Landbouwweekblad Talrijke Bedrijfstakken Beschouwingen u Redt U Zeiven Jaarlijksche Algemeene Vergadering Mond- en Klauwzeer Belangrijk Bericht ZONDAG 15:M AART 1931 Pril i 23 ego tien 13de JAARGANG Nr 637 Arbeid adelt Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAA1AALSI Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, van onzen landbouw zijn met ondergang bedreigd. Wanneer gaat de Regeering handelend optreden (3de bijdrage) Na de veeteelt, de hoenderteelt en de hopcultuur, waarover wij in onze twee vorige nummers handelden, verdienen andere belangrijke bedrijfstakken van onzen Vlaamschen Landbouw onze bij zondere aandachtZoo hebben wij De Aardappelteelt. De aardappelteelt bekleedt een zeer belangrijke plaats in onze landbouw- voortbrengst daar zij circa 170.000 hec taren beslaat en eene productie geeft van ongeveer 11/2 milliard kgs. België is in normale omstandigheden een uitvoerland inzonderlijk van vroege aardappelen. Deze laatste jaren staan wij echter voor steeds toenemende moeilijkheden voortspruitende uit de protectionnisti- sche maatregelen getroffen door Frank rijk en Duitschland. Spijts het tolbe- stand en spijts de handelsovereenkom sten welke het met België heeft afge sloten, heeft Frankrijk zijne invoerrech ten op onze aardappelen verhoogd van 6 tot 15 frank. Onze Regeering zooals altijd heeft op zachten toon onderhan delingen gevoerd met de Fransche Re geering om ten minste te bekomen dat ze een contingent of maxima hoeveel heid aardappelen zou vaststellen waar op eene vermindering van rechten ten bedrage van 30 t. h. zou worden toe gepast. Frankrijk echter is tegenover de Zus- ternatie België maar lieftallig en vrijgevig wanneer het gaat om het afsluiten van militaire akkoorden en het toekennen van dekoratiën aan invloedrijke perso nen teneinde dezen te winnen voor zijne politieke doeleinden. Betreft het echter het bestaan van economische voordee- len aan ons Land, dan is Frankrijk erg hardhoorig, te meer dat onze Regeering het niet aandurft een energieken toon aan te slaan tegenover zijn aanmatigend protectionnisme. Liet onze Regeering nochtans een kordaat aan Frankrijk weten dat zijne producten zooals wijnen, zijden, reuk werken en andere weeldeartikelen aan een evenredige verhooging van invoer rechten zullen onderworpen zijn als deze welke de Fransche Regeering op onze producten toepast, dan zouden wij zon der twijfel met heel wat meer inschikke lijkheid behandeld worden. Een meer energieke houding is ook vereischt vanwege het Staatsbestuur te genover de hygiënische maatregelen toe gepast door Duitschland op onze aard appelen. Deze maatregelen zijn uiterst streng en zijn in feite een verdoken in voerverbod, daar voor elke aardappel- verzending nieuwe en van loodjesvoor ziene zakken worden vereischt 1 Wij vragen ons af of dergelijke maat regelen niet strijdig zijn met de handels overeenkomst gesloten door ons Land met Duitschland. Al deze openlijke of bedekte tolmaat- regelen toegepast dcor naburige landen hebben intusschen voor gevolg dat onze landbouw zijn afzetgebieden in den vreemde verliest, terwijl hij op de bin- nenlandsche markt bloot staat aan ee'n scherpe mededinging uit den vreemde bij gebreke aan eenige bescherming. Komen wij thans aan De Tabakteelt. Deze kuituur welke eene opbrengst geeft van 60 millioen frank per jaar is van zeer gewichtig belang voor een ge deelte van Oost-Vlaanderen, West- Vlaanderenen van het Walenland. Aan zienlijke kapitalen zijn in de tabakteelt belegd, deze biedt bovendien een ge wichtig sociaal belang daar zij een druk ke gezinscultuur is. De tabak teelt kwijnt wegens de over dreven accijnsrechten en fiscale pleeg vormen die den kweeker ontmoedigen en wegens het gering invoerrecht waar aan de vreemde tabakken zijn onderwon pen, zoodat zij onzen inlandschen tabak eene doodende mededinging aandoen. Ziehier eene vergelijking tusschen de tolreclften geheven door België en enkele andere Europeesche landen Duitschland heft een invoerrecht op vreemde tabakken van 1530 fr.de 100 kgr., Zwitserland van 3150 fr. en België slechts van 240 fr. Indien men ons in voerrecht perekwateerde zou het moeten bedragen 385 fr. Men heeft op dit punt de aandacht gevestigd van den minister van Landbouw bij de bespreking der landbouwbegrooting in den Senaat. De minister beloofde er zijne aandacht aan te wijden, valt echter te zien hoe lang het nog zal duren alvorens die aandacht zich uitdrukt in doeltreffende maatrege- len. De afzet onzer gekende inlandsche tabaksoorten wordt thans grootelijks ge schaad door bedrieglijke handelspraktij ken die minderwaardigen inlandschen of vreemden tabak aan den man brengen onder den naam onzer gewaardeerde tabaksoorten zooals Appelterre, Semois, Obourg, Harelbeke, enz. Aldus wordt de goede faam onzer tabakken bij de verbruikers ten zeerste benadeeld en ge- j ven deze dan voorkeur aan vreemden tabak wat natuurlijk de prijzen van on- j zen inlandschen tabak neerdrukt. Wij vragen dan ook dat de minister van Landbouw ten spoedigste een ern stige regeling invoere tot bescherming der herkomstbenaming onzer inlandsche tabaksoorten om hooger vermeld bedrog te voorkomen. Voor talrijke buitenlandsche produc ten onder meer vdor de Fransch schuim- wijnen bestaat in België de wettelijke bescherming der herkomstbenaming, 1 voor de inlandsche landbouwvoort- brengselen heeft men er nog niet aan gedacht! Wij vragen dat dit verzuim dan ook zonder verwijl worde hersteld ten bate van onze tabakteelt die in ern stige moeilijkheden verkeert. Om te sluiten enkele beschouwingen i over onze vlaskultuur. Deze teelt welke iet bestaan verschaft aan een belangrijk gedeelte onzer West-Vlaamsche land bouwbevolking en nijverheid wordt in zijn bestaan bedreigd door verschillende oorzaken. Wij hebben eerst en vooral de mededinging van de kunstzijde en iet katoen waartegen enkel kan worden opgetreden door verbetering en verede- ing onzer inlandsche vlassoorten. Daar toe zijn vooreerst vereischt de goede wil en eene geordende krachtinspanning onzer vlaskweekers, doch de hulp en de aanmoediging der openbare besturen zijn evenzeer nuttig Onze Regeering kan de vlasteelt steu nen door het inrichten van proefonder vindelijke stations welke voor taak zou den hebben de verbeterde vlassoorten te kweeken, alsmede moderne en ration- j neele kuituurmethoden toe te passen en op groote schaal te verspreiden bij onze vlaskweekers. Verder zou een vlasinsti tuut dienen tot stand gebracht dat zich zou gelasten met de wetenschappelijke opzoekingen tot verbetering der vlas teelt en het opzoeken van nieuwe afzet gebieden 1 Onze minister van Landbouw heeft in den Senaat beloofd dat hij in overleg met zijn collega van Nijverheid en Ar beid de vereischte instellingen zou tot stand brengen om in hooger aangeduide richting den Regeeringsteun te verke nen 1 Wij verwachten dat hij dadelijk de hand aan het werk zal slaan, want iederen dag uitstel is een dag achterstel voor onze bedreigde vlaskultuur De bijzonderste oorzaak der huidige vlascrisis is echter de dumping toegepast door Sowjet-Rusland. Dit land voert in België vlas in van veel slechtere hoeda nigheid dan het inlandsche, toch tegen uiterst lage prijzen om welke reden het dan ook wordt gezocht door de spin nerijen. Om aan dezen dumping van Rusland een einde te stellen werd des tijds een vlascommissie gesticht door de Regeering. Daar de invloed der spin nerijen deze der vlaskweekers in den schoot dezer commissie in schaduw stel de, is er van verbod of zelf van beper- king van den invoer van Russisch vlas niets in huis gekomen. De belangen van den landbouw wer den dus nogmaals prijsgegeven aan deze der nijverheid! Nochtans is het contin- gement of de vaststelling van een maxi- ma-hoeveelheid van vreemd vlas waar van de invoer toegelaten is eene drin gende noodzakelijkheid om onze vlas teelt van den ondergang te vrijwaren Waartoe zullen immers al de verede- lingsmethoden van de vlasteelt dienen indien er geen winstgevende afzet kan verzekerd worden aan de vlasproductie De spinnerijen en andere nijverheden betrokken bij de vlasbewerking moesten overigens ook inzien, dat het verdwijnen Aalst. van de inlandsche vlasteelt uiteindelijk ook hunnen ondergang zou beteekenen daar zij in dit geval voor hunne bevoor rading in grondstoffen uitsluitelijk zouden aangewezen zijn op het buitenland en al dus wegens onvoorziene omstandighe den plotseling van grondstoffen zouden kunnen beroofd worden, en in elk geval de prijzen zouden moeten betalen vast gesteld door het buitenland. Wij weten dat ons vlas van goede hoedanigheid fel wordt gezocht in Ier land waar zeer fijn lijnwaad wordt ver vaardigd, doch het is gevaarlijk het be staan van een kuituur afhankelijk te moeten stellen uitsluitelijk van één vreemd afzetgebied, te meer dat dit nog te beperkt is om een voldoende winstge vendheid te verzekeren. De bloei van onze vlasteelt eischt dat een ruim gedeelte van zijne opbrengst afzet vindt in het binnenland en om die redenen dient de Regeering op te treden tegen dumping door de Sowjets toege past! Hiermede sluiten wij deze reeks bij dragen. Wij meenen voldoende aange toond te hebben, dat de krisis welke schier al de bedrijfstakken van onzen landbouw heeft aangetast, de onmiddel lijke toepassing vereischt van een ver standig opgevat en ernstig doorgevoerd programma van regeeringshulp. Halve maatregelen kunnen niet meer helpen er dient ruime en bereidwillige hulp verleend aan onzen landbouw.Jam- mer genoeg is een groot gedeelte onzer wetgevende kamers niet met dezen goe den wil bezield tegenover onzen land bouw. Telkens een maatregel van land- bouwhulp ter bespreking komt, wordt hij bestreden als strijdig/met de belan gen der nijverheid. Die heeren verge ten dat de voorspoed der nijverheid afhangt van den welstand der landbouw bevolking, welke eene der bijzonderste verbruikers is der nijverheidsprodukten, en dat de ondergang van den landbouw eindelijk ook de ramp zou meebrengen van de nijverheid, welker belangen zij zoo onhandig verdedigen. Er wordt tegenwoordig veel geschre ven en geklaagd dat de economische toestand hoe langer hoe slechter, de nood en ellende hoe langer hoe nijpen der wordt. En nochtans wat is er buiten vele be sprekingen en nog meer geschrijf, eigen lijk gedaan om den krisis te verhelpen De pogingen van onze regeering zijn lofbaar, maar zullen er weinig toe bij dragen den toestand te verhelpen, ten minste den toestand der landbouwers, daar onze wetgevers voor dere zoo weinig goeden wil toonen. Doch wat heeft het privaat initiatief tot hiertoe ge daan Bitter weinig. De gedachte dat België moet van den uitvoer leven, ten minste toch de nij verheid, heeft bij velen het zelfvertrou wen in slaap gesust en- vele nijveraars wachten naar het buitenland. Maar in deze tijden, dat er werkelijk nood is, zijn er hier verbruikers genoeg voor onze bevolking, gedeeltelijk dan toch te voeden, te zorgen dat onze werklieden in hunne bijzonderste nood wendigheden kunnen voorzien dit zal onze landbouw ten goede komen. Voor enkele maanden was de toe stand nog dragelijk, de afname op de inlandsche markt was redelijk, maar sindsdien is ook deze bijna volledig stil gevallen, door stopzetting door iedereen van koopen. Waarom wordt door niemand meer aangekocht? Zijn er dan geene nood wendigheden meer Mangelt het aan koopkracht Hoevelen zijn er niet die hunne aankoopen uitstellen, alhoewel ze noodig hebben te koopen en er de mid delen toe bezitten Kooplust is er nog. Wat koopkracht betreft, men hoeft slechts na te gaan, hoeveel gelden er in banken en spaarkassen belegd zijn. De groote reden waarom niemand aan koopt is de roep van geweldigen en fa- belachtigen afslag, met het onmiddellijk gevolg dat velen hunne aankoopen uit stellen bij de gedachte dat binnen af- zienbaren tijd alles spotgoedkoop zal zijn. Die feiten hebben geleid tot den huidigen toestand, vol zenuwachtigheid, vol onzekerheid. Toen voor een goed jaar de gewel dige inzinking der beurswaarden in Amerika plaats had, waardoor miljarden Voor en door de Landbouwers teloor gingen, was het algemeen dit komt ook bij ons, en werkelijk kwam het, omdat het privaat initiatief het wilde, omdat het krachtig medehielp. Op welke wijze kan dan eigenlijk het publiek, het privaat initiatief mede hel pen om aan den tegenwoordigen hache- lijken toestand verbetering te brengen Eerst en vooral door vertrouwen Reeds ging van onze financiewereld een strekking uit naar verbetering, In Enge land schijnt het op steun te mogen reke nen. Er is geen land welke economische voorspoed zoozeer een algemeen belang is als Engeland. Uit de handelsstatistie ken blijkt dat het steeds de grootste in- kooper van Europa is, ofschoon Duitsch land veel meer en Frankrijk en Italië evenveel inwoners tellen. Londen is alle van New-York ten spijt de centrale goederenmarkt van Europa gebleven. Parijs is in weerwil van zijne goudschat ten er niet in gelukt het zijn rang van eerste op de geldmarkt te ontnemen. Zoolang in een zoo toongevend handels- land, een toestand van ernstige depres sie heerscht, kan de rest van Europa niet op herstel rekenen. Daarentegen zal aan een terugkeer van welvaart in Engeland een bijna algemeene Ijerleving op het vasteland gepaard gaan. Het is dus een feit van belang voor ons, dat Engeland de pogingen van onze financie steunt. Wij mogen dus vertrou wen hebben en wij moeten medewerken. Ieder die over de noodige fondsen be schikt, moet aankoopen, ten minste dat wat hij noodig heeft. Daar komt beslist eene zekere oplichting van den toestand mede. Het zal ons misschien niet terug brengen tot de ekonomische welvaart van vóór den krisis, maar zal medehel pen den toestand dragelijk te maken. anMMaiiüiaiBBH «hobu «mcwaB Landbouwersvereeniging Samenwerkende Maatschappij De deelgenooten worden vriendelijk uitgenoodigd tot de gewone welke zal plaats hebben in de maat schappelijke zetel, Groote Markt, te Aalst, Zondag 22 Maart 1931 om 2 1 /2 uur namiddag. DAGORDE 1) Verslag van den Beheerraad over het afgeloopen dienstjaar 2) Verslag van den Toezichtsraad 3) Gebeurlijke goedkeuring a) van den bilan, b) van de winst en verliesrekening. 4) Gebeurlijke verdeeling der winsten. 5) Goedkeuring van het mandaat van den heer Frans Coppens als lid van den Beheerraad in vervanging van den heer Emiel Coppens, overleden 6) Goedkeuring van het mandaat van den heer Gustaaf Schollaert, als lid van den Toezichtsraad, in vervanging van den heer Frans Coppens. N. B. De beheerraad ingevolge de macht hem verleend door art. 50 der standregelen, heeft in vervanging voor zien de heeren Emiel Coppens en Frans Coppens. De bekrachtiging dezer be slissing wordt aan de goedkeuring der algemeene vergadering onderworpen. Namens den Beheerraad De Bestuurder, De Voorzitter, O. Caudron. B. Schockaert. ï.'«aa»eabbb bbbbbb übbbbb (Vervolg) Iedereen is verplicht te weten wat hij te doen en te laten heeft in geval mond en klauwzeer zijne stallen teistert. Daarom geven wij hier het voornaam ste van wat een boer moet weten en doen. Ieder eigenaar of houder van runders, schapen, geiten of varkens, aangetast, verdacht van aangetast of van besmet te zijn door mond- en klauwzeer, moet onmiddellijk den burgemeester van de gemeente verwittigen, waar zij zich be vinden. De verklaring bestaat uit de juiste aanduiding van het getal dieren van elke soort, die zich in de uitbating bevinden, alsook van de waarschijnlijke oorzaak der ziekte. De burgemeester overhandigt dan aan de eigenaars of houders van zieke of verdachte dieren op het oogenblik dat de ziekte wordt aangegeven, de onder richtingen als volgt Het is Mr Peeters (b.v.) ter kennis gebracht: 1) Dat de van mond- en klauwzeer aangetaste of als besmet ver dachte dieren in den stal moeten afge zonderd worden in de weide moeten bijeengebracht worden. De toegang tot de besmette lokalen, de besmette koer (het hof of de messing) of de besmette weide, is streng verboden aan personen die er niet geroepen zijn door hun ambt of voor het verzorgen der dieren. 2) Het gevogelte (behalve de duiven) en de honden van de besmette boerderij moeten opgesloten of gekooid worden, derwijze dat ze niet op den openbaren weg noch op andermans eigendom kun nen komen. 3) Hij moet de ontsmetting met versch gebluschte kalk uitvoeren in de stalgan- gen en aan de staldeuren, aan den in gang van de boerderij, of van de weide, en rond den mestput. Mest, hooi, stroo, gier (beir, aal) zakken, enz. mag van de boerderij niet gaan. De melk mag slechts naar de melkerij gevoerd worden, na het volledig eindi gen van de bewerking der melk, komen de uit niet besmette hoeven, op voor waarde dat de bestuurder ze aanvaardt. Dgze melk mag slechts verkocht wor den als zij tot op 85° verwarmd is ge worden. Deze maatregelen kunnen slechts in getrokken worden, nadat de genezing officieel is vastgesteld geweest door den veearts. Deze moet dan een bewijs, een getuigschrift geven, hetwelk door den boer aan den burgemeester moet over handigd worden. Bij het eerste uitbreken van mond-en klauwzeer (aanvangshaarden) moet de burgemeester den veearts opvorderen. Paarden, ezels en trekhonden van een besmette boerderij mogen deze verlaten voor arbeid, als hunne pooten ontsmet worden bij het verlaten der boerderij. Gezonde dieren mogen een besmetten haard verlaten om geslacht te worden. De eigenaar moet dan eerst den veearts roepen die een schriftelijk bewijs geeft tot het vervoeren dezer dieren, hetwelk moet afgegeven worden aan den be stuurder van een slachthuis of aan den vleeschkeurder. Het dier moet binnen de 24 uren af gemaakt worden. Indien mond- en klauwzeer uitbreekt bij een gekocht dier, moet de eigenaar onmiddellijk aan den veeartsenijdienst, naam en woonplaats van den verkooper melden, alsook de plaats waar de ver koop heeft plaats gehad en de plaatsen waar het dier verbleven heeft sedert de levering. De verkooper moet eveneens dezelfde inlichtingen verstrekken, zoo deze het dier gedurende minder dan twee weken op stal heeft gehad. De boer kan schadeloos gesteld wor den voor een dier dat afgemaakt is ge worden op ljevel van den burgemeester, en bepaald door den minister. De maatregelen betreffend een jjhaard van mond- en klauwzeer, worden'/opge- heven twee weken na de genezing!vast gesteld door den veeartsenijdienst» J De veearts mag niet vroeger dan den tienden dag na de verklaring van het be staan der ziekte een getuigschrift afleve ren. De boer draagt het naar den burge meester, en deze moet schriftelijk aan den boer bekend maken dat de maatre gelen opgeheven zijn. De handelaars in vee moeten dag voor dag boekhouden van de dieren die zij koopen en verkoopen. Dit is zoo al het bijzonderste dat een boer moet weten, wil hij nog meer we ten, hij raadplege dan zijn veearts. Dr. v.J. W. ^Aïisamc&aanBBiMUBiaiHBa De belanghebbenden welke wenschen Mr. Peiffer, Staatslandbouwkundige, te raadplegen over landbouwzaken, kun nen hem gratis spreken in het lokaal "Paviljoen,,, Groote Markt, te Aalst, op den eersten en den derden Zaterdag van elke maand, van 8 1 /2 tot 9 1 /2 uur. Desnoods mogen zij gemelden heer ook per brief raadplegen, met te schrij ven aan zijn adres Veerstraat, 39, te Dendermonde. r De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 1