Landbouwweekblad De U. P. A. en de Vlamingen Algemeene Vergadering De Tccl, van den gewonen Ajuin, Schurft bij Runderen Prl}» 26 emrnmm. Groententeelt Veeziekten Landbouwkundige Dienst ZONIMG 15 APRIL 1928 Iü(k Pii 485 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Arbeid adelt Abonnementsprijs t 9,00 Crank ja-ar*. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redaktie t BRABANTSTRAAT, 53, AALST Venantwoordeiyke Opsteller ORTAIRfi CAUDRON, Aalst. Voor a door de Landbouwers Voor de meesten onzer lezers zijn de drie bovenstaande letters geen onbekenden meer. De U. P. A.=Unions Professionnelles Agri- coles is een der machtigste land- bouwersvereenigingen uit Wal lonië. Deze vereeniging heeft voorze- kers veel goed verricht voor de landbouwers, we willen ten an dere heur deze verdienste niet ont kennen. Maar een andere eigen schap bevalt ons veel minder: Op alle mogelijke manieren tracht de U. P. A. de Vlaamsche landbou wers onder den knie te krijgen, ze eenvoudig te beschouwen als knechten der Walen. Onze leden zullen zich nog her inneren dat op 't einde van verle den jaar in De Koornbloem,, en kele artikels verschenen in ant woord op de verregaande preten tie dezer heeren. In het begin der maand Maart nu hield de U. P. A. haar jaar- lijksch kongres. We hebben de verslagen en wenschen gelezen en we dachten onmiddellijk een klaar- afdoend antwoord te bezorgen Doch wij, Vlamingen, zijn nu een maal niet onbezonnen, verkiezen de kalme maar zekere aktie. Ziehier nu eerst de feiten Op bovengenoemd kongres be stond een sektie De U. P. A. in het Vlaamsche Land Deze sek tie nu nam een motie aan, welke we hier volledig en zoo getrouw mogelijk vertalen Gezien het feit dat de Iotsver- betering der landbouwers en den vooruitgang van de nationale landbouw afhangen van een de- gelijke organisatie van alle ad- ministratieve diensten welke in verbandstaan metden landbouw; Een goede organisatie nu mag slechts afhankelijk zijn van één bestuur dit ééne bestuur mag slechts de uiting zijn van een éénige vereeniging van alle ware beroepslandbouwers en tech- niekers. De landbouwers zouden dan ook wenschen dat vlaamsche en waalsche landbouwers samen- komen in één enkele beroeps- vereeniging, buiten alle politiek. Deze ééne vereeniging zou ge- last zijn met alle betrekkingen tusschen de administratie en den landbouw Gezien dat er in België slechts eene landbouwberoepsvereeni- ging bestaat welke abstractie maakt van alle politieke geschil- len en taalgeschillen, is het on- der de plooien der groene vlag van deze vereeniging dat alle landarbeiders zich hoeven te vereenigen en het is slechts tot deze vereeniging der U. P. A. dat de openbare machten zich moeten wenden. We zullen al die prietpraat eventjes aan de harde werkelijk heid toetsen. Vooreerst is het on gepast te beweren dat de U. P. A. de cenige vereeniging is die buiten politieke en taalgeschillen staat Hier staat Redt U Zeiven hooger en zuiverder op politiek terrein. Wat de taalkwestie betreft, ken nen we de vlamingenhaat van hun blad La Defense agricole die alles bespot wat vlaamsch is en de volksvertegenwoordigers die onze taal in de Kamer spraken, maar gemeenweg betitelde met den naam flaminbête, flaminboche (vlaamsche beest, verduitsche vlaam I) Verder zal niemand ons verwij ten dat wij niet altijd in artikels, voordrachten enz... het ééne front der landbouwers hebben verde digd. We zijn voor eendracht on der alle landbouwersMaar we weten bij ondervinding dat overal waar Walen en Vlamingen samen zijn, deze laatsten immer en altijd den knechtenrol vervullen. Laat ons maar direkt een feit aanhalen. Die heeren van de U. P. A. welke zoo schreeuwen ken nen nog zelfs onze taal niet. Op heel hun kongres werd geen gebe nedijd woord vlaamsch gespro ken. Hadden onze vlaamsche land bouwers daar nu gezeten, dan zouden ze er voor evenveel ge teld hebben als Negers of Chinee- zen. We weten al te best dat het gebruik van eigen taal voor ons veel gemakkelijker is om onze be langen doeltreffend te verdedigen. Twee groote tendenzen be- heerschen de ontwikkeling der vlaamsche landbouwtoestanden. Eenerzijds de verbrokkeling van het grondgebruik, anderzijds de intensifieering van de bebouwing. In Wallonië is de landbouw grond veel minder verbrokkeld dan ten onzent. Groote, belang rijke hoeven zijn veel talrijker in Wallonië dan in Vlaanderen.Van daar ook een groot verschil in bebouwing. De klassieke teelten als tarwe, haver, aardappelen en beeten bezetten het grootste ge deelte van den Waalschen grond. Voeg daarbij nog dat Vlaanderen meer, om niet ^e zeggen heelemaal alleen, aan speciale cultures doet, I als daar zijn hop, aardbeziën, tabak, witloof, allerlei groenten, bloemen enz. Juist deze takken vereischen een speciaal aanpas singsvermogen. Onze hopplanters bijv. weten al te best hoe stief moederlijk ze door den centrali- stischen staat behandeld werden. We vragen ons dan ook af wat het zou zijn moest maar ééne ver eeniging de belangen van Vlaam sche en Waalsche landbouwers behartigen en verdedigen In zulkdanige vereeniging zou den wij, vlaamsche landbouwers, ook op beroepsgebied dezelfde knechtenrol spelen als deze welke we als volk tegenover Wallonië spelen. Hiervoor bedanken we feestelijk We zijn van oordeel dat eene samenwerking van alle landbou wers van België alleen kan be staan, wanneer de verschillende gelijkvoelende kringen onafhan kelijk elk in hun gewest werken en voor alle groote landbouwvraag stukken de handen ineenslaan om gewicht in de schaal te leggen. Walen meester in Wallonië, wij bij ons. Eene verbroedering van alle vrije kringen in Vlaanderen en hetzelfde in Wallonië en dan de samenwerking tusschen die Waalsche en Vlaamsche machten. In Vlaanderen willen we als vrije landbouwers onze eigene belan gen zelf behartigen in een onaf hankelijke vlaamsche landbou wersorganisatie, in Redt U Zei ven Samenwerking willen we met de Walen, maar geen knecht schap Samenwerkende Maatschappij "Redt U Zeiven» VAN 25 MAART 1928 Verslag van den Toezichtsraad Mevrouwen, Mijnheeren, We vervullen den aangenamen plicht verslag te mogen uitbrengen over het verloopen dienstjaar. Want aangenaam is het, en eene groote verlichting boven dien, na 12 v/ïlle maanden hard werken te mogen zeggen alles is in orde, niets hapert in ons reusachtig raderwerk. Deze uitdrukking is gewis niet overdre- i ven want men maakt zich moeilijk een juist denkbeeld van wat het is 17.500.000 kgr. waren te koopen, te lossen, te la den, te verkoopen. Verdeeld op 300 werkdagen maakt dat ongeveer 60,000 kgr. per dag. Rekening houdend van de stille dagen kan men zich dan beter voorstellen wat "spandagen» moeten zijn. Om al de verschillige diensten in harmonie, zonder horten, te doen wer ken is er eene heele organisatie, een heel raderstel noodig, en om al de raderen te doen draaien behoeft er een krachtige veer. Deze veer is onze gewaardeerde bestuurder, de heer Caudron, hij is de ziel de beweging die door zijn helder doorzicht, praktische opvatting, gepaard met een ongeëvenaarde koopmanszin de machtige vereeniging wist te scheppen uit het zwakkelingskens, dat nu, tien ja ren geleden, het levenslicht zag Hulde zij Hem Terloops brengen we ook eene wel verdiende hulde aan den Beheerraad die den Bestuurder steeds met woord en daad terzijde staatdie altijd, zelfs voor de moeilijkste gevallen, de beste oplos singen weet te vinden kortom die met onzen Bestuurder eenen legerstaf vormt opgewassen om, op defensief gebied, de plannen van den sterksten en den sluw- sten vijand te verijdelen, en om op offen sief gebied, de vlag van "R.U.Z.„ te doen wapperen over gansch Vlaamsch België. Wat betreft de cijfers van den bilan en winst- en verliesrekeningen welke U straks gaan voorgelegd worden, we dur ven U verzekeren dat we te vergeefs ons best gedaan hebben om eenige on regelmatigheid er te kunnen in vinden. Alles is zoodanig juist ingeschreven en aangeteekend in de boekhouding dat we geen de minste onnauwkeurigheid hebben kunnen aanstippen, aan zoeken en pluizen heeft het niet gelogen, doch vruchteloos de boeken en alle geschriften zijn met de grootste stiptheid en nauwgezetheid gehouden hierover weten we dan ook dank aan onze trou we bediendenschaar. Gezien de regelmatigheid van al de posten der voor te leggen balans-, winst- en verliesrekening, Mevrouwen, Mijnheeren, stellen we voor dat U ze zoudt aannemen en goedkeuren zooals het trouwens reeds door ons gedaan werd. Aalst, 19 Maart 1928. De Toezichtsraad (get.) F. Coppens, (get.)F.Van Boxstael, (get.) C. V. D, Haute, (get.) A. Moens. wijfje legt in den eersten groeitijd zijn eitjes aan den voet der bladeren. De larven der uitgebroeide eitjes dringen in de bladeren, tot in den bol, waarvan ze het binnenste gedeelte vernietigen en de bollen doen rotten, en alzoo groote verwoestingen in de ajuinvelden aan richt. Om deze vernielers te bestrijden, za men de zieke planten, die welke gee worden en verdrogen, uittrekken en met zorg vernielen, bij voorkeur verbranden. Om het eierleggen te vermijden en de vliegen te verwijderen, raadt men aan herhaalde malen schouwroet te strooien, wanneer de planten het vierde blad hebben ontwikkeld. Het besproeien met i een oplossing van 10 °/o petrool en wat bruine zeep, alsook een oplossing van 0,4 °/o créoline schijnt goede uitslagen op te leveren. Bij de teelt van den ajuin zal men zich wel wachten verschen mest toe te dienen en zal men een strenge vrucht afwisseling toepassen. De ajuin is een doorlevende, tweeja rige plant afkomstig uit het Oosten. Hij wordt in alle gronden gekweekt, doch geeft den besten uitslag in zware, doordringbare en vruchtbare gronden. Dit bolgewas verlangt eene op voor hand of bij voorgaande teelt sterke be mesting met stalmest, zoodat deze ver teerd is tegen den tijd dat er moet ge zaaid worden. Aan fosfoorzuur- en pot- aschmesten mog de grond ook geen ge brek hebben, die worden voor of ge- durenden den Winter ingewerkt. Lichte gronden moeten noodzakelijk in het najaar bewerkt worden, wil men 't wegsterven van den ajuin voorkomen. Vóór het zaaien werkt men 6 kgr. superfosfaat. 2-3 potaschsulfaat in na de zaaiing of zoodra de plantjes zichtbaar worden, overstrooit men het ajuinbed met een weinig houtassche, schouwroet. gedroogden en fijngemaak- ten kiekendrek, guano en soms met scheikundige meststoffen. Door het toe- dieren van deze meststoffen zullen de planten krachtig doorschieten, niet geel worden, en een zeer gunstig resultaat opleveren. De volgende verscheidenheden wor den 't meest geteeld De Sfroogele des Vertus, vormt dik- Ice, platte, gele en zuivere bollen, die zeer hard zijn en langen tijd bewaren. De Gele van Zittau heeft veel gelijke nis met de voorgaande. De Donkerroode wordt vooral in het Walenland geteeld, is zeer sterk van smaak en bewaart zich zeer lang. Er wordt gezaaid zoodra de gesteld- ïeid van den grond het toelaat, door gaans in den loop van Maart, April, uit volle hand of op rijen. Men zaait in rijen van 20 cm. afstand en later dunt men de planten zoover uit, dat ze ongeveer 10 cm. van elkander staan, op die manier bekomt men bollen van ongeveer 5 tot 7 cm. doormeter. Na het zaaien drukt men vast, opdat het zaad goed in aanraking kome met de aarde. De ajuin moet verschillende malen opgekrabt en gewied worden, zoodanig dat den grond rein gehouden wordt. Wanneer de jonge plantjes goed zichtbaar zijn, dunt men ze op 2 - 3 cm. afstand uit, later wanneer de stamme- 'tjes de dikte hebben van een gewoon potlood dunt men ze voor de laatste maal, zoodanig dat ze op een afstand van 10 cm. staan. In natte jaargetijden, bij aanhoudende regens, als men zich kan verwachten aan het wegsterven van vele planten, han delt men uiterst voorzichtig dezen laat sten afstand niet te overschrijden. Na het opkomen van den ajuin over strooit men hem met 2 kgr. sodanitraat of kiekendrek per are met de begietin gen moet men uiterst voorzichtig wezen, beletten doorgaans het bollen der ze ajuinen of geven aanleiding tot verrot ting. In Augustus - September kunnen de ajuinen ingeoogst worden. Op een zon- nigen dag trekt men de bollen uit den grond en men laat ze wat opdrogen. Vervolgens ontdoet men ze van het verdroogd loof en andere onreinheden, waarna men ze inpakt in licht geweven zakken om te verzenden ofwel naar de bewaarplaats overbrengt. Deze moet droog zijn, half donker en zooveel mogelijk vorstvrij, alhoewel de ajuinen aan de koude weerstaan. Bij groote vorst kan men de ajuin op den zolder liggende dekken met zakken neemt altijd de voorzorg bevroren ajuin nooit aan te raken, want anders gaan ze spoedig in rotting over. Bij natte zo mers, alsook op koude en vochtige of te stikstofrijke gronden, gebeurt het wel dikwijls dat vele planten blijven door groeien en maar traag tot rijpheid ko men om in dit geval den groei te stui ten en de rijpwording te verhaasten, knakt men enkele dagen vóór de inoog- sting de bladeren. De ajuinplanten lijden dikwijls van de aanvallen der ajuinvlieg, bijzonder op zandgronden. Zij gelijkt goed op onze huisvlieg en heeft een lengte van 6 tot 8 mm. Het (Zie vervolg onderaan 3* kolom). Schurft komt af en toe in sommige streken betrekkelijk veel voor. Zoo we ten we bijv. dat einde '27 in Nederland men een groot aantal gevallen van schurft bij rundvee kende. Daarbij nog schurft in een vrij kwaadaardigen en hardnekkigen vorm.daar zij veroorzaakt wordt door de z.g. graafmijt die zich in graaft in gangen in de huid, wijl de zuigmijt op de oppervlakte der huid leeft. Deze vorm van schurft komt voor bij schapen, geiten, katten, honden en ook wel bij den mensch. Tot in de laatste jaren had men nim mer deze schurft bij runderen bestatigd. In 1916 echter deden zich de eerste ge vallen voor in Duitschland. Tot vóór 1925 kende men geen enkel geval in Nederland. In het voorjaar van '25 kwam echter bij veearts J. Flohil te Haarlem een veehouder die meende dat sommige zijner koeien vol "brand,, za ten. De dieren werden zeer onrustig en ook hun melkgifte verminderde op ge voelige wijze. Bij onderzoek werd droge huiduitslag waargenomen bij verschei dene koeien aan kop. hals, bijzonder aan het achterstel en zelfs bij sommige dieren over het geheele lichaam. De huid was bedekt met schilferige korsten terwijl op de uier puistjes voorkwamen. De koeien schuurden zich vrij hevig aan de stalpalen en aan elkaar. Bij nader onderzoek ontdekte men de schurftmij- ten. De ziekte bleef niet beperkt en reeds hetzelfde faar waren 5 stallen aangetast. De boeren beweerden dat de ziekte zelf genas in de weidentijd. De waarheid zal echter wel zijn dat de verschijnselen der ziekte minder zicht baar worden om zich gedurende den staltijd weer met meer hevigheid te openbaren. De staltijd kwam. In den beginne waren er weinig klachten maar achter af werden weer schurftgevallen gezien op minstens 15 boerderijen in Haarlem en omstreken. Hier nu is de veestapel aan sterke veranderingen onderhevig. Voortdurend worden versche melkkoeien op de ver schillende markten aangekocht terwijl afgemolken koeien verkocht worden. Naar het schijnt is de ziekte op ver schillende plaatsen reeds voorgekomen, doch wordt ze telkens geheim gehouden. Deze volstrekte geheimhouding kan verklaard worden, door het feit dat de boerenfamilies zelf door de ziekte wor den aangetast. We kennen melkers die niet alleen op hun armen maar ook op heele lichaam schurft gekregen hebben. De melk van"schurftachtige„koeien is in feite onbruikbaar wegens de daarin voorkomende korsten en schurftmijten. Zoo de schurft zich onder het vee voordoet zal men de aangetaste lichaams- deelen eerst insmeren men groen zeep, met warmwater schoonborstelen om daarna alles af te wasschen met een lichte creolin-oplossing en tevens bij den veearts een schurftzalf te gaan halen. Het schijnt dan onder die voorwaaiden de genezing niet te lang op zich laat wachten. Een laatste opmerking Deze ziekte valt in de meeste landen niet onder wet telijke bestrijdingsmaatregelen, zoodat men vrij deze dieren mag vervoeren en zelfs op de markt brengen. Aan onze landbouwers dus op te pas sen en uit hunne oogen te kijken Voordrachten De bestuursleden onzer afdeelingen uit Oost-Vlaanderen, welke destijds een schrijven richten aan de Provincie strek kende tot het bekomen eener toelage voor eene voordracht en hierop ant woord ontvingen, worden verzocht dit antwoord aan onzen Landbouwkundige Dienst, Brabantstraat, 53, Aalst, door te zenden. Inlichtingen We herinneren onze lezers dat ze steeds inlichtingen van algemeenen aard kunnen bekomen mits zich schriftelijk tot onzen Landbouwkundigen Dienst te wenden. De antwoorden verschijnen dan in het eerstvolgend nummer van De Koornbloem De medewerkers zijn veraatuwooKteHJk voor kno bedragen Qogeteekende stukke» woeden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegevo.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1928 | | pagina 1