REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
j^ieuwe Belastingen
TOESTANDEN EN HERVORMINGEN OP
LANDBOUWGEBIED IN TCHEKO-SLOVAKIJE
PLANTAARDAPPELS
Landbouwweekblad
JlIEUWE BELASTINGEN
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
WINTERGRANEN EN
SCHEIKUNDIGE MESTSTOFFEN
ZONDAG 29 NOV. 1925
Piijè 12 centiemen.
8de JAARGANG N\ 361
Abonnementsprijs t 6,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Betalen en nog betalen be
lastingen langs hier, taksen langs
daar is heden aan de orde van
den dag. Ons ministerie die het
vast besluit schijnt genomen te
hebben eens voor goed een einde
te maken aan het jaarlij ksch tekort
in de Staatskas, wil dezelve vullen
met de centen van de lastenbeta-
lers. Bij de vergezochte lasten en
taksen worden er nieuwe bijge
voegd en de bestaande verhoogd,
zoodat men zich straks zal gaan
afvragen van waar het zal blijven
komen.
De kapitalisten klagen putten in
den grond en dreigen met de
restant van hunne centen op den
vreemde te vluchten (een groot
deel staat reeds in veiligheid), de
burgers, boeren en ambachtslieden
tieren bovenarms over de aanhou
dende en overtollige geldafper
singen van ons Staatsbestuur, ter
wijl de werklieden eveneens mis
tevreden zijh over de duurbelaste
verbruiksartikelen.
Maar klagen mag iedereen, be
talen zullen ze evenwel moeten
doen.
Wanneer wij van den eenen
kant de naoorlogsche toestanden
bekijken, moet iedereen zeggen
dat er iets moet gedaan worden
om een weinig bij te dragen ten
einde den grooten put die den
moordkrijg miek te helpen vullen.
Maar wanneer wij van de andere
zijde weten dat men steeds meer
geld verbrast, dat de millioenen en
nog millioenen van de lastenbeta-
Iers weggeworpen worden met
heele handvollen, zoodat de aan
te vullen put nog meer en meer
vergroot, dan kunnen wij luide
verklarfen dat wij met tegenzin en
enkel onder dwang onze centen
aan den ontvanger dragen.
Ontleden wij de budjetten of
de ellenlange reeks van uitgaven
door Staat en Provincie gedaan
en we vinden daar wraakroepen
de verkwistingen en nuttelooze
verspillingen.
Wat baat het aan een kashou
der of aan een huishoudster dat er
veel geld binnenkomt, wanneer ze
noch de kennis, noch den moed
hebben hetzelve te sparen en goed
te bestieren Vindt men in onze
omgeving geene huismoeders die
met een betrekkelijk klein dagloon
hun huisgezin goed beridderen
en nog eenige centen opzij steken,
terwijl andere met dubbele en
driedubbele inkomsten er moeielijk
komen of schulden zullen maken
De kunst van huishouden of
regeeren ligt hier niet in van groo-
te inkomsten te hebben, maar wel
van de beschikbare sommen, 't zij
groote of kleine, zoo te gebruiken
dat men 't jaar rond komt
Wat baat het geld aan eene
huisvrouw die alle weken een
nieuwe hoed of frak noodig heeft,
op den hoop toe chocolade fret en
fijne druppels drinkt, terwijl een
duurbetaalde werkvrouw haar
huishouden doet, daar ze zelf lie
ver naar cinema of theater gaat
Die vrouw zal drie en viermaal
meer geld noodig hebben, terwijl
de man met gelapte broek achter
de stoof zal zitten. Zulk eene huis
vrouw verdient geenen werkzamen
man, noch de loonen harer kinde
ren: beter ware het dat haar nooit
een cent in de hand kwam, omdat
ze het geld niet kan bestieren
En zulk een moeder is ons Bel
gisch Staatsbestuur Belastingen
heffen, nieuwe taksen en nogeens
nieuwe lasten, zoodanig dat de
bevolking er onder gebukt gaat,
dat is haar werk. Van sparen, van
goed besteden der ingekomen cen
ten, daar vindt men geen spoor
van. Van af de regeering van
Lophem tot onzen Theunis zaliger
en heden met onzen nieuwen baas
Janssens hebben we niet anders
gehoord dan sparen, bezuinigen
Maar de daden waren heel anders.
De verschillende budgetten ver
zwaarden meer dan de nieuwe
lasten konnen geven, nieuwe uit
gaven werden door de verschil
lende ministeries, wanneer het er
op aankwam kozijntjes en vrien
den te bevoordeeligen, niet ont
zien, en zoo gingen we meer en
meer naar den ondergang.
Onze frank die in 1918 nog een
frank was viel op 20 centiemen in
1925!
Onze huismoeder heeft dan haar
huishouden slecht bestierd, ze
heeft de centen harer kinderen
verteerd en verbrast en de schuld
die ze diende te dooden en waar
aan alle Belgen meehielpen, ver
groot en vermeerderd.
Nieuwe regeeringen kwamen
met nieuwe programma's, waarvan
als eerste punt te vinden was
hooger lasten De verschillende
politieke partijen die aan het be
wind kwamen hebben bewezen
dat het belang hunner partij ver
boven dat van 't land ging. Ieder
een trachtte een brok van den
koek te krijgen, ten einde ze aan
politieke bonden en viienden uit te
deelenWelke misbruiken zag
men in zake oorlogsschade Hoe
gooide men het geld door deuren
en vensters, het meest aan groote
nijveraars of ondernemers Hoe
werd de wet op de oorlogswinsten
verkracht, door kleine af te per
sen en millionnairs gerust te laten?
Hoe zag men elke politieke groep
zijn best doen om van de millioe
nen uitgedeeld als werkloozen-
steun zooveel mogelijk binnen te
trekken in hunn politieke syndika-
ten, ten einde op kosten van den
Staat, dus van iedereen, eenige
stemmen te winnen
En wat zag men gebeuren met
ons leger Wat kost het onder
houd van die honderdduizenden
soldaten met hun officieren en ge-
gradeerden Wat kost ons de
Rhurbezetting en de langen dienst
van onze jongens Het leger, het
militair monster is nog wel de
groote slokker van onze centen.
Terwijl onze jongens 13 maand
hun werk of hoeve verlieten om
leeg te loopen, leefden ze met de
duizenden daarvoor noodige ge-
gradeerden op kosten van den
Staat. Waarom de termijn niet op
6 maand gebracht onmiddellijk na
den oorlog, wanneer er middel is,
al ware het met meer opoffering,
den militairen dienst te kennen op
dien tijd
Wat geld wordt er verspeeld
aan hooge pensioenen van leger
oversten, ministerieele ratten en
andere officieele kerels van groot
kaliber
Hoeveel bedienden zijn er te
veel in al de staatsdiensten, die
toch ook moeten betaald worden,
en hoeveel worden er nog door
politieke heeren dagelijks binnen
gesmokkeld
Waarom kost de spoorweg,
post en telegraaf geld aan den
Staat, in plaats dat deze takken
winst zouden geven Is het ook
door overvloedig of slecht perso
neel, of zijn de tarieven nog te
klein
Waarom wordt in nijverheid,
kunst en landbouw zooveel be
steed aan alle soort kringen verga
deringen, tentoonstellingen en an
dere min of meer flauwe kapelle-
kes om geld uit de kas te kloppen?
De plicht van Moeder de Staat
is van eerst het geld van hare
kinderente gebruiken 1° om het
strikt noodige te besteden aan de
diensten van algemeen belang
2° het overige te gebruiken om
hare schuld af te korten.
Waarom, als ze geld te weinig
heeft, zooveel uitgeven. Wie doet
dat in het privaat leven En wie
zou dat durven doen
Zoo we eens aan Moeder de
Staat zegden "We betalen onze
lasten niet meer, aangezien we toch
zien dat het tot niets helpt. Begin
eerst met te toonen dat ge ver
stand hebt van onze kapitalen te
bestieren en geeft niet meer uit
als ge hebt
Zoo eene taal zouden we best
kunnen voeren, wanneer we wil-
en nagaan wat men met onze cen
ten uitrecht Zulke taal te voeren
ware misschien het eenige middel
om de nuttelooze verspillingen van
Moeder de Staat te beletten
Wij herhalen het is nutteloos
nieuwe geldafpersingen te doen,
wanneer men de inkomsten niet
can bestieren.
Daarom verzetten we ons kracht
dadig tegen alle nieuwe belastin
gen en roepen
Weg met de geldverbrassers en
onkundige ministers
Weg met de nieuwe belastin
gen
Weg met de opeters van ons
and het overtollig leger, het
overtollig personeel aan staats
diensten, de toelagen aan alle po-
itieke en andere kapellekes
SANDER.
f-fet IteOen in
onze @?cleelingen
Sinds enkele weken heerscht er eene
coortsige beweging in onze talrijke
plaatselijke afdeelingen.
Elke plaatselijke bond heeft er aan
gehouden eene algemeene vergadering
zijner leden te beleggen. Er stond immers
een hoogst voornaam punt aan de dag
orde, namelijk
Het vieren van het Snt Elooifeest
Er werd dan ook rijpelijk overwogen
en ernstig beslist op welke wijze hun pa
troon waardig zou gevierd worden. De
meeste plaatselijke besturen besloten dan,
tot het bijwonen van het H. Misoffer ter
eere Sint - Elooi, en daarna een lekker
feestmaal in te richten, gevolgd van een
gezellig en leutig samenzijn.
Een uitstekende opvatting, die het
hoofdbestuur van harte bijtreedt en
waarin alle "Redt U Zeivers" zich met
een gegronde fierheid mogen verheugen.
Die dag staat immers in het teeken der
herinneringen aan ons jongste ontstaan.
Dien dag viert "Redt U Zeiven" en zijn
duizenden leden hoogtij 1
En al houdt het verwenschte gure
winterweêr Nonkel Wisius met z'n zwa
re verkoudheid sinds eenige dagen ach
ter de warme kachel, toch moeten z'er
niet aan denken hem dien dag gebonden
te houden.
Er mag van komen wat wil, maar het
Sint Elooifeest viert hij meê.
Zoo verklaarde hij mij plechtig en
op overtuigenden toon, toen ik hem
over enkele dagen nog bezoek bracht,
terwijl hij z'n verwenschte valling ach
ter de gloeiende stoofbuis uitroosterde.
Zie, zoo sprak NonkelWisius ver
der, terwijl nu en dan een hoestbui z'n
woorden opschroefde, moest het mij al
leen te doen staan, ik zou aan ons hoofd
bestuur uit Aalst voorstellen, dat z'in
't vervolg al de plaatselijke bonden zou
den verplichten hun patroon te vieren,
met deze twee punten aan den sleutel
1° Bijwonen van een plechtige Heilige
Mis
2° Lekker en leutig smulpartijtje.
Als dat er niet af kan briefde Non
kel Wisius me verder voort wel dan
weten we haast niet meer of onze bond
werkelijk leeft, ja of neen
Kijk eens ging hij maar immer
zenuwachtig door ik ben nu al zoo
oud en van dag tot dag kraakt de karre
maar harder om harder, de dokter ver
biedt me zelfs m'n neus buiten de deur
te steken, maar Dinsdag mag het nu
eens zijn wat wil, ik steek me in m'n
beste zondagspak en meêvieren doe ik
zeker Niets of niemand houdt me thuis,
of de Groote Man van daarboven zou
d er anders moeten over beschikken,
doch die zal tegen dan wel een handje
toesteken.
Z en woorden waren zóó heftig en
zijn gebaren zóó gevoelig dat de brave
man andermaal in een hoestbui schoot
en door de kuch vlaag heen nog mom
pelde
Is het niet doodspijtig dat ik die
verwenschte verkoudheid juist nu moest
opdoen, en we zijn zoo dicht bij St Elooi
'k Wou den braven man niet langer
aan den klap houden, want ik voelde
wel dat 't hem geen goed deed. En ter
wijl ik hem nog wat moed in 't hart
sprak en eene spoedige herstelling toe-
wenschte, verliet ik z'n gastvrij boeren
hof.
Buiten sneed de wind scherp en een
ijskoude sneeuwvlaag joeg haar bitsige
vlokken vlak in 't gezicht. En terwijl ik
met verhaasten tred door dien ijzigen
avond huiswaarts stapte, dacht ik maar
immer aan de wijze woorden die Non
kel Wisius me zooeven toesprak.
En inderdaad wederom had de wijze
man groot gelijk Immers volgens zijn
meening moest het Sint Elooifeest een
ware kermisdag zijn voor al de leden van
Redt U Zeiven En of hij meer dan
ooit de waarheid spreekt 1 Immers indien
men eens eventjes overweegt dat al de
plaatselijke afdeelingen als zoovele ver
takkingen zijn van den hoofdstam R.
U. Z. dan voelt en begrijpt men on
middellijk dat voor een ruim gedeelte
de bloei en de groei van den stam af
hangen van het gezonde en jeugdige
leven dat in de afdeelingen of vertak
kingen heerscht.
Welnu een plaatselijke bond of tak
kan maar bloeien en gedijen, wanneer al
de leden dezer vertakking het hunne
bijdragen om dien geest van onderlinge
samenwerking en broederlijke verstand
houding in hun midden te doen heer-
schen. De geest der plaatselijke afdee
lingen moet op eerste plaats beheerscht
zijn door een rechtschapen gevoel van
solidariteit en eensgezindheid. De belan
gen die ze te bespreken en te verdedi
gen hebben zijn algemeen en gaan over
dezelfde aangelegenheden. Hun orde
woord is en blijftIeder voor allen en
allen voor ieder
Is het dan niet hoogst noodig, dat de
leden zich nu en dan eens vereenigen,
op een algemeene vergadering of bij
eene feestaangelegenheid Is zulks niet
het middel bij uitstek om beter en nau
wer in voeling te komen met elkaar en
derwijze gelegenheid te vinden eens
openhartig vrij lucht te geven aan z'n
innerlijke gevoelens
Verheugend is het echter, vast testel
len dat in talrijke afdeelingen dat echt
gezonde werkdadig leven voortdurend
heerscht. Bij anderen echter is het een
vlottend min werkdadig bestaan.
Waaraan dat verschil van bondsle-
ven toe te schrijven
De ondervinding heeft ons desaan-
gaande klaar en duidelijk bewezen dat de
afdeelingen wier leiding aan een ernstig,
ijverig en werkzaam bestuur is toever
trouwd steeds groeien en bloeien!
De heeren bestuursleden uit elke plaat
selijke afdeeling. die het op zich namen
dit vertrouwelijk ambt te vervullen, dra
gen dan ook eene ernstige verantwoor
delijkheid, niet enkel tegenover de leden
van hunnen bond, maar tevens tegen
over het hoofdbestuur van "Redt LI
Zeiven wiens belangen ze te verdedi
gen hebben.
Hunne volledige vrijheid van hande
len naar gelang elks plaatselijke nood
wendigheden en het onbegrensd vertrou
wen dat R. U. Z in hunne werking en
degelijke leiding stelt wijzen genoegzaam
op den hoofdvoornamen rol, dien ze
tot meerder groei en bloei onzer groot-
sche Lar.dbouwvereeniging te vervul
len hebben.
Dat elk bestuurslid dus ten volle be
wust zij der bediening hem toevertrouwd
en eindigen wij met den vurigen wensch
uit te drukken, dat het plechtig vieren
van het Snt Elooifeest een aanwakkeren-
den spoorslag were voor de eenen en een
aanmoedigende volharding voor de an
deren!
Ziehier eenige hoofdgegevens van
enkele voorgestelde belastingen: (den
heelen lijst is onmogelijk te geven).
De nieuwe Successierechten.
1° Rechte lijn: tusschen echtgenooten,
die kinderen of gemeenschappelijke na
komelingen hebbentusschen hem die
aanneemt en den aangenomene of de na
komelingen van dezen laatste:
a) Tot 5 000 frank. 2.50 t.h.
b) Van 5 tot 10.000 fr. 2.80 t.h.
c) Van 10 tot 20.000 fr. 3.10 t.h.
d) Van 20 tot 50.000 fr. 3.40 t.h.
e) Van 50 tot 100.000 fr. 3.70 t h.
f) Van 100 tot 200.000 fr. 4.00 t.h.
g) Van 200 tot 400.000 fr. 4,30 t.h.
h) Van 400 tot 1 millioen. 4.60 t h.
iVan 1 tot 2 'millioen. 4.90 t.h,
j) Van tot 3 millioen. 5.20 t.h.
k) Boven de 3 millioen. 8.50 t.h.
2° Tusschen echtgenooten zonder kin
deren noch nakomelingen en tusschen
broeders en zusters:
a) 9 t.h b) 10.5 t.h.; c) 12th.;d) 13,5
t.h.; f) 16,5 t.h.; g) 18 t.h.; h) 19,5 t.h.;
i) 21 t.h.; j) 22,5 t.h.; k) 39 t.h.
3° Tusschen oomen of moeien en ne
ven of nichten
a) 11 t.h b) 13 t.h.; c) 15 t.h.; d) 17
t.h.; e) 19 t.h.; f) 21 t.h gl 23 t.h.; h)
25 t.h i) 27 t.h.; j) 29 t.h.; k) 51 ten
honderd.
4° Tusschen groot oomen of groot
moeien en klein-neven of klein-nichten
a) 13 t.h.; b) 15.5 th.; c) 18 t.h.; d)
20,5 t.h.; e) 23 t.h.; f) 25,5 t.h.; g) 28
t.h.h) 30.5 t.h i) 33 t.h.j) 35,5 t.h.k)
63 t.h.
5° Tusschen alle andere personen;
a) 18 t.h.; b) 21 t.h.;c) 24 t.h.; d) 27
Zie vervolg 2' bladzijde 1e koloo.
Het is gemakkelijk te begrijpen dat de
verdeeling van de gronden, de vergoe
ding aan de eigenaars, het beschermen
van het personeel, aan de uitbating van
de groote domeinen gehecht, niet van
den eenen tot den anderen dag konden
worden geregeld. De wetgeving die tot
doel had dit heel belangrijke vraagstuk
met al de aanbelangende en aanhangen
de kwesties te regelen geschiedde om
zoo te zeggen in etappen die we kunnen
noemen.
I. De voorafgaandelijke wetgeving.
II. Eerste fondamenteele wet het
onder voogdij stellen der groote
domeinen.
III.Tusschentijdige wetgeving.
IV. Tweede fondamenteele wettoe
kenning van de gronden.
V. De derde fondamenteele wet De
vergadering der grondeigenaars.
1. De voorafgaandelijke wetgeving.
Elf dagen, op 9-11 1918, nadat de
Republiek van T'cheko Slovakije was
gevormd en uitgeroepen,werd door een
Nationele Raad. samengesteld uit de
voornaamste leiders der verschillende
politieke partijen, een voorafgaandelijke
wet uitgevaardigd door dewelke geen
der groote domeinen overgedragen of
hypothecair belast mag worden zonder
de toestemming der publieke overheid.
De nog niet geregistreerde grondver-
handelingen werden nietig verklaard,
zelfs indien ze reeds aanleiding hadden
gegeven tot een kontrakt voor de afvaar
diging van de wet.
Deze hervorming was in overeen
stemming met het algemeen gevoel der
bevolking. Alhoewel over de uitwer
king van deze hervorming van meening
verschillend, waren de leiders der ver
schillende partijen een over de noodza-
lijkheid van de voorafgaandelijke wetge
ving.
De Nationale Raad duidde op 18
Dec 1918 een kommissie aan om de
kwestie in te studeeren. De werkzaam
heden dezer kommissie leidden tot het
opmaken van een wetsvoorstel dat op
16 April 1919 werd gestemd en bekend
werd onder den naam Beslag-wet
(Zaboravy rakon).
2. Eerste fondamenteele wet.
Deze wet gaf aan den staat het recht
de domeinen onder voogdij te nemen
de eigenaar verloor aldus het recht z'n
gronden te verhandelen zonder speciale
toelating.
De wet was in princiep toepasselijk
op al de grondeigendommen meer dan
150 Ha. bebouwden grond of meer dan
250 Ha. van het oogenblik dat deze be
hoorden aan één enkelen eigenaar of
b.v. aan vrouw of man.
Nijverheidsinstellingen, economische in
richtingen gemeente- of staatseigendom
men ontsnapten aan deze wet.
De wet voorzag ook dat de staat het
het recht had, mits vergoeding aan den
eigenaar alle meer dan 150 of 250 Ha.
beslaande gronden aan te koopen.
Deze aldus verworven goederen zou
den verdeeld worden onder kleine pach
ters, kleine landelijke eigenaars, landar
beiders die zonder gronden waren, hand
arbeiders, oorlogsinvalieden of ook ander
gemeenten of andere inrichtingen indien
hun doel deze maatregel verrechtvaar
digde.
Aan de eigenaars legde de wet op
hunne gronden goed te onderhouden tot
het oogenblik dat ze zouden worden
verdeeld.
3. Tusschentijdige wetgeving.
De wet van 27 Mei 1919 besloot dat
in zekere voorwaarden de bezitters van
een huurkontrakt vóór 1 Oktober 1901.
eigenaars of huurders voor zes jaar van
hun bebouwde gronden konden worden.
De landbouwers echter mochten in het
geheel niet meer dan 8 Ha. bezitten en
moesten zelf hun gronden bewerken die
ze in de eerste tien daaropvolgende jaren
niet mochten verhandelen. Bij gebrek
aan minnelijke overeenkomst werd door
het plaatselijk tribunaal de prijs geregeld
volgens de grondwaarde van 1913.
Op einde 1922 ontvingen 128.557
grondaanvragen (op 186.966 die werdjen
neergelegd) voldoening en 101.119 Ha.
ter waarde van 179.083.380 kronen gin
gen aan nieuwe eigenaars.
De wet van 3 Oktober 1919 vernie
tigde alle pachtopzeggingen van eige
naars die meer dan 15 Ha. onverhuurde
gronden bezaten wanneer de huurder er
meer dan acht in gebruik had. Deze ver
lenging had kracht tot 1924.
Een latere wet verminderde de draag
kracht van deze bepalingen door de wij
ziging van 15 en 25 Ha. en 8 en 6. Ter-
zelvertijd werd verbod uitgevaardigd de
huursommen te verhoogen boven de
huursom bepaald door de huurkontrak-
ten voor 1 Jan. 1918.
Op initiatief van de socialisten wer
den maatregelen getroffen met het oog
op de aanmoediging, de verbetering
van woonst, onderwijs en uitspanning
op de gemeenten.
4. Tweede fondamenteele wet.
Op 30 Januari werd de Verdeel-wet
bekend gemaakt. Deze wet, bepaalde in
princiep, dat het bezit van landeigendom
verleend kon worden aan alle aanvra
gen. uitgezonderd aan personen van
vreemde nationaliteiten, lage individuen
en personen lichamelijk of geestelijk on
geschikt voor den landbouw.
De wet ging uit van de gedachte dat
de nieuwe grondeigendommen een op
pervlakte moesten hebben die voldoende
was om degene die ze uitbaten te voe
den en datgene te geven wat ze voor
onderhoud enz. noodig hadden. Met het
oog op de waarde van den grond in
Tcheko-Slovakije werd de verdeeling
bepaald in loten van 6 3 10 Ha. in uit
zonderlijke omstandigheden tot 15 Ha.
De wet voorzag ook het vormen van
familiedomeinen die noch gehypothe
keerd, noch verhandeld konnen worden
dit laatste enkel met toelating van een
speciaal bureau.
Bovendien werden stam domeinen
gevormd met het doel kasteelen en his
torische parken te behouden, de soms
kostelijke landbouwinrichtingen bruik
baar te houden, landbouwcoöperaties
aan te moedigen en leefbaar te maken.
Op zeer korten termijn werd alge-
heele of gedeeltelijke voldoening ge
schonken aan de vragen van meer dan
250.000 menschen.
5. Derde fondamenteele wet.
De wet van 8 April 1920 stelde als
grondgedachte.voorop dat elke verhan
deling van grond moest vergoed worden
ten voordeele van dengene die afstand
deed. Deze vergoeding werd bepaald op
basis van de geschatte grondwaarden
gedurende de jaren 1913 tot 1915. Deze
regeling lokte een scherp konflikt uit
tusschen de grondeigenaars en den staat.
De eerste vroegen dat de schatting zou
gebeuren volgens de waarde van den
dag. De Staat hield zich echter aan de
voorgestelde toepassing die ook aan den
grondslag had gelegen van de vergoe-
dingskwestiën bij de hervorming in
Roemenië, Oostenrijk, Polen en Duitsch-
land. Echter werd hen voldoening ge
schonken op een ander punt. Door een
gelijktijdig verschenen wet werd be
paald dat de belasting op het kapitaal
zou berekend worden volgens de prijzen
op het oogenblik der taksatie. Deze on
rechtvaardigheid werd geschikt in het
belang van den eigenaar.
De vergoeding werd berekend reke
ning houdend van de kwaliteit van den
grond, den graad der kuituur, den af
stand van verkeerswegen en steden enz.
De wet verplicht het Bureau niet tot
onmiddellijke uitbetaling. Toch werd
53 per honderd voldaan. De niet be
taalde sommen geven een intrest van
4 °/o.
We meenen hiermede den lezer een
inzicht gegeven te hebben over de
landbouwhervorming in Tcheko-Slova
kije. Mocht het hem soms interresseeren
nu en dan over den landbouw in de ver
schillende landen wat te lezen dan zijn
we daartoe graag bereid.
Het is onze meening dat De Koorn-
bloem hare lezers moet opvoeden,
hare lezers moet leeren kijken buiten de
grenzen van hun dorp en hun arrondis
sement, hare plaats moet innemen in de
eerste rangen van de strijders voor meer
sociale rechtvaardigheid, voor betere
sociale toestanden en orde.
De Koornbloem mag niet verge
ten dat de samenwerking maar het wa
pen is dat ze te hanteeren heeft voor de
verovering van meer geestelijke en stof
felijke welstand onzer Vlaamsche land
bouwbevolking.
Indien onze landbouwers tot een
ruim toepassen der kunstmeststoffen
zijn overgegaan, geschieden deze toe
passingen niet altijd oordeelkundig
genoeg. Zoo hebben vooruitzettin
gen, welke noch op wetenschap noch
op ervaring steunden, hun het aan
wenden van stikstofmeststoffen bij het
zaaien der wintergranen doen ver-
waarloozen. Rogge en tarwe echter
nemen de helft, zoo niet de twee der
den op der stikstof die ze noodig
hebben, voor het einde der maand
Maart. In deze behoefte zullen wij
moeten voorzien en wel met een stik
stofmeststof waarvan de stikstof on
veranderd kan worden benuttigd.
Hierom is bij het zaaien het toepas
sen voor de wintergranen van 150
tot 200 kg. Sodanitraat van Chili een
volstrekte noodzakelijkheid.
Er blijft nog van iedere soortEer
stelingen, Kruger, Industrie, Roode Star,
een kleine hoeveelheid in magazijn. Be
richt aan de liefhebbers (niet ingeschre
ven betalen 2 fr. meer als de vastgestelde
prjjzen).
Ingeronden.