Landbouwweekblad
Hoelang nog***??
Algemeene Vergadering
Losse nota's over
Stikstofmeststoffen
Boekbeoordeeling
Dc Teelt van de Prei
Iets over de
voederregiemen#
REDT U ZELVEN
Bemestingsleer
Groententeelt
Kleinveetleet
m
ZjONDAü 18 MAART 1928
Prqi 2B
lUdc jaamuamU Ni 481
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs i 9.00 frank 's jaar#
vl en schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie BRABANTSTRAAT. 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor en daw
ie Laadbawwe»
Maatschappelijke Vraagstukken
I
't Is ruim 'n jaar geleden dat de be
ruchte Pachtwetkwestie haar plech
tige intrede deed in de Kamer.
Sindsdien is er heel wat water door
de zee gevloeid en nog immer hangt het
oude hekken aan den ouden vermolm
den stijl, zoodat wij boeren er bij
slot van rekening nog geen enkelen stap
zijn op vooruit gegaan.
We kunnen echter maar moeilijk aan
nemen dat het vraagstuk niet grondig
genoeg is besproken geworden.
Geen enkel kamerlid of senator of hij
heeft er zijn woordje over meegepraat
onder alle mogelijke en onmogelijke
vormen werd het gewikt en gewogen.
Alles wat eenigszins aan "pers,, doet
heeft het noodig. nuttig of behendig
gevonden aan lange neklaam te doen
ten bate of ten nadeele eener rechtvaar
dige oplossing van het veel besproken
vraagstuk 1
Zeker, wij kennen nog andere maat
schappelijke hervormingen, die precies
van geen leien dakje zijn geloopen,
vooraleer ze tot wet werden be
krachtigd.
Getuige daarvan o. a. de achturen-
dag, het algemeen stemrecht; ook zij
gaven aanleiding tot drukke en heftige
debatten. Zulks belette echter niet dat
ze op een bepaald oogenblik radikaal
als wet in voege zijn getreden.
Doch wie had ooit durven droomen
of voorspellen dat de landpacht zulk
een ingewikkeld en onoplosbaar iets
was, dat er geen wet voor te vinden is
Ook moeten we haast gaan gelooven
dat het zaakje alhoewel tot op den
keper uitgepluisd nog niet heel en al
grondig is uitgediept 1 Immers, lazen we
daar zooeven niet tot onze groote
verbazing dat nu het ontwerp op
nieuw in de Kamer is verzeild, de rech
terzijden eene commissie hebben aange
steld om de zaak grondig te onder
zoeken !?l
Wat die menschen verstaan door
grondig onderzoek, lijkt ons wel een
beetje bittere ironie te wezen, vooral als
men eventjes bedenkt, dat vroegere
kommissies en onderkommissies, afdee-
lingen, onder- en middenafdeelingen,
Kamer en Senaat er reeds tal van over
bodige zittingen en besprekingen hebben
aan besteed 1
Maar laat ons eens de personalitei
ten, die van deze zooveelste kommissie
deel uitmaken, in oogenschouw nemen.
Daarin tronen naast den ontwerper der
pachtwet, heer Van Dievoet, de volks
vertegenwoordigers Tibbaut en Carton
de Wiart, benevens senators Moyer-
soen, Limage en Mullie. Met dit gezel
schap van 'n half dozijntje eigenaars
zullen onze huurboerkens en pachter-
kens waarempel geen schipbreuk lijden.
In afwachting zijn we heel benieuwd
te vernemen, op welke manier de aan
gestelde kommissie het aan boord zal
leggen, om eindelijk den beroemden
gordiaanschen knoop door te hakken.
Wij meenen uit officieuse bron ver
nomen te hebben, dat de kommissie zin
nens is vast te stellen dat het bedrag
van den huurprijs alle drie jaar zal mo
gen gewijzigd worden, d. w. z. verhoogd
of verlaagd naar gelang het stijgen of
dalen onzer muntwaarde of volgens het
schommelen van het indexcijfer der
levensduurte.
Dit schijnt dan ook een voorteeken te
wezen, waarbij de kommissie er zou op
aanstuwen het pachtstel van 3 6—9
(pachterskeuze) in verscheidene stre
ken reeds in voege ditmaal als alge
meen princiep vooruit te stellen.
Anderzijds vernemen we dat de libe
rale groepen van Kamer en Senaat op
hunne beurt eveneens vergaderden om
voor de zoo\ eelste maal te onderzoeken,
welke houding deze mandatarissen nu
wel zouden kunnen aannemen in zake
landpacht.
Heer Masson, voorstander van den
pachttermijn van 9 jaren, heeft ander
maal dit princiep hardnekkig verdedigd
en blijft besloten er geen haar breed
van af te wijken.
Anderzijds hoorde men ook verdedi
gers van de 3 jaren een der senators
stelde voor geen minimum-termijn te
bepalen, doch de opzegging van twee
jaar door te drijven, tot men bij slot van
rekening tot het besluit kwam -aan eiken
mandataris volledige vrijheid van stem
ming te laten.
Uit deze beslissing die er feitelijk
geene is mogen we dan eveneens ge
rust opmaken, dat ook hier niet de
minste akkoordstelling werd bereikt
over 'n bepaalde oplossingsformuul, ver
mits elkeen alweêr zal handelen naar ge
lang de politieke omstandigheden van
zijn mandaat zulks voorzichtigheidshalve
vereischen.
In loop van verleden week vergaderde
insgelijks de Middenafdeeling van de
Kamer om het ontwerp van pachtwet,
door den Senaat op zulke erbarmelijke
wijze verminkt, opnieuw te onderzoe
ken. De drie jaar minimum werden
er terug verworpen, om de "negen jaar,,
ons door de kamermeerderheid eerst
geschonken terug in de plaats te
stellen.
De pachttermijn van negen jaar,
welke door al de boerenvereenigingen
van ons land wordt geëischt de Bel
gische Boerenbond uitgezonderd
vindt andermaal een meerderheid in
de Middensektie der Kamer.
Wat nu in bovengemelde politieke
partijkommissies werd opgehemeld of
afgebroken, kan ons bitter weinig sche
len, aangezien hier ongetwijfeld enge
partijgeest de kwestie andermaal heeft
beheersrht, zoodat dus voor on partijdige
besprekingen haast geen sprake kan zijn.
Midderwijl staan wij, landbouwers,
ons immer af te vragen: Hoelang
het komediespel nog duren zal Waar
om weigert men de kwestie op het zui
ver terrein der landbouw- en beroeps-
belangen te plaatsen
Heeft de ophitserij niet lang genoeg
geduurd, opdat er in het Parlement ein
delijk iemand gevonden worde, die het
aandurve openlijk te verklaren dat
de landbouw met zijn opbrengst van
16 milliard franken, ook recht van aan
spraak heeft op rechtvaardige sociale
hervormingen.
Wat we van de volksvertegenwoor
digers en senators eischen zijn daden
en daarom vragen we hen nogmaals
Hoelang nog... vooraleer ge ons 'n
rechtvaardige pachtwet zult schen
ken
Landbouwvereeniging
Samenwerkende Maatschappij, Aalst.
De Heeren deelgenooten worden
hierbij vriendelijk uitgenoodigd tot de
gewone jaarlijksche
welke zal plaats hebben ten lokale,
Groote Markt, te Aalst, op ZONDAG
25 MAART 1928, om 2 uur nanoen.
DAGORDE
1) Verslag van den Beheerraad
2) Verslag van den Toezichtsraad
3) Hernieuwing van 1 /2 van den Be
heerraad
Eindigen de mandaten der Heeren
Meert Marinus, Aalst,
Meirsschaut Honoré. Oosterzeele,
Possemiers Arthur, Hofstade,
Ruyssinck Clement, Afgevaardig
de-Beheerder, Meirej
De uittredenden zijn herkiesbaar.
4) Gebeurlijke bekrachtiging der aan
stelling als Beheerder van den Heer
Frans Wynant te Oultre. in vervanging
van den Heer Victor De Clippel, over
leden
5) Hernieuwing van 1 /2 van den Toe-
zichtraad
Eindigen de mandaten der Heeren
Moens August, Wichelen,
Van Boxstael Frans, Okegem,
Van den Haute Carniel, Ninove
De uittredenden zijn herkiesbaar.
6) Gebeurlijke aanstelling van eenen
plaatsvervanger voor den Heer Frans
Wynant, als Toezichtsraadslid
7) Gebeurlijke goedkeuring
a) van den Bilan
b) van de Winst- en Verlies
rekening
c) van de verdeeling der Winsten.
8) Gebeurlijke verdeeling der Winst.
Namens de Maatschappij
De Voorzitter, De Bestuurder,
B. Schockaert. O. Caudron.
De Afgevaardigde-Beheerder,
Cl. Ruyssinck.
(2e bijdrage).
Ammoniakaal kalknitraat
Deze meststof verschilt scheikundig
weinig met het gewoon kalknitraat,
welke we in onze 1' bijdrage bestudeer
den. Witachtig van kleur, bevat deze
stof 14,75 °/o nitrische stikstof, 0,75 °/o
ammoniakale stikstof (totaal 15.5
stikstof) en ongeveer 27,5 °/0 kalk. Deze
meststof neemt gemakkelijk de vochtig
heid der lucht op en wordt alsdan brei-
achtig zeer oplosbaar diffuseert ze heel
snel in den grond en mag dus evenals
andere nitraten bovenop gestrooid wor
den. De kalk oefent juist denzelfden in
vloed uit als deze welke het gewoon
kalknitraat bevat.
Bij het gebruik zal men volgende
voorzorgen nemen
1) Personen welke op handen of
armen ongeheelde kwetsuren hebben,
mogen geen ammoniakaal kalknitraat
uitstrooien.
2) De lieden gelast met het uit
strooien, zullen schorten dragen, welke
tot beneden de knieën hangen, opdat
hunne kleederen niet door de meststof
beschadigd zouden worden.
3) Alvorens over te gaan tot het uit
strooien is het aan te raden handen en
voorarm in te vetten.
4) Slechts uitstrooien bij droog weder.
5) Meststofverspreiders moeten na
elk gebruik zorgvuldig gereinigd^ wor
den.
6) Na het werk zullen alle lichaams-
deelen, welke in aanraking kwamen met
ammoniakaal kalknitraat zorgvuldig
gewasschen worden.
7) Kleederen welke aangetast werden,
zal men eerst wasschen alvorens terug
aan te trekken.
Ammoniakaal kalknitraat mag niet
gemengd worden met fosfaten en even
min met zwavelzuur ammoniak. Op
voorwaarde tot een onmiddellijk gebruik
over te gaan, mag men mengen met
ijzerslakken, cyanamied, kalk en pot-
aschzouten.
Zwavelnitraat Ammoniak
Dit produkt welke stikstof onder twee
vormen bevat, mag aanzien worden als
een mengsel van sulfaat en ammoniak-
nitraathet bevat25,5 °/o stikstof,
waarvan 19 ®/0 ammoniakale en 6,5 °/o
nitrische stikstof. Deze bijeenvoeging
van nitrische stikstof en ammoniakale
stikstof kan in sommige gevallen prij
zenswaardige voordeelen aanbieden,
wanneer men bijvoorbeeld een langdu
rige werking der stikstofbemesting op
de planten beoogd. Al te dikwijls heeft
men getracht de twee vormen van stik
stof tegen mekaar uit te spelen.gewoon
lijk een voorkeur gevend aan den nitri-
schen vorm. Het zou beter met de waar
heid overeenstemmen met te trachten
van beide vormen in de gepaste ver
houdingen te mengen en dit volgens
streek, grond en teelt.
In een volgende bijdrage behandelen
we de cyanamied, om dan achteraf
chloorammon en calcia-ammon even te
bestudeeren.
Het gebruik van Gewapend Beton
voor de Landelijke Gebouwen, door
L. de Carrier d'Ive, burgerlijk mijninge
nieur. Vertaling van A. Carlier, Hoofd-
rijkslandbouwkundige. Uitgave van
het ministerie van Landbouw. Prijs
1,25 fr.
Niet alle werkjes door het belgisch
landbouwministerie uitgegeven, dragen
den stempel van echte degelijkheid zoo-
als dit. Waar in de moderne bouwtech
niek overal beton aangewend wordt,
mag de landbouwer dit nieuwe kon-
struktiemateriaal niet onverlet voor
bijgaan. De landbouwers moeten nu
weer niet gaan denken dat beton maken
hoogst ingewikkeld is. Leest deze korte
handleiding en u zult gauw de overtui
ging opdoen dat iedereen, mits oplet
tendheid en handigheid, beton kan sa
menstellen.
We hoeven echter in de tegenover
gestelde fout niet te vallen en er zoo
j maar los op gaan.
De prei is een tweejarige plant, die
evenals de selder gedurende het gansche
jaar door gevraagd wordt.
Onder de talrijke preiverscheidenhe
den vermelden wij er slechts enkele
goede
1° De monsterachtige prei van Ca-
rentan dikke, breedbladerige soort, bij
zonder sterk tegen vorst, wordt het
meeste gekweekt en verdient de voor
keur op alle andere variëteiten.
2° De Brabantsche winterprei zeer
winterhard.
3° De zomerprei Gele van Poitou
zeer gevoelig aan vorst, bijzonder ge
bruikt voor vroege zaaiingen, wordt
weinig in ons land gekweekt.
Zorg er voor te zaaien en te planten
in een goed bewerkten, frisch blijvenden
en doelmatig bemesten grond, dan zal
men de beste resultaten bekomen.
Bij het maken van winterbedden zal
men 500 kg. goed verteerden stalmest
onderwerken per aar.
Bij de lentespitting geeft men 6 kg.
superfosfaat en 2 kg. potaschsulfaatin
geen geval mag men hier de stikstofbe
mesting vergeten, men strooit in 2-maal
4 kg. sodanitraat of 3 kg. ammoniak
tijdens den groei uit.
Om gedurende het gansche jaar door
prei te hebben, zaait men
1° In Januari-Februari in een gema
tigde kas of broeibed, de prei uitna
5-6 weken worden die jonge plantjes
verspeend, op een lauwen broei op
10 cm. afstand. In Mei zijn die planten
reeds oogstbaar. Soms worden die plan
tjes in plaats van op lauwen broei te
verspenen in April-Mei in open tuin, op
een beschutte plaats uitgeplant, die dan
reeds in de maand Juni geoogst worden.
Aangezien de gewone teelt voor ons
van grooter belang is, zullen we die dan
ook breedvoeriger bespreken.
De prei wordt gezaaid in de maanden
Maart-April op een welgelegen wacht-
bedper aar gebruikt men ongeveer
400 gr. zaad.
Om den groei van de jonge plantjes
aan te wakkeren, geeft men nu en dan
wat vloeimest of enkele grammen soda
nitraat opgelost in een emmer water.
De 2de zaaiing kan men in Mei doen
de planten welke hiervan voortkomen
worden in Augustus uitgeplant en zijn
oogstbaar in de Lente.
De prei is uitstekend geschikt om als
navrucht te kweeken b.v. na vroege
aardappelen, erwten, latouw enz. Wan
neer de planten de dikte hebben van een
potlood worden ze uitgeplant, meest in
de maanden Juni-Juli.
Vooraleer de prei te planten worden
de wortels en de bladeren de helft inge
kort, dit om alzoo de verdamping te
verminderen en het hervatten te bevor
deren.
Heeft men een frisschen, vochthou-
denden grond dan plant men gelijk met
den grond in rijen op 30 cm. afstand.
Op de rijen maakt men alle 10 20 cm.
een gat met een plantstokin deze gaten
die men zooveel mogelijk van gelijke
diepte maakt, laat men de planten zak
ken, zonder ze met den grond aan te
duwen; de gaten geraken stilaan wel
dicht door regen, behakkingen enz.
In andere streken, bijzonder hier bij
ons, plant men met de spade, men maakt
kloven in den grond, en zet er de prei
tot aan de eerste bladeren in.
Bij het planten neemt men in acht, dat
men de prei allen in dezelfde richting
zet, anders bemoeilijkt dit het hakken en
worden er veel bladeren gebroken.
In lichte gronden, waar de teelt door
verplanting onmogelijk is, zaait men ter
plaatse. In Mei-Juni maakt men alle
25-30 cm. voortjes. van 8-10 cm. diepte,
hierin zaait men, doch zeer dun. Het
zaad wordt zeer lichtjes bedekt, en naar
gelang de jonge plantjes ontwikkelen,
worden de voortjes met grond aange
vuld gedurende het ophakken, verder
worden de plantjes gedund, zoodat ze
op 10 cm. blijven staan.
De onderhoudszorgen bieden niets
bijzonders aan, tenzij dat men in lichten
grond veel gieten en in alle gronden diep
ophakken moet.
Men zal ten minste éénmaal tusschen
de rijen overvloedig vloeimest gieten en
nadat dit vocht in den grond gedrongen
is, graaft men met het houweel het slijk
in, dat het vloeimest heeft achterge
laten.
De prei kan ter plaatse bewaard
worden, of wel in een groef, of in een
kelder. Schoone, volwassen prei steekt
men uit en bewaart men in een kelder of
in een groef, de andere planten laat men
ter plaatse.
Bij het naderen van het winterseizoen
is het aan te raden de stevigste prei-
planten. hoewel deze groente winter
hard is, te verzamelen, ten einde er, bij
voorkomende strenge vorst, te zijner
beschikking te hebben. Derhalve ver
plant men er een zekere hoeveelheid
naar de best beschutte plaats van den
tuin, bij voorkeur achter een muur.
Zoodra de groote koude aanbreekt, dekt
men de planten met stroo of met een laag
doode bladeren. Wanneer men op die
wijze te werk gaat, kan men er ten allen
tijde prei in de keuken hebben, terwijl
het in vastgevroren grond onmogelijk is
er uit te doen.
Ze moeten uitgedaan worden tegen
de maand April, vóór het hernemen der
groeiperiode, en vóór het zaad schieten.
Op die manier behandeld, kan de prei
zeer lang bewaard blijven.
De prei lijdt aan twee ziekten
1) De Roestziekte. Deze ziekte
doet roodgele vlekken ontstaan onder
de opperhuid der bladeren. De voortge
brachte schade is van weinig belang.
Best kan men deze plaag bestrijden door
het besproeien met bordeleesche pap.
Vooraleer de bespoten planten te ge-
bruken of te verkoopen, moeten ze zui
ver gewasschen worden, om het zwa
velzuur koper van tusschen de bladeren
te verwijderen.
2) De Preimade kan groote schade
veroorzaken. Ze voedt zich eerst met de
bladeren, gaat van 't eene blad naar 't
andere, en dringt ten slotte tot in 't hart
van de plant. De aangetaste planten zijn
heel gemakkelijk te herkennen. De bla
deren worden geel en verdwijnen.
Het valt moeilijk deze made te ver
nielen, omdat ze zoo klein is. Doch het
aanwenden van de volgende vernielings
middelen geeft doorgaans goede resul
taten.
Vooreerst kan men de bladeren tot
aan den grond afsnijden, zoodra de zie
kelijke kenteekenen zich vertoonen,
want alsdan bevindt het ongedierte zich
in het bladergestel en is nog niet tot in
't hart van het gewas doorgedrongen.
De afgesneden bladeren moeten zorg
vuldig vernield worden, best met petrol
overgoten en verbrand.
Als voorbehoedsmiddel kan men de
vochtige planten met schouwroet, kool-
assche, metaalslakken, tabakstof be
strooien, zoolang de legtijd van de in-
sekten duurt. Men kan ook het hart van
de preiplanten vol gieten met een zeep
oplossing 50 gr. zeep per liter water.
Dit middel kan men eenige malen her
halen ofwel kan men de jonge plantjes
vóór het planten in een zeepoplossing
dompelen.
In onze voorgaande verhandelingen,
onderzochten we uit welke vindingstof-
fen een doelmatig rantsoen onzer hoen
ders moet bestaan. We bevonden ook
dat niet alle levensperioden een zelfde
hoeveelheid eiwit, vet, koolhydraten en
minerale eischen, doch zeer verschillend
zijn naar gelange het produkt dat men
van onze hoenders verlangt, zooals de
eiers in de legperiode, de pluimen in den
ruitijd, de warmte gedurende den broei
tijd en de vetaanzetting bij onze vetkie-
kens.
Onderzoeken we nu welke hoeveel
heid voedsel men voordeelig aan onze
leghennen geven zou om een regelmatige
leg te bekomen. Onderscheid dienen we
eerst te maken tusschen onze leghennen
op de hoeve en deze onzer intensieve
kiekenkweekerijen. Eveneens zullen de
rantsoenen, alsmede de wijze van toedie
nen. ook verschillen naar gelange het
jaargetijde
Wij zijn allen overtuigd, dat onze los-
loopende hoenders op de hoeve geduren
de de zomermaanden over groote hoe
veelheden groenvoeder, granen, wormen
De medewerken zgm verantwoordelijk voor hu bijdrages
Oageteckeade sftückea worden met opgenomen
Niet opgenomen handschriften worden niet te