Landbouwweekblad De verkoop van iLandbouwwaren De verhoogiag van het Invoerrecht op de Haver Jeugdvereeniging Algcmeene Koflservenindustrie N. V* De Goedkoope Woningen Redt U Zeiven ZONDAG 22 "MAART i 931 Frfja 25 centiem 13dc JAARGANG Nr 638 Arbeid adelt Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VI LAN DERSTRAAT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voor en door de Landbouwers Er wordt tegenwoordig nog al veel geklaagd door sommige boeren omdat zij hunne voortbrengselen niet voordee- lig genoeg kunnen verkoopen, maar zou den zij er misschien niet zelve een weinig de schuld van zijn? Zouden zij niet in hetzelfde geval zijn als enkele kooplieden welke de grootste voldoening smaken wanneer zij hunne handelswaren boven de waarde verkocht hebben, in andere woorden wanneer zij de afnemers gefopt hebben M Maar 't is daarmee niet genoeg de kooper welke eenen keer beetgenomen werd, blijft wegsoms vindt men nog eer,en tweeden goedzak om hetzelfde spel te herdoen, maar onvermijdelijk krijgt men op den duur eenen slechten naam en dan is het afgeloopen. Men heeft gedaan want men mag zelfs goede waar te koop bieden, afnemers zijn er niet meer te vinden. Dergelijke feiten hebben zich voorge daan toen er kooplieden slechten, vuilen ajuin verzonden hebben, aardappelladin gen bevattende bedorven knollen, oude eiers voor versche, enz. Onvermijdelijk verloren zij aldus hunne kalanten en zij konden niets meer verkoopen. Anders ging het met de landbouwers welke puike waar leverden. Brachten zij- fijne boter en beste eiers op de markt, zij- vermochten misschien niet den eersten keer den hoogsten prijs te bekomen maar op den duur geraakten zij zoo voordeelig bekend dat zij door de koo- pers opgezocht werden welke hun zelfs tegemoet gingen, of zij mochten op de markt, rechtstreeks en zondër verder on derzoek der waren, leveren aan den eenen of den anderen koopman welke hun den hoogsten prijs van den dag be taalde. 't Is hetzelfde met winterfruit, met aardappels, met melk. Zoogauw de melk b. v. aan den afslag komt, soms nog al veel, vindt men uitventers welke er sef fens water bijvoegen of haar ten deele afroomen onder voorwendsel dat zij te weinig verdienen. Dergelijke verval- sching is een verkeerde handelsmethode. Het kan wel gebeuren dat er eenige koo- pers melk zullen aanvaarden van eenen anderen uitventer welke eenen kleineren prijs wegens minderwaardigheid ver langt, maar zij worden gauw het verschil gewaar en zij keeren op den duur naar hunnen vroegeren treffelijken leverancier terug. Zoo gaat het met alles. Wij kennen landbouwers welke nooit moeten sukke len met den verkoop van hun aardap peloogst. Zoo gauw deze gedaan is, mo gen zij eenen wintervoorraad bestellen aan eene reeks partikulieren, telkenjare en tegen hoogen prijs, omdat zij bekend staan voor hunne verzorgde en goede leveringen. Welk verschil anderzijds met sommi ge boeren welke fruit naar de markt brengen en bovenop schoone, uitge zochte appelen of peren leggen, terwijl de taanden verder naar beneden gevuld zijn met gemeen uitschot. Zij bevestigen daarbij dat het puik gerief is maar de koopers laten zich niet dikwijls beetne men en om zeker te zijn niet bedrogen te worden betalen zij maar eèn geringe prijs, de waarde van het gemeen goed. Die doenwijze is ongelukkiglijk nogal veel verspreid met het gevolg dat de boer als voortbrenger maar weinig ont vangt terwijl de tusschenhandelaar voor opschik en sorteering der koopwaren de meeste winst opstrijkt. Onze landbouwers dienen inderdaad ook hunne voortbrengselen beter te sor- teeren; groote of fijne aardappels bij groote of fijne, schoone peren bij schoone, zware eiers bij zware, bruine bij- bruine, enz., en alles afzonderlijk te ver koopen. Somwijlen is dat doel door en kelingen niet te bereiken en dan is er sa menwerking aangewezen. 't Is immers noodig te zorgen om voortbrengselen van een bepaalde kwa liteit in den handel te brengen en in be hoorlijke hoeveelheid, alsook tevens te trachten de puikste koopwaren te leve ren want de beste produkten worden altijd veel duurder betaald dan de min dere. Dat is eene waarheid welke veel te dikwijls over het hoofd gezien wordt, al hoewel zij reeds lang gekend is. In den treffelijken handel en wandel alleen is er op den duur geld te verdie nen, terwijl fopperijen meestendeels gauw een noodlottig einde vinden. A. Peiffer. De eeuwige historie van balk en splinster. Het staatsblad van 14 Maart 11. heeft de wet afgekondigd waardoor het in voerrecht op vreemde haver gebracht wordt van 6 op 21 frank. Deze verhooging welke in feite maar een aanpassing is van het invoerrecht aan de huidige minderwaarde van onze munt, heeft in de Kamer en den Senaat talrijke en lange redevoeringen uitge lokt van voor- en tegenstanders van de nieuwe wet. Wij hebben ons de moeite getroost op die redevoeringen een oog slag te werpen, daar zij ons een nauw keurig denkbeeld geven over de gevoe lens welke talrijke volksvertegenwoor digers en senatoren bezielen tegenover onzen diep beproefden landbouw. De tegenstrevers hebben de verhoo- ging hardnekkig bestreden om verschil lende redenen, welke wij na onderzoek als totaal ongegrond moeten beschou wen. Zoo hebben wij de eerste opwer- ping 1) De verhooging van het invoerrecht zal enkel voordeel opleveren aan enkele groote landbouwers, welke alleen een gedeelte van hun haveroogst verkoopen, terwijl de massa der kleine landbouwers, welke enkel haver oogsten voor eigen gebruik, er volstrekt geen baat zullen bij vinden. Men ziet al dadelijk in dat dit argument vooral werd aangebracht van socialistische zijde. Zonder te beweren dat de haverteelt een hoofdrol speelt tusschen de bedrijfs takken van onzen Vlaamschen land bouw, is het toch een onbetwistbaar feit dat de haverteelt door 250,000 landbouwers wordt beoefend over gansch het land en verdeeld is over de verschillende provinciën. Verder dient opgemerkt, dat indien de verhooging van het invoerrecht er kan toe bijdragen de haverteelt op een eenigszins winst gevend peil te brengen, het voor onze boeren in al de gewesten zal mogelijk zijn „de graangewassen zooals rogge en tarwe, die thans zware verliezen berok kenen, eenigermate te vervangen door haver. De Belgische haverproduktie volstaat immers niet voor het dekken van het inlandsch verbruik, daar ons land tijdens 1930 1,565,000 centenaar haver heeft ingevoerd. Wat betreft de kleineering van het belang der haverteelt hadden de tegen strevers der verhooging van het invoer recht toch moeten weten dat in 1929 300,000 ha werden besteed aan de ha verteelt en dat de totale opbrengst be droeg 7,473,000 centenaar. In 1930 daalde de bebouwde oppervlakte tot 272,000 ha en de productie tot 5,548,000 centenaar. De inzinking was echter uit- sluitelijk te wijten aan de geweldige da ling der prijzen gaande van 158 fr. de 100 kg. in 1927 tot 152 fr. in 1929, tot 92 fr. in 1930 en tot 80 fr. in 1931. Velen der zoogezegde hardnekkige voorstanders van vrijhandel hebben, wanneer het nijverheidsbedrijven betrof, tolbescherming verdedigd voor min be langrijke takken onzer economische be drijvigheid. Tweede bezwaar tegen de verhoo ging Deze komt ontijdig daar de ha veroogst van 1930 door de inlandsche voortbrengers reeds is verkocht, zoo dat de verhooging van het invoerrecht uitsluitend ten goede zal komen aan de vreemde voortbrengers en aan de in landsche graanhandelaars. Wij zijn het eens dat die maatregel sedert lang zou moeten getroffen ge weest zijn, doch wij hebben nu spijtig genoeg een parlement dat de kwestie der lijkverbranding als van meer dringenden aard beschouwt dan maatregelen tot hulp aan onzen geteisterden landbouw. De schuld der laattijdige behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van het invoerrecht op de haver is dus niet aan onze landbouwers te wijten, doch veeleer aan de heeren zelf die het als reden hebben aangewend om het te bestrijden. De nieuwe wet, hoe laat ook gestemd, heeft toch nog altijd het groote nut dat zij onze landbouwers aanduidt in welke richting zij hunne bezaaiingen moeten doen. Of meenen die zoogezeg de vrijhandelsgezinden misschien dat onze landbouwers er op belust zijn ver der aan teelten te doen die telkenjare zware verliezen veroorzaken Derde bezwaar tegen de verhooging Deze is strijdig met de strekking van het Tolbestand en van de economische ver standhouding tusschen de Europeesche volkeren, welke de Belgische regeering te Genève heeft verdedigd. Wij antwoorden dat het hier geen eigenlijke verhooging geldt, doch enkel een aanpassing aan de verminder de waarde der Belgische munt. De na burige landen hebben zonder acht te geven aan de bepalingen van het Tolbe stand of aan de economische besprekin gen te Genève voortdurend hunne in voerrechten op vreemde landbouwpro- dukten verhoogd. Zoo bedraagt het in voerrecht op de haver thans in Frank rijk 42 fr. de 100 kg., in Duitschland 103 fr., in Tjeco-Slowakije 87 fr., in Finland 222 fr. Een even sterk protec- tionnisme treedt in den vreemde tot uiting voor talrijke andere landbouw producten. Wanneer men het goed meent met de tolvrede moeten al de lan den haar rechtzinnig toepassen. Zooniet zijn onze boeren de gefopten van 't spel. Men kan toch van hen niet eischen dat zij zich zonder verweer laten wurgen voor het nastreven van een economische vrede die in werkelijkheid maar een hersenschim is. Vierde bezwaar tegen de verhooging: Deze is een uiting van toenemende tol bescherming waarop men zich zal be roepen om nieuwe verhoogingen van invoerrechten te eischen voor andere bedrijfstakken van landbouw en nijver heid. De heer Hymans, minister van Buitenlandsche Zaken, heeft zich vooral van dit argument bediend om het ont werp te bevechten en heeft er gebrek kige statistieken bijgesleurd, om te be wijzen dat de landbouw reeds verhoo gingen van invoerrechten heeft beko men die aanzienlijker zijn dan de be scherming waarvansommige nijverheids- produkten genieten. Hier komt nogmaals de eeuwige ge schiedenis tot uiting van balk en splin ster. Als hoofd van het Departement in wiens bevoegdheid grootendeels het tolstelsel valt, moest deze minister toch weten dat op de 1216 rubrieken van ons toltarief er enkel een tiental den land bouw op onbeduidende wijze bescher men en dat op het huidig oogenblik de nijverheid beschermd wordt in verhou ding van 8 tot 1 1 /2 ten opzichte van den landbouw. De uitlatingen van on zen minister van Buitenlandsche Zaken zijn dan ook te beschouwen als uiting of van onbevoegdheid, of van kwaden trouw tegenover den landbouw, wat meer waarschijnlijk is. De heer volksvertegenwoordiger de Kerckhove d'Exaerde toonde door vol gende treffende voorbeelden het onge gronde aan der bewijsvoeringen van den minister van Buitenlandsche Zaken. Vóór den oorlog, zoo betoogde hij, bedroeg het invoerrecht op de runde ren van 3 tot 7 fr. de 100 kg, volgens de soort van het dier, dit recht werd afge schaft vóór den oorlog bedroeg het 2 fr. per stuk op de schapen, ook dit recht werd afgeschaft. Het geslacht vee werd vóór den oorlog onderworpen aan een inkomrecht van 15 fr. per 100 kg. wanneer de invoer geschiedde per heele beest of halve beest, en aan 30 fr. per 100 kg. wanneer de invoer geschiedde per stukken. Al deze invoerrechten ver vielen. De boter werd vóór den oorlog ge troffen door een inkomrecht van 15 fr. voor 100 kg., thans bedraagt het recht nog enkel 20 fr., wat overeenkomt met eene vermindering van 6/7 der vooroor- logsche waarde. Vergelijken wij deze invoerrechten op landbouwprodukten met deze toegepast op enkele nijverheidsprodukten Terwijl het recht op vreemde boter slechts heden 20 fr. bedraagt, werd het voor de margarine, waarvan de fabri- katie bij ons schier uitsluitend in de han den van Hollanders en andere vreemde lingen berust, verhoogd van 20 tot 100 fr. Het invoerrecht op vreemde bieren, bedragende vóór den oorlog 5 tot 7 fr. per hectoliter, werd verhoogd tot 80 a 100 fr.dit op de katoenen weefsels be- loopende in 1914 van 35 tot 100 fr. per 100 kg. gaat thans van 290 tot 800 fr. de wollen weefsels onderworpen in 1914 aan een invoerrecht van 140 fr. per 100 kg., voor weefsels van minder van 50 gram per vierkante meter, moe ten thans een inkomrecht betalen van 1080 fr. De invoerrechten op wollen garens vervaardigd voor den verkoop in 't klein waren in 1914 onderworpen aan een in voerrecht van 55 fr. de 100 kgr., thans bedraagt het recht 650 fr. De metaalnijverheid geniet van een nog aanzienlijker bescherming zoo b.v.b. zijn de vreemde lokomotieven thans on derworpen aan een invoerrecht van 120 fr. per 100 kgr. tegen 4 fr. per 100 kgr. vóór den oorlog, terwijl het invoerrecht op tramrijtuigen opgevoerd werd tot 105 fr. Is het in die omstandigheden geen ellendige komedie vanwege de nij verheidsvertegenwoordigers van pro tectionisme te spreken wanneer een in voerrecht op een lanbouwprodukt enkel wordt aangepast Is het in dergelijke toestanden niet schaamteloos door diezelfde vertegen woordigers en hunne bondgenooten de socialisten te hooren beweren dat de aanpassing van een invoerrecht op een landbouwprodukt tegenmaatregelen zal uitlokken van het buitenland dan wan neer hem duizende gelegenheden zijn ge boden geweest voor het treffen van re presaillemaatregelen, naar aanleiding van de talrijke en zware verhoogingen van invoerrechten ingevoerd ten bate onzer nijverheid. Vijfde bezwaar tegen de verhooging Deze zal de levensduurte doen stijgen, dan wanneer over gansch het land een krachtinspanning wordt gedaan om haar te verminderen. Als wij deze reden op den keper be schouwen, moeten wij er om lachen. Indien er een artikel bestaat wier prijs- verhooging schier geen invloed kan uitoefenen op de levensduurte, dan is het toch de haver. Of zijn die heeren misschien van gevoelen dat de verbrui kersmassa er reeds zoo slecht voorstaat, dat ze moet haver eten Hunne argu mentatie bewijst integendeel dat zij beter geschikt zijn voor het eten van haver en... van hooi Wij kunnen het hierbij laten. Al de bewijsredenen der tegenstrevers van elke verhooging van invoerrechten ten voor- deele van den landbouw, hoe behendig of onbehendig zij ook worden voort gebracht, worden ingegeven door de gedachte dat de landbouw de onder geschikte is van de nijverheid en aan deze de middelen moet bezorgen om tegen den laagst mogelijken kostprijs voort te brengen om de hoogst moge lijke winsten te verwezenlijken. Dat de ondergang van den landbouw uiteindelijk de ondergang der nijverheid zal worden, verliezen deze kortzichtige politiekers hierbij uit het oog. Wij protesteeren tegen deze ziens wijze uit al onze krachten en eischen voor onzen landbouw, gezien de econo mische waarde zijner productie, het aan zienlijk aantal landgenooten die er hun bestaan in vinden en zijne sociale waar de voor den voorspoed der natie, ge lijke behandeling op vanwege de open bare besturen zooals voor de nijverheid. Wij protesteeren ook met klem tegen de houding van talrijke parlementsleden die de aanpassing van het invoerrecht op de haver willen voorstellen als zijnde de laatste beschermmaatregel ten voor- deele van den landbouw Andere invoerrechten op landbouw producten dienen zonder verwijl aange past aan de huidige economische om standigheden en in de eerste plaats deze op de boter die van gewichtiger belang is voor onzen Vlaamschen landbouw dan de haverteelt. Onze boeren de arbeiders van den grond hebben recht op een even behoor lijk bestaan als de nijverheidsarbeiders Dit zouden onze socialisten die geen enkele gelegenheid laten voorbij gaan om hunne vlammende liefde uit te spre ken voor de gansche arbeidersmassa best in overweging nemen, in plaats van steeds eene scherpe door niets gewettig de oppositie te voeren tegen eiken maat regel die voor doel heeft tijdelijke hulp te bieden aan onze zwaar geteisterde boerenbevolking. ss»ar«!HtH ataBKitaanaiEiu neeaau «sBëSiBSB LANDBOUWERS, werft nieuwe leden aan voor uwe Vereeniging 1 Onze Vereeniging zal dit jaar evenals vroeger, menige aangename en leerrijke uitstapjes doen. Als inzet van ons welvoorzien pro gramma gaan wij op 2de Paaschdag 6 April naar Geeraardsbergen een deeltje van de Vlaamsche Arden nen. Wie kent er deze streek niet met zijn prachtige vergezichten, met zijn bergen en dalen, tusschen welke de Dehder kronkelend heengaat. Met zijn Oudenberg, die rijk is aan herinnerin gen en legenden, die prachtige en lom- merijke rustplaatsjes biedt, welk aange naam aandenken ons lang bijblijft. Ieder lid zal dus willen van de partij zijn. REISPLAN Vertrek aan 't lokaal om 10 uur stipt. De reis gaat over Haeltert, Heldergem (Kam), Nederhasselt, Voorde (Kruis) hier komen deze van Ninove bij, en dan naar Geeraardsbergen. De terugreis gaat over Ninove-Aalst, waar we rond 7 uur zullen aankomen. BHMBmCBSIfiBBBRKHBIlUHHBHHB Aan de landbouwers, aandeelhouders: De heeren aandeelhouders wordt ter kennis gebracht" dat ze de volgende groenten en vruchten mogen kweeken voor de fabriek, voor de Zomer en Herfst 1931. De leveringen zullen geschieden op wagon alhier of op auto-camion van de fabriek. De kweekers gelieven vóór 1 April op te geven 1° De soort groenten of vruchten die ze willen kweeken (gekozen onder de hiernavermelde, en geene andere). 2° hoeveel aren van elke soort. Er mag gekweekt worden Schorseneeren Tomaten Spruiten Selder (witte) Porei Rapen Wortelen (sans coeur) Roode beeten Kooien, roode, witte Rutabaga Pastenaken (panais). Voor de A. K. I. O. Caudron, Afgev. Beheerder. De bespreking van een wetsontwerp waardoor de Nationole Maatschappij voor Goedkoope Woningen, machtiging gegeven wordt eene leening van 350 millioen aan te gaan is in de Kamer aan gevangen. Van deze som zal 250 millioen dienen voor bouw van nieuwe woningen en 100 millioen voor strijd tegen de krotten. Er bestaan twee strekkingen bij de woningpolitiekhet bouwen van huizen voor den verkoop en eene neiging om groote panden voor het verhuren van appartementen te doen bouwen. Het eerste alleen kan voor ons op den buiten te pas komen. Het premiestelsel tot op 31 December 1930 ten einde liep wordt dus met twee jaar verlengd. Ontegensprekelijk heeft het premie stelsel voor den afzonderlijken bouw van goedkoope woningen, groote diensten bewezen. Doch de groote gezinnen had den er in geringe mate voordeel in. Het hoofd van een groot gezin kan doorgaans niet genoeg sparen, of kan bij eene kredietmaatschappij geen geld genoeg in leen krijgen om het huis te koopen. De premie is eene goede hulp maar zelden gaat zij het tiende van de waarde van het huis te boven. Ook wordt ze te laattijdig uitbetaald en moet de bouwer soms tegen hooge interesten geld leenen. Voor het bouwen van goedkoope woningen wordt geld uitgeleend door maatschappijen erkent door de Alge- meene Spaarkas. Die maatschappijen ontleenen geld tegen lage interesten. Het gaat gewoonlijk tot 65 t.h.slechts De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 1