REDT U f ZELVEN Arbeid adelt Landbouwweekblad AAN DE LEDEN Wi, zoeken Dienstwillige Personen. "Ziekten" der Melk en Melk behandelingen De Navruchten moet steecis de leus zijn van alle landbouwers. LANDBOUWERS, leest en verspreidt De Koornbloem Geeft uw blad voort aan vrienden en ken nissen. CDetens^happelijl^e bijdrage ZONDAG 2 OOGST 1925. Prijs 12 centiemen. 7de JAARGANG N\ 344 Abonnementsprijs 6,00 frank 'a jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Wij lezen in het dagblad Etoile Beige van 9 Juli volgend artikel Vóór den oorlog leverde Rus land meer dan 90 van al het vlas dat in de wereld verwerkt wierd omdat zij uit oorzaak van bijzonder gunstige voorwaarden de vlasteelt in meest al de andere landen kon verdringen. Wij hoeven maar naar Duitschland te zien dat in 1875 on geveer 215.000 Ha vlas verbouw de en pas vóór den oorlog nog slechts 17.000 Ha. Hetzelfde geldt hier voor Frankrijk en België. Frankrijk verbouwde in 1875 79.000 Ha vlas en in 1913 nog slechts 28.000 Ha. België had in 1890, 40.000 Ha vlas en in 1914 nog slechts 13.000 Ha. Alhoewel die teelt dus een neiging tot ver minderen schijnt aan te nemen, blijft de spin- en weefnijverheid in die landen nog bestaan en neemt zelf gedurig een grootere uitbrei ding. Dit is te danken aan het feit dat veel vreemd vlas wordt inge voerd en dat het Katoen een rui me plaats in die nijverheden begint in te nemen. De oorlog maakte alle vlasin- voer onmogelijkbovengenoemde landen moesten zich dus wel meer op de vlasteelt toe leggen. Zoo kregen we volgende toestanden: 1914 1919 1920 België 13.000 19.000 48.000 Holland 7.000 8.000 21.000 Duitschl. 13.000 60.000 85.000 Vlas behoort tot die gewassen, welke niet te vaak op hetzelfde veld mogen terugkeeren. De Bel gische vlaskweekers teelden het vroeger slechts na ommekomst van 15 a 20 jaar. Aangemoedigd door de hoogere prijzen is dit tijdstip tot 5 a 10 jaar ingekort, maar de ge volgen zijn niet achterwege geble ven, wanneer het althans waar is, 't geen beweerd wordt, dat het Belgische vlas niet meer zoo goed is als voorheen. De reden, waarom het vlas niet te vaak op hetzelfde veld mag te rugkeeren is niet met zekerheid be kend. Het feit schijnt echter vol doende bewezen te zijn, en nu mo ge men in streken, waar vlas nog weinig verbouwd is geworden, het met voordeel in een betrekkelijk korten tijd op 't zelfde veld kunnen doen terugkeeren, in 't algemeen verdient dat geene aanbeveling, maar is het beter slechts om de 10 of meer jaar vlas op 't zelfde land te bouwen. Indien de jaren te snel opéénvol gen zal men allicht de zoo schade lijke vlasziekten zien verschijnen. Omtrent de ziekten in 'tvlas is nog weinig met zekerheid bekend. Vlasbrand is voorzeker het meest verspreid onder de ziekten. In Bel gië verstaat men onder den naam van brand eene ziekte, waarbij de top des stengels zwart of bruin wordt en het onderdeel te vroeg eene gele kleur aanneemt, waar door het vlas zeer onsterk wordt. Vlasbrand wordt in het leven ge roepen door eene zwam (Astero- cystis) behoorende tot de familie der chytridineeën, die het vlas aan valt zoowel op zand als op zavel en klei. Zij maakt op vele terrei nen de teelt van dit gewas geheel onmogelijk en vertoont zich ge woonlijk op gronden, waar de vlasteelt van oudsher wordt ge dreven, maar toch ook op terrei nen waar zulks geenszins het ge val was. De vlasbrand wordt meestal zichtbaar wanneer de planten 10- 20 cm lang zijn, maar kan ook de planten in veel jeugdiger toestand aantasten, zelfs als nog maar alleen de zaadlobben voor den dag zijn gekomen en ook eerst op lateren leeftijd, soms eerst wanneer de plant reeds bloeit. De verschijnselen zijn de vol gende de bladeren beginnen van onderen op te drogen, de zaad lobben het eerst. Deze organen die bij gezonde planten zeer lang, tot zelfs na den bloeitijd groen blijven, worden bij aangetaste planten reeds op zeer jeugdigen leeftijd geel. Spoedig zet zich dit geel worden der bladeren naar bo ven toe voort, soms aan den eenen kant van den stengel sneller dan aan den anderen. Intusschen is de lengtegroei der plant zeer belem merd, zoodat de bladeren, die zich aan den top van den stengel ont plooien, dicht bijeen staan. Is de verdorring der bladeren tot dicht aan den top van den stengel gena derd, dan buigt deze zich neer waarts en verkwijnt plotseling, waarbij de bladeren bruin worden. De stengel die tot zoolang geel groen was begint nu ook van den top af bruin te worden en sterft geheel af. Meestal gaan de planten dood. Toch kunnen door brand aange taste vlasplanten ook in leven blij ven. Dan blijven zij echter altijd klein en armoedig omdat de onder ste bladeren van den stengel ge storven zijn. Wanneer op een land de ziekte zich 't eerst vertoont, geschiedt dit gewoonlijk op bepaalde plek ken brandplekken die elk jaar dat op 't zelfde terrein weer vlas wordt geteeld, grooter worden om zich eindelijk op het gansche veld te verspreiden. 't Is gewoonlijk in de maand Mei dat de ziekte te voorschijn komt en zich veropenbaart door die vlekken ^oor welke zij de ont wikkeling der planten sterk bena- deeligt. Immers de planten worden dan geel, verdorren en buigen zich aan hun uiteinden. Indien het we der iets of wat vochtig is, wordt het gansche veld allicht met die vlekken besmet. Vele van de plan ten komen nog tamelijk goed op, andere blijven klein en de meeste verdrogen ter plaatse. Die ziekte is voor het eerst in ons land ontdekt geworden door de Wildeman, later door E. Mar- chal ze bestaat insgelijks in Hol land, Frankrijk en Duitschland. Andere planten kunnen ook door dezelfde zwam worden over vallen. E. Marchal heeft de Aste- rocystis-zwam teruggevonden op porei, radijzen, rapen, raapkoolen, salade, luzerne enz. De parasiet schuilt in de wor tels der planten, bijzonder in de wortelvezels. De besmetting ge beurt langs de uiteinden der wor tels en alleenlijk wanneer de plant zeer jong is t. t. z. 13 a 18 dagen na de ontkieming. Daarna verme nigvuldigt zich de Asterocystis zeer snel in de plant zonder dat men weet hoe dat feitelijk ge schiedt. Om de vlasbrand te bestrijden, hoeve men te letten dat men geen vlas zaaie op landen waarop de ziekte vroegere jaren tierde men zal minstens 7 a 10 jaar wachten, zegt E. Marchal. Men zal ook goed doen met de aangetaste plan ten uit te trekken en ze te verbran den zoohaast de ziekte intreedt. L. MORTELMANS. Wij moeten ons krachtdadig verzet- I ten tegen het gedacht, maar te algemeen verspreid, dat meest al de landbouwers lieden zijn die niet meegaan op de baan van socialen en intellectueelen vooruit gang. Verre verwijderd van alle politieke twisten verdedigen ze zich niet of toch slecht. Men miskent ze door alle kwaad naar hun aangezicht te slingeren. Hoe dikwijls wordt er niet gezegd dat de land bouwers enkel belang stellen in hunne beurs, zonder zich te bekommeren met de algemeene belangen. Deze die bewe ren dat de boeren uitbuiters zijn, dwalen grootelijks en bevestigen daarmeê hunne onwetendheid in zake landbouw. Sedert den oorlog zijn de toestanden gansch veranderd. Vele groote grond eigenaars zijn verdwenen, daar ze hunne goederen hebben verkocht. De land bouwers kochten met het zweet van hunnen arbeid het land waarop zij leef den. De gronden zijn meestal veranderd van eigenaar ten bate van gansch de bevolking. Dank aan eene buitengewone kracht inspanning gedurende de vijandelijkhe den hebben de landbouwers met be perkte middelen eenige winsten verwe zenlijkt, die men hun hedendaags mis- jont, wanneer integendeel men hun zou moeten geluk wenschen het onmogelijke te hebben gedaan gedurende die moeie- lijke tijden om de bevolking allerhande eetwaren te verschaffen. België heeft zooveel landbouwlieden en landeigenaars als er werklieden zijn in de nijverheid, dus ongeveer 1,300000 mannen en vrouwen die enkel leven met de vruchten van den landbouw. Waarom is de landbouwer altijd het voorwerp van beknibbeling vanwege den stedeling, die hem verwijt en be schuldigt dat hij de oorzaak is van het duur leven, wanneer de landbouwer zelf er ook de gevolgen moet van dragen. Mag men het den landbouwer ten kwa de nemen dat hij ook zijne waren ten beste verkooptIndien men de heden- daagsche prijzen der landbouwvoort- brengselen vergelijkt met de vooroor - logsche, dan moeten wij bevestigen dat deze prijzen in vergelijking met deze toe gepast door de verschillige handelaars nog beneden het algemeen coëfficiënt gebleven zijn. Van op den dag dat de wereldvrede geteekend was waren alle landbouwers, eigenaars zoowel als pachters, bekom merd om practische middelen te vinden, ten einde het land zijn hoogste opbrengst te doen geven. Deze bekommernis was een der oorzaken van den grooten voor uitgang op landbouwgebied die wij sinds eenige jaren met genoegen kunnen op merken. De oorlog heeft den landman van zijne velden verwijderd en hem in aan raking gebracht met personen uit alle standen der maatschappij, zoodat hij verplicht geweest is de waarde van zijn eigen zeiven te leeren kennen, en meer uit eigen beweging en overtuiging te handelen. Na de oorlog terug aan zijne gewone bezigheden overgelaten, heeft hij hem persoonlijk overtuigd van de mogelijkheid de opbrengsten zijners ak kers te kunnen doen verhoogen waarop hij zich met alle zijne krachten heeft toe gelegd. Allen die een weinig op de hoogte zijn van het landbouwleven.zijn verwonderd te zien hoe gemakkelijk de landbouwers zich de nieuwe gedachten aanpassen en hoe rap zij weten gebruik te maken van den vooruitgang in machienenbouw voor hun vak, zoodat het verstand der nieuwe geslachten veel ontwikkeld wordt in evenredigheid der omstandig heden en der middelen die zij ter hunne beschikking hebben. Aan niet-landbouwers zeggen wij om u te overtuigen van al de moeielijk- heden die de landman bij 't uitoefenen van zijn bedrijf ontmoet, moet gij de zaak grondig onderzoeken. Onvaste prijzen, ziekte of ongelukken in den stal gebrek aan handenarbeid, ofwel zoo deze er is, betaling aan hooge prijzen, niet meer in evenredigheid met de waarde van het uitgevoerde werk gedurige en bijna dagelijksche verande ring der prijzen van zaaigoed, landvet- ten en voedermiddelen. Vergeet ook niet de taksen waarmee de landbouwers be legd worden het verbod v$n uitvoer hunner voortbrengselen naar den vreem de waar zij alles veel duurder zouden kunnen verkoopen als hier. De land bouwers, die ook als groote verbruikers moeten aanzien worden, ondergaan meer als gelijk wie, de wisselvalligheden der markten, gezien zij verplicht zijn zich in den handel en de nijverheid te voorzien van al hunne benoodigdheden. Niemand kan het de landbouwers ten kwade duiden, dat zij rekening houden van voorgaande feiten. Velen zouden verwonderd zijn moes ten wij bewijzen dat de landbouw min der als 10 percent opbrengt.Dit is noch tans zoodanig waar dat in zake land bouw het onmogelijk is de waarde der gebouwen door jaardoodingen af te leggen, daar de geringe winst enkel be trek kan hebben op de opbrengst der velden. Indien de landbouw zulke bron van rijkdom ware, we zouden al die land verhuizingen van op den buiten naar de nijverheidscentrums niet bijwonen de werklieden onzer buitendorpen zouden in de landbouwstreken blijven, in de hoop ook eens landeigenaar te worden. Wat al uitgaven en onkosten hebben de landbouwers niet moeten doen, om hun vee te vervangen, hun materieel te hernieuwen. Wij zien dat de credieten en voorschotten aan de landbouwers gedaan dagelijks toenemen en dat er verschillige landbouwsyndicaten ont staan gezien de verschillige moeielijkhe- den die de landbouwers ontmoeten om hunne velden doelmatig en winstgevend te kunnen bewerken. Bij gebrek aan tijd zijn de landbou wers niet in staat hunne vruchten aan den man te brengen. Zij hangen af van eene gansche reeks tusschenpersonen die op hunne vruchten spekuleeren en ze aan het publiek aan hooge prijzen ver koopen. Is het dan hunne fout dat de prijs der levensmiddelen overdreven schijnt. In alle rechtzinnigheid gespro ken moeten wij zeggen dat het grootste deel der verkoopprijzen der landbouw producten den landbouwer ontgaat, en dat men hem dus niet mag beschuldigen dat hij zich verrijkt door de opbrengst zijner velden. Wij zeggen dus aan alle niet-landbou wers, aan stedelingen en burgers, richt u beter in op commercieel gebied en laat de brave buitenlieden, die noch tijd noch moeite sparen om u helpen te leven, in vrede. Steunt de landbouwers met over al hunne belangen te verdedigen, belan gen die ook de uwe zijn. Want zonder den geest van spaarzaamheid, werk zaamheid en zelfopoffering, die eigen is aan den landman, zoudt gij in eenen toe stand komen, waarvan de ernst en hef gevaar niet te onderschatten zijn. E. B. Nota van de Redactie. Het doet ons genoegen zoo een artikel in een Brusselsch blad te ontmoeten. Het geeft ons de overtuiging dat ook in de stads- middens andere gedachten ontstaan en dat men ook daar meer om meer over tuigd wordt dat de boeren ook men- schen zijn. Wij hebben de eer aan alle le den en belanghebbenden te vra gen zich zonder uitstel te laten in schrijven voor de volgende waren: PLANTAARDAPPELEN Eerstelingen vroege en late. Idealen. Eigenheimers (Krugers). Roode Stars. Industrie van Polen. Industrie van Ardennen. ZAAIGRANEN Rogge Petkus. Buhlendorf. Eecloo. Kirsches-staalrogge. Tarwe Dattel. Wilhelmina. Victoria. Dubbele Standupp. PULPEN Geleverd door de fabrieken van Moerbeke of Selzaete, aan 445 fr. met garantie van afslag. Gewestelijke agentschappen voorver koop van VEREDELDE ZAAIGRANEN worden aangeboden door Oude ernstige Belgische firma van eerste belangrijkheid voor ieder der vol gende plaatsen en omstreken 1, Aalst2. Sottegem 3 Oosterzeele. Een agentschap per aangeduide plaats. NIETS AAN TE LEEREN. Eerlijkheid, wilskracht, volharding en kel vereischt. Schrijven ZADEN, bureel van te genwoordig dagblad. N, B. De kandidaten kunnen een der aangeduide plaatsen of eene naburige gemeente bewonen. In een vorige bijdrage hebben wij breedvoerig uiteengedaan hoe het alleen de mikroben waren die het zuurworden en het bederven der melk teweeg bren gen. Alvorens te wijzen hoe men de melk het best van bederf kan vrijwaren, moeten we nog een en ander aanstippen over de ziekten der melk. Artikel 15 der wet verbiedt den ver koop van zure melk, die door koking stremt, kleverige, bedorven, bittere blau we, roode melk enz. De stremming, wij hebben er reeds genoeg op gesteund, wordt veroorzaakt door het melkzuur dat door de melkzuur bacteriën (B. lactis acidi) afgescheiden wordt. Vele mikrobensoorten maken de melk kleverig tot heden zijn 16 dier mikro bensoorten grondig bestudeerd geweest. Zij zijn te vinden op den uier, het strooisel, in het stremsel, in de melk kruiken en op moerassige weiden. De kleverigheid kan te wijten zijn aan den Bacillus mesentericus vulgatus en ook aan den streptococcus der besmette lijke uierontsteking dat zijn beide pa- thogene mikroben. Onder de mikroben welke als speci fiek, kenmerkend uitwerksel, de kleverig heid teweegbrengen, melden we den Actinobacter van Duchaux, den Bacillus lactis pituosi van Lösfler, den Micrococ cus lactis viscosi van Freudenreich, den Bacterium lactis aeorogenes en vooral twee zeer verspreide soorten: den Bacil lus Guntheri en den Bacillus viscosus van Adametz, en er zijn er meer. Het zijn doorgaans mikroben die een groot weerstandsvermogen bezitten en soms enkele minuten lang een tempera tuur van 80° kunnen verdragen andere soorten vergaan op 60°. Zij woekeren in den uier der koei waar men ze lastig kan uitweeren. Ze kunnen groote schade veroorzaken, namelijk in de bereiding van den Emmenthal, zooals Burri aan toonde. Die mikroben leven ten koste van melksuiker en kaasstof. Als afscheidings- produkten geven ze alcohol, melkzuur, koolzuurgas en waterstof. Het beste be strijdingsmiddel is het reinigen van het zuivelgereedschap met kokend water en nog beter met stoom. Soms wordt de kleverige melk als be waarmiddel gebruikt, daar de kleverig heid de verspreiding der andere kiemen tegenwerkt. Zoo bijvoorbeeld gebruikt men in Holland bij de bereiding van Edamkaas kleverige wei, de "lange wei,, zooals ze het noemen. De bittere smaak der melk kan soms aan de voeding liggen, maar het kan soms ook te wijten zijn aan de mikroben. Onder de voedstoffen die hier in aan merking komen, melden we de bladeren van rapen en beetwortels, de lupinen, de wikke, de rauwe aardappelen en het beschimmeld voeder. De mikroben die den bitteren smaak teweegbrengen doen dit meestal door omzetting van kaasstof in peptonen (eerste ontbindingsprodukten van eiwit stoffen) en afscheiding van boterzuur. We noemen hier den Microccoccus casei. Harrisson vond ook de Torula amara in het water dat gebruikt werd om het zuivelgereedschap te reinigen. Soms is de bittere smaak te wijten aan schimmelplanten zooals Penicillium, Oïdium en Mucors. Een der schadelijkste uitwerkselen dier mikroben is dat ze de opbrengst aan boter verminderen, omdat ze de werkzaamheid der voordeelige melk zuurbacteriën belemmeren. Blauwe melk is te wijten aan de ont wikkeling van een bacil door Ehrenberg ontdekt en door Gessard nauwkeurig beschreven het is de Bacillus Cyano- genus. Deze mikroob behoeft een ze kere zuurheidsgraad en hij verbruikt het melkzuur. Men treft hem niet aan in gesteriliseerde melken, omdat de melk zuurbacteriën er ontbreken. Door ver warming op 80° wordt B. Cyanogenus gedood. Roode melk is ook aan verscheidene mikrobensoorten te wijten. Melden wij de roode Torulas, den Bacillus lactus erythrogenes, den Micrococcus prodi- giosus. Deze laatste ontwikkelt zich zeer gemakkelijk in de melk op 25°; hij stremt de melk door afscheiding van zuur en van lebbenzijm (stremsel). De roode plekken worden aan de oppervlakte al leen aangetroffen en de kleurstof blijft gehecht in den mikroob zelf en zet zich niet uit in de melk. De Micrococcus prodigiosus is sedert lang gekend hij wordt in het water en in de lucht veel aangetroffen en hij ves tigt zich op de zetmeelhoudende stoffen zooals brood, 't Is door dien mikroob dat men het verschijnsel der bloedige hostiën heeft uitgelegd en 't is aan dat verschijnsel dat hij zijn naam te danken heeft Micrococcus prodigiosus =won- dermikroob. Onder de schadelijke mikroben welke nog in de melk kunnen aangetroffen worden, noemen we den Bacterium coli en den Bacterium lactis aerogenes. Het zijn gewone bewoners der darmen en ze geraken in de melk door de uitwerpse len en het strooisel. De Bacterium coli oefent zijn werking uit tusschen 20 en 46°hij stremt de melk in 5 a 10 dagen en geeft haar een walgende urinereuk. Ten koste van melksuiker grijpt door tusschenkomst van Bacterium coli vorming plaats van gasachtige waterstof en koolzuur. Deze mikroob neemt de zuurstof op der ni traten. Door tusschenkomst Van Bacterium aerogenes ontwikkelen zich ook gassen, maar hij neemt bij voorkeur de zuurstof op der nitraten en geeft in dat geval geen aanleiding tot gasontwikkeling. Men heeft van deze eigenschap gebruik gemaakt in kaasmakerijen het toevoe gen van nitraat (0 gr. 1 per 100 liters melk) houdt de gasontwikkeling tegen en er is aldus geen opzwellen van de kaas te vreezen. De Bacterium coli en aerogenes schij nen oorzaak te zijn van den buikloop der kalveren. Als praktisch besluit ziehier welke voorzorgen door meest al de schrijvers aangeraden worden. Men zal niet melken op het oogenblik dat de dieren gevoed worden of dat het strooisel ververscht wordt. Ten algemee ne vereischte is de reinheid van den uier. De melker zou ook zorgvuldig zijn han den wasschen met zeep. Wat het gereedschap betreft zal de melk opgenomen worden in kruiken met smalle opening. Deze kruiken worden bij gebrek aan stoom, best met kokende water gereinigd. Wat de melkerijkruiken betreft, daar deze met stoom gereinigd worden, zullen ze aldus gebruikt worden zonder op de hoeve nog verder gereinigd te worden. De eerste melkstralen niet opvangen, zeggen al de schrijvers, want ze houden veel mikroben in. Men raadt ook nog aan in open lucht te melken of in een spe ciaal en proper lokaal. Te Copenhagen werd in 1924 een plaatselijk besluit uitgevaardigd waar door vereischt wordt na het melken de melk oogenblikkelijk te filteren. Verder zal men zich wachten de melk van 's morgens, 's noens en 's avonds te mengen, daar aldus de temperatuur der eerste zou stijgen waardoor de ontwik keling der mikroben zou bevoordeeligd worden. Temperatuur is immers een zeer be langrijke factor en tusschen 20° en 37° ontwikkelen zich de melkmikroben het best. Het is dan bij voorbeeld ook weinig geraadzaam zooals dikwijls gebeurt wanneer een hoeve een weinig afgelegen is van den steenweg de kruiken melk op de baan te plaatsen in afwachting dat de auto of de wagen van de melkerij de ze komt afhalen. Alleszins zal men de kruiken in de schaduw houden, en zoo dat niet kan, zal men ze bedekken met dik zakkengoed dat men in water zal ge dompeld hebbende warmte wordt dan verbruikt om het water te verdampen en de melk blijft koud. Uitleggen hoe in moderne melkerijen de mikroben bestreden worden door tem- peratuursverhooging d. i. door pas- teurisatie en sterilisatie is buiten de grenzen van dit kort artikel; overigens werd dat onderwerp vroeger in "De Koornbloem breedvoerig uiteengedaan door een medewerker die me in melk- kwesties een echte bevoegdheid schijnt. P. J. CLAUS. Scheikundige. De navruchten kunnen aan onze landbouwers een oogst verschaffen die best van pas zal komen wanneer deversche dierenvoedsels schaarsch worden op de hoeve. Daarom moeten wij zorgen een goede opbrengst te bekomen, en dit kan alleen de bemesting bezorgen. Voor rapen werkt men in vóór het zaaien, 600 kg. Superphosphaat, 200 kg. Chloorpotasch en 400 kg. Soda- nitraat van Chili per hectare voor spurrie zal men iets minder Soda- nitraat gebruiken 250 tot 300 kg. per hectare zijn hier voldoende voor vlinderbloemigen, 800 kg. Thomas slakken, 250 kg. Chloorpotasch en 100 kg. Sodanitraat van Chili. Ein delijk voor wortels mag men zich ver genoegen met het uitstrooien in tweemaal, op den stoppel, van 400 tot 500 kg. Sodanitraat van Chili. vbASBRAfiD De üandboaaiefs miskendI ingezonden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1