Landbouwweekblad
Wapenstilstand
Over Erfenissen
De Belastingen en
de Landbouw*
Krijs m cennem
11de JAAKüANU Nr nio
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 9,00 frank 's laars.
Men scbrjjfi in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie BRABANTSTRAAT. 53. AALST
Verantwoordelijke Opsteller t
ORTAIRE CAUDRON. Aalst.
Voor en door
de Landbouwers
11 November brengt ons telkenjare
met onze gedachten terug naar 't einde
van den woesten wereldoorlog
Het is reeds 10 jaar geleden.
Eindelijk kwam toen de blijde mare
De wapens neer Gedaan met het
uitmoorden, gedaan met de ondragelijke
gevangenenkampen, gedaan met de
knevelende bezetting, gedaan met alle
lichamelijk lijden, gedaan met de zede
lijke pijnen
Gedaan 1
En de volkeren wier inborst steeds
beter is dan deze van vele regeerders,
waren blij als kinderen, ze geloofden
werkelijk dat nu 'n nieuwe wereld ging
geboren worden, ze geloofden in het
zelfbeschikkingsrecht der kleine natiën,
in de wereldvrede 1
f Onze jongens, zij die aan den Yzer
het onmetelijke leed hadden geleden,
verwachtten alles van de komende
vrede. Voor hen scheen eene hernieu
wing, eene loutering van heel het
menschdom nakend.
Dichtte priester Verschaeve niet
Hier liggen hun lijken als zaden in
[*t zand,
Hoop op den oogst, o Vlaander-
[land 1
Zij kwamen vol geestdrift... Jaren
zijn voorbij en wat is er gekomen van
de mooie gedachten, welke men over
10 jaar voor de oogen der massa too-
verde
Van vrede is min dan ooit sprake...
of liever neen 1 men spreekt er veelover,
en wapent zich intusschen tot de tanden.
Miljoenen, miljarden worden in elk
land aan oorlogsdoeleinden besteed en
weerom is 'n dolle wedloop naar bewa
pening.
En waar leidt ons dit alles V.
Naar vrede Wel neen, maar recht
streeks naar oorlog, naar uitmoording
Sluiperig en loerend, liggen de regeer
ders gereed om bij de eerstpassende ge
legenheid hun gebuur naar den nek te
springen.
Neen,... er is nog geen vrede tusschen
de staten.
Vrede en zelfbeschikkingsrecht 1
Vóór 10 jaar beloofde men dit aan alle
volkeren, wat is er van gekomen
Niets 1... want velen onzer Yzerjon-
gens denken dan terug aan n zinnetje
uit het "Gebed voor Vlaanderen,," Welk
nut is er geweest in t storten van ons
bloed
De geniale dichter Verschaeve twij
felde reeds aan de mooie toekomst
wanneer hij deze woorden neerpende.
Zelfbeschikkingsrecht
Tellen we in ons eigen land nog niet
altijd politieke veroordeelden en gevan
genen We spreken ons over de han
delwijze dier menschen niet uit, maar
hun bedoeling was edel ze hebben
meer dan genoeg geboet.
'Wanneer we eens over alles naden
ken schijnt het somwijlen of de nacht
over het land ligt, alles is donker zonder
ergens een hooplicht.
Dit mogen we niet denken 1 Want zie,
van overal komen zij die het wel mee-
nen samen. Over staatkundige grenzen
reiken vrouwen en mannen elkaar de
broederhand 1
De vrouwen hebben in sommige lan
den het leeuwenaandeel in de vredesbe
weging Zij weten het beter dan wie ook
wat oorlog voeren beduidt en daarom
spannen ze hunne krachten saam om de
vredesgedachte zóó sterk te maken dat
ook de heerschers er dienen meê af-te-
rekenen.
Als vrouwen het voorbeeld geven
zouden de mannen dan aarzelen
Iedereen moet in 't gelid. Niet alleen
lijk gestudeerden, niet alleenlijk de werk
lieden, ook de landbouwers dienen bi;
het Vredesleger te zijn.
Overwinnen we al onze ondeugden
Zooals heerschzucht, hoogmoed, afgunst
verrijking ten bate van andëren enz.
Bestrijden we al de wantoestanden
zoo maatschappelijke als staatkundige,
welke thans nog heerschen.
Als we dit alles doen, zullen we be
slist heel wat verdér op den Vredesweg
zijn 1
Beginnen we ermeê van af vandaag
Rechtskundige Rubriek
(1° Bijdrage)
Niemand moet denken dat, eens deze
bijdragen geslikt, hij onfeilbaar elke be
twisting nopens erfeniszaken oplossen
kan. Ons richtend tot de massa, bepalen
we ons tot algemeene princiepen en la
ten opzettelijk alle moeilijkheden, spits
vondigheden en struikelblokken ter zijde.
Deze saaie stof zullen we aanvatten
met enkele droge bepalingen die ons te
vens de juiste terminologie zullen leeren.
Erfopvolging of successie is het over
gaan van het vermogen van een overle
dene op één of op meerdere Jevende
personen. En door "vermogen,, worden
beduid alle goederen, rechten en ook
verplichtingen van den overledene. B.v.
een vader bezit voor 20.000 fr. goederen
en geld, doch heeft schulden te betalen
voor een gezamenlijk bedrag van 5000
fr. Hij sterft en laat twee erfgenamen
achter Dezen hebben recht op vaders
"vermogen,,, t.t.z. krijgen de 20.000 fr.
maar moeten ook de schuld van 5000 fr.
betalen.
Den overledene wiens vermogen op
de erfgenamen overgaat, noemt men
erflater. Erfgenamen zijn die personen
welke dat vermogen opstrijken.
Erfenis is het geheel van goederen,
rechten en verplichtingen het vermo
gen dus van den overledene. Men
kan het ook nalatenschap noemen als
men het beschouwt van den kant van
den overledene.
Als we deze terminologie opgepeuzeld
hebben, willen we wel eens nagaan wel
ke de verschillende soorten van erfop
volgingen of successies zijn.
1De eerste is de erfopvolging bij
versterf, ook geheeten wettelijk erfop-
volging dit is de successie geregeld vol
gens de wet.
2. De tweede is de erfopvolging bij
uitersten wil of testamentaire erfopvol
ging hier wordt de successie geregeld
volgens den wil van den overledene.
Voorbeeld Pachter Jan heeft drie
kinderen Pieter, Willem en Frans.
Pachter Jan sterft en "heeft niets ge
maakt», heeft geen wilsbeschikking ach
tergelaten. Dan krijgen Pieter, Willem
en Frans volgens de wet elk een derde
van Pachter Jans vermogen. Dit is de
erfopvolging bij versterf of wettelijke
erfopvolging.
Maar veronderstellen we nu dat
Pachter Jan vooraleer te sterven, peinst:
Sapristi, onze Willem is een ziekelijke
ongen die meer in dokters handen is
dan aan 't gezonde werk op den akker,
ik ga voor dien jongen eens zorgen en
lij maakt een eenvoudig testamentIk
geef aan mijn zoon Willem alles waar
over ik mag beschikken (datum en hand-
teeken).,, Dan is er eene testamentaire
erfopvolging. Willems deel zal grooter
zijn dan dit zijner beide broers.
De wettelijke erfopvolging is vatbaar
om onderverdeeld te worden in
1) regelmatige erfopvolging deze die
te beurt valt aan de wettige bloedver
wanten van den overledene
2) onregelmatige successie deze wel
ke ten goede komt aan andere personen
dan wettige bloedverwanten b.v. aan
den overlevenden echtgenoot.
Laat ons nu een poos verwijlen bij
hetgeen wij zullen noemen het openval
len der erfenis.
Een erfenis valt open bij natuurlijken
dood van een persoonniet meer, zooals
vroeger, bij burgerlijken dood, daar
deze afgeschaft is door de grondwet.Het
bewijs van iemands dood wordt geleverd
door de akten van den burgerlijken
stand. Maar het juiste oogenblik van
den dood mag men bewijzen door alle
rechtsmiddelen, ook door getuigen en
eenvoudige vermoedens Dit juisteoogen-
blik kennen, kan van groot belang zijn
b.v, wanneer twee personen die elkan
ders erfgenamen zijn bij een zelfde ge-
beurtenis (treinongeval b. v.) omkomen.
Deze die de laatste gestorven is. erft van
den eerste, en laat dus zijn eigen vermo
gen vergroot met dat van den eerstge-
storvene, aan zijn erfgenamen achter.
Veronderstellen we een vader die met
zijn gehuwden zoon Frans op reis gaat.
Frans heeft ook een kindje dat we Ka-
reltje zullen noemen. Een treinontrigge-
ling doet zich voor, en vader en Frans
zijn bij de dooden. Nu is het van groot
gewicht te weten wie hunner eerst ge
storven is. Immers, heeft vader eerst den
adem uitgeblazen, dan heeft Frans nog
van hem geërfd en kan hij aan Kareltje
achterlaten zijn eigen fortuin -f- die van
vader.
Edoch het is altijd niet mogelijk van
het juiste oogenblik van afsterven vast
te stellen. Daarom heeft de wet enkele
artikels vooropgesteld die we samenvat
ten als volgt
1. Indien de personen die samen bij
eenzelfde gebeurtenis omgekomen zijn,
min dan 15 jaar oud waren, zal de oud
ste geacht worden overleefd te hebben.
2. Als allen boven de 60 jaar waren,
zal de jongste vermoed worden het
langst geleefd te hebben.
3. Als de eenen min dan 15 jaar oud
zijn en de anderen meer dan 60 jaar,
dan zullen de eersten aangezien worden
het langst geleefd te hebben.
4. Indien ze tusschen 15 jaar en 60
jaar oud waren, wordt de manspersoon
altijd vermoed langst geleefd te hebben.
Waren ze van hetzelfde geslacht dan
wordt de jongere aangezien den oude
ren overleefd te hebben.
Deze wettelijke vermoedens worden
alleen toegepast, wanneer verschillende
personen die elkanders erfgenamen zijn
in eenzelfde ramp omkomen, zonder dat
er mogelijkheid bestaat te bewijzen wie
eerst bezweken is. Deze regels kunnen
aanleiding geven tot belachelijke toe
passingen'. Veronderstellen we even dat
een man van 61 jaar en een kind van
1 maand elkanders erfgenamen zijn, en
bij een overstrooming omkomen men
kan niet vaststellen wie eerst stierf.
Welnu, de wet toepassende, zal men
moeten besluiten dat het wichtje van
1 maand den nog krachtigen man van
61 jaar overleefd heeft, 't Is mogelijk,
maar meer dan onwaarschijnlijk
Waar valt de erfenis open
Ze valt open daar waar de overlede
ne-zijn woonplaats had en die woon
plaats volgens de wet daar waar men
zijn bijzonderste verblijfplaats heeft.
Alle gedingen betrekking hebbende
op eene erfenis, worden beslecht door
de rechtbank van de plaats waar deze
erfenis opengevallen is.
Veronderstellen we dat een erfenis
opengevallen is op een bepaalde plaats,
wie kan er dan erven Welke zijn de
vereischte eigenschappen
Om te kunnen erven, moet men be
kwaam zijn. Dit wil nu niet zeggen
dat ge een doctorsdiploma moet bezit
ten of groote scholen gedaan hebben,,;
neen, wanneer eene erfenis openvalt is
het voldoende dat ge bestaat en geroe
pen zijt door de wet.
Eens dat men bekwaam is om te er
ven, moeten er sommige voorwaarden
vervuld worden om de erfenis te behou
den. Degene die afstand doet van de
erfenis, behoudt baar niet; dit is hemels-
klaar, In sommige gevallen kan men zijn
recht laten verjaren, en dan is men zijn
erfenis ook kwijt. Eindelijk, de "onwaar-
digen behouden haar ook niet en de
onwaardigen zijn
1) degenen die een veroordeeling heb
ben opgeloopen wegens moord of
moordpoging op den erflater
2) degenen die tegen den overledene
eene beschuldiging hebben ingebracht
van een feit waarop doodstraf staat, en
die lasterlijk bevonden werd
3) de meerderjarige erfgenaam die
kennis hebbende van den moord ge
pleegd op den overledene, hem niet bij
het gerecht zal aangegeven hebben.
Zelfs wanneer er verzoening is geko
men tusschen den schuldige en 't slacht
offer blijft de onwaardigheid bestaan.
Van de verscheidene meeningen die
de ronde doen, behouden we toch deze
die zegt dat de onwaardigheid moet
vastgesteld worden door een vonnis, en
niet van rechtswege opgeloopen wordt.
Immers om een straf toe te passen, moet
er eerst een vonnis zijn 1
Het geding tot onwaardigheidsver
klaring mag ingespannen worden door
allen die er belang bij hebben b. v. de
mede-erfgenamen de schuldeischers der
erfgenamen.
Over de gevolgen der onwaardigheid
zullen we slechts een paar woorden zeg
gen we weiden niet uit over de gevol
gen tegenover de kinderen van den on
waardige of tegenover derde personen
We spreken alleen over de gevolgen
ten opzichte van den onwaardige zelf.
Deze kan de erfenis niet behouden, moet
haar dus afstaan evenals alle winsten
en profijten welke hij er mee gemaakt
heeft. Hij is verantwoordelijk voor alle
beschadigingen en vernietigingen der te
erven zaken, tenzij hij kan bewijzen dat
de zaak toch zou beschadigd of vernield
zijn indien ze in handen ware geweest
van den echten erfgenaam.
('t Vervolgt).
(5C bijdrage).
De onrechtstreeksche Belastingen
BepalingDoor onrechtstreeksche
belastingen worden hier bedoeld de
taksen op het verbruik en op de verhan
deling van koopwaren en inzonderlijk
de overdrachttaks.
Ons standpunt ten opzichte van deze
soort belastingen is dat de Staat er zoo
weinig mogelijk zijn toevlucht mag toe
nemen, daar zij op rechtstreeksche of
onrechtstreeksche wijze de levensduurte
doen stijgen.
Eens dat ze worden toegepast, eischen
wij dat ze op gelijke wijze de nijverheid
en de landbouw treffen.
Wanneer echter bepaalde onrecht
streeksche belastingen nadeelig zijn voor
de ekonomische ontwikkeling van 't
land. dan heeft de regeering als stren
ge plicht ze onverwijld te doen ver
dwijnen.
A) Uitvoerbelastingen. En dit
laatste is ongetwijfeld het geval met
de uitvoerbelastingen welke thans nog
geheven worden op het grootste aantal
landbouwprodukten en op enkele nij-
verheidsprodukten. Bij de laatste finan-
cieele krisis nam de regeering om in den
geldnood te voorzien zijn toevlucht tot
de alleszins betreurenswaardige taksen
op den uitvoer. Schier alle landbouw-
artikelen en een aanzienlijk aantal nij
verheidsartikelen werden aan bedoelde
taksen onderworpen. Naarmate de cri
sis afnam, werden de nijverheidspro-
dukten in groot aantal vrijgesteld van
de uitvoertaksen, de regeering toonde
zich echter veel minder breed voor den
landbouw.
Terecht kloeg de heer senator Mullie
in zijne redevoering van 6 Juni 11. dezen
toestand aan.
Voorde verschillende uitvoer produk-
ten van den landbouw, buiten witloof
en druiven, zoo betoogde de geachte
heer senator, wordt nog steeds uitvoer-
belasting betaald, alles bij elkaar betaalt
de landbouw thans nog 15 millioen frank
aan uitvoertaksen, terwijl de nijverheid
er slechts 7 millioen betaalt.
Wel is waar werden onlangs de uit
voertaksen op de boter van 4 t.h. op
2 °/o gebracht, de taks op de tarwe van
4 °/o op 1 °/o, de taks op de aardappe
len. de chicorei en de eieren van 2 */0 op
1 hetwelk te zamen een ontlasting
vertegenwoordigt van 7.500.000 fr.
Doch zelf die verminderde taksen zijn
nog een werkelijke belemmering voor
den uitvoer onzer landbouwprodukten.
Zooals de heer Mullie het aantoonde
verkoopen de landbouwers thans de
producten van den veekweek (boter,
vleesch, eieren) over 't algemeen tegen
prijzen die enkel 117 p.h. hooger zijn
dan de vooroorlogsche prijzen, terwijl
de voortbrengstkosten in den landbouw
met 124 t.h. verhoogd zijn, tegenover
het jaar 1913, de prijzen van dit laatste
jaar het aanvangspunt 100 uitmakende.
De toestand is dus verre van schitterend.
Onze landbouwprodukten hebben op
de buitenlandsche markten de mededin
ging te ondergaan van goed ingerichte
landbouwlanden zoo b.v. van Holland,
Denemarken enz. De uitvoerpremie
waarvan zij vroeger genoten, dank zij
de schommelingen van den wissel, is
thans volledig vervallen sinds de stabili
satie van den frank en de aanpassing
der produktiekosten en der prijzen aan
de wereldmarkt.
Het grootste bezwaar tegen de uit
voertaksen is echter, dat het een ge
vaarlijk wapen is in de handen der
vreemde landen. Hoe kan onze regee
ring bij het afsluiten van handelsover
eenkomsten met vreemde landen ver
minderingen van tolrechten vragen voor
bepaalde inlandsche produkten, wanneer
zij zelf den uitvoer dier produkten be
last. De vreemde staten zouden gerech
tigd zijn aan de Belgische regeering te
zeggen Gij klaagt dat wij den toe
voer uwer produkten verhinderen over
onze grenzen, doch uwe eigen handel
wijze toont aan dat den uitvoer uwer
produkten geen moeilijkheden ontmoet,
vermits gij hem aan belasting onder
werpt.
Wij meenen dan ook te mogen be
sluiten, dat de afschaffing van de uit
voertaksen zoowel op nijverheids- als
landbouwprodukten zonder verwijl
dient doorgevoerd De regeering be
looft het verdwijnen ervan tegen nieuw
jaar. Wij vragen ons af, waarom tot dit
tijdstip dient gewacht 1 Wanneer een
ziekte uitbarst, neemt men dadelijk maat
regelen om ze te bestrijden en te gene
zen welnu de uitvoertaksen zijn niet
minder dan een gevaarlijke ziekte voor
den economischen toestand van ons
land. De regeering heeft dan ook als
plicht die ziekte dadelijk te doen ver
dwijnen.
B) Gelijke behandeling in zake toe
passing der overdrachttaks op inlandsch
vleesch en vreemd bevroren vleesch.
Bij de bespreking der begrooting van
Landbouw bewees de heer senator
Mullie op afdoende wijze dat de vee
kweek in België eene krisis doorwor
stelt. Het mager vee werd einde 1926
en begin 1927 duur aangekocht, terwijl
de verkoopprijzen van slachtvee einde
1927 merkelijk gedaald waren, zoodat
de vetleggers over 't algemeen verlies
hebben geboekt. Het ossenvleesch dat
vóór den oorlog 1 fr. den kilo levend
gewicht werd verkocht, jwordt thans
moeilijk aan den man gebracht tegen
6 fr. den kg. De prijzen van het varkens-
vleesch zijn amper voldoende om de
productiekosten te dekken.
Niettegenstaande dezen ongunstigen
toestand, wordt de forfaitaire over
drachttaks van 0,17 fr. den kilo gehe
ven op het inlandsch versch vleesch,
terwijl het vreemd bevrozen vleesch
vrijgesteld wordt van overdrachttaks.
Ter verrechtvaardiging dezer vrijstel
ling wordt aangevoerd dat het bevro
ren vleesch een noodzakelijke faktor is
voor de bevoorrading der volksmassa
en de overdrachttaks dus niet te wetti
gen is. Wij geven dit gaarne toe, doch
waar de inlandsche veekweek zijne
voortbrengst moet afzetten aan prijzen
die niet loonend zijn en die in het bereik
vallen der massa, is het niet aanneem
baar die krisis nog te verscherpen door
gunstmaatregelen ten voordeele van den
invoer van vreemde produkten die fataal
ongunstig werken op den toestand van
's lands handelsbalans. Men stelle dus
het versch inlandsch vleesch vrij van
overdrachttaks zooals het bevrozen
vreemd vleesch, omdat ze beiden on
misbare artikelen zijn voor de volksvoe
ding, of indien de belasting op het
vleesch noodzakelijk is om budjetaire
redenen, dan behandele men beide pro
dukten op denzelfden voet. Rekening
houdende met de moeielijkheden welke
de verkoop der inlandsche granen van
den laatsten oogst heeft ontmoet, vra
gen wij ook de afschaffing der over
drachttaks op het inlandsch graan.
C) Afschaffing der overdrachttaks op
het inlandsch vee, bij noodslachting.
Zooals hooger gezegd, wordt het vee
bij de slachting onderworpen aan een
forfaitaire overdrachttaks van 0,17 fr.
per kgr. In gemeenten waar geen weeg-
dienst bestaat wordt de taks per kg.
vervangen door een eenmalige taks wier
bedrag verschilt volgens den ouderdom
en het gewicht der dieren.
Wij weten dat de taks niet toepasse
lijk is, wanneer het dier ongeschikt
wordt verklaard voor het verbruik.
Doch bij noodslachting en wanneer het
vleesch geschikt is voor het verbruik,
wordt de taks voor haar volle bedrag
geheven.
Dit is naar ons oordeel niet aanneme
lijk. Waar de voortbrenger niet zelden
in geval van noodslachting een verlies
ondergaat van de helft tot de twee der
den van de waarde van het dier, stoot
het toch tegen de borst dat de fiskus van
den geringen prijs dien de voortbrenger
van zijn dier bekomt nog een deel op-
eischt, alsof er geen noodslachting ware
geweest.
Billijkheidshalve vragen wij dus de
niet-toepassing der overdrachttaks.
wanneer de voortbrenger een bewijs van
den veearts kan voortbrengen dat het
dier wegens een ongeval moest wordea
afgemaakt.
JUÏNIJnU I
UiTIULIy 1 J74&Q
De medewerken iQo verantwoordelijk voor hoa bedragen
Ongeteekende stokken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet ternggegevcn.