jeugd-illusie i De Potaschmeststoffen als Dekmest, Spaarzaam zijn 3 Annoncen 4 den aan de geschiedenis, de aardrijks kunde en de wetenschappen, hebben een uitgebreide kliënteel, terwijl in Frankrijk en ook in België tijdschriften met dergelijke strekking moeite hebben om zich staande te houden. Een dezer tijdschriften n.l. De Ber liner Illustrate Zeitung wordt regel matig op tweejnillioen exemplaren ge drukt. Wat de dagbladen betreft geeft vol gende statistiek een denkbeeld van hun ne ontwikkeling Morgenpost 600,000 nummers repu- blikeinsche gezindheid. Zeitung am Mittag 250.000 nrs idem. Vossische Zeitung 100.000 nrs idem. Lokal Anzeiger 190,000 nrs nationa listische strekking. Nachtausgabe 250,000 nrs idem. Deutsche Allgemeine Zeitung 150000 nrs nationaal Centrum. Berliner Tageblatt 120,000 nrs links democratisch. Hamburger Fremdenblat 150,000 nrs rechts democratisch. Leipziger Neueste Nachrichten 140 duizend nrs nationalistisch centrum. Koelnische Zeitung 180,000 nrs na tionaal centrum. Vorwaerts 120,000 nrs sociaal-demo- kratisch. Rote Fahne 25,000 nrs communisten. De Berlijnsche pers berust in de han den van twee machtige Trusts de Scherl en de Ullstein die over mo dern uitgeruste gebouwen en drukkerij- toestellen beschikken. Voorgaande sta tistiek bewijst dat de drang naar ont wikkeling steeds levendig blijft bij de Duitsche bevolking. RUSLAND. De boeren verpletterd onder ver hoogde belastingen. Volgens een bericht uit Kowno hebben het centraal uitvoerend komiteit en de Raad van volkskommissarissen een besluit geno men in betrekking met een belastings aanslag der landbouwbedrijven van de koelakken (zelfstandige boerenbedrij ven) iedere boerderij die niet in een col- lektief bedrijf is ondergebracht, moet thans een verhoogde belasting opbren gen, hetgeen voor de landbouwbevol king een aanmerkelijke verzwaring van den belastingdruk beteekent. In het regeeringsbesluit wordt echter gezegd dat de belastingopbrengst der landbouwbedrijven volstrekt onvol doende wasderhalve wordt aan de verschillende bondsregeeringen met na druk opgelegd de plaatselijke overheden op hunne verplichting te wijzen, dat de belastingen uiterlijk 15 Januari 1931 be taald en ingevorderd moeten zijn. voortbrenging zou reeds voldoende zijn om alle tegenwoordig aanwezige voor raden tarwe in een jaar van de hand te kunnen doen. Het denkbeeld vond nog al bestrijding, doch Dr van Rijn is voor nemens het opnieuw ter sprake te bren gen bij de tarweconferentie van Maart in Rome. Een broodnoodig voedsel. Te genwoordig wordt veel gesproken over suiker.'En wel met reden. Want suiker is niet alleen een eerste-rang-voedsel door haar rijkdom aan calorieën, maar ook door het feit dat niets ervan verlo ren gaat. Haar totale voedingswaarde wordt benuttigd (99,75%) zonder dat men voor afval te vreezen heeft. Suiker is droog koopt gij integendeel vleesch, dan krijgt gij voor uw geld 50 tot 70 °/o water. Suiker wordt geheel en gansch door ons lichaam "verbrand,,, terwijl bij meest alle andere spijzen vezelen en cellulose slechts door onze ingewanden gaan zon der voedsel te geven. Suiker draagt zelfs bij tot de verteer baarheid van andere spijzen, en verge makkelijkt de afscheiding van de spijs verteringssappen. Laat dus de suiker een grooten rol spelen in uwe voedingweest niet bang een zoet tusschengerecht op te dienen, en eet een flinke portie confituur na uw maaltijddat is geen weelde, verre van daar, het zijn broodnoodige, gezonde voedingsmiddelen, die ver weg de goed koopste zijn, hetgeen zeker ook niet te versmaden is. Telefoontaai,,. Over de ge- heele aarde wordt getelefoneerd, maar de telefoontaal,, is toch overal verschil lend. Wanneer de Berlijner een telefo nische verbinding wenscht, roept hij Bitte,, (asjeblieft) en noemt dan het nummer; de opgeroepene meldt zich Hier X.„, terwijl de Londenaar eerst vraagt "Are you there?,, (zijt ge daar?) en de Franschman zegt: "J'écoute!,, (ik luister!). Ook de Amerikaan begint evenals de Berlijner het gesprek met: "Number please!,, (asjeblieft, nummer?). De Chinees echter weet, wat hij aan zijn goeden naam als beleefd mensch verschuldigd is en vraagt met veel om haal "Day huey bin she ah!!, d. w. z. ongeveer "Wil zoo goed zijn hem met het juiste nummer te verbinden.,, In Berlijn en Parijs is de telefoonjuf frouw een "Fraulein,, of een "Mademoi selle,,, in Londen echter een "Hello- Girl,, en in China heeft de telefoniste den titel "Din wan sin gay sum,,, wat zooveel beteekent als een persoon, die zorg draagt, dat de verbinding tot stand komt. Voor den New-Yorker daarentegen is de telefoonjuffrouw slechts een gedeel te van de telefoon zelf, om zoo te zeg gen een taechanisch stuk van het gewel dig bedrijf, zonder welk men zich het moderne leven niet meer kan indenken. Autoweg Oostende-Stamboel. Er is besloten, op een vergadering van de afgevaardigden van de Toeristen bonden uit de betrokken landen, te Weenen, een autoweg aan te leggen die over Keulen, Brussel en Oostende, En geland met Stamboel zal verbinden. De bestaande wegen zullen namelijk daaraan aangepast worden, door betere bestrating, stofwering, inrichting van kantoren voor vereenvoudiging van de tolvereischten en van muntwisseling en voor hulp. Daarin zullen de nationale Toeristenbonden voorzien, gesteund door het Internationale Verbond. Ook de hotel- en restauratiekwestie zal on derzocht worden. Beperking van de tarweproductie. Naar verluidt heeft in de conferen tie der landbouwdeskundigen de Neder- landsche deskundige Dr van Rijn het denkbeeld aan de hand gedaan, dat alle tarweproduceerende Staten zullen over eenkomen gedurende den tijd van een jaar hun productie met 7 1 /2 p. h. te verminderen. Deze kleine verlaging der Stalen boeken. Naar verluidt zou Edison een middel hebben ontdekt tegen de papierkrisis. Hij zou hebben gezegd, dat de staaltechniek zoo ver is gevor derd, dat men eerlang zal kunnen boeken drukken op stalen velletjes. Deze zijn sterker, uiteraard, dan papier en het maken ervan zou goedkooper zijn. Een boek van 4000 bladzijden zou slechts twee duim dik zijn en nog geen 500 gram wegen UitJonge Levens door B. PUTTEMAN. Nu mochten z'er uit, uit 't gebulder en 't geweld van den strijd, uit de loopgra ven van ellende en dood. Willy en Lan ke waren blij als kinderen veertien da gen verlof, ver achter 't front, in een ongeschonden hoeksken van Frankrijk Wat een zaligheid Dagger had hun geschreven. Hij zou verlof krijgen gelijk met hen... en als ze hem dan willen meenemen, dan zou hij zoo gelukkig zijn- Arme Dagger ze hadden aan hem zitten denken, diep in hun hart, als ze zijn simpel briefje, dat hun geroerd had tot in de ziel, gelezen hadden... Nu liep de ijzersterke kerel op een paar houten krukken... geen beenen meer.,. Ze haastten zich hem te gaan afhalen, zoodra ze den verlofbrief bij zich had den. Ze vonden hem achter de lijnen, ver, in een armmoedig hospitaai. Hij be groette hen met een treurigen glimlach, Hij was bleek, mager, verouderd, met opgetrokken schouders, een trek van lijden om den mond... Ze zegden niet veel ze konden niet... Samen gingen ze... ze waren toch nog met drie... ...Ze waren opgenomen bij een rijken landeigenaar. Hij woonde op eenschoo ne villa er was een mooi park omheen. t Was Zomer... Frissche lommer lag in de breede dreven, waar geur van bloemen hing te balsemen en waar vo gelen hun blije liederen zongen. Er was een vijver, een groote ronde vijver, met bloeiende treurwilgen er omheen, en kleurige waterbloemen. Spartelvisschen van rood en goud en zilver, dartelden zich zot in 't spiegel- reine water, dat lag vol droomerige rim peling. Zwanen dreven er op, blanke mooie zwanen, in stille mijmering, om- koesterd door fluweelen zonnewarmte en zomeraroom. Hier was alles zóó vredig en kalm. Hier kon men een oogenblik vergeten, de tragisehe wreedheid van 't oorlogs wee en de ellende der loopgraven vol schrik en dood... Ze werden hier behandeld en vertroe teld als verwende kinderen van den huize, zóó zacht en zóó vol toewijding en zorgen. 't Was werkelijk te veel voor hen, zoo ineens. Bij zachten avond, dan zaten ze te vertellen in 't lustpriëel bij den vijver, waar de lucht vol hing van rozengeur en maneschijn. Ze vertelden van ginder, ginder aan het front, waar nu weer de kanonnen hun dreunend lied zongen, hun lied van den dood... Ze vertelden van Fonske en Kadoen, die er gesneu veld lagen en begraven... Ze vertelden van hun land, hun Vlaanderen, dat ze ginder ver aan de zee hadden moeten j aten, en van hun huis, en van zóóveel... t En dan kwam heimwee in hun ziele... en Willy zong, wijl hij speelde op een oude droeve vedel... herinneringen aan voorbije dagen, aan moederken die dood was, aan zijn meisje die hij misschien nooit meer zou zien. Dan zaten allen stil te luisteren Lanke met groote sta rende oogen, Dagger met een glinste- renden traan op de bleeke wang... de heer en de dame van het huis en de eenige dochter, een mooi meisje van twintig... Mirette... en ze kon haar schoone oogen niet wenden van 't blan ke trillende gelaat van den grooten kun stenaar... Ze verstond de woorden niet van die vreemde tale vol zoete tonen, maar ze voelde erin een ziele trillen en weenen. Dan voelde ze zich zóó won der, zóó vreemd, en 't werd haar soms bang om thart, en ze moest haar oogen sluiten voor 't visioen van haar eerste liefde... den mooien vreemden zanger, 's avonds bij maneschijn... kijkend in de verte. Alleen, na zoo 'n samenzijn, schreide ze... Zoo kwam hun laatste avond.., Mooi was hij, die avond, blauwig en zacht, vol maneschijn... vol geur van bloemen. Ze zaten neveneen bij den vijver, alle drie, de goede, trouwe vrienden van het wee en de ellende. Morgen, zuchtte Dagger, morgen moet ik weer terug naar mijn klooster... opgesloten als ne pater... en geen leven zien... als in een graf, waar 'k stillekens doodga, zonder dat g'het merken kunt. k Zou veel liever met u meegaan, weer naar 't front... Kom, kom, ouwe jongen, bemoe digde Willy; als we weer eens in verlof komen, dan zoeken we u op, en we brengen onze vrije dagen samen plezie rig door. Plezierig, plezierig... zuchtte de on gelukkige. Kan ik nog lachen, mag ik nog lachen? Kan ik nog plezier hebben? Ware ik maar als Fonske en Kadoen... dood. Ze zwegen, en dat laatste akelig woord van den verminkte, woog in de stilte voort, vol haat en gruwenden ernst. Lanke en Willy voelden wat er nu moest omgaan in 't gemoed van den ru wen sterken boottrekker... die geen bee nen meer had... en geen hope voor later. Schoone jaren van de jeugd... verplet en vertrapt tot gruis en vertwijfeling... Ze keken vóór zich uit, de droomerige verte van den mooien avond in. Willy, fluisterde Dagger plots heesch, van ontroering, speel nog ééns, dat w' het nog eens hooren, alle drie. 't Kan den laatsten keer zijn. Dan, heel zacht, speelde hij... 't Was zoo schoon. De avond-maan luisterde en de stilte streel de de klanken tot een innig lied van een strijdende ziel... Hij zong... 't Afscheids lied van vroeger. Liefste plekje, adieu. Liefste plekje, vaarwel... Meisje lief, adieu,. Meisje lief, vaarwel, Kus me nog éénen keer, Voor ik henensnel... Adieu... Dagger en Lanke zaten te luisteren zóó hadden ze hem nog nooit hooren zingen... Willy voelde niet meer, hoorde niet meer, noch zag... Hij droomde van haar, die verre was... en van zijn huisje... in Vlaanderen aan de zee... en er glinster den tranen op zijn wangen. Op de veranda stond een jong meisje te luisteren... Mirette... Ze zag den vijver; de drie jonge men- schen, stil en roerloos, omneveld door avondschemer, als heiligen in dien krans van smachtende tonen vol droefenis... luisterend, met verre gedachten... Ze zag hen nog zitten als de tonen van 't lied ver uitgestorven waren in de stilte van het park; ze sloot de oogen, en ze leunde tegen een der houten pijlers van de veranda aan, 't hoofd ietwat achter over, vechtend tegen haar wilde ge dachten. Maar immer weer zag ze de mooie energieke trekken; de groote blauwe oogen, en de golvende lokken, van den knappen Vlaming... Juist vóór den oorlog had ze zijn foto gezien in de dagbladen, als de roep van zijn eerste schitterend optreden heel de kunstwereld had gevuld, en ook de dagen daarop, als zijn roem zich verder had uitgebreid. En nu was diezelfde groote kunstenaar twee weken lang hun gast geweestze had hem leeren kennen in al zijn eenvoud van simpele Vlaamsche jongen met het gouden hart. Ze had hem zien omgaan met den armen verminkten zoo zacht als met een broeder. En nu ging hij morgen weer heen, als gewone soldaat, naar de doodenvelden aan den Ijzer. Ze beefde... en ze voelde zich zoo hulpeloos en alleen. Aan den vijver waren de drie vrien den rechtgestaan, en nu kwamen ze de laan in, naar het huis toe: Lanke en Dagger vooraan, zonder spreken, en daarachter Willy, de vedel in den arm, met gebogen hoofd, en trage stappen... Ze groetten alle drie als ze 't meisje voorbijgingen, en ze wenschten haar een goeden nacht. Ze noemde zijn naamWilly Berry... zijn artiestennaam... Hij schrikte en draaide het hoofd. Ze wenkte hem. Hij kwam voor haar staan, hij zag haar mooi gezichtje dat heel bleek was, haar lippen die trilden, en een traan die uit haar oogen rolde.,. En ineens, dacht hij te begrijpen... Ze kwam naar hem toe, heel traag, en ze keek hem smeekend aan, vol liefde- Hij beefde. Ze vatte zijn hand, en druk te ze... Morgen vertrekt ge dus... Ja, mejuffer, morgen vroeg om vijf ure. Uw verlof is zoo kort geweest... Ze kon een snik niet onderdrukken. Jawel, poogde hij luchtig te zeggen. De dagen vliegen hier wel sneller dan ginds aan het front. Ge zult ons wel eens schrijven hoe 't ginder gaat... Zeker, mejuffer, dat zijn we u dui zendmaal verschuldigd... we zullen de mooie dagen van ons verlof en 't harte lijk onthaal nooit vergeten. Moogt ge later dan nog in verlof komen Dat hoop ik wel... als ik gespaard blijf. En zult ge dan weer terugkomen naar hier Willy... Zijn naam klonk zóó teer en zoet... Hij voelde zich ongerust. Hij hoorde... Als ik nog ooit in verlof keer, me juffer, dan kom ik weer naar hier, als uw vader het wenscht. En ge zult ons niet vergeten... mij niet Hij voelde hoe haar hand de zijne drukte, warmer, en bevend... U alle drie niet, mejuffer, op mijn woord... Noem me maar Mirette... en ver geet mij niet... ik denk aan u, elk uur- Ze kwam dichter bij hem, en hij zag haar gezichtje: geheven naar het zijne; de mooie oogen glinsterden vol tranen. Hij maakte zacht zijn hand uit de hare los, boog licht voor haar, murmelde Ik wensch U nu goeden nacht, me juffer, want 't zal vroeg dag zijn, en 't zal wellicht lang duren eer ik nog eens in een zacht bed zal slapen... Zijn gezicht stond ernstig als hij heen- i g'ng- j Ze zag hem gaan... en ze snikte haar verdriet uit, 't hoofd geleund tegen den muur... hopeloos, j Had hij haar dan niet begrepen... Ar- i me Mirette. Vóór hij dien avond den slaap vinden kon, lag hij lang na te denken over 't mooie Fransche meisje dat hem°zijn hart had geschonken... haar eerste reine liefde... Hij dacht aan Leentje, zijn meisje gin- j der verre... Zpu hij haar nog ooit weder- zien ...'s Anderendaags vertrokken ze. In t Oosten rees den nieuwe heerlijke zomerdag. De gastheer en zijn vrouw wenschten de drie makkers goede reis en veel ae- luk... Het mooie meisje zagen ze niet. Ze zagen niet... dat op haar kamer de arme Mirette schreide... de gordijnen nat, als ze W411y heen zag gaan. Ze wierp hem een kus, uit al de liefde van haar minnend hart geboren... Hij wist het niet... Als ze weer in 't regiment aankwamen, werden Lanke en Willy naar de eerste lijnen gezonden... 't Was nacht en stil... een maannacht vol gedroom. De scheikundige meststoffen worden over 't algemeen in den grond gewerkt nadat zij uitgestrooid zijn, ten einde ze goed met de bouwlaag te mengen. Sedert eenigen tijd hebben talrijke proefnemingen bewezen dat de potasch- meststoffen voordeelig als dekmest op wintergranen kunnen aangewend wor den, en aldus wonderbare opbrengst vermeerderingen kunnen teweegbren gen. Alhoewel wij overtuigd zijn dat, in normale omstandigheden, de potasch- meststoffen ten minste een veertiental dagen voor het planten moeten aange wend worden, valt het niet te betwisten dat ze, als dekmest aangewend, ook goe de uitslagen teweegbrengen. De ervaren landbouwers zijn het eens om te beweren dat het aanwenden eener goede potaschbemesting op graange wassen overvloediger en zwaarder graan voortbrengt, en dat ze minder aan lege ren blootgesteld zijn. Een oordeelkundige potaschbemes ting, bestaande uit 300 Kg. chloorpot- asch en 1.000 kg. sylviniet-kaïniet brengt een opbrengstvermeerdering teweeg van 400 a 800 kg. graan, en van 1.000 tot 1.400 kg. stroo per hectare. Indien dus sommige landbouwers de potaschmeststoffen, door onvoorziene omstandigheden, nog niet hebben kun nen toedienen, is het aanbevelenswaar dig op dit oogenblik 250 a 350 Kgr. chloorpotasch, of 800 a 1.200 kg. sylvi niet-kaïniet als dekmest per hectare aan te wenden. In zandgronden, mag men 't zij chloor potasch 40 of 50 °/o, 't zij sylviniet-kaï niet gebruiken, terwijl in zware gronden en in deze van gemiddelde vastheid, zal men bij voorkeur chloorpotasch 40 of 50 °/o toedienen, om te beletten dat zich een harde laag aan de oppervlakte van den grond vorme. De potaschmeststoffen mogen met de stikstofmeststoffen vermengd en uitge strooid worden. Ten andere, de koren velden die goed aan de weersomstandig heden weerstaan hebben, zullen zeer dankbaar zijn voor die snelwerkende bemesting. Inderdaad, die graangewassen moeten hun beschadigde weefsels zoo spoedig mogelijk hervormen, en den groei her nemen. Het gebruik van een snelwerkende stikstofmeststof als dekmest kan zeer nuttig zijn, voor den wasdom der win tergranen. Vele landbouwers schijnen zich echter te willen vergenoegen met een groote hoeveelheid stikstof toe te dienen. Doch in dit geval is dikwijls een te snelle ontwikkeling der planten te vreezen, die soms schadelijk is voor de landbouwprodukten. De landbouwers hebben er alle belang bij de stikstofmeststof met een gemiddel de potaschbemesting, en als dekmest uit te strooien. Dit zal ook de jonge planten toelaten krachtiger weefsels te vormen, die terzelvertijd zwaarder en meer weer standbiedend tegèn het legeren en de ziekten zullen zijn. Om de bemesting te volledigen zou men ook een zekere hoeveelheid snel werkende fosfoorzuurmeststof kunnen aanwenden. Deze bemesting is natuur lijk minder onontbeerlijk dan de potasch bemesting, daar vele landbouwers groo te hoeveelheden ijzerslakken of super fosfaat voor de bemesting hunner winter granen hebben toegediend. Practische proefnemingen hebben be wezen dat men ten minste zooveel pot- asch als fosfoorzuur moet gebruiken. (Ingezonden). 9KttM&i<iMa!S££S3nat»«*«ffigiiMaiaiiBiaHinM De landbouwkrisis verplicht de land bouwers hun inkoopprijzen te beperken en te sparen. Men moet er echter twee maal over nadenken, alvorens een winst gevende uitgave daar te laten, en zich in ieder geval afvragen, of het middel niet erger is dan het kwaad. De bemes ting der gronden vormt hoofdzakelijk een winstgevende uitgave en het is van belang ze met zorg te onderzoeken. Wij zullen hier de stikstofbemesting be schouwen. De ondervinding heeft aangetoond dat gemiddeld voor de vier graange wassen tarwe, rogge, gerst en haver, na de vermeerdering van opbrengst, te danken aan het phosphoorzuur en aan de potasch, te hebben afgetrokken, 1 kg. stikstof de opbrengst vermeerderde met 20 kg. graan en 30 kg. stroo. Als men een gemiddelde bemesting beschouwt, welke 40 kg. stikstof, hetzij 200 kg. ammoniaksulfaat inhoudt, kan men rekenen op een aangroei van op brengst van 800 kg. graan en 1200 kg. stroo. Slaan wij geen acht op dit laatste. Een gemiddelden prijs aannemend van 85 fr. voor de tarwe en de haver en van 70 fr. voor de rogge en de gerst, is de waarde van de opbrengstvermeerdering aldus 680 fr. voor de twee eerste granen en 560 fr. voor de beide andere. Als de klimaatgesteldheden zeer on gunstig zijn, zooals in 1930 bijvoorbeeld, is de opbrengstvermeerdering niet zoo hoog, en men heeft waargenomen dat in zulk geval, de opbrengst verkregen per kg. stikstofmest in plaats van 20 kg., kon zakken tot 12 kg. graan. 200 kgr. ammoniaksulfaat (40 kg. stikstof bevat tend), zouden dan een toename van op brengst van 480 kg. graan geven, ter waarde van 408 fr. voor de tarwe en de haver en van 336 fr. voor de gerst en de rogge. De bemesting, 310 fr. kostend (ammoniaksulfaat tegen 155 frank), ziet men dat zelfs in het ongunstigste geval (lage prijzen en ongunstige klimaatsom- staudigheden), de stikstof bemesting nog een lichte winst overlaat. En moet men voor twee op elkaar volgende jaren zulke slechte voorwaar den van weersgesteldheid voorzien De volgende tabel vat de hierboven aangegeven cijfers samen. 3 a. cg v Q D cr rc B B 5' o «■oS 3 5 2 u> u> F tr haver tarwe fr. 800 kg. 3 F tr gerst ogge {F T O *- CQ (Ingezonden). LANDBOUWERS, gebruikt voor Uwe aankondigingen altijd Uw blad j De Koornbloem die het meest ge lezen Vlaamsch landbouwblad is. Voor ieder wat! 8 CQ O) M 0 O CQ CL (V 0 0 Mi 0 0 K> O O *r cq (A r-t- M O O CL O O C9 M O O M O M JD CQ Ou G Q- rS' Q re rv CQ B C/i O- o q 3. B 5' 0 (V CQ 0- O 0 t"1"» O 0 ON oo O O O *1 0 to UI Ul CQ 0 Ul ON O O O M 0 0 M ►-! 0 0 0 Ui 4^ VO O Ni O Oo m"* 0" 0 rt- 0 M <2 OO O 0 NJ ON Ui O PT Ui Ui On CQ O I M O CQ CQ C9 CQ M 0 0 0 0 Co L*. 0 0 "t

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 4