VOOR ONZE VLAG
Landbouwweekblad
Oogsttiji
1 - Leertijd. Bemestingsleer
met scheikundige Vetten*
De alleenige Bemesting scheikundige meststoffen slechte uitsla-
Proefvelden
Landbouwers
Spaar- en Leenbank
De Teelt der Erwten
Uit de Landbouwwereld
Daarom
Daarom
Groentcnteelt
Zitdagen der maand
Augustus
Maakt voor uwe geld-
beleggingen ruim ge
bruik van onze
LOde jaakuanU Ni 500
ZONDAU 29 JULI 1928
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 9,00 frank 'u Jaar».
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie BRABANTSTRAAT53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller i
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor m door
de Landbouwers
wat stalmest alles goed te maken maar
gewoonlijk geven zij er veel te weinig in
vergelijking met den overvloed der stik-
Het is nu zeker niet de tijd om veel te
lezen en te studeeren, en toch is er geen
leerzamer periode in ons boeren-leven
dan deze van den oogsttijd.
Weken hebben we gewerkt om onzen
grond te bereiden, voor t' zaaien en
t' planten, heele sommen er aan be
steed om ons meststoffen, zaad en
plantgoed aan te schaffen. Maanden
hebben we onze vruchten geschouwd,
verzorgd en gekoesterd en nu staan we
met werk overladen, om de vruchten
van dat alles veilig en goed te bergen.
Nu moeten we nagaan wat die oog
sten ons geven, vergelijken hoe ze zijn
met gewoon of veredeld zaaigoed, na
gaan en uitrekenen in hoeverre de op
brengst loonend is, hoe de eene soort is
tegenover de andere, onze vruchten
legen die van Jan of Pier.
Die vergelijkingen moeten we doen
om er baat uit te trekken, om er bij te
leeren.
Nemen we de graanvelden. Het zal
elk gauw opvallen, hoe verschillend die
n.
Niet zonder 'n beetje jaloerschheid
moeten we bekennen, dat boer Janssen
neven den onze 'n partij rogge heeft
die zeker enkele zakken meer zal geven
perhektaar dan de onze. Verleden jaar,
in Oktober, meenden we het kras van
wege Janssen, dat hij 400 fr. dierf beta
len voor 100 kgr. zaairogge. Zeker!
Oppervlakkig beschouwd is dat veel,
maar als we nu 'n paar momenten reke
nen, lijkt het ons niet kras, maar wijs
gehandeld.
Rekenen we even uit
Voor 1 dagwand rogge gebruikten
wij50 kgr. aan 1,75 fr. (eigen gewin)
87,50 fr. zaaigoed.
Janssen gaf50 kgr. aan 4.00 fr. (ge
kochte) 200 fr. zaaigoed.
Die gaf dus meer dan wij112,50 fr.
't dagwand.
Wij hebben "n opbrengst van 900
kgr. per dagwand aan 175 fr. 1575 fr.
Janssen heeft1100 kg. per dagwand
aan 175 fr. 1925 fr., verminderd
voor hem met 112,50 fr. meer-uitgaaf,
blijft nog eene meerdere opbrengst van
zijn dagwand rogge, tegen 't onze, van
337,50 fr.
Dus is 't feitelijk 'n heel slim gedacht
geweest van onzen gebuur zich ver
edeld zaaigoed aan te schaffen.
Wie mochtet twijfelen aan die gege
vens, bezie maar eens aandachtig de
velden en hij zal ons van geen overdrij
ving beschuldigen, als we voor goed
veredeld zaaigoed 'n meeropbrengst
geven van 200 kgr. per dagwand.
Enkele lezers maken zeker al de vol
gende opmerkingAllemaal goed en
wel als 't meevalt, ik ook kocht zaai
rogge en die geeft minder of toch maar
nauwelijks zooveel als deze die ik ge
bruikte van eigen gewin.
Goed vriend, maar kocht gij, als boer
Janssen, bij 'n vertrouwbare inrichting,
als uwe vereeniging, of kocht ge bij n
soort kwakzalver, die U appelen voor
citroenen opsolferde, en U met mooie
woorden en beloften verleidde, of om
dat het enkele franken beterkoop was.
Zoo ja en we twijfelen er weinig aan
- weze U dit een goede les.
Men raamde de opbrengst voor de
tarwe
In 1880 per hektaar 1500 kgr.
In 1895 2000 kgr.
In 1910 2500 kgr.
In 1928 staan er verschillige velden
die zullen 4000 kgr. geven.
Die stijgende opbrengst is zeker aan
verschillende oorzaken toe te schrijven,
waaronder wel de twee voornaamste
zijna) doelmatige en krachtige be
mesting b) gebruik van veredeld zaai
graan.
Het staat buiten kijf dat er nu, dank
de verschillige scheikundige meststoffen
en door het groot gebruik dat er van
gemaakt wordt, een groot deel der
meeropbrengst daaraan moet worden
toegeschreven. Maar evenveel is t bui
ten kijf, dat, door dat veelvuldig ge-
(Zie vervolg onderaan 2' kolom).
Uit "De Landbode,, het degelijk or
gaan der Provintiale Landbouwmaat-
schappij van Antwerpen nemen we vol
gend artikel over. Het is belangwekkend
én om de gedachten welke er vooruitge
zet worden, en om den persoon van den
schrijver, hoofdstaatslandbouwkundige
A. Peiffer.
gen te geven.
Om met die stoffen alleen te boeren
moet men eerst en vooral zorgen volle
dige bemestingen toe te dienen, dus
geen eenzijdige, desnoods groenbemes-
tingen te winnen, namelijk op lichte
gronden, en verder de scheikundige vet
ten weten te kiezen zooals zij best te pas
komen volgens de vruchten welke men
telen wil en volgens de natuur of den
toestand der gronden.
Daartoe zijn er natuurlijk kennissen
vereischt en indien men het door gron
dige studie zoo ver gebracht heeft dat
men volkomen op de hoogte is, moet
men niet meer bevreesd zijn nopens den
uitslag.
Wij zullen daarom de voeding der
landen met stalmest niet afkeuren, hoe
genaamd niet, want door vollediging bij
middel van scheikundige vetten kan zij
opperbeste uitkomsten verschaffen. Ver
der levert zij een groot voordeel name
lijk dat zij aan den boer geen groote
gelduitgaven oplegt en dat zij eenvou
dig is zoodat zij in de praktijk weinig
misgrepen voor gevolg heeft.
Wij willen enkel doen uitschijnen dat
men, mits de noodige kennissen, ook met
scheikundige vetten voor onbepaald
langen tijd de landeren kan bemesten.
Wij zullen heden niet onderzoeken of zij
voordeeliger zijn dan het stalmest maar
in alle geval is hunne aanwending niet
verbonden met veel arbeid of moeite en
indien de boer de noodige meststoffen
niet juist in zijne zakken naar zijnen ak
ker kan dragen, zooals Georges Ville
gezeid had, dan verschilt het toch niet al
te veel.
Zou er wel middel zijn alleen met
scheikundige vetten op een boerenbe
drijf het land te bemesten en aanhoudend
goede vruchten te winnen
Op die vraag mag men stellig een be
vestigend antwoord geven ondanks de
tegenstrijdige meeningen welke hier en
daar nog geuit worden.
Eertijds werd er veel geredetwist no
pens die kwestie, vooral in het begin,
toen de scheikundige vetten in den han
del verschenen waren. De meesten be
weerden dat het onmogelijk was zich
uitsluitelijk met scheikundige vetten te
behelpen om het land te bemesten zon
der het minste gevaar voor het behoud
der vruchtbaarheid van den grond in de
toekomst.
Toen Georges Ville, als aanhanger
van Liebig, zijn voordrachten begon te
geven over het leerstelsel der minerale
voeding van de plant, ontmoette hij he
vige tegenstrevers, vooral onder de
meest geleerde boeren.
Op eenen zekeren dag had hij zich
wat ver uitgelaten en gezeid Wij
zullen het zoover brengen dat de land
bouwer in zijne zakken de noodige mest
stoffen naar zijn land zal kunnen dragen
om het te bemesten maar hij kreeg da
delijk voor antwoord van eenen boer
welke hem meende geestig den mond te
stoppen En ik zal U ook in mijne
zakken de oogsten van het veld naar
huis brengen
Georges Ville werd uitgelachen al
hoewel hij in den grond gelijk had. Hij
vond nochtans ook partijgangers en hij
werd zelfs uitgenoodigd door de voor
naamste Belgische landbouwmaatschap-
pij om verscheidene voordrachten in
Brussel te geven, hetgeen hij ook ge
daan heeft.
Zijne leering heeft haren weg ge
maakt en zich bewaarheid. Inderdaad
wij kennen personen welke sedert meer
dan 25 jaar hunne landen uitsluitelijk met
scheikundige meststoffen voeden en dat
met het meeste welgelukken. Om te be
ginnen hadden zij ons algemeene voor
schriften gevraagd welke zij later in
praktijk op grond van ondervinding aan
de bijzondere gevallen hebben leeren
toepassen. Zoo hebben zij vele jaren
voortgeboerd en verleden Zomer kwa
men wij in de gelegenheid hunne teelten
te bezichtigen. Zij toonden ons o. a.
hunne tarwevelden welke wij moesten
bewonderen omdat het de schoonste
waren in de streek. Zij bebouwden wel
iswaar polderland, maar toch ond inge
dijkt, en men neme wel in acht dat er
geen kwestie was van kleine, onbedui
dende oppervlakten maar wel van 15
hektaren.
In 1927 waren er de vruchten beter
gelukt dan op de landen welke regelma
tig stalmest ontvangen. Natuurlijk om
dergelijke uitslagen te bekomen moet
men volkomen goed op de hoogte zijn
voor de aanwending der scheikundige
vetten. Men dient er wat meer van te
wefen dan sommige boeren welke nog
maar enkel sodanitraat en zwavelzuur
ammoniak toepassen en welke dan later
verwonderd zijn dat hunne vruchten
geen voldoening geven. Zij meenen met
bruik van scheikundige meststoffen het
aanwenden van veredeld zaaigraan on
ontbeerlijk is. Immers, wat zou het baten
steeds meer te vetten, wanneer de plant
al de vetten niet zou kunnen omzetten
en verwerken Dat zou een verlies aan
vetten daarstellen. En dit gebeurt tel
kenmale men te doen heeft met minder
waardige variëteiten, die men nog veel
te veel aantreft en welk aantal we thans
gemakkelijk kunnen opnemen bij een
eenigszins aandachtig schouwen van de
velden.
komen
Bij het herdenken yan ons tienjarig bestaan wordt tevens onze
algemeene vlag ingehuldigd.
Het wordt het zinnebeeld van ons aller eendrachtig streven.
Elkeen zal er het zijne toe bijdragen.
zullen de leiders der plaatselijke afdeelingen binnen enkele dagen
inschrijvingslijsten ontvangen, welke ze heelemaal ingevuld, samen
met het bedrag der ontvangen gelden, naar Aalst moeten terug
zenden.
zal elk lid, volgens zijn vermogen, er aan houden in te teekenen en
zijn bijdrage te storten.
Aan 't werk Ieder doe zijn plicht
We trekken nogmaals de aandacht
onzer leden op de proefvelden welke
we wenschen aan te leggen.
'n Proefveld biedt verschillende voor
deden
1) Het leert ons de beste en de meest
gepaste meststoffen gebruiken
2) Geeft tevens aanwijzingen in zake
hoeveelheid der te bezigen meststoffen
3) 'n Proefveld dient ook als prak
tisch leermiddel voor al de inwoners
4) 't Laatste maar niet het minste
de aanlegger van een proefveld ont
vangt immer een of meerdere meststof
fen volstrekt kosteloos.
Aan onze leden nu er gebruik van te
maken. Het volstaat een kaartje naar
ons hoofdbureel te Aalst te zenden met
juiste aanduiding van naam en volledig
adres, tevens meldend voor welke teelt
men een proefveld wenschtaan te leggen.
Alle aanvragen moeten vóór 15
Augustus binnenkomen.
■unHUMiamnHNann
Onze agronoom Ing' K. Hambrouck
zal gedurende de maand Augustus op
volgende dagen te spreken zijn
Te HERZELE op Woensdag 1
Augustus, van 8 tot 9 uur, in het
café In den Engel,, Markt.
TeNINOVE op Dinsdag 7 Au
gustus van 9 tot 11 uur, in De Groen-
poort bij de wed. Haelterman, Groen-
selmarkt.
Te EPPEGEM op Maandag 20
Augustus, van 9 tot 10,30 uur, in
ons Hoofdmagazijn.
Te AALST, alle zaterdagen der
maand van 9 tot 11 uur, in het lo
kaal "De Koornbloem Groote Markt
De erwt is een eenjarige klimplant, af
komstig uit Azië en behoort tot de fa
milie der vlinderbloemigen. Deze planten
hebbea de eigenschap de vr(je stikstof
uit de lucht op te nemen en ze te benut
tigen voor hun eigen levensonderhoud.
De teelt van de erwt wordt in 't groot
gedreven in de omstreken van Mechelen,
Leuven, Doornik en Eerneghem.
Om de belangrijkheid van sommige
markten, in 't bijzonder die van Meche
len te doen uitschijnen is het voldoende
aan te halen dat men er dagelijks, gedu
rende de tweede helft van Juni, van 40
tot 45.000 kg. erwten verkoopt.
Elkeen weet dat de erwten verdeeld
worden in dop- en peulerwten, waartus-
schen men lage, half-hooge en hooge
variëteiten aantreftde eene met groen
de andere met wit zaad deze met rond
en gene met gerimpeld zaad en die va
riëteiten verdeelen zich in vroege, half-
seizoen en late verscheidenheden.
Doperwten
Wonder van Amerika vroege en
veelopbrengende variëteit met groen ge
rimpeld zaadzij bereiken een gemid
delde hoogte van 30 cm. en verlangen
geen rijshout.
Prins Albert en Express, zijn vroege
variëteiten met rond zaad en die een ge
middelde hoogte bereiken van 1 m.
Krombek van Auvergne en Merveille
d'Etampes zijn erwten van tweede sei
zoen, en bereiken gemiddeld eene hoog
te van 1,50 m.
Penl- of schelperwten
Veertiendaagsche schelperwt, met
rond wit zaad, 1 tot 1,30 m. hoogte.
Ramshoorn schelperwt, zeer vrucht
baar en zeer veel gekweekt, heeft rond,
wit zaad en bereikt 1,50 m hoogte.
De verscheidenheden met rond zaad
brengen gewoonlijk meer op dan deze
met gerimpeld zaar4. Het zijn dan ook
deze met ongerimpelde zaden die in ons
land het meest geteeld worden alhoe
wel de gerimpelde zaden langer malsch
en zoeter blijven en min gevoelig zijn
aan de witziekte.
De erwten zijn niet kieskeurig voor
wat den grond betreft, op voorwaarde
dat deze maar goed bewerkt is, voorzien
van oude meststoffen, en dat h(j niet te
stijf te nat zij-
Bij de erwten vooral moet men een
strenge vruchtafwisseling toepassen,
want de praktijk heeft ons geleerd dat,
zoo men een tweede jaar erwten teelt op
het zelfde perceel, de opbrengst veel te
wenschen laat.
Door verschillende proeven is reeds
bewezen dat perceelen vóór den winter
bemest met 4 - 500 kg. stalmest per are,
meer opbrengen dan die welke pas voor
het planten bemest werden. Bij deze
teelt moet men bijzonder spaarzaam
omgaan met de stikstof, want te veel
stikstof gebruiken ware een overtollig
gebladerte ontwikkelen, ten nadeele der
opbrengst aan peulen. Om een gezonden
groei en een flinke opbrengst te beko
men, moet er voor gezorgd worden dat
de grond rijkelijk voorzien zfl van fos-
foorzuur, potasch ea kalk.
Het fosfoorzuur oefent vooral een
goeden invloed uit op de vorming der
peulen. Men dient het fosfoorzuur toe
onder vorm van superfosfaten b v. 5 a 6
kg. per are gedurende de grondbewer
king in de Lente heeft men te doen met
zure gronden dan neemt men zjjn toe
vlucht tot de ijzerslakken. De potasch
dient met toe onder vorm van zwavel
zuren potasch, 2 3 kg. per are, men
mengt die innig met den grond en dient
die toe tijd*ns de bewerking. Het toe
dienen van stikstof kan in sommige ge
vallen noodzakelijk zjjn om den eersten
groei der planten aan te wakkeren.
Men kan zaaien ofwel in putjes ofwel
in rijen. We zullen echter thans uitslui
tend de laatste teeltwijze bespreken.
Tusschen twee rijen laat men een af
stand van 30 35 cm. en tusschen elke
dubbele rfl laat men een opene ruimte
van 60 cm voor lage, 80 cm. voor half-
hooge en 1 m. voor de hooge verschei
denheden. De diepte van de rijen hangt
af van de soort van grond op lichte,
droge gronden zaait men op een diepte
van 6 7 cm. en op natte, kille gronden
op 3 4 cm. diepte.
Na het kiemen der zaden hakt men
den grond een eerste maal op, wanneer
de plantjes een hoogte van 10 15 cm.
bereikt hebben, worden ze voor een
tweede maal gehakt, aangeaard en ver
volgens gerijst.
Landbouwonderwijs in België
Het driejaarlijksch verslag, waarvan
we hier de bijzonderste punten laten
volgen, is verschenen i
a) De stichting eener derde Land-
bouwhoogeschool* te Gent, waar heel
het onderwijs in het Nederlandsch ge
geven wordt.
b) Het grooter aantal leerlingen in de
middelbare landbouwscholen
In 1914 telde men voor 25 scholen
1264 leerlingen.
In 1926: 2147 leerlingen voor 34
scholen.
c) De groote ontwikkeling van het
naschoolsch onderwijs. Waar men in
1914 slechts 203 landbouwkursussen
telde met 913 leerlingen, heelt men in
1926 respektievelijk 1914 kursussen
met 9781 leerlingen.
d) Het inrichten van speciale kursus
sen voor het onderwijzend personeel. In
1926 telde men 10 zulkdanige kursussen
met 160 leerlingen.
Landbouwkoöperatie in Duitschland
Hieronder volgt 'n lflst welke een
klaar gedacht geeft van den vooruit- of
achteruitgang der landbouwkoöpera-
tieven in het Duitsche Rjjk (-}- betee-
kent meer, beteekent minder) t
Samenwerkende melkerijen -J- 216.
Andere koöperatieven -}- 87.
Spaar- en kredietkassen 95.
Aan- en verkoopkoöperatieven119.
Stikstofmeststoffen en zuurheid
der gronden.
Hr M. Demoion geeft in de Annales
de la Science Agronomique aan de
hand van een artikel in een ameri-
kaansch tijdschrift verschenen, volgende
iiittiifiiififrtTT'T-
V.V.V.V'V'V
De aMcmfktn zQn verantwoorde^k voor boa bedrage»
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden «iet teruggegeven.
weer sicmu wc. iu wc.
weelde. Lange reken schoven roten op
onze velden, wachtend op t inschuren,
geheele akkers rijpen voor de zeis en
pik van krachtige armen.
■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■BB