Landbouwweekblad
Overwegingen Een woordje tot
onze Boereojeugd!
Jeugdvereeniging
De landbouw in
Belgisch Congo
Jaarvergadering van het
V. E* V* te Hasselt
Onze uitvoer van Aard
appelen en Paarden
Redt U Zeiven
ZGHDAG 10 MEI"'1931
Prfli 23 centiem
i3de JAARGANG Nr 645
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord,
Bureel en Redaktie: DE VILAN DERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor en door
de Landbouwers
De tijd gaat steeds in zijne gewone
volgorde. Na Lente komt Zomer die den
Herfst achter zich heeft en waarop de
Winter volgt. Die akelige droeve Win
ter doet ons weer hopen op de lieve
Lente. Duizende malen reeds gebeurde
het, en toch kan ieder tijd en door om
standigheden de eentonigheid van die
tijdsopvolging wegnemen.
De boer moet steeds ploegen, zaaien,
wieden, oogsten, maar die opvolging
eischt door andere tijden, andere zorgen.
Men mag zich niet altijd vergenoegen
met te doen wat grootvader, vader deed,
men moet zich aan de tijdsmethoden toe
passen, de vereischte middelen gebrui
ken, omdat men met zijn tijd mee moet
of er in verloren raakt.
Zoo gaat het met den landbouwer,
den enkeling, zoo gaat het ook met de
maatschappij.
Toen ik in de laatst verschenen num
mers van De Koornbloem onder de
rubriek Onze Kunstenaars de korte
maar prachtige relasen las van Joost
Van de Vondel, Peter Benoit enRubens,
die blijvende koningen der kunst, die
ons leerden denken, voelen, zingen, die
onze kunst, de Vlaamsche, tot de dan
bekende landen verspreidden, toen
denk ik met weemoed aan die andere
tijden van ons geliefd Vlaanderen. Aan
dien tijd dat Vlaanderen groot was door
zijn rijkdom, die de geschiedenis zegt
het ons de wereld verbaasde. Door
zijn kunst die overal gekend en gewaar
deerd werd. Door zijn groote macht, dat
vreemde vorsten de hulp onzer graven
inriepen. Ook die tijden gingen heen,
door omstandigheden, door oorlog en
zijn gruwelen vreemde overheersching,
door onverschilligheid zijner eigene
zonen. Vlaanderen verloor zijn rijkdom,
zijn roem maar zijn fierheid, zijn trots,"
de liefde voor zijn taal nooit zelfs niet
na eeuwenlange onderdrukking. Eens
hoopte men zijn taal te niet te doen,
maar door onzen grooten Gezelle heb
ben wij geantwoord 't en zal
Het smeulde onder de assche, die lief
de voor ons verleden, voor ons Vlaming
zijn, in weemoeden weemoed welt
eens op en brengt zucht het verlorene
terug te hebben het op die vreemden,
die het ons ontstolen, te heroveren.
Tijden volgen elkander op en bren
gen nieuwe zorgen, nieuwe eischen, en
in Vlaanderen is een kentering gekomen.
Sedert lang broeide het, langzaam laaide
het op tot een onbluschbare brand, en
even als een landman, bij zijn ploegen,
wieden, wieden, zaaien, bij al de bewer
kingen op zijn akker, van den heer-
schenden krisistijd rekening moet houden
om te kunnen oogsten, om zijne uitba
ting op het natuurlijk peil te kunnen
houden, zoo ook moet onze regeering
van dien uitgesproken Vlaamschen
volkswil, die als een vloed zich opwelt,
rekening houden. De tijd, de tijdsom
standigheden die steden verslindt, waar-
tegen geen tronen bestand zijn, mag
niet blijven over het hoofd gezien wor
den. De heerschers van heden mogen
niet langer minachtend de schouders
ophalen bij die erkende êischen naar
Vlaanderens rechtsherstel. Maar vooral
zou het hun duur te'staan komen, zoo ze
die uitdagende, die tartende houding
laten voortbestaan.
Te Diksmuide gebeurde het verleden
jaar, toen die meer dan honderdduizend
menschen ingetogen hunne dooden her
dachten, op den met hun bloed ge-
drenkten grond, dat een vliegtuig strooi
briefjes wierp, waarin de Vlaamsche ge
sneuvelden voor verdachten uitgeschol
den werdenen toen de door die uit
daging getergde menigte hunne veront
waardiging lucht gaf, werden ze onmee-
doogend uiteengesabeld. Dikwijls bij
andere gelegenheden werden bloedige
incidenten uitgelokt.
Zeker zijn er in ons land lieden die
®et vuur spelen aan hen zij het spreek
woord herinnerd Die met vuur speelt
kan zich verbranden. Een landbouwer
zou zeggen, hun doening zal teniet gaan.
■ansift«3Bi!agËWHitraii!igK!a jaawattmciMaw
Het vraagstuk der 42.000 is opgelost
Met 92 stemmen voor 75 tegen en 4
onthoudingen heefi de Kamer de ver
hindering van lOt.h. op hun vergoeding
Welke door eenige kamerleden voorge
steld was verworpen. Men raakt er dus
niet aan. Ziehier een voorbeeld, hoe die
aeeren de krisis verstaan.
Jonge mannen, 'k durf voor enkele
oogenblikken al uwe aandacht vragen,
we gaan samen eens eventjes praten
over boerenjeugdorganisatie
Heel waarschijnlijk zijn de meesten
uwer diep genoeg overtuigd van het
j groot nut eener goede jeugdvereeniging,
voor hen weze dit praatje dan een spoor
slag om verder al hun krachten aan
hunnen kring te wijdenvoor de ande
ren, en k hoop dat er weinig zijn, weze
het een leidraad die ze in de toekomst
wel eens zullen indachtig zijn.
Waarom wordt er zooveel belang ge
hecht aan de jeugdorganisatie, en waar
om bekommeren wij ons zoozeer om de
boerenjeugdorganisatie Het hoeft niet
meer bewezen en herhaald te worden
dat de toekomst van een stand, van een
volk, van een land, rust in de handen
der jeugd. Het spreekt dan ook vanzelf
dat wij, als boerenvereeniging die ten
zeerste bekommerd is om het geestelijk
en stoffelijk welzijn harer leden, die in
het verleden steeds met hand en tand al
hunne belangen heeft verdedigd, niet
onverschillig staan tegenover een vraag
stuk van zulk kapitaal belang. Wij ook,
wij houden onze oogen gericht op onze
jeugd, zij moet later onzen boerenstand
leiden naar betere wegen. Zij zal dit
doen, als ze nu de jeugdjaren, de schoon
ste en rijkste van het leven, niet onge
bruikt laat voorbijgaan en niet enkel
denkt aan plezieren en vermakenals
er jonge kerels opstaan die vooruit wil
len en zich kunnen verheffen boven het
gewone peil der futlooze massa. In deze
harde tijden van crisis hebben we eens
te meer duidelijk gezien dat een niet-
onderlegde boer meest te lijden heeft
gehad, terwijl anderen door hun bedrijfs
kennis met een kleine krachtinspanning
de grootste tegenslagen trotseerden. We
hebben moeten bestatigen dat velen
onzer welstellende landbouwers door
gebrek aan vakkennis fel achteruit
boerden omdat ze niet bestand bleken
tegen tijdelijke tegenslagen. Zeggen we
zulks als een verwijt
Hoegenaamd niet, omdat de ouderen
nooit de gelegenheid hebben gehad zich
op technisch gebied te ontwikkelen en
omdat we, beter dan wie ook, weten dat
het vroeger onmogelijk was, na de lange,
vermoeiende dagtaak, zich nog bezig te
houden met studie en ontwikkeling. j
Het is geen verwijt, maar zeker een les
waaruit onze jonge boeren wat kunnen
leeren. De ouderen hebben voor u een
sterke vereeniging opgebouwd, de oude
ren organiseerden zich omdat de onder
vinding hen leerde dat ze alleenstaand
niets vermogen, waarom draalt Gij nog
langer van dit alles gebruik te maken
Wie wil vooruitgaan moet met zijn tijd
meê, moet zich aanpassen bij de nieuwe
toestanden. Deze waarheid geldt niet het
minst voor onze landbouwers. Het is
heel moeilijk, zooals we ten andere hoo-
ger reeds zegden, van de ouderen nog
goede vakmenschen te maken, zulks
moet gedaan worden in de jeugdjaren, j
Hierom wordt niet gevraagd dat de
jeugd elke ontspanning, plezier of ver-
maak zou van kant zetten, integendeel.
Een jeugd zonder geestdrift is geen jeugd
en gaat onvermijdelijk ten ondermaar
een jeugd zonder vooruitzicht gaat fa
taal denzelfden weg op. Daarom is het
dat we herhalen en blijven herhalen, dat
al onze jonge mannen zich moeten
vereenigen in onze boerenjeugdafdeeling
en daar samen door voordrachten, in
studiekringen en door studiereizen zich
moeten ontwikkelen om alzoo flinke
boeren te worden
Onze boeren moeten goede, ontwik
kelde vakmannen zijn, doch zij moeten
ook wat verder zien, ze moeten in de
maatschappij den rang bekleeden die hen
toekomt. Boerenzonen weest daarom be
wust van uw waardigheid, weest overal
en altijd lier op uw stand, gij zijt vrije
menschen in Gods vrije natuur en hebt
voor niemand onder te doen. In uwe
handen berust het lot van onzen boeren
stand, zorgt dat het er veilig is. Op U
hebben de ouderen hunne hoop geves
tigd, zorg;, dat die hoop niet beschaamd
wordt. Indien er tot op dit oogenblik in
eerste doel is de leden een goed onder
richt bezorgen, zoo op technisch als op
maatschappelijk gebied. Verliest dit niét
uit het oog, dan wordt weldra onze leuze
bewaarheid, dan redt de boerenstand
zichzelf
■■un» iiuiiMuiKmiiimii
In ons vorig nummer van "De Koorn
bloem,, gaven wij een kortbondig ver
slag over de belangrijke jaarvergadering
van "Het Vlaamsch Economisch Ver
bond,, te Hasselt op 25, 26 en 27 April.
Hieronder geven wij eene motie door
onzen Bestuurder Mr. O. Caudron voor
gesteld. Deze motie genoot groote be
langstelling en werd in haar geheel aan
genomen.
Motie door den heer O. Caudron Be
stuurder der Landbouwersvereeni-
ging "Redt U Zeiven,, te Aalst.
De Algemeene vergadering van het
V. E. V. na kennis genomen te hebben
van de uitleggingen en voorstellen van
den heer Caudron, in zake verzendingen
van Fruiten en Groenten onzer voort-
brengst, naar het binnen- en buitenland,
sluit zich aan bij de wenschen door ge
noemde heer uitgedrukt en die alsvolgt
kunnen samengevat worden
Overtuigd dat de kweek van Fruiten
en Groenten voor ons land van buiten
gewoon belang zijn en voor ons volk
eene zekere welstand kunnen meebren
gen, hebben we voor plicht het onze bij
te dragen om deze takken op te voeren
tot eene bron van nationalen rijkdom.
Overtuigd zijnde dat er op gebied van
kweek, sorteering, inpakking, uitvoer,
enz. nog veel te doen is.
Overwegende dat het oogst noodig is
ons niet verder te laten verdringen op
vreemde en zelfs op eigen markten door
vreemde concurentie maar in tegendeel
en gezien de hooge hoedanigheid onzer
produkten, eene eereplaats in te nemen.
Overwegende dat witloof alleen in
ons land wordt geteeld, een bijna uit
sluitend Vlaamsche kuituur is, en bij mil-
lioenen menschen van Europa een nog
onbekend groensel is, om dat alles
achten we het noodig
Het stichten van eene Beroeps
vereniging of Handelskamer
omvattende de kweekers en handelaars
van groenten en fruiten.
Voor doel hebbende
1) De opvoeding van den kweeker te
bewerken om van deze goed verzorgde
en op de markt gevraagde fruiten en
groenten te bekomen.
2) Het regelen van methoden van in
pakking en sorteering, en het vestigen
van een algemeen standaard-type voor
inpakking zoowel voor binned- als
buitenland.
3) Het aanstellen vaneen keurings- en
controledienst die zou gelast worden
streng toezicht uit te oefenen op de on
der het officieel handelsmerk der han
delskamer verzonden vruchten.
4) Het in leven roepen van een re-
klaam- en propagandadienst om deze
groenten en fruiten vooral in het buiten
land te doen kennen, en aldus meer
vraag te verwekken. Dit vooral gelden
de voor onze fijnste fruiten en voor het
witloof dat in de meeste landen zeer
weinig gekend is.
5) Bij de openbare besturen steun en
voorschotten vragen om bovengemeld
programma in werkelijkheid te kunnen
brengenden de, voor heel de natie, zoo
belangrijke takken, te doen bloeien dit
vooral voor de onkosten van uitlandsche
reklaam.
«BiBicnaMiEflntiMHii»
Een nieuw Verdrag met Frankrijk.
Onze lezers zullen door de dagbladen
reeds vernomen hebben, dat tusschen
Frankrijk en de Belgische-Luxemburg-
sche Unie eene wijziging gebracht is
aan het handelsakkoord van 1928-1929.
Door de mededeeling in de bladen is
het niet mogelijk er de juiste draagkracht
van te bepalen. Eerst als wij de officieele
tekst zullen voor ons hebben, zullen wij
uw plaatselijke afdeeling nog geen jeugd- S juist kunnen oordeelen en er op terug
vereeniaina was. aan I rlan fo lenmpn Korir*Viu
vereeniging was, aan U dan te zorgen
dat er eene komt, en beter vandaag dan
morgen. Indien ze wel bestaat, ziet dan
j dat ze steeds goede wegen volgt, haar
komen. De berichten waarvan wij hoo-
ger spraken, geven ons den indruk dat
wij een merkelijk voordeel verkregen
hebben. Zien wij even den toestand na,
zooals hij vroeger was en wat het nieu
we stelsel ons brengen zal.
Door het oude stelsel moesten onze
paarden als invoerrecht in Frankrijk be
talen volgens ouderdom (5 jaar en meer,
min dan 5 jaar, veulens) of 630, 420 en
210 fr. België mocht tegen een vermin
dering van 60 °/0 op dit tarief jaarlijks
5200 koppen invoeren tegen een invoer
recht dus van 225, 170 en 85 fr.
Door het nieuwe stelsel mogen wij
4500 koppen in Frankrijk invoeren met
eene vermindering op bovengemeld
tarief van 40 °/0. Voor het overige statu
quo. Als wij deze cijfers vergelijken, zien
wij dat er hier geene verbetering is.
De aardappelen betaalden vroeger als
invoerrecht in Frankrijk 6 fr. de 100 kg.
Daargelaten de periode van 1 Maart tot
31 Mei, dus het tijdstip van vroege aard
appelen, dan moesten wij 21 fr. betalen.
Onder dit tarief voerden wij uit naar
Frankrijk in 1929 168.885 ton.
Den 19 Juli 1930 werden deze rechten
verhoogd van 6 fr. op 15 fr. Vanaf de
maand Augustus werd bij onze regeering
aangedrongen tusschen te komen en deze
voor ons nadeelige toestand te doen op
houden. Maar de tijd was niet gunstig.
Hier zooals in Frankrijk waren onze di
plomaten in vakantie, en men kon toch
niet vragen deze te onderbreken om zich
met een patatenkwestiè bezig te houden.
Eindelijk is er toch een oplossing ge
komen.
Volgens mededeelingen zal jaarlijks
van België naar Frankrijk en omgekeerd
van Frankrijk in België eene hoeveel
heid van 35,000 ton ingevoerd mogen
worden, met gelijke rechten, t. z. het
invoegezijnde tarief zal voor deze hoe
veelheid verminderd worden met 30 °/0.
Voor 20 °/o van onzen uitvoer in 1929
worden de rechten gebracht op 10,50 fr.
of 45 meer dan in 1929. Voor het
overige gedeelte blijven de rechten
15 fr. de 100 kg.
Deze overeenkomst schijnt bepaald
gesloten te zijn, ons parlement moet het
enkel nog goedkeuren. Maar het zal
goed doen het eerst grondig te onder
zoeken vooraleer zijne goedkeuring
eraan te hechten.
iaoaaiaa an®» 33«bmbb «susten scnwaia
Onze Sinxenreis 24-25 Mei
Namen Dinant Rochefort
Trein en Fiets.
Ons reisplan verscheen reeds in onze
twee vorige nuirimers, we vinden het
dus onnoodig het te herhalen.
Voor dezen die het moesten vergeten
hebben, willen wij hier nogmaals zeggen.
Wij vertrekken 's Zondags smorgens
met den trein uit Aalst om 5,59 uur,
nemen de fiets mede en komen aan in
Namen om 8,18 uur. Hier heeft elk gele
genheid tot Mis hooren.
Zelfde dag gaan wij tot Dinant waar
wij logeeren.
Den 2de dag. Vertrek uit Dinant in
den morgen. Wij gaan tot Jemelle waar
wij om 18,13 uur den trein nemen voor
de terugreis en in Aalst aankomen om
20,32 uur.
Dc prijs is slechts 85 fr.
alles inbegrepen, behalve de noenmalen.
Inschrijvingen kunnen gedaan worden
op ons bureel te Aalst, De Vilander-
Straat. UITERLIJKE DATUM 10
MEI.
■ststzasaaubMBN ssunssraaai salaams
Het groote gevaar dat de ontwikke
ling van onze Kolonie bedreigt is de
steeds toenemende ontvolking. Dit ge
vaar werd langen tijd uit het oog ver
loren, doch heeft zich dezen laatsten tijd
in scherpe verhoudingen aan de alge
meene aandacht opgedrongen, dank zij
de edelmoedige campagne gevoerd door
onze missionnarissen en enkele klaar
ziende kolonialen.
De meeste Europeesche ondernemin
gen welke voorheen in Congo werkzaam
waren hadden enkel voor doel binnen
den kortst moglijken tijd enorme winsten
te verwezenlijken, vandaar een te snelle
industrialisatie welke den landbouw op
den achtergrond drong en tevens een
noodlottigen invloed uitoefende op de
ontwikkeling, der negerbevolking. De
talrijke mijn- en nijverheidsondernemin
gen hadden behoefte aan aanzienlijke
arbeidskracht, de negers werden tot den
arbeid gedwongen niet zelden verre van
hunne geboortestreek. Onvoldoende ge
voed en niet opgeleid tot den zwaren
arbeid in de mijnen, hebben talrijke
zwarte arbeiders na enkelen tijd er het
leven bij verloren.
Dezen laatsten tijd zagen gezonder op
vattingen het licht, inzake den econo-
mischen uitbouw van onze Kolonie. De
Regeering heeft ingezien dat de bloei en
uitbreiding van den landbouw een nood
zakelijkheid is zoowel voorde inlandsche
als voor de Europeesche bevolking in
Congo en dat de inlandsche bevolking
het best tot een intensieven arbeid wordt
opgeleid langs den landbouw. Om het
landbouwvraagstuk ter plaats te bestu-
deeren werd de heer proffesor Leplae,
algemeen Bestuurder van den Land
bouw bij het ministerie van Kolonie
door dit Departement onlangs naar
Congo gezonden. Van zijn hand ver
scheen onlangs een zeer belangwekken
de brochuur over het landbouwvraag
stuk in Congo. Wij vertalen en vatten
hier samen ten behoeve onzer lezers de
bijzonderste bladzijden van gemelde
brochuur. Deze is verdeeld in vier hoofd
stukken behelzende onderscheidenlijk
a) de algemeene inlichtingen betrefFende
de inlandsche bevolking, grond en kli
maat; b) den toestand van den in-
landschen landbouw en de aan te wen
den middelen tot ontwikkelingc) den
toestand der Europeesche cultuur in
Congo en de toe te passen maatregelen
tot hare verdere uitbreidingde inrich
ting en de werking van de landbouw-
diensten bij het ministerie van Koloniën.
A) Algemeene inlichtingen
betreffende volk, klimaat en grond.
1) De landbouwbevolking. De
brochuur van den heer Leplae meldt dat
de inlandsche bevolking van Belgisch
Congo bedragende ongeveer 10 millioen
menschen omtrent geheel bestaat uit
landbouwers. De Ruanda-Urundi telt
3.500.000 inwoners allen landbouwers,
terwijl de 10 millioen bewoners van Bel
gisch Congo verdeeld worden in 3 mil
lioen gezindshoofden en 3 millioen vrou
wen, hetzij dus samen 6 millioen welke
aan landarbeid doen.
De Europeesch landbouwbevolking in
Congo bestond in 1930 uit: Individueele
of alleenstaande kolonialen 420 uitba
tende 122.000 ha.
Missiën 205 uitbatende 83.866 ha.
Landbouwmaatschappijen 408 uitba
tende 3.511.851 ha.
2) Klimaat en aard van den grond.
Het klimaat is in sommige streken gun
stig voor den landbouw (Evenaarspro
vinciën en gedeelte der tropische gewes
ten) en in andere middelmatig (gedeelte
der tropische gewesten welke 5 tot 6
maanden droogte kennen als bvb. de
Katanga). De gronden zelf zijn van ge
middelde of geringe vruchtbaarheid, de
gronden met een rijk natuurlijk op
brengstvermogen zijn eerder schaarsch.
B) Toestand van den inlandschen
landbouw en middelen tot zijne ont
wikkeling.
1) Aard der bebouwing
1) De voortbrengst van levensmidde
len. Deze is de belangrijkste tusschen
de takken van den inlandschen land
bouw zoowel door de beplante opper
vlakte als door de voortgebrachte hoe
veelheden maïs, manioc, sorgho, pataten,
erwten, enz. zijn hier de bijzonderste
producten. Het totaal verbruik dezer
producten door de negerbevolking
wordt per jaar geschat op 3.650.000 ton.
Wat de veeteelt betreft, deze is tot
heden nog van beperkt belang om de
volgende redenenCongo is nog groote-
lijks overdekt met bosschen welke de
uitbreiding van de veeteelt in den weg
staan. Behoudens in de streek der groote
meeren wordt de veeteelt grootelij ks be
lemmerd door de aanwezigheid der tsè-
tsèvliegen. De schapen en geiten uit
Guenea zijn integendeel goed bestand
tegen de ver blijfsvoorwaarden in Bel
gisch Congo, dit is ook het geval met de
hoenders. De inlanders hebben allen een
zeker aantal hennen, eenden, duiven,
schapen en geiten, doch bij gebrek aan
voldoende onderhoud en voeding is de
kweek dezer diersoorten weinig ren-
deerend.
Anderzijds verbruiken de 24.000 Euro
peanen die in Congo verblijven een aan-
WWBjWWWBPHlWW»^
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen.
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
f
,7" "K uil uugenuiiK in uulol ^uueu vuw ons neooen, zuilen wij
1