REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Onze Zaak voor de Middenafdeelingen dep Kamei*
Sodanitraat van Chili
LANDBOUWNIEUWS
tering
Landbouwweekblad
Een nieuwe Lente
van over de grenzen.
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ROND TWEE WETSVOORSTELLEN
Soldaatje spelen
Superphosphaat 14/16
WETENSCHAPPELIJKE BIJDRAGE
ZONDAü 20 DEC, 1925.
Pfij» 12 centiemen.
Sdé JAARGANG Ni 3ü4
Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jasrs.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers I
Aan dit blad behoort een bijvoegsel.
Een vroege en strenge winter
heeft ons te pakken het veld ligt
te bibberen onder een kouwelijk
hemdeken van witte sneeuw en
we schrijven over een nieuwe
lente. We bedoelen dan ook geen
nieuwe lente in de natuurwe
moeten er het onze van nemen, ge
duld oefenen en een goed schupje
kolen op het vuur doen.
We bedoelen een andere lente.
We maken sedert Augustus
1914 een harde winter door.
Jawel, in November 1918 hield
het eigenlijke vriesweer op, maar
dat was toch nog niet de lente die
we verwacht hadden, de lente van
liefde en van onderling vertrou
wen onder de volken.
Het kanon zweeg wei maar de
haat wou niet rusten en waar men
gedurende de vijandelijkheden her
haaldelijk had gewaagd van den
laatste der oorlogen, van oorlog
aan den oorlog, daar had men zich
na den oorlog toch weer aan het
bewapenen gezet.
Zelfs het kleine Belgiekske was
oorlogszuchtig geworden.
In verhouding had het meer di
visies onder de wapens dan
Duitschland voor 1914
En Frankrijk was één arsenaal
en de stemmen van generaals en
andere oorlogsapostels, genre
Poincaré, klonken boven alles uit.
Zoo renden we blindelings naar
een nieuwen onvermijdelijken oor
log. Maar, Goddank, er schijnt
een ernstige kentering gekomen.
De stemmen die pleitten voor
den vrede, de stem van de Pauzen
in de eerste plaats hebben niet
weerklonken in de woestijn, heb
ben weerklank gevonden in de
harten van miljoenen.
Nu schijnt de vrede het op den
haat te willen winnen, het gezond
verstand op de domme verblind-
heid.Tot deze kentering heeft ook
in niet geringe mate medegewerkt
het altijd duidelijker wordend in
zicht dat het oorzuchtig Europa
bezig was zijn.eigen graf te graven.
We stonden op den boord van
den afgrond.
Het nuchtere Engeland heeft
het eerst klaar gezien en de hand
aan 't werk geslagen. Deze po
gingen werden lang verkeerd uit
gelegd.
Ook hier in ons land werd En
geland door Brusselsche haatpro-
feten herhaaldelijk beschuldigd
van... duitschgezindheid
Nu zien velen klaar omdat onze
frank maar 20 centiemen meer
waard is. Is het niet jammer dat we
niet vroeger hebben klaar gezien
toen onze frank nog een frank
was Is het niet zot dat we sedert
den wapenstilstand miljarden heb
ben weggegooid aan het milita
risme
Maar gedane zaken hebben
geen keer, laten we hopen dat we
nog in tijds hebben gestopt, dat de
regeering er in zal slagen de waar
de van den frank te stabiliseeren.
Te Locarno, in Zwitserland, is
de nieuwe geest geboren.
Daar werden de handen van
Engelsche, Fransche, Duitsche,
Belgische en Italiaansche verte
genwoordigers in mekaar gelegd
daar hebben deze handen mekaar
steun en hulp gezworen tegen al
wie een van hen wederrechterlijk
zou aanvallen.
Weest nu niet ongeloovig als
Thomas. Zegt nietdat is kome
diespel. Als het verdrag van La-
carno ons enkele tientallen jaren
van ongestoorden vrede kan be
zorgen dan zijn we allen op ons
verhaal gekomen, dan is het ban
kroet afgewend, dan zijn de oude
oorlogswonden geheeld.
De onmiddellijke oorlog die ons
reeds weer bedreigde is voor vele
jaren onmogelijk gemaaktdat is
een groot resultaat. We hebben
aan den last van eiken dag ge
noeg, schrijft de Evangelist. Daar
om begroeten we met vreugde de
geest van Locarno
Na lang wachten...
is het er toch van gekomen de wets
voorstellen Mathieu en C,c, De Clercq-
Van Op den Bosch hebben genade ge
vonden in de osgen onzer regeering en
zijn tot in de middenafdeeling gesukkeld.
Beide voorstellen zijn ouder als van
gisteren beiden kwamen verleden jaar
reeds voor de afdeelingen, het eerste
werd éénmaal, het tweede tweemaal her-
ingediend.
Als we 't parlementair werk dat op
de plank ligt nagaan, is het lang niet
onmogelijk dat er nog een zittijd ten
einde loopt vooraleer de Kamer een van
deze voorstellen tot wet maakt. We
dienen bovendien af te rekenen met den
Senaat, waar de kasteelheerenlucht nog
niet verdwenen is om plaats te ruimen
voor een gezonde Vlaamsche demokra-
tische lucht.
Het is echter van belang dat we onze
lezers op de hoogte houden van de ge
beurtenissen die zich in de laatste we
ken bij de bespreking van beide voor
stellen in de afdeelingen hebben voor
gedaan.
Het Voorstel Mathieu en O
Het voorstel van den heer Matthieu
enkel op de beperking der pachtprijzen.
Art. 1 luidt als volgt
Door art. 2 wordt bepaald
De verhuringen per opbod van Staats-
Provinciën-, Gemeente- en Armengoe-
deren worden afgeschaft. Degene die de
gronden in gebruik heeft, kan ze in huur
behouden van het oogenblik dat hij een
huurprijs betale overeenkomende met
300 t. h. van den pachtprijs op 1 Oogst
1924.
De geschillen worden geslecht door
den vrederechter. De wet is van kracht
tot den eerstenNovember volgende
op het verstrijken van het negende jaar
sedert hare bekendmaking.
Het Oordeel van de Katholieke
Boerenvertegenwoordigers.
De Standaard het orgaan dat de
meening weergeeft van de katholieke
boerenvertegenwoordigers en regee-
ringsmannen, teekent hierbij aan
Het Wetsontwerp
De Clercq-Van Op den Bosch
Dit wetsvoorstel dat eveneens verle
den week voor de middenafdeelingen
der Kamer kwam en in 5 afdeelingen op
zes met meerderheid van stemmen werd
aangenomen (in de zesde afd. bekwam
het 7 tegen 7 stheeft de groote ver
dienste dat het vollediger is dan het re-
geeringsvoorstel en het wetsontwerp
Mathieu. Het behandelt tegelijkertijd
de pachttermijnen, de opzeg, de pacht-
verlenging, vergoeding voor slechte
jaren, afschaffing van het openbaar op
bod, de pachtprijzen, het jachtrecht en
houdt veel meer rekening met het be
staande burgerlijk wetboek en de be
staande gebruiken.
We willen, ten titel van inlichting, de
bijzonderste bepaling samenvatten
De Pachttermijnen.
Dit wetsvoorstel voorziet geschreven
pachten voor eenen termijn van ZES
JAAR voor stukken grond van min dan
één hectare en van NEGEN JAAR voor
stukken grond van meer dan één hec
tare. Er wordt echter een verschil ge
maakt voor goederen van bijzonderen
en eigendommen van openbare besturen.
Voor deze laatste worden de termijnen
onderscheidelijk op 9 en 15 jaar ge
bracht.
De Opzeg.
De bepaling betrekkelijk de opzeg
eischt een vooropzeg van twee jaar voor
den eigenaar, van één jaar voor den
huurder.
De Pachtverlenging.
Zoo er geen opzeg gebeurt na het
verstrijken der pacht zou er een Dieuwe
pacht beginnen voor één zelfde termijn
als de vorige pacht.
Vergoeding voor slechte jaren.
Het is een nieuwigheid. Dit artikel
zou, ingeval ten gevolge van buitenge
wone omstandigheden buiten de schuld
van den pachter, de opbrengst van het
jaar aanzienlijk minder is geweest dan
bij het aangaan van de overeenkomst te
verwachten was, den pachter toelaten
een evenredige vermindering van de
huursom te vragen.
Afschaffing van het Openbaar
Opbod.
Bij openbaar opbod worden thans de
goederen der openbare besturen tot fa
belachtige prijzen opgejaagd.
Door de in deze wet vastgelegde be
palingen wordt het openbaar opbod af
geschaft. Zoo er meerdere liefhebbers
zijn van een en hetzelfde stuk aan een
vastgelegden prijs, zal het lot beslissen.
De Pachtprijzen
In dit wetsvoorstel worden ook deze
geregeld. Ze zouden niet langer vrij zijn
maar geregeld worden door eene bijzon
dere kommissie met een maximumprijs
per hectare.
Het Jachtrecht
zou aan den huurder behooren. Deze
zou ook het recht bezitten alle schade
lijke dieren ten allen tijde met vuurwa
pens te dooden.
Ziedaar in groote lijnen de inhoud
van de twee ontwerpen
HET
is de
Voordeeligste Stikstofmeststof
omdat
het 15 1/2 nitrische stikstof,
onmiddellijk en geheel door de plan
ten opneembaar, inhoudt
het ten allen tijde mag gebruikt
worden en volgens het geval, inge
werkt of als dekmest toegepast
het den grond niet verzuurt, het
geen van allerhoogst belang is
het zonder het minste bezwaar met
de phosphorzuur- en potaschmesten
mag vermengd worden
het een zekere, regelmatige en
snelle werking heeft, wanneer het
oordeelkundig gebruikt wordt
het voor alle teelten past.
ZWITSERLAND
Dr Molhuysen van het Algemeen
Nederlandsch Landbouwdepartement
schrijft naar aanleiding van de 9' Zwit-
sersche landbouwtentoonstelling.
Deze zijn georganiseerd in circa
11.000 plaatselijke vereenigingen, die in
368 kantonale, interkantonale en natio
nale bonden zijn gecentraliseerd, met den
Zwitserschen Boerenbond en het Boe-
rensecretariaat als kroon op het geheel.
Wat in de groep bevordering van den
landbouw in tabellen, figuren en in an
dere statistische vormen was tentoonge
steld, wees niet alleen op een grooten,
zeer moeizaam en zich over vele jaren
uitstrekkenden arbeid, maar spiegelde
ook in zich af de veeljarige inspanning,
de geldelijke offers en de voorlichting
van de Bondsregeering, kantons en boe-
renorganisaties, van Landbouwscholen,
landbouwwinterscholen. alsmede van
honderden landbouwconsulenten en land
bouwonderwijzers, welke aan den voor
uitgang vah den landbouw zijn vooraf
gegaan. Zonder hetgeen in lange jaren
van onvermoeiden arbeid aan de bevor
dering van den landbouw in het labora
torium, in het studeervertrek en in de
onder wijszaal is voorafgegaan, hadden
alle andere groepen op de tentoonstel
ling niet met zooveel hoogwaardige pro
ducten gevuld kunnen zijn. De groep
bevordering van den landbouw was
verdeeld in 7 onderafdeelingen, te we
ten de algemeene toestand van den
landbouw door de Bondsregeering, kan
tons en organisaties, het landbouwon
derwijs in zijn geheelen omvang, het
proef-, het onderzoek- en controle wezen,
het landbouwkredietwezen, het verze
keringswezen, het landbouworganisatie
wezen en de landelijke weivaartzorg.
Het materiaal, dat tentoongesteld
was, was zeer overzichtelijk en leerzaam.
Zeer zeker zal menig stedeling, die den
moed tot eigen overtuiging heeft bezeten,
tot beter inzicht en mildere beoordeeling
van den boerenstand zijn gekomen, bij
beschouwing van vele statistieken, o. a.
over de productiekosten van de produc
ten, de kosten van het levensonderhoud
van den boerenstand, de lasten die op
het bedrijf drukken, de prijzen der pro
ducten e. a. en hij zal ten slotte ongetwij
feld tot de overtuiging zijn gekomen, dat
d> moderne landbouw tot een weten
schap is geworden en dat hij van de jon
geren niet alleen gezond verstand, maar
ook energie, arbeidsvreugde en een le
vensstandaard eischt, die in zijn beschei
denheid en soberheid heel wat afwijkt
en afwijken moet van dien van de stede
lingen. Deze groep toonde duidelijk, dat
de inderdaad groote uitgaven, die de
bondsregeering en de kantons ten bate
van den landbouw hebben aangewend,
millioenen, die volgens het begrip van
menig stedeling in den grond begraven
zijn, inderdaad honderden hectaren wei
de- en bouwland met behulp van de
wetenschap en van moeizamen arbeid
hebben doen ontstaan, maar ook. dat
taaie boerenarbeid en ontbering noodig
waren, om de onderzoekingen van de
wetenschap tot dit resultaat te doen
komen.
De enorme hoeveelheid materiaal, in
deze groep bijeengebracht, heeft voor
zeker bij eenieder, die eerlijk en onbe
vangen dat alles heeft aanschouwd, de
bekentenis ontlokt, dat de boeren heden
meer dan ooit op elkaar zijn aangewe
zen en dat een land, zonder landbouw,
met een nog zoo bloeiende industrie,
een arm land is.
Dit laatste hebben de Bondsregeering
en de kantons in Zwitserland zich steeds
voor oogen gehouden.
De bijdragen, welke ten behoeve van
de bevordering van den Zwitserschen
landbouw worden aangewend, zijn zeer
belangrijk.
Zoo bedroeg in 1923 de totale som,
die door de gezamenlijke kantons is be
steed als steun ten behoeve van den
landbouw 11,526,353 fr. tegen over in
1912 4,622,064 fr. Voor de bevorde
ring van de paardenfokkerij werd in
1923 108,882 fr. uitgegeven, waarvan
eene som van 50,433 fr. alléén voor het
kanton Berne. Hierop volgt het kanton
Sollthurn met 9,302 fr.
Doordat in de oorlogsjaren de invoer
van paarden verboden was en de vraag
in het binnenland zeer groot was, werd
de fokkerij sterk uitgebreid. Deze vrij
wel plotselinge opbloei heeft slechts en
kele jaren geduurd en heeft zich de
laatste jaren weer hoofdzakelijk beperkt
tot de oorspronkelijke fokcentra.In 1923
zijn aan 15 vereenigingen voor het rij
paard-type en 53 voor het trekpaard
type premies uitgereikt.
De steun der kantons ten behoeve der
rundveefokkerij bedroeg in 1923 1 mil
joen 2,875 fr., zijnde per 1000 in den
landbouw werkzaam zijnde personen
2,182 fr. of per 1000 stuks vee 704 fr,
In vergelijking met 1912 zijn deze uitga
ven met 20 °/o toegenomen. Het kanton
Bern staat, wat de totale uitgave be
treft met 170,592 fr. aan de spits,daarna
het veerijke kanton Graubünden met
123,609 fr. Per vee-eenheid, nl. perlOOO
stuks vee berekend, staat het kanton
Genève met 2,517 fr. bovenaan, daarna
Glarus met 1689 frank.
Ook de andere fokkerijen, als de var
kens-, de geiten- en de schapenfokkerij,
ontvangen van de kantons een grooten
steun, resp. 61,088 fr. 67,749 fr. en
18,971 fr. in 1923. Wat de totale uitga
ven voor de varkensfokkerij betreft,
staat het kanton Bern weer bovenaan,
maar relatief per 1000 varke. s gerekend
het kanton Baselstadt met 381 fr., daar
na Schaffhausen met 318 fr., terwijl Bern
slechts op de 8e plaats komt met 104 fr.
In de kantons met overwegend klein
bedrijf, als Solothura, Zürich, Glarus en
Schauffhausen, worden veel geiten ge
houden en deze kantons staan dus, wat
de relatieve uitgaven betreft d. i. per
1000 dieren, bovenaan. In vergelijking
met 1912 is het totaal der uitgaven ten
behoeve der geitenfokkerij, met onge
veer 38 toegenomen.
De totale kantonale steun voor de
pluimveeteelt en de konijnenfokkerij be
droeg in 1923 10,778 fr.; voor de bijen
teelt10,075 fr terwijl in 1912 in to
taal 6,407 fr. voor deze drie te zamen is
uitgegeven.
Groote sommen worden besteed aan
grondverbetering als drainage, wegen
aanleg, ruilverkaveling enz. In 1923 is
door de kantons daarvoor 5,445,091 fr.
uitgegeven. In de oorlogsjaren, maar
vooral na den oorlog, wordt in Zwit
serland hard gewerkt, ten einde de om
standigheden zoodanig te maken, dat de
beschikbare hoeveelheid cultuurgrond
zoo intensief mogelijk kan worden be
werkt, Zoowel de kantons als de Staat
steunen met subsides de staatsbijdrage
is afhankelijk van den kantonalen steun
en bedraagt in den regel 40 van de
totaaluitgaven, noodig voor de uitvoe
ring der werken. Ook een deel van de
kosten der technische voorbereiding en
50 °/o van de bezoldiging van de kanto
nale cultuuringenieurs wordt door den
Staat betaald. In 1923 bedroeg het to
taal der bondssubsidies voor de grond
verbetering 5,870,905 fr. tegenover
1,812,821 fr. in 1919.
Behalve de bevordering van veeteelt
en grondverbetering, worden door de
kantons belangrijke bedragen besteed
voor de bevordering van de zuivelindus
trie, plantenteelt, wijnbouw, veeverze
kering, hagelverzekering en voor het
landbouwvereenigingswezen. De subsi
dies voor het landbouwvereenigingswe
zen bedroegen in 1923 99.432 fr.
Wij hebben dus gezien, dat de kanto
nale besturen niet karig zijn in hun steun
voor den landbouw,maar ook de Bonds
regeering is ervan overtuigd, dat een
bloeiende landbouw met een welgestel-
den boerenstand de basis behoort te zijn
van iederen gezonden Staat. Ter bevor
dering van het landbouwonderwijs is in
1923 door den Bond 2,191,331 fr. (door
de kantons 79,830 fr aan steun ver
leend, voorts 1,290,926 fr. ten behoeve
van de verschillende fokkerijen, 5 mil
joen 445,071 fr. voor bodem verbeterin
gen en 2.598,955 fr. voor andere uitga
ven op het gebied van den landbouw,
als vee- en hagelverzekering, wijnbouw,
zuivel, plantenteelt enz.
Dat de Zwitsersche boer niet alleen
alle heil van de Bondsregeering en van
de kantons verwacht, heeft deze schitte
rende tentoonstelling ons ten volle doen
zien.
Zij heeft toch getuigenis afgelegd dat
de Zwitsersche boer ook op den weg
van self-help alleen en in de samenwer
king met anderen medewerkt en alles
doet, wat in het bereik zijner krachten
is, om den landbouw vooruit te helpen.
Maar terecht is hij van oordeel, dat hij
tot ondersteuning van zijn eigen kracht
inspanning, recht heeft op volle erken
ning en steun van zijn regeering, van
zijn Staat. En hij meent daarop des te
meer aanspraak te kunnen maken, omdat
hij overtuigd is, dat de bevordering van
den landbauw met die der belangen van
andere bevolking, niet alleen vereenig-
baar, maar juist in het belang van zijn
vaderland is.
Moge het bovenstaande aan zeer ve
len bij ons in den lande tot leering
strekken.
VEREEN. STATEN AMERIKA
De voortbrengers van Mixed-maïs
(dat is maïs voor de glucoseries) waren
zeer teneergeslagen door den goedkoo-
pen prijs hunner voortbrengselen, zoo
dat ze met verlies hunne waar moesten
verkoopen. Het Staatsbestuur heeft aan
deze landbouwers eene reddende hand
toegestoken, door hen kredieten te ver
schaffen op hunne stocks. Door dit feit
zijn de voortbrengers uit de geldverle
genheid geholpen en wachten betere
prijzen af om hunnen maïs te verkoopen.
De markt steeg dan ook onmiddellijk
met ongeveer 5 frank de 100 kilos voor
de verschepingen op Januari.
Welke bonden willen nog ge
nieten van den speciale prijs
23,00 fr. op Statie genomen
Tering is een besmettelijke ziekte wel
ke maar al te vaak in de veestallen wordt
aangetroffen en tot hiertoe doen onze
landbouwers zoo weinig om de uitbrei
ding er van tegen te werken dat het per
cent teringlijdende koeien in ons land
een verbazend cijfer bereikt heeft. We
meenen nuttig werk te verrichten met
één of twee bijdragen te ^besteden aan
het opsporen en het bestrijden dier
plaag.
Tering wordt veroorzaakt door de
werking van een kleine, staafjesvormige
bacterie. De ziekte is niet brutaal noch
hevigzij ontwikkelt zich zeer langzaam
en veropenbaart zich eerst door het ont
staan van knobbeltjes. Deze knobbeltjes
zijn eerst week en bloedrijk later wor
den zij stilaan harder en gaan in verkal
king over.
Het dierlijk gestel heeft echter speciale
verweermiddelen tegen alle uitwendige
besmettingen en bij tering is zulks zeer
duidelijk. Eerst en vooral vormen zich in
het lichaam antitoxinen welke als tegen
giften werken om de produkten welke
door de bacterie vervaardigd worden,
onschadelijk te maken. Verder zien we
het getal phago-cyten of eetcellen welke
in ons bloed zwerven, veel grooter wor
den en dit is een voornaam verweermid
del; die eetcellen slorpen de bacteriën
op en verteren ze.
Eenderde verweermiddel is de knob
belvorming zelve welke de ziekte ken
merkt zij heeft immers tot doel de ver
spreiding van de bacterie en van hare
toxinen of vergiftige afscheidingsproduc
ten tot binnen zekere grenzen te beper
ken en op deze wijze de overige deelen
van het dierlijk gestel van de besmetting
te vrijwaren.
Het weerstandvermogen welke door
de drie vermelde verweermiddelen ver
wezenlijkt wordt is zeer veranderlijk niet
alleen bij de verschillige diersoorten,
maar ook nog van dier tot dier in eene
zelfde diersoort.
De factors welke het weerstandver
mogen verminderen en dus de vatbaar
heid vermeerderen, en omgekeerd, zijn
vooral erfelijke factors. Zoo weet ieder
een dat bij den mensch teringlijders
doorgaans van teringlijdende ouders
afstammen en dat hunne kinderen een
groote vatbaarheid zullen hebben voor
de tering. En gezien alle menschen de
besmetting door de teringbacterie onder
staan hebben, moet men ook erkennen
dat sommige individuen een volledige
onvatbaarheid tegenover die ziekte ver-
toonenhetzelfde geldt voor de dieren.
Uit deze beschouwing volgt dat aan
getaste dieren uit de veefokkerij moeten
uitgesloten worden en bij de gezonde
dieren moet het weerstandvermogen
door degelijke voeding en verpleging
vermeerderd worden. Dikwerf wordt de
tering aan de kalveren overgezet door
voeding met afgeroomde melk die van
teringlijdende koeien voortkomt: die
melk dient eerst gekookt te worden.
Een andere voorzorg om de besmet
ting te voorkomen is de voorbehoeden
de inenting deze berust op het feit dat
door inenting van gefilterde (dus mikro-
benvrije) kuituurbouillons de vorming
van antitoxinen in het lichaam teweeg
gebracht wordt. Vele natuurvorschers
hebben proeven in dien zin gedaan, doch
in plaats van het weerstandsvermogen,
door herhaaldelijk inenten van de toxi
nen of van de bacteriën, te vermeerderen
bekwam men dikwijls het tegenoverge
stelde uitwerksel nl. de overgevoeligheid
en vermeerdering der vatbaarheid. Zeer
onlangs is de Fransche bacterioloog
Calmette er in geslaagd een entstof te
bereiden welke de jonge dieren tegen
tering behoedt,het werd op kalveren be
proefd en gaf uitstekende uitslagen. Het
doel van den heer Calmette is echter het
menschelijk geslacht van die ziekte te
bevrijden, het is gebleken dat die entstof
wanneer ze in een bepaalden tijdverloop
na de geboorte ingeënt wordt, prachtige
uitslagen levert, wanneer ze later inge
ënt wordt, blijft ze zonder effekt.
We dienen nu wat meer te zeggen
nopens de verschijnselen der ziekte. De
tering tast vooral de longen en de lymph-
klieren aan, ook nog den uier, de baar
moeder, het hersenvlies, de beenderen
en de darmen. Dikwijls vertoonen zich
de ziekteverschijnselen eerst zeer lang,
maanden en misschien jaren, na de be
smetting.
Men moet altijd het bestaan van tu
berculose (of tering) vermoeden, wan
neer volwassen dieren in hun groei ach
terblijven of mager worden. Hoesten de
ze dieren en hebben ze een droge, glans-
looze huid dan wordt de besmetting
waarschijnlijk
Een veelbeduidend kenteeken is het
bestaan van koorts welke vooral 's
avonds opkomt. Men kan deze met be
hulp van den thermometer waarnemen
de temperatuur kan boven de 40 graden
stijgen. Verminderde eetlust en vermin
derde melkafscheiding wijzen ook op het
bestaan van teringkoorts.
Longtering wordt verraden door een
DE
RNBLOEM
Te rekenen van het in werking treden dezer
wet. en zoolang zij wordt toegepast, mag de
pachtprijs der landeigendommen niet meer bedra
gen dan 300 ten honderd van den prijs vpstgesteld
op 1 Oogst 7914, onverminderd het bepaalde bij
art. 2 der samengeordende huishuurwetten van
20 Feb. 1923 en 27 Dec 1924.
Het staat den huurder vrij, de loopende pach
ten. zoowel als die ges'oten na het in werking
treden der wet, voor de toekomst volgens boven
bepaalden grondslag te doen herzien.
Wat de loopende pachten betreft, zal de her
ziening slechts van kracht worden van af den
eersten vervaldag volgende op het indienen van
den rechtseisch wat de pachten betreft gesloten
na het in werking treden van deze wet, heeft de
huurder, daarenboven recht op terugbetaling van
de sommen door hem ten onrechte betaald sedert
het van kracht worden van zijne huurovereen
komst
la de afdeelingen had er een drukke bespreking
plaats rood de pacht wetsvoorstellen der regeering
en der socialisten
Er is een groote meerderheid, die inziet dat er
iets moet gedaan worden om aan de huidige mis
bruiken een einde te stellen, vooral aan 't schan
daal van zekere openbare verhuringen, waar klei
ne boeren, in de jacht naar een stukje grond, elkan
der opjagen tot onbetaalbare huurprijzen. Men
kan het die menschen niet kwalijk nemen: zij doen
het zoo dikwijls om hun talrijk gezin te kunnen bij
zich houden en om hun zonen niet te moeten ver
plichten in de ver afgelegen fabriek te gaan wer
ken. Zulke pijnlijke tooneelen hebben zich bij
openbare aanbesteding van de gronden der gods
huizen en der openbare inrichtingen dikwijls voor
gedaan. Het voorstel der regeering brengt hier een
doelmatige verbetering door het instellen der aan
besteding door inschrijving.
De liefhebbers worden aldus niet meer opge
jaagd in het vuur van het openbare opbod. De be
staande huurder krijgt ook meer zekerheid, daar
hij steeds de pacht tegen den prijs der hoogst inge
diende inschrijving kan terug overnemen.
De beperking der pachtprijzen en het vaststellen
van de huur- en opzeggingstermijnen zijn een zeer
ingewikkelde kwestie. Het voorstel Mathieu waar
door de huren driemaal den prijs van 1914 niet
zouden mogen overschrijden, is al te simplistisch
en onplooibaarhet is eens te meer een demago
gisch opbod tegenover de katholieke boerenverte
genwoordigers, die de zaak grondig hebben gestu
deerd en ze eerst te berde brachten Het socialis
tisch voorstel zou op menig plaats tegen de boeren
uitvallen. In de kwestie van de beperking der huur
prijzen moet het voorstel alleszins aangepast wor
den en aan de verschillende toestanden en aan de
verschillende landbouwstreken.
Doch de regeeringsgroepen zijn het er over
eens, dat de landbouwers moeten gevrijwaard wor
den tegen de willekeur der grondeigenaars die.
slechts verhurend van jaar tot jaar, hun onver
wacht den grond kunnen onttrekken, dien zij heb
ben bevruchtbaard en die soms hun eétrige brood
winning is.
De knapen spelen op de breedeplaats,
Met houten sabel en geweer gewapend,
En krijgsmuziek van trommel en trompet,
Roodwangig zusje, een degen in de vuist,
Speelt juichend mee en houwt er flink op los.
Vlak onder 't neusje, om 't rozelipje, heeft ze een
[zwaar
Paar snorren fluks zich aangeschaft,
Door broer geteekend met verkoolde kurk.
En op haar hoofdje prijkt een gouden helm
Ver van de kinderen met hun woest getier
Zit moeder, stil gebogen over t werk,
Waarin de naald snel prikkend voorwaarts glijdt.
Daar springt met vliegend haar en vonklend oog,
De houten kling in 't handje vastgeklemd,
't Roodwangig meisje op eens naar moeder toe
Mamaatje luister Ik ben generaal,
En 'k heb den vijand flink verslagen Zeg,
Word ik soldaat, als 'k groot ben
Toe, Zeg ja I
"Neen, lacht een knaap,die meer van 't leven weet,
Dat kan niet Zusl Geen vrouw wordt ooit soldaat,.
Mama, is 't waar vraagt Zus en twijfelt nog.
"Ik houd van vechten - - "Kind je krijgt je zin,,,
Lacht moeder droef "Soldaatje niet, maar vrouw.
En strijd genoeg, o kleine strijd genoeg
Helena Swarth.
Ingezonden.