Landbouwweekblad
Spaar- en Leenbank
Voor
Leden
Jeugdorganisatie
Het Ralkvraagstuk
De Vledermuis
TOMATEN
Onze Almanak is
verschenen
ooze
Groententeelt
i
ZONDAG 8 JANUARI 19 8
Prij» 20 crntlrra
10de JAAKUANÜ Nr 471
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs i 9.00 frank jaar».
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie s BRABANTSTRAAT. 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller s
ORTAIRE CAUDRON. Aalst.
Voor ea éoor
de Laadbonwen
be-
Men geve een voordracht over
mesting in eender welk dorp en de spre
ker mag 9 keer op 10 zich aan een vraag
betreffende hetkalkgebruik, verwachten.
De belangstelling bestaat dus onbetwist
baar maar terzelfdertijd doen alle moge
lijke valsche geruchten de ronde zoodat
onze landbouwers zich alle mogelijke en
onmogelijke gedachten vormen over
kalkaanwending.
Te dikwijls wordt door onbevoegden
of halfbevoegden een oordeel geveld dat
volstrekt niet met de waarheid overeen
stemt.
Om aan al die verwarring paal en
perk te stellen hebben we ons voorgeno
men in een paar artikelen het kalkvraag-
stuk onpartijdig en strikt-wetenschappe-
lijk te behandelen. Hierbij maken we de
de voorafgaande opmerking dat we
slechts dit mededeelen wat vast en proef
ondervindelijk bewezen is. Punten welke
nog niet klaar zijn laten we van kant.
Kalk
Eerst en vooral dit Kalk is even
noodzakelijk voor het leven der planten
als stikstof en fosfoorzuur.
In den grond komt de kalk een veel
vuldige rol toe. Levende kalk verandert
de natuurkundige eigenschappen van den
grond, houdt de kleiaarde samen ofwel
maakt ze lichter, verstevigd de zand
gronden, verzadigt de zuren \an den
grond, vernietigt de nadeelige ijzerzou-
ten, haalt de potasch uit de silicaten, en
maakt de organische stoffen opneem
baar.
Gecarbonateerde kalk alkaliniseert
zoet maken) den grond en laat zoo
de nitrifikatie toe van organische en am-
moniakale stikstof, splitst de potasch- en
ammoniakzouten, zet de superfosfaten
vast.
Kalk in den grond.
Flink opkomende klavervelden zijn
een teeken dat de grond een voldoende
dosis kalk bevat.
Weiden waar veel zoogenaamde
kattestaarten (Equisetum) voorko
men zijn immer kalkarm.
Op een heel eenvoudige wijze kan
ieder van ons zich zelf rekenschap geven
of zijn grond, ja dan neen, genoeg kalk
bevat. Eerst en vooral zeeft men den
grond, de fijnste korreltjes vermengt
men met water om er achteraf een ver
dund zuur of sterke azijn bij te voegen
weinig schuim duidt op een kalkarme
grond, veel schuim is gelijk aan kalk-
rijkheid.
Gronden waar het percent totale
kalk 10 bereikt, worden aanzien als be
zittende voldoende fijne kalk. Dit zijn de
kalkachtige gronden.
In sommige streken (Champagne, Pa
rijs, St Vaast, Ciply, Maastricht) bevat
de grond 80 °/o kalk. Deze gronden zijn
in 't algemeen onbebouwbaar, daar ze
te weinig water, humus en potasch be
helzen. In sommige gevallen is er ook
gebrek aan fosfoorzuur.
Hoeveel kalk heeft de grond
noodig
Buiten de eigenlijke kalkachtige gron
den verdeelen zich de bebouwde gron
den in drie reeksen gronden met bijna
genoeg kalk, met te weinig en zonder
kalk.
A. De eerste reeks omvat twee on-
derafdeelingen
1. Lichte gronden, waar zand over-
heerschend is 1 2 °/o kalk is voldoen
de om hun lossen toestand te behouden.
Deze gronden geven de mooie klavers
van Lokeren en van de Kempen, rijke
kunstmatige weiden en somwijlen heel
mooie graangewassen.
2. Zware gronden, rijk aan klei, waar
men tarwe en beeten verbouwt. Op de
ze gronden moet men bijwijlen tot 10°/o
kalk aanwenden.
Tusschen deze twee uitersten vindt
men natuurlijk alle middensoorten van
grond.
De verhouding welke bestaat tusschen
zand, klei en humus regelt de min of
meer sterke dosis kalk die de grond noo
dig heeft.
B. Gronden welke te weinig kalk
bevatten.
In 't algemeen mag men aannemen
dat kalking een nnttig effekt zal berei
ken op alle lichte gronden, welke genoeg
humus bevatten en waar minder dan
1 °/o kalk aanwezig.
In kleiachtige gronden hoeft minstens
3 a 10 °/o kalk, om de grond los genoeg
te maken. Dit kan slechts dan ekono-
misch geschieden wanneer er tevens een
weinig zand en humus is in bedoelden
grond.
C. Op gronden zonder kalk groeit
geen tarwe, wel koren, haver, boekweit
en aardappelen. Zulke gronden vindt
men in de Kempen en de Ardennen. We
weten al te best dat in deze gronden
door het kalkgebrek alle nitrifikatie on
mogelijk is en bijgevolg er aldaar een
opeenstapeling geschiedt van zure hu
mus. Deze gronden kunnen radikaal
verbeterd worden door het aanwenden
van fosfaten, om het jaar daarna over
te gaan tot kalking.
Praktisch nu bestaat er een heel een
voudig middel om zich te vergewissen
of onze gronden kalk noodig hebben ja
dan neen. Heel simpel men probeert
op een klein hoekje van het veld. Be
komt men door het aanwenden van
kalk goed merkbare uitslagen, dan is
het zonneklaar dat men gerust tot een
algemeene kalking kan overgaan.
Toekomende week behandelen we in
't kort Het kalkverlies Van nu af
echter is de Landbouwkundige Dienst
heelemaal bereid den leden alle verdere
inlichtingen te verstrekken. Zijn er som
mige leden welke tot praktische proe
ven wenschen over te gaan, dan zal
bedoelde dienst hen met raad en daad
bijstaan.
Een prachtig boek dat elk lid
ongetwijfeld zal willen bezitten.
Ziehier een uittreksel van den
zoo rijk-afwisselenden inhoud
Welkom (gedicht van Fons
Van de Maele).
Wekelijksche markten.
In 's Levens Mei (een pracht-
novelle).
Der Menschen school (gedicht)
Uitgeboet (novelle van Em.
Van den Broeckj.
Dracht en broedduur bij de
Huisdieren.
Onzijdigheid (propaganda-ar-
tikel).
De moord in de slachtmaand
('n teere beschrijving).
Samenstelling der veevoeders.
Aan de Planeet Jupiter (ge
dicht van Fons Van de Maele).
Enkele veeziekten.
Ontwikkeling.
Voor meer en beter fruit.
Een lied van Heimwee (gedicht
van Alice Nahon).
Onze Grootstad-Meisjes.
Om bemind te worden (ook
voor onze meisjes).
Suske de Mollenvanger (sim
pel verhaal)
Wat is R. U. Z.
Hoender kweek in Denemarken
Raadselprijskamp.
Daarbij nog Lachkruid en We
tenswaardigheden.
Onze almanak is te bekomen
aan den prijs van 2 ft ank in ons
lokaal te Aalst, hoofdmagazijnen
van Aalst, Herzele, Ternath en
Eppegem en bij al onze plaatse
lijke magazijniers.
De spaarboekjes der verschillige reek
sen (A, B en C) mogen van af den 9 de
zer maand ingebracht worden, voor het
berekenen der intresten (niet verwarren
met aandeelboekjes a. u b.)
De inbrenging mag geschieden ten
bureele Brabantstraat, 53, of 's Zater
dags voormiddag ten onze lokale,
Groote Markt.
We beleven thans een periode gedu
rende dewelke de gewone landbouw-
kultuur stilaan plaats maakt voor groen
tenteelt. Daarom ook vinden we het
gepast af en toe een speciaal punt der
groentenkweek te behandelen.
Eerst en vooral weze gezegd dat voor
het teelen der tomaten de lommerige lig
ging en de killige gronden niet deugen.
Ook in kalkarmen grond is de ontwik
keling onvolledig.
Wanneer men in open lucht wil kwee
ken, zal men een grond zoeken welke
naar het Zuiden af helt of achter eene
beschutting ligt, daarbij zal hij licht of
middelmatig humusrijk zijn.
De jonge planten.
Voor Qlaskweek zal men zaaien op
lauwen broei in den aanvang van
Maart, uitplanten rond half April om te
oogsten in Juli.
Wanneer men in open lucht kweekt,
zal men rond 20 Maart op bak zaaien,
uitplanten in de tweede helft van Mei
en oogsten rond Oogst-September.
In lichte aarde hoeft men tamelijk dik
te zaaien, goed gieten en dan de ramen
dicht houden. Tien tot veertien dagen
na het opkomen zal men verspenen on
der glas in goede teelaarde op 7 cm. af
stand twee tot drie weken later ver-
speent men op 10 tot 15 cm. Bij elk ver
spenen plant men dieper om een paar
weken na het tweede verspenen onder
jeschutting ter plaatse te zetten.
Grondbewerking en bemesting
Leemachtige grond moet op minstens
40 cm. diepte vóór den Winter bewerkt
worden in lichtere gronden zal men
tot 60 cm. dalen, ten einde de ondoor
dringbare lagen te vernietigen en de
rure humuslagen naar boven te brengen.
3ij volgende bewerkfngen gaat men
natuurlijk zoo diep niet meer.
Gedurende de grondbewerkingen na
den Winter zal men in lichte grond
goed verteerd koemest geven, in zwaren
grond koemest. Vloeimest is immer nut
tig oiii den groei aan te wakkeren. Bij
dit alles voegt men ongeveer 3,5 kgr.
zwavelzuur ammoniak, 6 kgr. superfos-
aat, 3 kgr. zwavelzure potasch of kloor-
potasch per aar.
Verdere zorgen
In vollen grond laat men 50 tot 70
cm. tusschen de lijnen. Zoo men dezen
afstand eenigszins vergroot, kan men
met paard en hakplanet de plek be
werken.
Mislukte planten zal men bij lomme
rig weder vervangen.
Men zal gieten overal waar het noo
dig blijkt, in serren dikwijler dan in
open lucht.
De grond kan best met dekmest frisch
gehouden worden.
De stengels bindt men nog al vroeg
tijdig op aan stokken minstens lm20
lang en welke ongeveer 80 cm. uit den
grond komen.
In serren behoudt men twee stengels
per stam, in de gewone kuituur echter
slechts één.
Het is volstrekt noodzakelijk de over
bodige scheuten spoedig weg te nemen.
In volle lucht volstaan drie trossen per
scheut, onder ramen bewaart men in 't
algemeen vijf scheuten. In serren ver
schilt het getal volgens de omstandig
heden.
Oogst
De vruchten worden afgetrokken van
begin Augustus tot einde September.
Men laat ze achteraf narij pen in een
warme plaats.
Bij den aanvang van 't slecht seizoen
hange men stengels en vruchten in een
droge plaats.
Soorten
Een goede tomaatsoort moet volgen
de hoedanigheden bezitten vrucht
vurig rood, groot of middelmatig, door
snede 6 tot 7 cm., rondachtig, onge-
ribd, veel-opbrengend en sterk bestand
tegen ziekten.
Hier volgen enkele namen
a) voor vollen grond Perdrigeon,
Koningin der vroege
b) onder glasramen Up-to-date,
Wonder der Markten, Mikado, Per
fection
c) in serren Perdrigeon, Sutton's
Best of AU, Carter s Duke of York,
Stirling Castle, Sutton's Perfection,
Carter's Perfection,
Wat hangt er ginds aan dien balk,
vader? Dat gelijkt zoo wat een vuile
spinneweb.
Bekijk het eens goed, jongen, dat
is een van die muizen die ge verleden
Zomer, 's avonds, zoo dikwijls hebt zien
rondzweven, waar ge met uw muts en
kluiten aarde zoo vaak naar gesmeten
hebt. Ge hebt ze gelukkiglijk nooit kun
nen treffen en nu hangt ze daar met het
kopje naar omlaag aan dien hoogen
balk onder het dak, zoo onbeweeglijk en
roerloos alsof ze dood ware.
En is ze wezenlijk niet dood?
Neen, jongen, ze doet haar winter
slaap. Met de klauwtjes harer achter-
pooten houdt ze zich aan een balk of
uitsprong vast, 't zij, als hier, op den
zolder, ook in kelders, schoorsteenen,
holle boomstammen enz. Wanneer ze
zal ontwaken, zal het wederom Lente
Dan zal ze zeker niet meer ontwa
ken, vader, dan is ze toch immers lang
gestorven van honger of van zoo met
den kop omlaag te hangen
Ze zal inderdaad niet even vet
haar schuilplaats verlaten als ze er ge
komen is, maar wel mager en uitgehon
gerd. Ook zal ze hevige slachterijen
aanrichten in de rangen van kevers en
nachtvlinders waarop ze een geduchte
jacht zal maken. Ze vangt er honderden
op een avond en bewijst dus de grootste
diensten aan den landbouw.
Maar 'k heb eens gelezen, vader,
dat men dat beest ergens aan een schuur-
poort had gespijkerd en dat om van on
gelukken en andere rampen binst het
jaar gespaard te blijven't moet dan
toch zoo geen nuttig dier zijn?
Inderdaad, vroeger waren die lieve
beestjes wel het slachtoffer van dwaze
en uitzinnige vooroordeelen, doch thans
is de jeugd beter ingelicht en is ze geen
vijand meer van een onzer grootste
landbouwvrienden.De vledermuis wordt
thans overal beschermd en niemand zal
er nog ooit aan denken ze te mishande
len of te dooden.
Maar, vader, ge noemt dat lieve
beestjes daar is nu toch niets lief aan.
Vliegen kunnen ze en 't zijn geen vo
gelsmuizen zijn het, en ze kunnen
slechts heel gebrekkig loopen. 't Is met
de vledermuizen als met sommige men
schen die noch mossel, noch visch zijn.
Nu, voor wat de vledermuis be
treft, moet ik U zeggen jongen dat ze
weinig of niets met de vogels te maken
heeft, het zijn vliegende muizen, dus
zoogdieren, die levende jongen baren,
en waarvan het lichaam niet met plui
men, maar met haartjes is bedekt en die
toch dit gemeens met den vogel hebben
dat ze vliegen kunnen en zich voeden
met meikevers, nachtvlinders en andere
insecten. Het lichaam van de vledermuis
is, in verband met hare vleugels, klein
en licht, wat haar toelaat in de lucht te
leven. Ik zeg vleugels, doch 'k zou dat
ook wel mogen doopen met een anderen
naam want haar vliegtoestel heeft wei
nig of niets gemeens met vleugels. Haar
voorste ledematen zijn zeer lang en
voorzien van vijf vingers. De duim is
zeer kort en heeft een scherpen nagel.
De vier andere vingers integendeel zijn
lang en verbonden met een vlies dat aan
de vledermuis toelaat te vliegen. Dit
vlies strekt zich verder uit tusschen de
voorste ledematen, het lijf en de achter
ste ledematen. De vijf vingers der ach
terste ledematen steken buiten het vlies.
Men zegt altijd, vader, dat de uit
vinder der vliegtoestellen naar den vogel
heeft gekeken om zijn plannen op te
maken. Ik geloof dan nog veeleer dat
het naar de vledermuis is dat hij zijn
oogen hield gericht.
Ja, jongen en dit des te meer daar
de vledermuis om hare vliezen goed
plooibaar te houden deze van tijd tot
tijd moet bestrijken met een olieachtig
vocht, dat zij uit kleine bobbeltjes trekt,
welke zich tusschen haar neusgaten be
vinden. Evenzoo moet de vlieger zijn
machien van tijd tot tijd eens insmeren,
wat een vogel niet doen moet.
Is het waar, vader, dat de vleder
muis niet goed ziet?
Dat is zoo, jongen, de vledermuis
ziet niet te best, maar haar gevoel is zoo
fijn dat ze nooit tegen eenig voorwerp
vliegt, zelfs niet tegen de ruiten. Ze
(Zie vervolg onderaan 5' kolom),
Reeds honderden keeren werden in
dit blad al de voordeelen opgesomd,
welke onze leden kunnen genieten.
Op tal van voordrachten werd het
zelfde gezegd en herzegd.
Vandaag willen we nogmaals de aan
dacht trekken op enkele voordeelen.
welke onze Landbouwkundige Dienst
kan bewijzen.
Sedert enkelen tijd worden inlichtin
gen insgelijks langs De Koornbloem
om gegeven, maar veel belangrijker,
veel beter werkend voor u zijn de zitda-
dagen welke onze landbouwkundige
houdt.
Als men zijn geval mondelings kan
uiteenzetten, heeft men het oneindig
gemakkelijker, kan men alles beter uit
leggen... en bekomt men dus ook een
meer volledige uitleg.
Door onze voordrachtgevers worden
beslist nuttige wenken gegeven, maar
heel dikwijls is het den landbouwer
moeilijk die algemeenheden praktisch
toe te passen. We zijn er innig van
overtuigd dat velen onzer boeren ten
huidigen dage niets beter vragen dan
heel hun bedrijf zoo winstgevend mo
gelijk in te richten, maar ze twijfelen
omtrent den in te slagen weg. Welnu
daar is maar één middel om hieromtrent
zekerheid te verkrijgen onze Land
bouwkundige Dienst raadplegen.
V eevoedingsvraagstukkenbemesting
grondverbetering, fokkerij, plantenziek
ten, pachten, variëteitenkeus, en voor
zooveel andere punten kan men gerust
bij onzen dienst aankloppen.
Voor zaken welke meer van rechts
kundigen aard zijn, doet men best zich
tot dezen dienst te wenden. Onze
rechtskundige raadgever zetelt alle zon
dagen, van 9 tot 11 uur 1/3, in ons
lokaal, Groote Markt, Aalst.
Wat nu onze landbouwkundige be
treft deze is ter uwer beschikking te
Aalst, Herzele en Ninove op de dagen
vermeld op de 3' bladzijde van dit num
mer.
Voortaan zullen alle inlichtingen op
den kortsten tijd gegeven worden.
Landbouwers Dat is een van de tal
rijke voordeelen welke ge dank zij de
vereeniging kunt genieten, maakt er dus
ruimschoots gebruik van.
Waar een wil is, is een weg
De jeugdafdeelingen van R. U. Z.
Een eerste intieme vergadering
an belangstellenden zal plaats
hebben op Zondag 15 Januari te
1,30 u. in ons lokaal M De Koorn
bloem Groote Markt, Aalst.
Alsdan zullen de grondslagen,
de praktische werking en eventu-
eele standregels besproken.
Iedereen die belang stelt in de
jeugd wordt uitgenoodigd. We
drukken er bijzonder op dat ook
onze meisjes, jonge landbouw-
sters en anderen, verwacht wor
den.
Wie wat over heeft voor de
verheffing onzer jonge landbou
wers en landbouwsters zal op post
zijn.
voelt de nabijheid der voorwerpen. De
vliezen of de vlieghuid der vledermuis
dienen haar ook om insekten te vangen,
waarmede zij zich voedt. Ze slaat haar
vlieghuid toe, neemt de insekten er in op
als in een mantel en speelt ze op haar
gemak binnen.
Hebben die nesten als de vogels
Neen, jongen, maar wel nesten als
muizen die ze maken onder de daken, in
schouwen, grotten, spelonken of oude
boomstammen. We moeten hier dan ook
wel de reden zoeken waarom we zoo
zelden een nest aantreffen. Een andere
reden er van is ook dat ze zich bij dage
schuilhouden en slechts des avonds vlie
gen. 't Wordt hier wat koud op den
zolder, kom laat ons wat gaan warmen,
beneden.
De medewerkers iftn verantwoordelijk v««rr hmm ofrtraan
Oceeteekeade stokken worden oM opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
BBBBBBBBHÖBBïSSIBBaBBBBBBÏIHBBB
zijn.