Belgische firma van
eerste belangrijkheid voor ieder der vol
gende plaatsen en omstreken
1, Aalst2. Sottegem 3 Oosterzeele.
Een agentschap per aangeduide
plaats.
NIETS AAN TE LEEREN.
Eerlijkheid, wilskracht, volharding en
kel vereischt.
Schrijven ZADEN, bureel van te
genwoordig dagblad.
N, B. De kandidaten kunnen een der
aangeduide plaatsen of eene naburige
gemeente bewonen.
In een vorige bijdrage hebben wij
breedvoerig uiteengedaan hoe het alleen
de mikroben waren die het zuurworden
en het bederven der melk teweeg bren
gen. Alvorens te wijzen hoe men de
melk het best van bederf kan vrijwaren,
moeten we nog een en ander aanstippen
over de ziekten der melk.
Artikel 15 der wet verbiedt den ver
koop van zure melk, die door koking
stremt, kleverige, bedorven, bittere blau
we, roode melk enz.
De stremming, wij hebben er reeds
genoeg op gesteund, wordt veroorzaakt
door het melkzuur dat door de melkzuur
bacteriën (B. lactis acidi) afgescheiden
wordt.
Vele mikrobensoorten maken de melk
kleverig tot heden zijn 16 dier mikro
bensoorten grondig bestudeerd geweest.
Zij zijn te vinden op den uier, het
strooisel, in het stremsel, in de melk
kruiken en op moerassige weiden.
De kleverigheid kan te wijten zijn aan
den Bacillus mesentericus vulgatus en
ook aan den streptococcus der besmette
lijke uierontsteking dat zijn beide pa-
thogene mikroben.
Onder de mikroben welke als speci
fiek, kenmerkend uitwerksel, de kleverig
heid teweegbrengen, melden we den
Actinobacter van Duchaux, den Bacillus
lactis pituosi van Lösfler, den Micrococ
cus lactis viscosi van Freudenreich, den
Bacterium lactis aeorogenes en vooral
twee zeer verspreide soorten: den Bacil
lus Guntheri en den Bacillus viscosus
van Adametz, en er zijn er meer.
Het zijn doorgaans mikroben die een
groot weerstandsvermogen bezitten en
soms enkele minuten lang een tempera
tuur van 80° kunnen verdragen andere
soorten vergaan op 60°. Zij woekeren in
den uier der koei waar men ze lastig kan
uitweeren. Ze kunnen groote schade
veroorzaken, namelijk in de bereiding
van den Emmenthal, zooals Burri aan
toonde.
Die mikroben leven ten koste van
melksuiker en kaasstof. Als afscheidings-
produkten geven ze alcohol, melkzuur,
koolzuurgas en waterstof. Het beste be
strijdingsmiddel is het reinigen van het
zuivelgereedschap met kokend water en
nog beter met stoom.
Soms wordt de kleverige melk als be
waarmiddel gebruikt, daar de kleverig
heid de verspreiding der andere kiemen
tegenwerkt. Zoo bijvoorbeeld gebruikt
men in Holland bij de bereiding van
Edamkaas kleverige wei, de "lange wei,,
zooals ze het noemen.
De bittere smaak der melk kan soms
aan de voeding liggen, maar het kan
soms ook te wijten zijn aan de mikroben.
Onder de voedstoffen die hier in aan
merking komen, melden we de bladeren
van rapen en beetwortels, de lupinen,
de wikke, de rauwe aardappelen en het
beschimmeld voeder.
De mikroben die den bitteren smaak
teweegbrengen doen dit meestal door
omzetting van kaasstof in peptonen
(eerste ontbindingsprodukten van eiwit
stoffen) en afscheiding van boterzuur.
We noemen hier den Microccoccus
casei. Harrisson vond ook de Torula
amara in het water dat gebruikt werd
om het zuivelgereedschap te reinigen.
Soms is de bittere smaak te wijten aan
schimmelplanten zooals Penicillium,
Oïdium en Mucors.
Een der schadelijkste uitwerkselen
dier mikroben is dat ze de opbrengst
aan boter verminderen, omdat ze de
werkzaamheid der voordeelige melk
zuurbacteriën belemmeren.
Blauwe melk is te wijten aan de ont
wikkeling van een bacil door Ehrenberg
ontdekt en door Gessard nauwkeurig
beschreven het is de Bacillus Cyano-
genus. Deze mikroob behoeft een ze
kere zuurheidsgraad en hij verbruikt het
melkzuur. Men treft hem niet aan in
gesteriliseerde melken, omdat de melk
zuurbacteriën er ontbreken. Door ver
warming op 80° wordt B. Cyanogenus
gedood.
Roode melk is ook aan verscheidene
mikrobensoorten te wijten. Melden wij
de roode Torulas, den Bacillus lactus
erythrogenes, den Micrococcus prodi-
giosus. Deze laatste ontwikkelt zich zeer
gemakkelijk in de melk op 25°; hij stremt
de melk door afscheiding van zuur en
van lebbenzijm (stremsel). De roode
plekken worden aan de oppervlakte al
leen aangetroffen en de kleurstof blijft
gehecht in den mikroob zelf en zet zich
niet uit in de melk.
De Micrococcus prodigiosus is sedert
lang gekend hij wordt in het water en
in de lucht veel aangetroffen en hij ves
tigt zich op de zetmeelhoudende stoffen
zooals brood, 't Is door dien mikroob
dat men het verschijnsel der bloedige
hostiën heeft uitgelegd en 't is aan dat
verschijnsel dat hij zijn naam te danken
heeft Micrococcus prodigiosus =won-
dermikroob.
Onder de schadelijke mikroben welke
nog in de melk kunnen aangetroffen
worden, noemen we den Bacterium coli
en den Bacterium lactis aerogenes. Het
zijn gewone bewoners der darmen en ze
geraken in de melk door de uitwerpse
len en het strooisel.
De Bacterium coli oefent zijn werking
uit tusschen 20 en 46°hij stremt de
melk in 5 a 10 dagen en geeft haar een
walgende urinereuk. Ten koste van
melksuiker grijpt door tusschenkomst
van Bacterium coli vorming plaats van
gasachtige waterstof en koolzuur. Deze
mikroob neemt de zuurstof op der ni
traten.
Door tusschenkomst Van Bacterium
aerogenes ontwikkelen zich ook gassen,
maar hij neemt bij voorkeur de zuurstof
op der nitraten en geeft in dat geval
geen aanleiding tot gasontwikkeling.
Men heeft van deze eigenschap gebruik
gemaakt in kaasmakerijen het toevoe
gen van nitraat (0 gr. 1 per 100 liters
melk) houdt de gasontwikkeling tegen
en er is aldus geen opzwellen van de
kaas te vreezen.
De Bacterium coli en aerogenes schij
nen oorzaak te zijn van den buikloop der
kalveren.
Als praktisch besluit ziehier welke
voorzorgen door meest al de schrijvers
aangeraden worden.
Men zal niet melken op het oogenblik
dat de dieren gevoed worden of dat het
strooisel ververscht wordt. Ten algemee
ne vereischte is de reinheid van den uier.
De melker zou ook zorgvuldig zijn han
den wasschen met zeep.
Wat het gereedschap betreft zal de
melk opgenomen worden in kruiken met
smalle opening. Deze kruiken worden
bij gebrek aan stoom, best met kokende
water gereinigd. Wat de melkerijkruiken
betreft, daar deze met stoom gereinigd
worden, zullen ze aldus gebruikt worden
zonder op de hoeve nog verder gereinigd
te worden.
De eerste melkstralen niet opvangen,
zeggen al de schrijvers, want ze houden
veel mikroben in. Men raadt ook nog
aan in open lucht te melken of in een spe
ciaal en proper lokaal.
Te Copenhagen werd in 1924 een
plaatselijk besluit uitgevaardigd waar
door vereischt wordt na het melken de
melk oogenblikkelijk te filteren.
Verder zal men zich wachten de melk
van 's morgens, 's noens en 's avonds te
mengen, daar aldus de temperatuur der
eerste zou stijgen waardoor de ontwik
keling der mikroben zou bevoordeeligd
worden.
Temperatuur is immers een zeer be
langrijke factor en tusschen 20° en 37°
ontwikkelen zich de melkmikroben het
best. Het is dan bij voorbeeld ook weinig
geraadzaam zooals dikwijls gebeurt
wanneer een hoeve een weinig afgelegen
is van den steenweg de kruiken melk
op de baan te plaatsen in afwachting dat
de auto of de wagen van de melkerij de
ze komt afhalen. Alleszins zal men de
kruiken in de schaduw houden, en zoo
dat niet kan, zal men ze bedekken met
dik zakkengoed dat men in water zal ge
dompeld hebbende warmte wordt dan
verbruikt om het water te verdampen en
de melk blijft koud.
Uitleggen hoe in moderne melkerijen
de mikroben bestreden worden door tem-
peratuursverhooging d. i. door pas-
teurisatie en sterilisatie is buiten de
grenzen van dit kort artikel; overigens
werd dat onderwerp vroeger in "De
Koornbloem breedvoerig uiteengedaan
door een medewerker die me in melk-
kwesties een echte bevoegdheid schijnt.
P. J. CLAUS.
Scheikundige.
De navruchten kunnen aan onze
landbouwers een oogst verschaffen
die best van pas zal komen wanneer
deversche dierenvoedsels schaarsch
worden op de hoeve.
Daarom moeten wij zorgen een
goede opbrengst te bekomen, en dit
kan alleen de bemesting bezorgen.
Voor rapen werkt men in vóór het
zaaien, 600 kg. Superphosphaat, 200
kg. Chloorpotasch en 400 kg. Soda-
nitraat van Chili per hectare voor
spurrie zal men iets minder Soda-
nitraat gebruiken 250 tot 300 kg. per
hectare zijn hier voldoende voor
vlinderbloemigen, 800 kg. Thomas
slakken, 250 kg. Chloorpotasch en
100 kg. Sodanitraat van Chili. Ein
delijk voor wortels mag men zich ver
genoegen met het uitstrooien in
tweemaal, op den stoppel, van 400
tot 500 kg. Sodanitraat van Chili.
vbASBRAfiD De üandboaaiefs miskendI
ingezonden.