Heeft de Regeering eene Landbouwpolitiek?
Landbouwweekblad
Over de kennis van de
wetten der Erfelijkheid
en der Veranderlijkheid
Uit de Landbouwwereld
Staath uishoudkunde
Wetenschap
ZONDAG 20 MEI 1928
Prtf» 20 etmttaB.
10de jHAKUAMÜ Ni 490
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs i 9,00 frank "a jam?s.
Men schrift In óp ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie t BRABANTSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller i
ORTAIR£ CAUDRON. Aalst.
Voor to door
de Laadbetntcfo
Bij de bespreking der begrooting van
landbouw, heeft de heer Senator Mullie
op afdoende wijze bewezen dat het be-
drijfsjaar 1927 voor den landbouw on
gunstig is geweest en misschien wel de
voorbode was eener nakende landbouw-
krisis.
Tengevolge van de overvloedige re
gens, was de graanopbrengst van min
dere hoedanigheid en werd een aanzien
lijke daling der verkoopprijzen vastge
steld.
Het mager vee werd einde 1926 en
begin 1927 duur aangekocht, terwijl de
verkoopprijzen van slachtvee einde 1927
merkelijk waren gedaald, zoodat de vet-
leggers over 't algemeen verlies hebben
geboekt.
De vraag naar aardappelen is fel af
genomen tegen het jaar 1926, zoodat de
prijzen niet meer loonend zijn en groote
voorraden van den laatsten aardappel
oogst nog niet verkocht zijn. Ook de
paardenfokkerij, alhoewel opflakkerin
gen van voorbijgaanden aard vertoo-
nende, is verre van winstgevend. Zooals
de heer Mullie aantoonde vertegen
woordigt de huidige prijs van een goed
paard maar 70 t.h. van zijn goudwaarde
van vóór den oorlog. Deze prijsafname
is wellicht het gevolg van het feit dat
wij in 1927 slechts 20.000 paarden heb
ben uitgevoerd tegen 35.000 in 1926.
De veulens worden verkocht tegen prij
zen van 2500 tot 2700 fr. wat den
voortbrenger een verlies doet onder
gaan.
Wat den verkoop van het rundvleesch
betreft, beleven wij een zware crisis.
Osienvleesch dat vóór den oorlog aan
1 fr, de kg. werd verkocht, wordt thans
moeizaam aan 6 fr. de kg, aan den man
gebracht, deze prijs is niet in verhouding
met de waardevermindering van onze
munt.
De prijzen van het varkenvleesch die
begin 1927 bevredigend waren, zijn
sindsdien fel gedaald. De varkens wor
den thans maar tegen 8 fr. de kg. ver
kocht, dan wanneer zij evenveel aan
den kweeker kosten, zoodat hier ook
weinig, ja geen winst meer wordt ver
wezenlijkt.
Boter en eieren leverden betere uitsla
gen op, alhoewel de inlandsche prijzen
der boter eenigszins blijven onder deze
vastgesteld op de wereldmarkt De
eitruitvoer die in 1927 390 millioen be
reikte, heeft nochtans op de wereldmarkt
geweldige concurrentie te onderstaan
van Nederland en Denemarken die ons
de Engelsche en Duitsche afzetgebieden
betwisten. Moesten de Balkan-staten
opnieuw hunnen eierenuitvoer op groote
schaal hernemen, dan zou er wellicht
gevaar bestaan voor overproduktie die
natuurlijk zou gepaard gaan met een
inzinking der prijzen.
Anderzijds wordt vastgesteld dat in
1927, de voortbrengstkosten zooals de
meatstoffen en veevoeders, de pachtprij
zen, de loonen.het onderhoud der gebou
wen en machienen, merkelijk zijn geste
gen en zich hebben aangepast aan de
minderwaarde onzer munt.
De huidige toestand vergt dat de re
geering dadelijk de gepaste maatregelen
treffe om de nakende krisis te keer te
gaan en een wel bepaalde politiek volge
die leidt tot de ontwikkeling van den
landbouw 's lands voornaamste nijver
heid I
Heeft de Regeering te dien opzichte
baar taak behoorlijk uitgevoerd en kan
zij in de toekomst niet meer prestee-
zen als thans het geval
Te oordeelen naar het verslag der
Senaatscommissie en naar het antwoord
van den minister van landbouw op de
opmerkingen voortkomende in dit ver
slag, is de politiek der Regeering tot be
vordering der landbouwproduktie verre
van volmaakt, Vooreerst hebben wij na
lange jaren discussie in de Kamers nog
steeds geen degelijke pachtwet 1
Deze is nochtans de onmisbare grond
slag om het grootste aantal onzer land
bouwers devereischte bestaanszekerheid
te verschaffen en hen toe te laten hun
bedrijf op wetenschappelijke en inten
sieve wijze uit te baten 1 Aan het lang
uitblijven der oplossing van het pacht-
vraagstuk heeft de Regeering zware
schuld, daar zij het niet heeft aangedurfd
een standpunt te kiezen dat alleen reke
ning houdt met de ekonomische en soci
ale noodwendigheden van onze land
bouwbevolking en aldus die belangrijke
aangelegenheid tot voorwerp heeft ge
steld aan de verkiezingspeculaties der
politieke partijen.
De hervorming onzer verouderde en
uiterst gebrekkige wetgeving op de rui
ming der niet bevaarbare waterloopen
is denzelfden sukkelweg opgetreden.
Sinds jaren zijn er wetsontwerpen en
voorstellen hangende voor de wetge
vende kamers.
Iedereen is het erover eens dat de toe
komst van onzen landbouw gelegen is in
de toepassing van meer wetenschappe
lijke kuituurmethodes welke de op
brengsten zouden verhoogen en de pro-
duktiekosten verminderen Onze totale
landbouwvoortbrengst bedroeg in 1925
13.500.000.000 fr, terwijl de voeding
der Belgische bevolking ongeveer
16.000.000.000 fr. kostte mits een ern
stige inspanning zou onze landbouw dus
binnen enkele jaren volledig kunnen
voorzien in de behoefte der Belgische
bevolking. Doch om tot dezen uitslag te
komen moeten de Openbare Besturen
op doelmatige wijze steunen, dit is ech
ter tot heden maar op betrekkelijke ge
ringe schaal geschied
Om nu tot een flinke verhooging der
landbouwvoortbrengst te komen wor
den drie middelen vooruitgezet door
de Senaatskommissie, waarmede wij vol
ledig instemmen
1) De afschaffing van alle belemme
ringen op den uitvoer onzer landbouw-
produkten en onder meer van de uit-
voertaks.
Deze taksen zijn volstrekt door geen
enkel reden meer te wettigen. Wegens
de stabilisatie onzer munt, is de uitvoer-
premie voor onze produkten totaal ver
dwenen Onze voortbrengselen hebben
op de buitenlandsche markten te kam
pen met de strenge konkurrente van tal
rijke degelijke ingerichte landbouwlan-
den zooal bv. Nederland, Denemarken
enz., alsook met de aanzienlijke toltarie
ven door verschillende staten ingevoerd
tot bescherming hunner inlandsche pro
dukten 1 Bij het afsluiten van handels
verdragen tracht de Belgische Regeering
de grootst mogelijke verzachtingen te
bekomen aan de douanerechten door
vreemde landen geheven op onze pro
dukten, dit is natuurlijk hoffelijk doch
ze vergeet dat de uitvoertaksen door
haar geheven juist een sterk wapen in
in de hand zijn van de \reemde staten
om geen toegeving te doen Immers de
uitvoertaksen zijn toch het bewijs dat de
uitvoer der produkten waarop ze zijn
gevestigd volstrekt geen moeilijkheden
ontmoet en er dus geen reden bestaat
om vermindering van invoerrechten toe
te staan 1
2) Geen te zware pskale lasten voor
den landbouw.
In verschillende nummers van verle
den jaargang hebben wij breedvoerig
uiteengezet welke billijke hervormingen
dienden gebracht aan ons belastingstel
sel in 't belang van den landbouw. De
plaats waarover wij hier beschikken
laat ons niet toe daarop terug te keeren.
Alleen weze aangestipt, dat het vol
strekt onaannemelijk is dat het bevrozen
vleesch nog steeds wordt vrijgesteld van
overdrachttaks, dan wanneer het in-
landsch vleesch dat zooals hooger uitge
wezen, volstrekt geen winst meer op
levert aan den voortbrenger aan de
overdrachttaks onderworpen blijft 1
Wij voegen er ook bij dat de belasting
op onroerende goederen die voor een
groot deel in bezit zijn van de landbou
wers, te zwaar is in verhouding van de
belasting op roerende eigendommen.
De grondbelasting met opcentiemen
op het inkomen van onroerende eigen
dommen bedraagt immers thans 22 °/0,
waarbij dan nog dient gevoegd de ge
meentebelasting van 1/10 voor gebouw
de en 1/20 voor ongebou wde eigendom
men op het kadastraal inkomen der
goederen.
Nogmaals dringen wij er met klem op
aan, (fat op het inkomen van het land
bouwbedrijf een bepaald bedrag vooraf-
genomen wordt als loon van den uitba-
l
ter, alvorens er wordt overgegaan tot
de heffing van mobilaire taks op het in
komen van het bedrijfskapitaal Door
dat de bedrijfsbelasting welke voor een
gedeelte op die wijze de mobilaire taks
vervangt minder zwaar is dan deze laat
ste, zou de belastingsdruk op den land
bouwer eenigszins verlicht worden.
3) Aanmoediging van eiken vooruit
gang op landbouwgebied en pnantieele
bevordering van het privaat initiatief.
Wij zijn het volkomen met de Senaat
kommissie eens waar deze bevestigt dat
het niet volstaat plechtig te verklaren
dat de landbouw de eerste nijverheid is
van ons land, doch dat de daden bij de
woorden dienen gevoegd.
En op dit gebied is de Regeering tot
heden ten achter gebleven, wanneer de
staat in geldverlegenheid verkeerde,
heeft hij steeds het eerst besnoeit op de
begrooting van den landbouw 1
Thans nog bedragen de kredieten aan
de landbouwvoortbrengst besteed amper
2 p.h. der algemeene begrooting, terwijl
de overige begrootingen in haar geheel
eene verhooging ten bedrage van fr.
217.831.000 voor het jaar 1927 boeken,
vertoont de begrooting van landbouw
eene vermindering van 2.471'671 fr.
De Minister van Landbouw moge als
verontschuldiging van dezen toestand
aanhalen, dat de begrooting van land
bouw een specifieke begrooting is ten
bate van de landbouwbevolking terwijl
deze ook geniet van de kredieten uitge
trokken op de andere begrootingen
Een feit kan nochtans niet worden uit
gecijferd namelijk dat op de begrooting
van landbouw, niettegenstaande de
waardevermindering vanden frank enkel
een verhoogingscoefflcent van 2 werd
toegepast, dan wanneer de budjetten der
andere ministerieele departementen ge
nieten van een verhoogingscoefficient
4 tot 7
Tot voorhooging der landbouwvoort-
brengt worden als bijzonderste middelen
vooruitgezet
a) De uitbreiding van het landbouw
onderwijs onder al zijn vormen b) de
bevordering der wetenschappelijke na-
vorschingen tot verbetering der planten 1
Wij erkennen graag dat de heer
Baels, de tegenwoordige Minister van
Landbouw, ernstige pogingen heeft ge
daan om het landbouwonderwijs op ge
lijken voet te stellen met het nijverheids
onderwijs in zake het toekennen van
kredieten, doch het strekt niet tot eer
voorhet ekonomisch inzicht onzer vorige
regeeringen, dat het zoolang heeft ge
duurd alvorens aan de ongelijkheid
waarvan de landbouw het slachtoffer
was een einde werd gesteld.
Wat de wetenschappelijke navor-
schingen betreft tot verbetering der
planten en de veredeling der zaden,
heeft de verslaggever namens de se
naatskommissie met nadruk gewezen op
de verhoogde produktie welke de we
tenschappelijke selectie van zaden en
planten alreeds tot stand heeft gebracht
en voor de naaste toekomst kan verwe
zenlijken. Zoo heeft hij berekend dat
sedert 25 jaar de produktie, dank aan
deze selectie, met 15 tot 20 t. h. is toe
genomen Verder haalde hij de mee
ning aan van den heer Journée, bestuur
der van het station voor plantenverbe-
tering te Gembloers, dat door algemeen
gebruik van goede zaadsoorten, van
verbeterde variëteiten aangepast aan
grond en klimaat, men zonder groote
inspanning kan komen tot eene voort-
brengst van 2 1/2 tot 3 centenaars meer
per hektare.
Met het oog op de schitterende uit
slagen welke de navorschingen tot ver
betering van planten en zaden kunnen
opleveren, kunnen de staatstoelagen
aan bedoelde instellingen verleend be
spottelijk worden genoemd. De heer mi
nister Baels beloofde verbetering zoo
dra de financieele toestand van het land
het toeliet.
Wij twijfelen geen oogenblik aan de
goede bedoelingen van den heer minis
ter van Landbouw, doch zagen ze gaar
ne ten spoedigste in werkelijkheid om
gezet 1 Tot heden heeft men aan den
landbouw enkel de kruimels toebedeeld
die van de tafel der andere ministerieele
departementen vielen
In 't belang voor de economie van
ons land, is het dringend noodig dat de
regeering een breed-opgevatte land
bouwpolitiek opvatte en doorvoere en
te dien einde de noodige geldmiddelen
durve aanwenden 1 Het geld daaraan
besteed zal flinke vruchten afwerpea.
Reeds menige keer werd in dit blad
gesproken over het belang der erfelijk
heidswetenschappen in het landbouw
bedrijf. Ten einde onze leden nog meer
te overtuigen, laten we hier een uittrek
sel volgen uit Elementaire Lessen
over Erfelijkheidsleer (Uitgave De
Sikkel Antwerpen) van den grooten
vlaamschen geleerde Dr C. De Bruyker:
Uit een wetenschappelijk oogpunt
beschouwd, staat de studie der veran
derlijkheid in nauw en onmiddellijk ver
band met de afstammingsleer. Laten wij
dit met een paar woorden toelichten.
Het is algemeen bekend dat in den loop
der tijden de dierenbevolking en het
plantenkleed, aan de oppervlakte van
onze planeet, diepe wijzigingen onder
gaan hebben. De oudste bewoners der
aarde planten en dieren zijn sinds
lang uitgestorven wij weten nochtans
met zekerheid dat ze bestaan hebben en
kunnen ons in vele gevallen een duide
lijk denkbeeld van hun lichaamsbouw
vormen, dank zij de overblijfselen van
verschillenden aard, als geraamten, ver
steeningen, indrukken enz., die zij in
den schoot van de aardkorst hebben
nagelaten. Met evenveel zekerheid we
ten wij verder dat de thans nog in leven
zijnde dieren- en plantensoorten in een
betrekkelijk weinig van ons verwijderd
tijdvak der wereldgeschiedenis versche
nen zijn.
Denken wij over die feiten een oogen
blik na, dan dringen zich onmiddellijk
deze vragen op Bestaat er een band
tusschen de oude uitgestorven soorten
en de jongere nog in leven voorkomen
de Zoo ja, welk is die band
Op die vragen gaf de grootste der
natuuronderzoekers der XIX' eeuw, de
Engelschman Ch' Darwin, voor het
eerst een bevredigend antwoord.
Volgens zijne leer, Darwinisme in den
breederen zin of afstammingsleer ge
naamd, welke in hoofdzaak door alle
geleerden wordt aangekleefd, zijn de
hedendaagsche dieren en planten uit
oudere uitgestorven wezens ontstaan.
Zij is gesteund op eene ontzaglijke mas
sa feiten en waarnemingen en, in de
eerste plaats, op het thans algemeen
aangenomen begrip van de veranderlijk
heid der soorten, hetwelk de geniale
Engelsche geleerde tegenover dat van
de standvastigheid (d. i. onveranderlijk
heid) der soorten wist te doen zege
vieren.
Het ligt hier niet in mijne bedoeling,
nader op dit belangrijk onderwerp in te
gaan vooreerst wil ik er echter nog op
wijzen hoe natuurlijk aan het vooraf
gaande eene andere vraag verbonden
is. n.l. deze
Aangenomen dat tusschen verschil
lende dieren- of plantensoorten ver
wantschap bestaat, op welke wijze is
eene nieuwe soort uit eene oudere kun
nen ontstaan
Alleen de studie der veranderlijkheid
kon daaromtrent opheldering brengen.
De wetten, die de organische wereld
beheerschen, zijn thans nog dezelfde als
vroeger. Door het opsporen der regels
of wetten volgens dewelke de planten
en dieren in dezen tijd varieeren, zullen
wij dus ook een inzicht krijgen in het
wezen en de gevolgen van de verander
lijkheid der levende wezens in het ver
leden.
Alleen zij die de vèr strekkende draag
wijdte der afstammingsleer kennen, kun
nen begrijpen welke buitengewone be-
teekenis de kennis van de wetten der
erfelijkheid en veranderlijkheid uit een
algemeen oogpunt heeft.
Doch genoeg hierover. Hier was het
mij enkel te doen aan te toonen, waar
om, sedert het verschijnen van Darwin's
meesterwerken, zoovele onderzoekers
en geleerden van allereersten rang zich
met een vraagstuk hebben onledig ge
houden, dat geroepen is om in de prac-
tijk van kweekers en fokkers een over
wegende plaats in te nemen.
Sinds eeuwen legt de mensch er zich
op toe, uit wilde soorten huisdieren en
cultuurplanten te winnen, tallooze rassen
te bekomen die door hun hoogere op
brengst. door hun bijzonder nuttige
eigenschappen en geschiktheid een steeds
grootere waarde hebben, en de teelt
winstgevender maken.
Als wij een oogenblik nadenken op de
merkwaardige uitslagen die, zoowel op
het gebied der veefokkerij als op dat
van land- en tuinbouw werden bekomen,
dan staan wij in bewondering voor de
bijna onbegrensde verscheidenheid van
huisdieren en cultuurplanten die wij aan
het geduld en de volharding van kwee
kers en fokkers danken.
Dit moet ons des te meer verwonderen
omdat de mannen der practijk meestal
in den blinde werkten en nog werken,
wel is waar geleid door een scherpen
beroepsblik en eene lange ervaring
maar in menig geval blijken hunne op
vattingen op onvolledige of onjuiste
waarnemingen gesteund, en is hun lei
draad uitsluitend overlevering of voor
oordeel.
Wie zal ons zeggen hoeveel tijd en
moeite en geld ze verspild hebben om
slechts weinig loonende uitslagen te
bekomen
Wie weet hoe dikwijls hunne pogin
gen vruchteloos bleven omdat zij een
onbereikbaar doel nastreefden!
Hoeveel betere uitslagen mag men
niet verwachten, hoeveel vlugger zal
men die bekomen, wanneer de kennis
der wetenschappelijke gegevens alge
meen de hoeksteen van hun streven zal
zijn geworden
Wat op het gebied van den land
bouw sedert de jaren 80 in Duitsch-
land. Noord-Amerika en vooral in
Zweden werd bekomem, brengt het
overtuigend bewijs van het zoo me
nigmaal, vaak te vergeefs verkondig
de nut van de samenwerking tusschen
praktijk en wetenschap.
Deze laatste zin geven we ter over
weging aan al wie zich met landbouw
zaken ophoudt. Bij een eerstvolgende
gelegenheid hopen we met afdoende
argumenten het nut van samenwerking
tusschen praktijk en wetenschap te kun
nen bewijzen.
Er grepen dezen laatsten tijd in de
Waalsche landbouwwereld enkele be
langrijke feiten plaats welke we deze
week in de gauwte mededeelen om in
een volgend nummer er meer over uit te
weiden.
Het bijzonderste is wel de benoeming
tot eere-kanunnik der kathedraal van
Namen van den Eerwaarde Heer Cor-
dier, leider der machtige landbouwfede-
ratie Ligue Agricole Beige Waar
E. H. Cordier in eigen midden steeds
een harde strijd te voeren had houden
wij, Vlamingen, er aan om hem hier van
harte geluk te wenschen met deze be
noeming. Zoodoende heeft Z.D.H.Mgr.
Heylen, bisschop van Namen, een blijk
gegeven van hooge sympathie en tevens
van erkentelijkheid voor de vele dien
sten door den jongen priester aan de
Waalsche landbouwers bewezen.
Aan Eerwaarde kanunnik Gaston
Cordier. stichter en beheerder der
"Ligue Agricole Beige,, bieden we de
welgemeende hulde der Vlaamsche land-
bouwersvereeniging Redt U Zeiven.
Een ander verblijdend nieuws voor
dezelfde organisatie. Het heeft Z. D.
H. Mgr Heylen behaagd Eerwaarde
Heer Tasiaux. deken van Beauraing,
algemeene aalmoezenier der Ligue
Agricole Beige te benoemen. Onze
beste wenschen aan den nieuwen aal
moezenier.
De andere waalsche landbouwveree-
niging Union Professionnelle Agri
cole is op hare algemeene vergadering
overgegaan tot het hernieuwen van
haar bureel. De heer Armand Jabon
werd eere-voorzitter der U. P. A. be
noemd. De heer August Criquelion.
landbouwer te Chièvres, werd als voor
zitter gekozen. We wenschen aan beide
leiders het beste in hunne nieuwe
funkties.
R. U. Z. stelt een rechtskundige ten
uwen dienst alle zondagen van 9 tot
11.30 uur in ons lokaal te Aalst.
EBMWfleWBFaBBWSNaRei
De oKdewerfcers zi}a vwuntwoordfci(j k voor kt» bQdragea
Qngetezfcende stukke» worden nier opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet