I De Boterindustrie en de huidige Krisis I M Landbouwweekblad Welke Maatregelen tegen den Landbouwkrisis 1 Mond- en Klauwzeer 11 ■Bi it ONDAO 22' FEBRUARI 1931 Prl}flv'25 ^centiem 13de JAARGANGlNr 634 B Arbeid adelt Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voor en door de Landbouwers door den Heer Ernest Adam, docter in rechten en Bestuurder der Samenwerkende Maatschappij De Luxemhurgsche Landbouwers en der melkerij St Joseph te Virton. Tot heden heeft men zich in officieele (ringen en Commissies, uitsluitend be- ;jg gehouden, met beschermingsrechten jp de suiker en de haver, alsof de land- xmwkwestie deze twee produkten alleen omvatte. De landbouwers der weide streken, te weten, deze waar de boter de ïoofdproduktie is, evenals de veekwee- ters, schijnen geheel vergeten. Deze lieden, zegt men, lijden niet ;ooveel van de krisis, als deze die zich jijzonder, met de teelten, graangewas- len, beeten en aardappelen bezig louden. Zeker is het, dat de melkerij en vee- :eelt tot heden de toestanden van vele jntginningen gered heeft. Maar sedert :nkele maanden dringt de buitenlandsche mededinging ook in dit domein. Onze igen markt wordt met vreemde pro nkten overstroomd, in zoo een erge mate, dat, het de volledige ondergang ran dezen landbouwtak zijn zal, zoo i niet dadelijk en krachtig ingegrepen wordt. De Belgische landbouwer is voorstan der van vrijhandel en heeft er belang bij iet te blijven, op voorwaarde hij niet de lefopte is, van zijn egoistische buren, die lem den berg afduwen, of van een bin- lenlandsche wanorde, die hem de waren die hij zelf aankoopen moet te duur doet jetalen, in vergelijking met de prijs die lij zijn eigen artikelen verkoopt. Deze linnenlandsche wantoestand bestaat en weegt op den landbouw. Voor den oorlog genoot onze land- )ouw een beschermingsrecht van 2 :egen 4 °/o voor de nijverheid. Heden is deze proportie 1 °/o voor den landbouw en 8 °jo voor de nijverheid. Deze laatste geniet bescherming op bijna al zijne pro dukten, terwijl in de landbouw slechts nkomrechten geheven worden op enkele waren 0,20 fr. op de boter, 9 fr. op de aardappelen, een te geringe som op de haver en het suiker. Voor deze twee laatste komt het wellicht tot eenige ver betering. Het is dan ook den eersten stap die in voordeel van den landbouw gedaan wordt; andere moeten volgen, en wel in voordeel van onze veeteelt en boterproduktie. De vreemde boter verdringt de onze op eigene markt. Enkele feiten voor een maand zijn groote hoeveelheden Li- tauwsche boter op onze markt gekomen en verkocht aan 17 fr. de kilo. Is dit geen ware dumping Men bericht ons he den verzending van groote kwantums uit Argentinië, om in België verkocht te worden aan 15 fr. Holland en Dene marken dreigen onze markt te overom- pelen, tengevolge van beschermings maatregelen die Duitschland en Enge land, hunne tot hiertoe bijzonderste af nemers, voor eigen produkten treffen. Duitschland verhoogde inderdaad de invoerrechten op boter van 2,35 tot 4,28 de kgr. en trof ten andere een vergelijk met Finland, waardoor een deel van zijn invoer voor dit land voorbehouden bleef. Holland en Denemarken zagen dus hun beste afnemer ontglibben en wat doen zij Bevoordeeligd door de kleine in voerrechten in België 0,20 fr. de kgr. vinden zij er een goeden klant en over stelpen onze markt. Om zich de genegenheid zijner bezit tingen te verzekeringen, is Engeland j verplicht, den voorkeur te geven aan j boter uit deze kolonies, genoemd "Boter der Dominions,,. Gedurende de 10 eerste maanden van verleden jaar, was de in voer uit deze bezittingen volgens offi cieele gegevens 12.855.900 kgr. meer f dan in ditzelfde tijdstip van 1929. Dat Engeland voorkeur geeft aan bo ter uit eigen bezittingen is heel ernstig voor ons. Deze kolonies ontwikkelen zich zeer; bijzonder Nieuw-Zeeland. Een denkbeeld van de vooruitgang in dit land geeft een statistiek, uitgedrukt in Engelsche tonnen of 1.015 kgr. 600 De botervoortbrengst op de maand Augustus gedurende de vijf laatste jaren: Augustus 1925 1501 ton. 1926 1647 1927 2246 1928 2852 1929 2949 1930 3038 Door deze voorkeur op de Engelsche markt aan de producten der Dominions, zijn de vroegere leveraars Holland, De nemarken, Lithaunië, Lettonië, enz. ver plicht een andere uitweg voor hunne bo ter te zoekenen heel natuurlijk richten zij zich naar België, naburig land, dus geene al te groote vervoerkosten, en waar om zoo te zeggen, geene tolba- reelen zijn, en hun sedert zes maanden toelaten hunne produkten te plaatsen en te verkoopen aan prijzen beneden de onze. Deze onrechtvaardige mededinging liet zich reeds erg op onze markt voelen en zal verergeren, zoo er niet dadelijk ingegrepen wordt door onze regeering, want de botervoortbrengst in deze noor delijke landen vermeerdert ontzaggelijk. Gedurende de acht eerste maanden van 1930 was de Deensche uitvoer 128 mil- lioen 956,466 kgr. tegen 125,543,726 kgr. in zelfde periode van 1929 of 3,412,740 kgr. meer. Zweden voerde voor zelfde tijdstip in 1930 2,193,226 kgr. meer uit dan in 1929 en Estonië vermeerderde zijn uitvoer van zes maan den met 971,935 kgr. Een gedacht van de verbazende ver meerdering van boter in de Baltische landen geeft ons een tabel over Estonië Voortgebrachte Uitgevoerde boter 3,627373 7,160,290 9,715,796 10,878,543 12,212,910 13,693,002 Als wij nagaan, dat in 1928 ons land uitvoerde en wij voor 1929 4,336,826 kgr. invoerden, dat deze invoer voor 1930 tot 10.250.207 kgr. steeg, terwijl wij voor deze tijdstippen slechts 1 mil- lioen kgr. uitvoerden, moeten wij be sluiten dat deze voorheen zoo bloeiende tak van onze landbouw ernstig bedreigd is, misschien erger dan wij beseffen. Dat dit protectionisme van vreemde landen ons dubbel treft, daar het onze eigene voortbrengst ten onder brengt en onze uitvoer omwille der hooge tol rechten onmogelijk maakt, is een zeker kit- Gezien deze zoo erge toestand, mag onze Regeering niet langer aarzelen, krachtig in te grijpen, en in vooruitzicht van gelijke tolrechten van andere lan den, deze 0,20 fr. zonder uitstel pere- kwateeren, in vergelijking brengen met de v/aarde van ons geld.Zooniet zal onze melknijverheid en de daarmede verbon 1924 1925 1926 1927 1928 1929 kgr. boter 3,185,623 6,441,824 8,686.587 9,901,125 11,216,195 12,353,049 Overwegen wij even, deze vermeer dering van voortbrengst en die kolos sale uitvoer, dat de invoerrechten bij ons 20 centiem bedragen, dus gelijk vóór den oorlog. Dat deze in Duitsch land verhoogd zijn van 2,35 op 4,20 het kgr. In Frankrijk van 1,41 op 2,82. In Zwitserland van 4,90 op 8,40. Dat dus de vreemde mededinging in België kan boter leveren 2,62 fr. min dan in Frank rijk 4,00 fr. min dan in Duitschland en 8,20 fr. min dan in Zwitserland en het zal ons niet verwonderen dat onze markt letterlijk overrompeld wordt. De hieronderstaande tabel toont ons de verbazende vermeerdering van in voer van vreemde boter in ons land In België ingevoerde boter per maand in 1929 en 1930 Maand Denemarken Holland Engeland Andere landen(l) 1929 1930 1929 1930 1929 1930 1929 1930 Januari 104000 347000 119000 277000 24000 48000 16000 72000 Februari 48000 417000 90000 272000 235000 88000 32000 132000 I Maart 12300 268000 107200 346600 19600 19500 22300 99200 April 35900 197400 288500 337200 500 9900 7000 45500 Mei 25800 310700 192000 335700 100 11400 13300 165400 Juni 26700 328700 245300 328200 100 6700 38400 122800 Juli 16800 232600 199400 214100 200 25500 15800 196300 Augustus 18900 176500 254100 438800 9600 3800 23300 117900 Septembr 52825 298456 399394 335918 94631 52417 30132 190885 October 95390 212414 273687 293982 75212 119640 11668 319586 Novembr 171998 326848 169281 169281 41540 155555 29493 239765 Decembr 267400 684666 287114 287114 51638 233030 42422 230954 Totaal 875913 3800284 2624976 3784190 552121 773442 283816 1892291 Totaal in 1929 4,336,8 26 kilos. In 1930 10,250,207 kilos. (1) De boter aangeduid onder Andere landen is voor 1929 ingevoerd door Frankrijk, Australië, Argentina en Rusland. In 1930 voor het meerendeel door Polen, Estonië enz. en verkocht onder den naam Baltische boter den veeteelt, denzelfden weg opgaan van ons vlas, onze hop, graangewassen en suikerbeeten. In elk land is eene kentering merk baar voor bescherming van eigen pro dukten. Wij zegden reeds dat wij voor standers zijn van vrijhandel, doch als an dere landen andere stelsels toepassen, moet onze regeering hetzelfde doen en meten met de maat waarmede wij ge meten worden. Het gaat voor zelfbe houd en voor het welzijn, bijzonder voor de kleine en middelmatige land- bouwuitbatingen. Dat men de huidige landbouwkrisis beschouwe onder gelijk welk oogpunt, is men voorstander van vrijhandel of protectionisme, men zal moeten toege ven, dat door samenwerking, door ver- eeniging van al onze krachten, ons wil len, ons kunnen, alleen redding kan ko men. Wat zal onze regeering doen Welke maatregelen zal ze tegen de kri sis aanwenden, als ze zich niet door onze macht gedwongen voelt De verhooging der douanerechten op vreemde suiker is zeker lofwaardig. Als men nagaat dat de kweek van suiker beeten voor 1930 een verlies liet van 2000 fr. per hectaar en in deze voor waarden den kweek tptaal te niet moest, wat bijgevolg de ondergang onzer sui kerfabrieken beteekent en ons voor het suikerverbruik zou overlaten aan den vreemde, of aan den woeker van trusten en kartels, moet men eerlijk bekennen dat het meer dan tijd was iets te doen. Doch dit is als een druppel water in den grooten plas. Er moet op elk gebied handelend op getreden worden tegen de dumping, van wie of van waar hij kome. Het moet gedaan zijn met die onwettige handelin gen van sommige landen, die ons over rompelen met hunne produkten. Wij schreven reeds, dat Denemarken ons zijn te veel aan vee en varkensvleesch zond aan spotprijzen. Wij vernemen dat deze zendingen maar immer voortgaan. Wij hoeven niet te zeggen dat door dit feit onze vee- en varkensteelt, het eenige dat tot heden geen verlies boekte, ten onder moet en hebben meer dan reden een noodkreet te slaken tegen deze on- wettige handeling. Met onze hop is het niet beter. Uit een onderhoud van een opsteller van j La Nation Beige met een brouwer S ontleenen wij het voigende De Bel- gen zijn sedert den oorlog veel kies- keuriger geworden voor het bier. De hooge gisting, vroeger bijna algemeen, is vervangen door de lage gisting. Wat met de moderne machienen en de nieu- we gistingsmethode minstens 10 bespaard aan hop. Gedurende de zes eerste maanden van 1930 leverde Duitschland ons 41500 hektoliter bier en Engeland 62.000 hektoliter. Dit bier is door de Belgen gretig gedron- ken en de brouwers trachten het na te maken en gebruiken uitsluitend Duitsche hop. Onze hop is te arm aan lipuline, tanin enz. Door verhooging van tolrechten zal geen enkel baal Duitsche of Engelsche hop minder in België komen. Alleen de prijs van het bier zal verhoogen. Onze planters moeten beginnen minder hop voort te brengen en beter hoedanigheid. Dan zullen zij, brouwers, beginnen onze hop te gebruiken. Aanmoedigend voor onze kweekers, bijzonder voor deze die zich sinds jaren op veredelde teelt toeleggen. Die kunnen bewijzen dat hun produkt niet moet on derdoen voor gelijk welke vreemde. Die zeker weten dat hunne hop wel eens van nationaliteit verandert, niet in hunne handen ook niet aan prijzen van Belgi sche. dai\ deugt ze toch niet. Schande aan een regeering die dit alles goed- moeds toelaat. Schande aan onze brou wers, die hun valsche opvattingen stand houden en onze hop en boeren tegelijk in den dieperik helpen, maar die later zelf geheel aan de willekeur van vreem den zullen afhangen zoo voor bier als voor hop. De landbouwkommissie ingesteld door onzen minister van landbouw kwam tot het besluit, dat de rechten op de vreemde haver moeten in overeen stemming gebracht worden met de te genwoordige goudwaarde. De rechten waren voor den oorlog 3 fr. de 100 kg. Daar onze frank zevenmaal minder waarde heeft dan in 1914 is het heel logisch deze tolrechten te brengen op 7 maal meer of 21 frank. Dit besluit is voorgelegd aan den Hoogeren Econo- mischen Raad, die na grondig onderzoek en hevige diskussie tot het besluit kwam dat 21 fr. te hoog is, en bracht het op 20 fr. Dit bewijst ons, dat er eens te meer op onzen rug onderhandeld is. De teelt van rogge was vroeger winst gevend. Nu moet hij verlaten worden, tenzij misschien nog een weinig voor veevoeder. Waarom Omdat wij over stelpt worden door vreemde. Wij zou den toegeven zoo rogge gebruikt werd voor broodgraan, zoo er de molens eene verplichtende mengeling voorgeschre ven was gelijk in sommige landen. Doch zou hij niet uitsluitend dienen voor het stoken van genever En beter dat die tak in den landbouw ten onder gaat, dan de nijverheid te krenken. De Volkerenbond te Geneve houdt zich ook bezig met de ekonomische kri sis. Wij geven hier enkel een besluit van deskundigen weer Meer nog dan op de nijverheid, drukt de krisis op den landbouw. De toestand is verschillend van land tot land, en beter dan langs internatio- nale kan deze kwestie langs nationale weg opgelost worden. Nochtans eischt de toestand voor een groot deel produkten als voor sommige markten vrijhandel. Veel meer dan vroeger ge- beurde, moet belang gehecht worden aan den landbouw. Na hetgeen wij hier opsommen, ver wachten we van ohze regeering een be paald programma. Het volstaat niet on ze klachten naar den Hoogeren Ekono- mischen Raad te zenden, daar gaan andere belangen voor. Wij willen juist weten wat onze regeering doen zal, ten einde als het zijn moet onze verdediging te verzekeren. Op 8 December j.l. vergaderden in Joego-Slavië 180,000 Croatische boe ren, ten einde den daar ook heerschen- den landbouwkrisis te bespreken en mid delen te zoeken hem te verhelpen. Moeten wij dit voorbeeld navolgen, onze macht toonen, om onze wetgeven de en bestuurlijke machten te doen be grijpen s assassin sshib easasssissssB Het is omdat deze besmettelijke en met reden gevreesde ziekte zoo wat overal begint te heerschen dat wij er een woordje gaan over reppen. Mond en klauwzeer wordt niet overal met dezen naam genoemd, in Brabant zegt men pootziekte, elders in Vlaande ren muilplaag enz. Mond en klauwzeer is een blaasvor- mfge huiduitslag die men vindt op de huid, huid vliezen en slijmvliezen. Runddieren, varkens, schapen en gei ten kunnen door deze ziekte op eene na tuurlijke wijze aangetast worden.; noch tans kunnen paarden, honden, katten en zelfs menschen deze ziekte opdoen door een toevallige besmetting. Sommige vee artsen hebben mond en klauwzeer be- statigt bij veulens die op een weide lie pen waar besmette runddieren op ston den. Jonge dieren zijn gevoeliger dan oude re voor besmetting, en de koeibeesten worden ook eerder aangetast dan scha pen en varkens. Eens dat de dieren aangetast zijn ver werven zij de onvatbaarheid tegen eene herbesmetting op twee of drie weken na de volkomen genezing. Deze onvatbaarheid die min of meer volstrekt en min of meer onerfelijk is, duurt gemiddeld twee of drie jaar maar er zijn altijd uitzonderingen aan dezen algemeenen regel. De ziekte wordt veroorzaakt door, een mikroob, een ziektekiem die huist in de mondzweertjes, in het speeksel, in de tranen, in den mest en in de melk van de zieke dieren. De melk die niet besmet is in den uier, wordt maar besmet bij het melken wan neer de blaasjes opengerukt worden. Bij ondervinding weet men dat er nog ziektekiemen kunnen gevonden worden in den mest van dieren die reeds maan den genezen zijn. De besmettelijkheid van het vocht dat uit de blaasjes vloeit wordt gedood door uitdroging op vier en twintig uren, ter wijl de kiemen in rauwe melk, en in de uitwerpsels na drie dagen sterven. Hoe gebeurt de besmetting De ziektekiemen worden' verspreid in de kribben door het overvloedig speek- selvloeien (zeeveren)door de uitwerp sels in den mest evenals door het vocht- afzetten der blaasjes die op den uier en tusschen de teenen staan. Het is gewoonlijk door de melk die besmet werd door de vochtblaasjes der spenen dat de varkens, kalveren en men schen besmet worden. De ziekte kan soms een felle uitbrei ding nemen, en dit is wel te verstaan, daar men soms reeds aangetaste koeien verkoopt, en alzoo verscheidene hoeven en stallen besmet. Daarom is het zeer gevaarlijk als de pootziekte heerscht versch vee te koo- pen, bijzonder op de marktenmaar ook de herbergen waar vele kooplieden ko men kunnen de smetkiem bevatten, evenals de banen en de spoorwagens. De handel in viggens en drijvers draagt zeer veel bij tot het uitbreiden der plaag. Maar ook de menschen zijn eene groote oorzaak tot het verspreiden der ziekte, bijzonderlijk de kooplieden en de geburen die een besmetten haard heb ben bezocht of betreden. Musschen, ratten en muizen kunnen eveneens de ziekte overdragen, maar de vliegen, dazen (dazerikken) brengen in de weiden de ziekte van de besmette dieren op de gezonde over, en als men weet hoe dazen rond de paarden vliegen en deze achtervolgen van het eene dorp naar het andere, dan begrijpt men ge makkelijk hoe mond- en klauwzeer snel kan verspreid worden in den zomer en de runddieren op de weide staan. Besmetloopend water dat de weiden besproeit en het hooi alzoo ook besmet kan ook oorzaak zijn van besmetting of als de dieren op'de weide van zulk wa ter gaan drinken kan eveneens de ziekte hierdoor uitbreken of verspreid worden. Wanneer mond- en klauwzeer heerscht dan zijn de samenwerkende melkerijen een gedurig gevaar, zoowel door het heen en weer gaan der boeren die de melk er naartoe brengen, dan door de besmette melk die gemengd met andere, en waarvan de afgeroomde melk (slap, fluitjesmelk) terug naar de hoeven gaat, voor het mesten en voeden van kalveren en varkens. Een eenvoudige aanraking van de slijmvliezen van den muil van een rund met besmet speeksel is meer dan genoeg om de ziekte over te zetten. Algemeen wordt er aangenomen dat de mikroben zelfs door het fijne vel van den uier kunnen naar binnen dringen, evenals langs den niet-gekwetsten ho renband (haarband) der teenenzooveel te beter is het te verstaan dat gekwetste pooten een nog veel gemakkelijker in gangspoort zijn voor de ziektekiemen. Zoo heeft men melksters mond- en klauwzeer zien krijgen die besmette koeien molken en gekwetste handen hadden. Wanneer de ziekte gedurende twee tot zes dagen te broeden heeft gelegen in het aangetaste dier, dan worden de ziekteteekens eerst zichtbaar. De smetstof verdeelt zich en is te vinden in de blaasjes die op de opper huid van de huid en op het oppervlies der slijmvliezen staan. Het eerste teeken der ziekte is koorts, I {'■ft De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. ^1/xm tt rionTO rrlr>tl T I'll tiftratuijjwi w>»i »i»Xh

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 1