Landbouwweekblad Losse Nota s over Stikstofmeststoffen De Vlaamsche Weten schappelijke Congressen te Leuven Keuringen enPrijskampen De plichten onzer Hoo- geschool gediplomeer den tegenover hun Volk» Bemestingsleer Wetenschap Aan onze Vrienden en Propagandisten uit het Payottenland Landbouwkundige Dienst tONDAO 22 APRIL 1928 Pri|» 20 lQtit JAAKUAPlU Nf 486 Arbeid adelt Abonnementsprijs i 9,00 fmnk fawn*. Men scbrflh in op ons Bureel er op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en RedaktJe i BRABANTSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller i ORTAIRE CAUDRON. Aalst. Voo r ca door de Laadbooven Maatschappelijke Vraagstukken. Er is in ons land een alarmkreet op gegaan bij het zien der geringe geldmid delen waarover onze hoogescholen en wetenschappelijke inrichtingen beschik ken tot de vervulling van hunne zending. Dadelijk kwam dan ook een Fonds tot stand onder het hooge voorzitter schap van den koning met het doel de vereischte geldmiddelen te verzamelen tot steun der wetenschap. Het beroep dook dit Fonds gedaan op de vrijgevig heid onzer nijveraars en financiers werd met gunstige uitslagen bekroond Tot heden werd ruim 100 millioen frank bij eengebracht door het Fonds. Onlangs werd ook het Vlaamsch Wetenschappelijk Fonds opgericht, met het doel geldelijken steun te verleenen aan onze Vlaamsche geleerden en hun toe te laten hunne kennissen uit te brei den en in 't bereik te stellen der Vlaam sche volksmassa. Deze laatste werking verdient bijzon der onze aandacht en aanmoediging, daar ze ten goede komt aan ons eigen volk, dat jammerlijk nog zoo een nijpend gebrek heeft aan ontwikkeling en be schaving. Wij verklaren ons geestdriftige voor standers van den breedst mogelijken steun aan het Hooger Onderwijs onder al zijne vormen. Geen geldelijke offers mogen te zwaar schijnen aan onze open bare besturen, waar het gaat om het onderricht en de vorming der jeugd die later de leiding der massa zal waarne men. Doch deze uitgaven zijn slechts nuttig en te verrechtvaardigen in zooverre zij onrechtstreeks ten goede komen aan de bevolking en bijdragen tot hare wel vaart. De geleerde heeft immers tegenover de samenleving bijzondere verplichtin gen voortspruitende 1) uit de geldelijke lasten welke zijne studiën opleggen aan de gemeenschap2) uit de samenhoorig- heden en de naastenliefde welke den mensch als maatschappelijk wezen in des tt hooger mate moeten bezielen naar mate hij een hoogeren graad van ont" wikkeling heeft bereikt. Wat de geldelijke lasten betreft, blijkt het duidelijk, dat het gering bedrag van 600 tot 1500 fr. welke als toegangsrecht tot de lessen door onze hoogstudenten wordt betaald niet volstaat, om de kos ten van het hooger onderwijs te dekken. Volgens de laatste statistiek gesteund op (je gewone uitgaven, bedragen de jaar- lijksche lasten van den Staat per hooge- schoolftudent 7.710 fr. in de hooge- school van Gent, 5.603 fr. in de hooge- school van Luik, 2.644 fr. in de hooge- school van Brussel, 1.481 fr in de hooge- school van Leuven 1 Wanneer men daarbij rekening houdt met de geldelijke tusschenkomst van den Staat en de bui tengewone uitgaven der hoogescholen, zal men vaststellen, dat de geldelijke las ten welke de gemeenschap worden op gelegd voor het hooger onderwijs een aanzienlijk bedrag vertegenwoordigen. Daaruit volgt dat onze hoogeschool-ge- diplomeerden als plicht hebben tot hun volk te gaan en hunne kennissen en we tenschap aan te wenden ten voordeele hunner medemenschen Om die taak behoorlijk te vervullen is het volstrekt noodzakelijk, dat zij de volkstaal, dus in Vlaanderen de Vlaam sche taal, op volmaakte wijze kennen, dat zij in staat zijn hunne kennissen op duidelijke en vatbare wijze mee te dee- len aan de massa. Zulks is echter alleen mogelijk, wan neer zij zelf hunne studiën in de volks taal volledig hebben gedaan Daarin ligt de reden waarom wij overtuigde voorstanders zijn en blijven der volledige vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool Wij herhalen het, de Staatshooge- school van Gent die met de centen der Vlaamsche bevolking wordt recht ge houden, mag niet dienen om aan enke lingen die zich van hun volk afzonderen door een vreemde taal, een positie en welstand te bezorgen. Zij heeft een Maatschappelijke zending te vervullen tegenover de Vlaamsche bevolking aan wie zij de geleerden moet aanschaffen die bijdragen tot hare maatschappelijke en stoffelijke welvaart. Een tweede vereischte is de kennis der volksziel, en die kennis wordt slechts opgedaan door een blijvende voeling met de massa Wetenschap dient gepaard te gaan met ondervinding, met een praktische kijk op de werkelijkheid. Dit punt wordt spijtig genoeg te veel uit het oog verloren door onze jonge hoogeschool-gediplomeerden Hoe dik wijls zien wij niet, dat de jongere intel- lektueelen die in een organisatie, hetzij ekonomische. hetzij maatschappelijke te recht komen.de zaken volgens hun eigen opvatting,die nog niet aan de werkelijk heid werd getoest, willen regelen. Aan werklust, aan idealisme ont breekt het hun niet, wij bekennen het i volgraag. Doch zij vergeten dat men het gevoelen, de doenwijze der massa niet van vandaag tot morgen verandert 1 Het volstaat met af te breken, doch men moet iets degelijk ip de plaats kun nen stellen. Om tot vruchtbare uitslagen te komen is een innig verband tusschen de weten- i schap en de ondervinding noodig Deze laatste moet zelf de eerste leiden. De wetenschap is de grondslag der werking, doch de ondervinding is het kanaal langs hetwelk de wetenschap doordringt tot het volk en er nuttige vruchten af werpt Elke werking om tot een gunstigen uitslag te leiden, dient opgev t en door gevoerd volgens een vooraf omlijnd plan en met een flink aangepaste metho de 1 Daartoe nu, is de ondervinding on misbaar. Wij aarzelen niet te zeggen dat moest men ons voor de keuze stellen tus schen uitgebreide wetenschap en luttel ondervinding of minder wetenschap en een stevige ondervinding, wij zouden dadelijk het tweede kiezen 1 Wij zien immers telken dag. dat per sonen met minder wetenschappelijke opleiding doch met praktischen kijk op menschen en zaken, het in het leven verder brengen, dan anderen met uitge breide theoretische kennissen, doch met weinig aanpassingsvermogen. (4e bijdrage) Chloorammon Ons overzicht zou onvolledig zijn moesten we hier niet enkele woordjes reppen over deze stikstofmeststof, welke misschien de allerlaatste op de markt gekomen is. Evenmin als voor de andere hier behandelde meststoffen willen we van een streng onpartijdig-objektieve verhandeling afzien. Voor zoover we weten werd chloor ammon slechts over een paar jaren op de belgische markt gelanceerd. We hebben het dus nog niet aan een volledig onderzoek kunnen onderwerpen, maar toch staan reeds enkele eigenschappen vast als een paal boven water. Eerst en vooral maakt chloorammon fosfoorzuur oplosbaar, hetgeen dus neer komt op een grootere opneembaarheid van fosfoorzuur door de planten. Ook de inhoud aan stikstof is uiterst interessant om te vergelijken Sodanitraat 15,5-16 °/o Cyanamied 17 °/o Zwavelzuur ammoniak 20-21 c/o Chloorammon 26 °/o Hoe meer stikstof eene meststof bevat hoe minder andere, bijwijlen voor de kuituur onbruikbare stoffen ze zal be vatten. Als we het goed voor hebben wordt chloorammon in den handel gebracht in zakken van 85 kilos. Volgens de hooger aangegeven inhoud aan stikstof zou deze zak van 85 kilos chloorammon even goed 20 kilos stikstof bevatten als 100 kilos zwavelzuur ammoniak. Door velen werd den Inhoud aan kloor als nadeelig aanzien voor den plantengroei. Dit blijft te bewijzen. Hierbij denken we echter aan het feit dat alle landbouwers kloorpotasch ge bruiken, welke van 60 tot 70 o kloor bevat. Het staat echter vast dat de plant evenals de mensch kloor noodig heeft... natuurlijk dat een te groote hoeveelheid immer nadeelig werkt. Op 't einde van verleden week had den hooger genoemde congressen plaats te Leuven. Ruim 1500 deelne mers gekomen uit alle hoeken van Vlaanderen en Nederland getuigden van de leefbaarheid der Nederlandsche wetenschap. Voor alle takken der we tenschappelijke bedrijvigheid bestonden er afdeelingen, welke flink bijgewoond werden. We geven hieronder een kort verslag over de werkzaamheden van het Eerste Landbouwkundig Congres Zaterdag morgen, om 9 u. 30, werd in de groote zaal van de "Cantine„ een huishoudelijke vergadering gehouden, die door een zestigtal deelnemers bijge woond werd. E. H. COLPAERT zit voor, met ter rechter hand den heer Ing. Dumon een der werkspillen van het heele We tenschappelijk Congres die als sekre- taris de mededeelingen doet. Prof. Sprenger, van Wageningen, heeft er aan gehouden deze eerste bijeenkomst ook bij te wonen. Het publiek, over het algemeen wakkere opgewekte jonge mannen, een toekomstige staf voor de wetenschappelijke studie van het zooveel omvattende landbouwvak In ons land. We hebben het gedacht opgevat af en toe een speciaal nummer van De Koornbloem uit te geven. Het eerste dier reeks zou gewijd zijn aan het Pay ottenland en binnen een viertiental da gen verschijnen. We zouden onze talrijke vrienden zeer dankbaar zijn, wilden ze in den loop dezer week ons laten weten hoeveel propagandanummers ze begeeren. Deze uitgave geschiedt bijzonder met het oog op het aanwerven van talrijke nieuwe leden in het Payottenland. Hoogstwaarschijnlijk zal dit nummer geïllustreerd zijn, Zïin verders in voor bereiding Eiernummer, Zenneland- nummer enz. Zitdag voor het Zenneland Te EPPEGEM op Maandag 23 April, van 9 tot 10.30 uur. in ons Hoofdmagazijn. Voordrachten De bestuursleden onzer afdeelingen uit Oost-Vlaanderen, welke destijds een schrijven richten aan de Provincie strek kende tot het bekomen eener toelage voor eene voordracht en hierop ant woord ontvingen, worden verzocht dit antwoord aan onzen Landbouwkundige Dienst, Brabantstraat, 53, Aalst, door te zenden. Inlichtingen We herinneren onze lezers dat ze steeds inlichtingen van algemeenen aard kunnen bekomen mits zich schriftelijk tot onzen Landbouwkundigen Dienst te wenden. De antwoorden verschijnen dan in het eerstvolgend nummer van De Koornbloem Evenals alle andere meststoffen moet men ook bij het gebruik van chlooram mon zekere voorzorgen nemen. Bij droog weder bezorgt chlooram mon ons wel enkele verrassingen. Even als kloorpotasch en zwavelzuur ammo niak is chloorammon hygroskopisch en trekt alle vochtigheid tot zich. Wanneer men echter ammoniakale zouten en bijgevolg ook chloorammon in den Herfst aanwendt, zal men deze moeilijkheid gemakkelijk kunnen om zeilen. Bij oppervlakkig strooien zal men een overtrokken lucht afwachten, liefst vóór den regen. In de Lente za men chloorammon best 2 S3 weken vóór het zaaien strooien. Het schijnt ook dat chloorammon, in de Lente op weiden vóór den morgen dauw gestrooid, veel insektenlarven vernietigd. Choorammon mag gemengd worden met chloorpotasch en superfosfaat. Wanneer men ijzerslakken, kalk en mi nerale fosfaten bezigt, zal men best 15 dagen wachten alvoren chloorammon te strooien. Zooals we het hooger reeds deden opmerken heeft chloorammon op verre na niet het aantal jaren achter zich zoo als zwavelzuur ammoniak en sodani traat. De inhoud aan stikstof is zeker verleidelijk. We kennen persoonlijk enkele proeven, welke het beste doen verwachten voor chloorammon, toch zagen we gaarne deze proeven uitge breid. Mochten er hier of daar leden van Redt U Zeiven zijn welke chloorammon bezigden, dan zou het ons hoogst verheugen kennis te nemen van hunne waarnemingen. Voor een nieuwe meststof als deze moet men niet ineens opflakkeren vol enthousiasme, maar evenmin vol wan trouwen ze veroordeelen. Wanneer proeven ons bewijzen dat chloorammon even goed is als andere meststoften en tevens goedkooper, dan mogen wij, landbouwers, niet aarzelen. We dienen onze eigene belangen te dienen en niet deze der meststoffenfabrikanten. Intusscheu is het woord aan de onder vinding Er wordt voorgesteld van de vereeni- ging eene maatschappij te maken zonder winstgevend doel. Het bestuur werd herkozen en aangevuld. Het bestaat uit de heeren hoogleeraars Frateur en Van Damme, als eere-voorzitterhoogleeraar E.H. Kan. Van Buggenhout, als voor zitter E. H. Colpaert en Prof. Smeyers, als onder-voorzitters Ing. Amaat Du mon, als sekretaris en Ing. Verleyen, als penningmeester. Verder wordt een af gevaardigde per provincie aangesteld Ing. Van Godtsen hoven voor West-Vlaanderen Ing. De Baere voor Oost-Vlaanderen Ing. J. Sebrechts voor Antwerpen Ing. Willem Van den Abeele voor Brabant en E. H, Ing. An- say voor Limburg. De bijdrage wordt vastgesteld op 20 fr. Voor studeeren den 10 fr. De mogelijkheid zal ook onderzocht worden regelmatig "mede deelingen uit te geven. Daarna werd onder leiding van Ing. A. Dumon bezoek gebracht aan het sta tion voor plantenveredeling M. Dumon gaf een uiteenzetting over het genetisch onderzoek dat sinds ruim drie jaar aan gang is op verschillende land- en tuin- bouwgewassen. Ing. Dumon leidt de deelnemers rond in den uitgest rekten proeftuin voor zaadselectie. Een interessante les voor wat door stipte wetenschappelijke me thode kan bereikt worden, hoe de keuze van keurplanten en de vermenigvuldi ging van keurstammen te bewerken is. Eerst de zoo belangrijke proeven over tarwe. Het gaat er om splitsingen, afwij kingen, faktoren. wintervastheid, vroeg rijpheid. opbrengst, mutatie, ontaarding. Maar de tijd spoedt. Met spijt moeten we de ajuin, de prei, de wortelen, zelfs de aardbeziën en de spruit en andere kooien links laten liggen, want ginder op de hooge trap. in 't volle zicht van het hektaren-wijde proefveld, wacht de amateur-photograaf om het belangstel lend gemengd gezelschap te knippen. IN DEN NAMIDDAG voer bestemd, beter te verzorgen 3. In de meeste omstandigheden is het aan te raden veel late aardappelen speciaal voor uitvoerhandel te teelen 4. Aan te raden is eveneens het kweeken van sommige rassen, b.v. Engelsche wit- vleezige voor export. Ing. staatslandbouwkundige J. Se brechts had het over het onderwijs in de Kempen vóór 1914 en het nut dat het afgeworpen had in zake bemesting, bestrijding van ziekten, ontginning enz. Op de zitting van Zondag werden mededeelingen gedaan over Het stroomgebied der Aa. Studie over breekbaar roggestroo. Betere uitbating der weiden door in tensieve stikstof bemesting. Het verwisselen van pootgoed enz... Voor een eerste kongres mag dit als wel gelukt beschouwd worden. Een paar opmerkingen slechts. Op het Ekonomisch zoowel als op het Landbouwkundig Kongres waren min stens twee, om niet drie te schrijven, voordrachten gewijd aan propaganda ten voordeele van den Belgischen Boe renbond. We kunnen best een voor dracht begrijpen welke handelt over het ekonomisch belang van den landbouw in het Rijk, maar de Uiteenzetting ge daan door D' Gijsen (in vervanging van Mgr Luytgaerens) over de werking eener plaatselijke hoerengilde, noemen we op zijn minst ongepast op een we tenschappelijk kongres. We kunnen dit des te minder begrijpen, daar we uit goede bron wéten dat door een tak van het Vlaamsch Ekonomisch Verbond een veel belangrijker onderwerp werd voor gesteld. We durven verhopen dat een tweede maal de inrichters meer op hun hoede zullen zijn en geen enkele afdeeling der kongressen zullen laten ontaarden in propaganda voor een of ander orga nisme. Na afloop van de algemeene ope ningsvergadering kwamen de leden van het kongres, ongeveer honderd man sterk, bijeen in de bovenzaal van den Boerenbond. Na den welkomgroet, uitgesproken door den voorzitter, E. H. Colpaert, die wees op de rol die de Vlaamsche Land bouwkundige Vereeniging heeft te spe len op landbouwwetenschappelijk en sociaal-ekonomisch gebied, kwam land bouwkundig ingenieur A. Conix aan het woord met een uiteenzetting over het aardappelvraagstuk van ekonomisch standpunt uit bezien. Uit het zeer inte ressante statistisch materiaal leidde de bevoegde spreker volgend besluit af 1. De teelt van vroege aardappelen kan nog uitgebreid worden in ons land 2. Het is een dringende eisch de hoeda- nigheid der aardappelen, voor den uit- De nationale Wedstrijd van Teeltvee te Anderlecht Zaterdag morgen werd in de slacht huizen van Anderlecht de derde groote nationale wedstrijd van teeltvee geo pend. Deze wedstrijd, ingericht door de Nationale Federatie der Veekweeksyn- dikaten en geplaatst onder de bescher ming der regeering, bekwam den groot sten bijval, zoowel door het aantal en de hoedanigheid der tentoongestelde dieren als door de toevloed der belang stellenden. Men mag zeggen dat onze veestapel sinds den oorlog nagenoeg hersteld is alleen op gebied der melkkoeien is men nog zoowat 40,000 stuks ten achter bij vroeger. Het is in Oost-Vlaanderen dat men meest melkkoeien telt. In 1900 voerden wij meer dan 7 mil lioen kilo boter in in 1913 bedroeg zulks 6 millioen en half kilo. In 1926 hebben wij in het geheel 2 millioen en half kilo boter ingevoerd en verleden jaar is dit nog veel verminderd, n.l. slechts 1.250,000 kilo. Onze nationale veestapel omvat thans 900,000 koeien, welke gemiddeld 3,000 tot 3,100 liter melk opleveren. Voor gansch het land hebben wij eene melk- produktie van 2 milliard 200 millioen liter. De koeien geven daarenboven 750.000 kalveren per jaar. waarvan er zoo wat 310.000 tot 330,000 worden ge slacht, wat een vleeschverkoop van anderhalf milliard per jaar oplevert. Men mag niet zeggen dat het marga- rineverbruik vermeerderd is in ons land, maar toch kan voor 1927 worden voor uitgezet dat er veel minder boter is ver bruikt, ter wille van het duur leven. De individueele voortbrengst aan boter per koe is fel vermeerderd, zoodat voor 1930 mag worden voorzien dat België boter zal kunnen uitvoeren, minstens een millioen kilo per jaar. Ook de kwaliteit onzer dieren is veel verbeterd en er wordt aan den kweek heel wat meer zorg besteed. Er zijn hier 825 stuks vee tentoonge steld, wat 125 stuks meer is dan in 1926. Verscheidene kweekers hebben een be langrijk stel bijeengebracht, o. m. de heeren De Ro gebroeders, van St Pie- ters-Leeuw, 19 stuks Benedikt Cleiren, i van Santvliet. 18 Leon Hauthier, van De medrwericera zfl« veiwntwoonfclfk voor baa Sjdragra Ctefleteefceade tüAk«« wowtes Biet opgenoraeB Ntet opgeoomeo handschriften worden niet terrmffSfle*».

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1928 | | pagina 1