REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Maatschappelijke Ontwikkeling
Op rondreis door Hageland en Haspengouw
Katalyseerende en radioaktieve Meststoffen
Landbouwweekblad
De Navruchten
De Hopmarkt van Aalst
EEN DREIGEND
GEVAAR
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
CDetens(»happelijl{e bijdpage
mmMïi
lammiuiiiim^^Mii^FJ^gHwaBWBPwwwppwBW!
ZONDAG 13 SEPT. 1925.
Priji 12 centiemen.
7de JAARGANG N\ 350
Abonnementsprijs i 6..ÖÖ frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord,
Buresl en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke OpstellerORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Een aandachtige lezing van het voor
gaande artikel zal den lezer op duidelijke
wijze het groot verschil tusschen nijver
heid en landbouwbedrijf hebben aange
toond, en 't zal hem dan ook geenszins
verwonderen, dat beider ontwikkeling
niet in gelijke mate is vooruitgegaan.
Als we in het eerste artikel schreven
dat in onze technieke eeuw van den
mensch 'n andere kracht gevergd wordt
n.l. hoofdwerk met als bewijs eene reeks
voorbeelden uit de gewone gang onzer
maatschappij, en als het tweede artikel
er naar gericht was, om het verschil tus
schen de groote factoren der maatschap -
pij bloot te leggen, waardoor we zagen
dat het wetenschappelijk uitbaten van
het landbouwbedrijf moeilijker is dan 't
uitbaten van 'n handels- of nijverheids
onderneming, dan moeten we na een
kleine overweging van dat alles inzien,
dat de landbouwers zich op hoofdwerk
grondiger hebben toe te leggen als elk
ander lid der maatschappij.
Inderdaad er zijn weinige nijverheids-
bedrijven waar de verscheidenheid der
werkingen zoo talrijk, het materiaal zoo
verschillend, de toestanden zoo veran
derlijk zijn als in den landbouw en waar
dus, als we de puntjes op de i s willen
hebben, 1.1. z. als we de uitbating ge
heel wetenschappelijk wenschen gedaan
te zien, zoo 'n ontwikkeling en verschei
denheid aan wetenschap gevergd wordt
van den bedrijfsleider.
Daarover willen we hier geen lange
aanhalingen geven, wekelijks verschijnen
in dit blad wetenschappelijk studie's,
waarvan de kennis den landman veel
nut bijbrengt.
Al wat we hooger schreven liep over
de economische toestanden in de maat
schappij. Moesten we nu op sociaal ge
bied de toestanden in de maatschappij
nagaan, daarbij aanteekenend de huidige
toestanden en verhouding in den land
bouwersstand en de andere beroepen,
dan zouden we weerom groote verschil
len hebben aan te stippen en we zouden
spoedig inzien dat op sociaal gebied de
landbouwer wel de meest verachterde is.
De jongste jaren zagen we talrijke
wetten in voege komen om handel en
nijverheid te beschermen en vooruit te
helpen, rechten en plichten van den
werkgever en werknemer werden be
studeerd, gewikt en gewogen, en alles
wordt er schier door wettelijke regeling
inde goede richting gehouden, en zulks
niet alleen met wetten die 't economi
sche welzijn van beide groepen.beoogen,
maar ook in zake sociale wetgeving
werden schoon alles nog niet gedaan
is groote stappen vooruitgezet, be
halve voor den landbouwersstand waar
voor tot nog toe schier niets werd ge
daan, dan jaren lang... beloofd.
Mogelijks is de groote vooruitgang
in zake economische en sociale wetge
ving voor andere beroepen, 't gevolg
van de groote macht waarover die be
schikken, maar 't is toch 'n feit En zijn
die toestanden enkel zoo geworden uit
vrees voor die macht, dan spreekt zulks
geenszins in 't voordeel van onze maat
schappelijke leiders. Haast allen, die van
over 20 jaar aan 't roer staan, zijn en
waren 't vroeger ook, zeggen ze nu
er van overtuigd dat een doortastend
ingrijpen, in onze landelijke wetgeving
dringend is, en toch is er eene kiespe-
riode noodig om al die vraagstukken te
doen oprakelen. Na enkele dagen wor
den ze dan weer in de kartons geduwd
tot n volgende gelegenheid.
In den jongsten kiesstrijd werden de
boeren uit het Walenland bedonderd
van alle zijden, omdat die menschen.moe
van 't bedelen, overvoldaan van belof
ten, het aandierven zelf middelen in 't
werk te stellen om hun goed recht te
nemen.
Nu en dan hooren we wel eens, dat
goede sociale wetgeving in zake land
bouw moeilijk te verwezenlijken is.
Zulks kan ten deele waar zijn, maar met
'n greintje goeden wil kunnen toch ver-
schillige punten spoedig worden gere
geld, o. m. pachtwet, wettelijke regeling
van huurprijs en prijzij, overeenkomst
tusschen eigenaar en huurder in zake
grondverbetering. Die punten kunnen
door onze wetgeving in weinig tijds
worden opgelost daarenboven is er
nog veel te doen in zake tegemoetko
ming en bescherming van speciale en
plaatselijke kuituren, die dikwijls den
bloei van heele streken meebrengen,
bescherming van invoer enz. enz.
Er is verbetering gekomen in het stof
felijk leven van ons boerenvolk. Edoch
is die verbetering het loon naar wer
ken wel in verhouding met de lots
verbetering die in de andere standen is
waar te nemen Och kom daar is bij
lange geen schijn van. We meenen het
overbodig daarover uit te weiden. Het
meerendeel onzer kleine bedrijvers, die
toch 't grootste getal uitmaken weten
wat arbeid en zorgen er van hen ge-
verd wordt en wat er bij te verdienen is.
Als slot van dat alles mogen we ge
rust zetten Er is in België en vooral in
Vlaanderen voor en door het boeren
volk nog oneindig veel te doen.
H, L.
De zalige verlofdagen boden me de
gustige gelegenheid een bezoek te bren
gen aan de talrijke vrienden uit Hage
land en Haspengouw en uit hun mond
heel wat belangrijke mededeelingen te
vernemen over allerhande landbouw-
kwesties.
Onder de suikerbeetplanters heerscht
andermaal eene overgroote misnoegd
heid. Een onderhoud over dit gewichtig
vraagstuk met den ouden, trouwen
vriend, Heer Philips, burgemeester en
voorzitter van regionaal suikerbeetsyn-
dikaat liet me toe de noodige inlichtin
gen in te winnen.
Alhoewel de suikerbeetvelden over-
prachtig staan en de opbrengst een zeer
rijken oogst laat beloven, toch heerscht
onder de planters een algemeene ont
moediging, omdat de huidige voorstel
len van verkoopcontracten laten voor
zien dat alle hoop op eene rechtmatige
winst eene nieuwe bittere teleurstelling
zal wezen voor onze zorgzame en voor
uitstrevende suikerbeetplanters.
Van bepaalde verkoopscontracten met
vasten verkoopprijs wil de suikerfabriek
van Thienen volstrekt niet weten. Zij
wil zich enkel steunen op een zooge
zegden speculatieprijs berekend op de
maanden October, November, Decem
ber en Januari zoodat, tenzij eene plotse
omwenteling der groothandelsprijzen,
welke voor 't oogenblik volstrekt niet te
voorzien is, zou den verkoop gebeuren
tegen 120, 130, 140 fr. de 1000 kgr.
Voor iemand die de algemeene uit
gaven wil berekenen, van huur, bewer
king, bemesting, inoogsten en vervoeren
van 1 hectaar suikerbeeten, zal het niet
moeielijk zijn om tot het besluit te ko
men, dat aan den spotprijs van 120 fr.
per 1C00 kgr. noodzakelijk zonder de
minste winst heeft gewerkt en er moeite,
zorgen en opofferingen radikaal bij in
schiet.
't Lijdt dan ook geen twijfel dat deze
wanhopige toestand gansch ontmoedi
gend inwerkt en oneindig veel bijdraagt
om deze zóó belangrijke cultuur van lie
verlede te zien verminderen en ten slotte
misschien heel en al verdwijnen.
Immers 't ware overdwaas en onver
standig vanwege den boer, om nog lan-
ger een landbouwproduct te blijven ver-
bouwen, dat hem noodzakelijk tot ver
lies leidt. Verscheidene boeren hebben
me overigens rechtzinnig verklaard, dat
ze nog juist de noodgedwongen opper
vlakte suikerbeeten zullen verbouwen
om de noodige hoeveelheid pulp als win
tervoeder te hebben.
Wat we hier betreuren is dat de sui
kerfabrikanten doofstom op dien treu-
rigen toestand blijven toezien en niet de
minste beweging op touw te zetten, om
door een geringe tegemoetkoming van
hunnentwege aan dien wanhopigen toe
stand te verhelpen.
Een vooraanstaand suikerbeetplanter
verklaarde me nog dat om het vervoer
van zijn suikerbeeten te doen hij genood
zaakt was een paar trekpaarden meer
te houden. Welnu zal dien boer tegen
120 fr. de 1000 kgr. er toe komen zijne
onkosten te dekken Wij meenen stel
lig van neen Doch iets wat onze sui
kerbeetplanters gansch goed weten is
dat de suikerfabriek nooit tot verlies zal
werken moest zulks immers gebeuren,
dan zou ze algauw hare deuren sluiten
en zeggen Boerkens, voedert uw sui
kerbeeten maar aan uw vee
Immers voor den boer bestaat er in
zake suikerbeethandel slechts één enkel
afzetgebied, namelijk de suikerfabriek,
daarnaast bestaat geen enkele andere
uitweg. Dit weten de suikerfabrikanten
maar al te best en dit is dan ook wel de
hoofdoorzaak waarom ze zich om die
jammerlijke wantoestanden bitter weinig
bekommeren.
Doch moest het zoover komen dat de
boeren beslist van de suikerbeetcultuur
afzien, dan zullen ze deze laatsten niets
te verwijten hebben, doch zich zelf
rouwmoedig op de borst mogen kloppen
met een welverdiend Mea Culpa
Indien voor wat de suikerbeetkultuur
betreft de misnoegdheid algemeen is,
buitengewoon groot is integendeel de
tevredenheid en voldoening betrekkelijk
de plantaardappelen, welke onze Hage-
Voor en door de
Landbouwers
landsche vrienden van de landbouwver-
eeniging Redt U Zeiven ontvingen
Alhoewel reeds een tal brieven van
gelukwenschen ons uit Hageland en
Haspengouw waren toegekomen, toch
hebben wij ons ter plaats zelf willen ver
zekeren van de bekomen uitslagen.Zon-
der overdrijving mogen we bevestigen
dat deze a la verwachting zijn te boven
gegaan.
Ocdar de verscheidene aardappelvel
den die we bezochten spannen deze der
Heeren Joz. Schots, Simonet R. en Lee-
naerfs Joz. verreweg de kroon. Nooit
kende men ter streke dergelijke gelijk
vormige en overheerlijke aardappelvel
den. Mocht een gunstig weder het rijp-
worden beïnvloeden, dan zal de aar
dappeloogst rijk en overvloedig wezen.
Die heeren zullen, op mijne aanvraag,
ons het genoegen doen, de bekomen
productie kwantiteit mede te deelen.
't Zal voor oas allen immers hoogst be
langrijk zijn nauwkeurig na te gaan wel
ke hoeveelheid het productievermogen
per hectare kan geven van ons veredeld
plantgoed.
Tal van vrienden verzochten me dan
ook andermaal hun hartelijken en welge-
meenden dank te willen overhandigen
aan het Bestuur van Redt U Zeiven
om het puik en prachtig geleverd plant
goed. Geen wonder dan ook dat de
aanvragen tot bekomen van plantaard-
appelen door de zorgen van R. U. Z.
aangekocht van dag tot dag aangroeien.
Overal klonken éénparig dezelfde lofbe-
tuigingen. Het valt dan ook gemakke
lijk om begrijpen dat R. U. Z. er het
algemeen vertrouwen der Hagelandsche
boeren heeft weten te veroveren, bij
zooverre dat geen enkele van al de
vrienden het p'antgoed door R. U. Z.
geleverd zou willen missen Overigens
elke dag brengt nog nieuwe inschrij
vers bij.
Met niet minder lof spreekt men ginds
over de uitslagen bekomen door den
Industrie uit Ardennen De heer
Philips bevestigde ons dat ook deze
veredelde variëteit de hoogst bevredi
gende uitslagen had opgeleverd.
Kortom we kregen overal de grootste
lof- en dankbetuigingen, welke ik des te
liever aan het bestuur van Redt U
Zeiven overmaak, omdat het hier an
dermaal een nieuw en overgroot 'succes
mag boeken, waarover het met recht en
reden fier mag zijn. In naam van al de
Hagelandsche vrienden zeg ik het be
stuur dan nogmaals hartelijk dank Gij
haaldet de welverdiende eer van uw
werk
Het Hageland en Haspengouw zijn
eveneens bij uitstek de streek der appel
boomgaarden. Deze fruitoogst is er even
eens uitstekend wel gelukt. Men treft er
waarlijk prachtboomgaarden aan enkel
met Belle Fleurs en Court-pendu
beplant. Een enkele dier boomgaarden
werd verkocht in blok voor het mooie
sommetje van 18.000 fr. De verkoop
prijs per 100 kgr. (plukken en vervoer
ten laste van den kooper) schommelde
tusschen 110 fr. a 120 fr. naarmate de
fijnheid der voormelde variëteiten. On
gelukkiglijk beschikken de fruitkweekers
er niet over de passende afzetgebieden,
zoodat het hen schier onmogelijk is van
hunne prima vruchten de rechtmatige,
loonende prijzen te onvangen. Dit is
waarlijk te betreuren.
Alhoewel het zaad der landbouwver-
eeniging er met volle handen reeds werd
uitgestrooid toch blijven de meeste boe
ren nog sceptisch voor de heerlijke uit
slagen welke dit syndikaal stelsel er zou
kunnen afwerpen.
Wilden ze zich eens voorgoed van de
noodzakelijk eener degelijke syndicale
vereeniging overtuigen, dan zou het hen
allen vrij wat beter gaan. Te meer daar
men in hun landbouwmidden heel wat
vooruitstrevende en ernstig onderlegde
jeugdige en knappe boeren aantreft,wier
verstandige ontwikkeling, oneindig veel
zou kunnen bijdragen, tot de heropbeu
ring der landelijke bevolking en meer
winstgevende uitbating van de verschei
dene landbouwtakken.
R. AKKERMANS.
De navruchten kunnen aan onze
landbouwers een oogst verschaffen
die best van pas zal komen wanneer
de versche dierenvoedsels schaarsch
worden op de hoeve.
Daarom moeten wij zorgen een
goede opbrengst te bekomen, en dit
kan alleen de bemesting bezorgen.
Voor rapen werkt men in vóór het
zaaien, 600 kg. Superphosphaat, 200
kg. Chloorpotasch en 400 kg. Soda-
nitraat van Chili per hectare voor
spurrie zal men iets minder Soda-
nitraat gebruiken 250 tot 300 kg. per
hectare zijn hier voldoende voor
vlinderbloemigen, 800 kg. Thomas
slakken, 250 kg. Chloorpotasch en
100 kg. Sodanitraat van Chili. Ein
delijk voor wortels mag men zich ver
genoegen met het uitstrooien in
tweemaal, op den stoppel, van 400
tot 500 kg. Sodanitraat van Chili.
We gaven reeds de bepaling van een
"katalysator" toen we schreven over
ammoniakbereiding volgens het Haber-
en Claudeproces. Laten we echter die
gewichtige notie herhalen: een katalysa
tor is een stof welke, in uiterst geringe
dosis aan een scheikundig midden toege
voegd, de snelheid waarmede een schei
kundige omzetting plaats grijpt, in bui
tengewone mate vermeerdert.Een kataly
sator kan enkel de reeds bestaande snel
heid vermeerderen, doch deze was dik
wijls zoo gering dat ze nul scheen, en
zoo zegt men soms, hoewel ten onrechte,
dat een katalysator een scheikundige
omzetting teweegbrengt.
Door katalyseerende meststoffen ver
staat men stoffen die gunstig zijn voor
den plantengroei, hoewel ze op de plant
niet als voedende stof werken, maar als
ophitsende stof. Een zeer geringe dosis
laat zijn invloed blijken door een aanzien
lijke meeropbrengst.
De notie van katalyseerende meststof
werd verwekt door de navorschingen
van Gabriel Bertrand omtrent den rol
van mangaanzouten in de werking der
oxydasen. d. z. diastasen (of fermenten)
door wier tusschenkomst de planten bij
machte gesteld worden de zuurstof uit de
ingeademde lucht te gebruiken en hem
met de organische stof te verbinden.
Het is een uitgemaakte zaak dat oxy
dasen onmachtig zijn in afwezigheid van
mangaanzouten.
De diastasen nu spelen den hoofdrol
in de ademhaling, verteering en andere
physiologische verrichtingen der leven
de wezens. Indien men de werking der
diastasen bevoordeeligt, zal men tevens
ook de ontwikkeling der planten begun -
stigen.
Proeven hebben deze theoretische be
schouwingen gestaafdniet lang geleden
werd bevonden door het toevoegen aan
den grond van zeer geringe hoeveelhe
den mangaanverbindingen (25 kgr per
Ha) een meeropbrengst bekomen werd
van 22,5 voor haver, 24 a 26% voor
beeten. Indien men tevens mangaan en
zink aanwendt is de meeropbrengst nog
vrij aanzienlijker.
Mangaan is voordeelig voor de Azo-
tobacters (stikstofbakteriën) en voor den
Bacillus Radicicola.
Vele andere elementen zooals boor,
arseniek, koper, fluor, baryum.ioodenz.,
toonen een katalyseerende invloedze
blijken voordeelig bij kleine dosis (b. v.
25 a 250 gram iood per Hal, schadelijk
bij grootere dosis. Hun uitwerksel is ook
voor- of nadeelig volgens de" planten
soort. In vele gevallen werd een meerop
brengst bekend gemaakt van 20,25,40,
50 tot zelfs 80 en meer!
De studie der katalyseerende meststof
fen is tot hiertoe echter nog te onvolle>-
dig om hun regelmatig gebruik aan te ra
den en om vaste regels te stellen. Tot
heden toe wordt enkel mangaan in den
landbouw gebruikt en dit nog wel op
zeer beperkte schaal. Echter is er hoogst
waarschijnlijk van de studie der katalv-
seerende meststoffen veel te verwachten.
Radioaktieve meststoffen mogen ook
onder de katalyseerende meststoffen ge
rangschikt worden: zij zijn immers geen
voedingstoffen voor de plant, maar heb
ben een stimuleerend, ophitsend effekt
en laten bij uiterst geringe dosis hun in
vloed gelden.
Iedereen dient te weten dat radioak
tieve stoffen, waaronder radium de bij
zonderste is, de wonderbare eigenschap
bezitten zich in andere stoffen van den-
zelfden aard te veranderen, terwijl tevens
stralen uitgezonden worden welke door
een bijzondere physische, scheikundige
en physiologische werkdadigheid geken
merkt zijn.
Die stralen zijn drieërleialfa,- bêta-
en gammastralen. Alfastralen bestaan uit
positief, bêtastralen uit negatief geëlek-
triseerde stofdeeltjesgammastralen zijn
identisch met X stralen maar zijn nog
meer doordringend.
(Alfa, bèta en gamma zijn de grieksche
letters voor a. b. c. Wat het woord radi
um betreft het beteekent straal)
Radioaktieve stoften zijn te vinden in
enkele mineralen (pechblende, monazite
enz) doch deze bevatten enkel 3 a 15 mil
ligrammen radioaktieve stof per ton
Door geschikte scheikundige behan
delingen worden omtrent de 4/5 radium
uit die mineralen in zuiveren toestand
gewonnenhet afvalprodukt dat nog 1 /5
radium bevat, wordt gedroogd en tot
fijn poeier gemalen en daarna met ande
re stoffen gemengd tot bekomen van een
meststof met bepaald radioaktief ver
mogen.
Het gebruik der radioaktieve meststof
fen is nog zeer beperkt. Na enkele labo
ratoriumproeven (Borchers, Tommasina,
Bertrand, Ewart enz) werden voor het
eerst in 1911 cultureele proeven aange
legd. De uitslagen stemden niet al te wel
overeen; ontegensprekelijk is het vraag
stuk nog niet uitgeput en vergt het gron
dige en methodische navorschingen.
Nochtans bleken de proeven in de
scholen van Grignon en Berthonval ver
wezenlijkt, voordeelige uitslagen op te
leveren.
Radioaktieve meststoffen zijn, zooals
we reeds zegden, katalysators en ze
schijnen voordeelig te werken op de ni-
trifikatie en zouden het assimilatie- of
vereenzelvigingsvermogen alsook de
stofwisseling begunstigen.
Verder dienen wij nog op te merken
dat door werking van radioaktieve stof
fen de zuurstof overgaat tot den vorm
van ozoon dat een groot kiemdoodend
vermogen bezitt aldus wordt een ge
deeltelijke sterilisatie" bewerkstelligd
waarover we vroeger reeds gewaagden
en waarvan de voordeelen algemeen her
kend zijn.
Stoklasa en Zdobnicky (C. R. Acad.
des sciences. Paris) hebben bestatigd dat
radioaktieve meststoffen voordeelig wer
ken bij kleine dosis. Henry Dixon, te
Dublin, (Nature Nov. 1903) bevond
een zeer flauwen invloed van radium.
G. Fabre (C. R. société de biologie)
heeft er op gewezen dat radioaktieve
stoffen organische en physiologische be
schadigingen aan de plant kunnen toe
brengen. Zoo b. v. onvruchtbaarheid der
voortplantingsorganen. Dit laatste uit
werksel wordt ook bij de dieren en bij den
mensch aangestipt.
Eindelijk hebben proeven in Illinois
(Ver. St) door Hopkins, Cyril en Sachs
aangelegd op maïs en soja, geen merke
lijke meeropbrengst gegeven (Science
1915).
Wij kunnen hieruit enkel besluiten dat
er nog niets positiefs gekend is over den
invloed der radioaktieve meststoffen en
het schijnt wel dat dit vraagstuk nog min
opgehelderd is dan dat der andere kata
lyseerende meststoffen.
Hoe .moeten wij ons praktisch verhou
den tegenover die kwesties? Heel scep-
tiek! 't is te zeggen voorloopig geen cen
ten hangen aan radioaktieve meststoffen
welke links en rechts met veel reklaam
in den handel gebracht worden. We moe*
ten wachten naar meer beslissende proe
ven en het Engelsch spreekwoord toe
passen Wait and see! Wacht en zie!
P. J. CLAUS,
Scheikundige.
Op de tweede hopmarkt vanDonder-
dag 10 Sept. was er eene tamelijk drukke
beweging. De hopoogst en hophandel
gaan hun koortsigen gang. Verleden
week waren er slechts 3 baaltjes van on
geveer 50 kilo elk ter marktditmaal
werden 30 balen van 100, 80, 70, 60kilo
ter hopmarkt aangeboden. Wij mochten
er 15 balen aantreffen van prima-kwali
teit. Deze werden verkocht tegen 1200,
1150 en 1100 fr. De verkoopprijs der
overige tweede kwaliteit schommelde
tusschen 900 a 1000 fr.
Deze hooge prijzen door de heeren
hophandelaars aangeboden worden toe
geschreven aan het feit dat sedert 15
Oogst 11. de zoogezegde bruine ziekte,,
in de Duitsche hopvelden is ingetreden,
zoodat aldaar vermoedelijk een tekort in
de opbrengst zal zijn daarbij de statis
tieken aangaande de wereldproductie
van hop, in het zooeven verschenen nr
van De Hopboer opgegeven, doen
eën vermoedelijke minder - productie
voorzien van ongeveer 370,000 cente
naren, tegenover de opbrengst van ver
leden jaar.
Vandaar dan ook dat de marktprijs
onmiddellijk steeg van 300 tot 500 goud
mark (1 goudmark 5 fr.). De terug
slag liet zich in België niet wachten
Duitschland deed onmiddellijk een druk
ke vraag naar uitheemsche hop en o. a.
naar Belgisch gewas. Tengevolge van
die drukke vraag kwam de stijging van
de prijzen tot 1000 en 1200 fr. zooals we
hooger opgaven,
i Deze prijzen, alhoewel minder hoog
dan deze voor de Duitsche hop, zijn
prachtig, aangezien er rekening moet
gehouden worden met het onloochen
baar feit, dat de kwaliteit onzer Belgi
sche hoppen voorzeker minder is dan
die onzer Duitsche naburen.
De Belgische hopboeren die tot op
heden-niet verkochten, juichen.
Terecht
Een dikke helft van de opbrengst is
echter op dit oogenblik reeds verkocht,
feit dat zonder weerga is in de annalen
van onzen hophandel. De vroeger over
eengekomen prijzen gaan van 600, 700
tot 800 fr. Deze laatste soort hopboeren
zijn echter niet zoo zeer in hun schik als
de eerste. Het is echter te hopen dat hun
spijt van verkocht te hebben vóór den
pluktijd, zich nu niet gaat uitdrukken in
een zorgeloozen pluk en een slechte of
min verzorgde droging.
Dat de hopboeren zich nu ook maar
niet gaan inbeelden, dat de hophande
laars, welke alsdan hunne hop aan lagere
prijzen kochten, om de eenvoudige reden
dat de marktprijzen alsdan niet hooger
stonden, aan die hop 'goud met volle
hoopen hebben gewonnen. Klaar als de
zon is het toch, dat de handelaars om
zich te dekken die schijnbaar goedkoope
hop, in verhouding aan de marktprijzen
van dit tijdstip hebben moeten voortver-
koopen.
Zulke redeneering ware alleszins
uiterst dwaas, en wij rekenen ten stel
ligste op het eerewoord van al onze hop
boeren, dat ze hunne hop alhoewel
aan lage prijzen verkocht even goed
zullen plukken, drogen en verzorgen en
de verkochte hoeveelheid op overeen
gekomen datum zullen leveren. Wie
aan die hoofdplichten zou te kort komen,
zou het bestuur der Hopfederatie tot z'n
groot spijt verplichten, ten opzichte der
nalatige reglementovertreders uiterst
strenge maatregelen te nemen. Eén
woord is één woord en verkocht blijft
verkocht
Sedert jaren werd de Aalstersche hop
in het buitenland niet meer gevraagd
om haar mindere kwaliteit. Dit jaar
werd door onze Belgische hophande
laars aan hun Duitsche confraters de
vaste belofte gegeven, dat de Aalster-
s:he kweekers uitzonderlijk zorgvuldig
zouden plukken en drogen. Deze belofte
gevoegd bij het mogelijk te kort aan hop
in Duitschland en de algemeene mindere
wereldproductie, wettigen de thans hoo
ge aangeboden prijzen.
De kans om, in het buitenland de
vroegere faam onzer Aalstersche hop te
herwinnen is zeer groot.
De hoppeboeren dragen thans een
groote verantwoordelijkheid Mocht
elk hopkweeker van dezen toestand be
wust zijn en de mooie kans te baat nemen,
om puike prima-hop te koop aan te
bieden.
Het Bestuur der Hopfederatie
CAM. VINCK,
Sekretaris.
Uit ingewonnen inlichtingen blijkt dat
de nieuwe Duitsche toltarieven op den
invoer van onze Belgische landbouwpro
ducten in Duitschland en welke met in
gang van 1 October a. s. in voege zul
len treden zóó verbazend hoog z(jn ge
regeld, dat ze den uitvoer van sommige
dezer producten voor de toekomst totaal
zullen stopzetten.
Zoo zullen van 1 Oktober af en dat
tot 14 Februari 1926 volgende toltarie
ven van toepassing worden
Voor aardappelen 0,25 goudmark
per 100 kgr. Na dien datum zullen de
invoerrechten zijn van 15 Febr. tot 31
Juli, 4 goudmark per 100 kgr van
1 Oogst tot 14 Febr. 0,50)goudmark per
100 kgr. (Een goudmark geldt 5 belgi-
sche franken). Voor ajuin t 20 goud
mark per 100 kgr. (hetzij 100 fr.) Voor
peren en appelen (los op wagon, dus
niet verpakt) van 25 Sept. tot 25 Nov.
6 goudmark per 100 kgr. (30 fr.) van
26 Nov. tot 24 Sept. 8 goudmark per
100 kgr. (40 fr.). Voor verpakte peren
en appelen 15 goudmark (75 fr.)
De enkele voorbeelden welke we hier
boven aanhalen zijn reeds welsprekend
genoeg en toonen genoegzaam aan, dat
het heffen van zulke uitzinnig hooge tol
tarieven opzettelijk schijnt gedaan te zijn
om allen uitvoer naar Duitschland voor
de toekomst totaal onmogelijk te maken.
Het schijnt evenwel dat het Duitsch-
Belgisch handelsverdrag, waarvan het
ontwerp ter studie ligt, minder hooge
tolrechten voorziet voor landbouwpro
ducten van Belgische oorsprong. Doch
het is een even stellig feit dat de invoer
rechten door voormeld toekomstig han
delsverdrag voorzien slechts van toepas
sing zullen worden nadat de Belgische
regeering dit verdrag zal hebben goed
gekeurd. Daarbij de nieuwe invoerrech
ten door voormeld Handelsverdrag ge
steld, alhoewel minder verheven, zullen
des niettemin nog zóó overdreven hoog
zijn, dat ze allen uitvoer dier producten
schier onmogelijk zullen maken. Zoo
zou b.v. het invoerrecht van 20 goud
mark (100 fr.) op de ajuinen door het
handelsverdrag behouden blijven. Appe
len en peren, welke tot nu toe vr(j van
tolrecht Duitschland binnen mochten
zouden nu aan zware invoerrechten on
derworpen worden.
Er dient dus vanwege de regeering
niet alleen in het belang van onze land
bouwnijverheid, maar vooral in het be
lang van onze economische handelsbe
langen een waakzaam oog in 't zeil ge-
hpuden. Tegen dergelijke zwaar druk
kende invoerrechten dient krachtdadig
protest aangeteekend.
Ook durven we verhopen dat de be
voegde ministers bij de aanstaande be
paalde onderhandelingen zich krachtda-
T K
ill
r
RNBLOEM
Ingezonden.