- 1! JULI - Onze Eierbandel Onze Varkenskweek in gevaar sysi b-H-o t Landbouwweekblad Jeugdvereenigiiig Redt U Z elven Het Aardappelvraagstukj Zitdagen Belangrijk Bericht Het Vlaamsch Hooger Landbouwonderwijs i 2©BïDA@ 5 jULl 1931 PtjJ* 25 e*i9tt«* l3dc JAARGANG Nr 653 *&g« 'ilsp JWBf sr Arbeid adelt Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redaktie: DE VI LAN DERSTRAAT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voor en door de Landbouwers Zaterdag aanstaande schrijven we 11 Juli 1931. De 629s,e verjaardag van de heldhaftige prestatie onzer koene voorouders, de verjaardag van den roemrijken Slag der Gulden Sporen. We hoeven de geschiedkundige fei ten niet meer te herhalen, iedere Vla ming kent de gebeurtenissen die zich af speelden op het Groenigerkouter. Ieder een kent de groote figuren uit het schoo- ne, grootsche verleden van Vlaanderen, de stoere, forsche Breidel, deken der beenhouwers, met naast hem de schijn baar-teere, maar klaarziende deken der wevers, De Coninck.Zij stuwden Viaan- deren's leger, ondanks veel mindere ge talsterkte, ondanks gebrekkige krijgs kundige opleiding, ter overwinning. Wat daar gebeurd is kan alleen een volk verwezenlijken dat eendrachtig alles wil geven, alles wil offeren voor het welzijn van zijn land, dat het be dreigd ziet door vreemde verdrukkers. Wat daar gebeurde weze een altijd durende waarschuwing voor de Leliaarts van heden, degenen die boven en buiten het volk willen staan, en in werkelijk heid en onder alle hoogpunten oneindig ver onder staan. Het weze een waar schuwing voor de steke-blinden die trots alles niet zien willen wat er aan 't ge beuren is in 't Vlaamsche land en in de verste verte niet schijnen te gissen wat er nog gebeuren KAN Dat die verbas terden weten dat men niet ongestraft een volk met zulk een verleden als het onze, honderd jaar lang gedoemd heeft tot een staat van minderwaardigheid. Dat die verfranschte en verfranschende kaste, die goddank een uiterst kleine minderheid uitmaakt, maar door haar geldmacht nog heel wat andere macht in handen heeft, dat ze weten dat heel ons volk terug eensgezind als op Groe nigerkouter, zonder onderscheid van partij, recht staat om te eischen dat gene wat het honderd jaar hardnekkig werd geweigerd, om te eischen dat ze leven mogen hun eigen leven Geen machtsmisbruikende kasteelheeren, geen misleidende politiekers van welke kleur ook, niets kan dien rechtseisch nog bedwingen Op 11 Juli-dag 1931 zullen eens te meer tot in de kleinste dorpkens van Vlaanderen al onze vlaamsch-denkende en vlaamsch-voelende menschen samen schouder aan schouder achter de klau wende leeuwen, al zingend 't vrije lied, door onze rijke landouwen rukken. Onze Vlaamsche boeren, die nog in zich voe len die schoone stam- en rasfierheid, onze boeren jeugd die, wanneer het moet, nog de ijzeren koppen koppig heid van Rodenbach bezit, gansch onzen door en door Vlaamschen boe renstand blijft wat hij steeds was en vraagt krachtiger dan ooit dat onmid dellijk RECHT zou geschieden op ALLE gebied. Hij eischt gelijkheid op dat allen weer onverdeeld hun beste krachten aan de zedelijke en stoffelijke belangen van ons diep gezonken volk zouden kunnen wijden Op Zondag 12 Juli richten we eene reis in naar Flobecq per autobus. Flobecq is het gezocht plaatsje voor toeristen. Gelegen in het hartje der Vlaamsche Ardennen is het een onover trefbaar lustoord op een beboschte hoogte gelegen biedt het aangename en lommerrijke rustplaatsjes. Kortom het is een uitgelezen plaatsje in onze geburen gelegen. Velen zullen willen van de partij zijn en nochtans zijn er maar 35 plaatsen beschikbaar. Het is er dus om te doen aanstonds in te schrijven en niet te wachten tot mor gen of overmorgen. De prijs is slechts 10 fr. per persoon. Een buitenkansje l We zullen vertrekken aan 't lokaa "De Koornbloem,, Groote Markt, Aalst, om '1 uur en rijden over Heldergem, alwaar we de leden van 't omliggende die willen meereizen zullen opnemen aan de Kam, om 11/2 uur. Dus een aangename en mooie reis in 't zicht. Zooals onze lezers in De Koorn bloem van verleden week zullen ge zien hebben, beliep onzen uitvoer van eieren naar England gedurende de vier eerste maanden van dit jaar 79 millioen stuks tegen 113 millioen gedurende het zelfde tijdstip van verleden jaar, zijnde in 1931 een vermindering t van 30 °/0. We zijn dus den goeden weg op om de Engelsche markt, waar we in 1929 nog 38 °lo van onzen totalen uitvoer ver kochten, te verliezen. We stellen het zelfde in nog grootere mate vast voor onzen uitvoer naar Duitschland: in 1930 309 millioen stuks, nu nog 192 millioen, dit is een vermindering van 62 °/0 op een markt waar we in 1929 nog 39 °/o van onzen totalen buitenlandschen afzet aan den man brachten. Deze nuchtere cijfers kunnen ons wel een en ander lee- ren en als we eens een oogslag terug achteruit werpen, dan lijkt het ons of die afnemende vraag naar Belgische eieren in 't buitenland niet een heel toe vallig verschijnsel is. Iedereen herinnert zich nog den 1 krachtdadigen strijd die we inzetten om j de Belgische uitvoerders te verplichten onze eieren te stempelen en tevens de- zelfde verplichting voor de ingevoerde eieren te bekomen. Dit om te beletten dat vreemde hier ingevoerde minder waardige waar, gemengd met de onze, terug door onze handelaars op de bui- j tenlandsche markt zou geworpen wor- j den en alzoo de faam van onze inland- j sche producten een gevoelige knak ge ven. Wat al inkt heeft er niet gevloeid voor deze maatregelen verplichtend werden en tevens een kontrool werd uitgeoefend op de koelhuizen, die wel eens een zeker procent hunner frigo- eieren onder de versche in 't buitenland durfden aanbieden. Dit zijn van die knepen die wel eenmaal kunnen lukken en onze handelaars een flinken stuiver bezorgen, doch waarvan de eerlijke voortbrengers de noodlottige en nood zakelijke gevolgen moeten dragen. Men zal zich nog wel goed herinneren dat we in ons blad van 27 October 1929 onze werking inzetten en herhaaldelijk bij het ministerie van Landbouw, bij de open bare besturen, overal waar het noodig bleek hebben aangedrongen om hooger- vermelde maatregels bij hoogdringend- ïeid te nemen. Andere landen zooals Nederland en Denemarken waren er als de kippen bij om hun hoenderkweekers te beschermen, hier hadden ze tijd ge noeg Tijd genoeg, want eenige door- en-door eerlijke handelaars moesten toch de gelegenheid hebben om hun schaapjes op 't droge te brengen, de boer zou 't al betalen Tijd genoeg, tot andere machtige boerenorganismen het ook noodig vonden, als 't kwaad reeds een heelen tijd woekerde, hunne stem bij de onze te voegen. Dan eindelijk zou men aan den algemeenen druk niet lan ger kunnen weerstaan, de Regeering had zelf de macht niet om onmiddellijk in te grijpen, doch ze zou de Kamers om de machtiging verzoeken. Een wetsont werp werd begin Januari 1930 bij het bureel van den Senaat neergelegd en door al de belanghebbenden werd zon der verpoozen aangedrongen om toch door langer talmen de hoenderkweek, die dan toch nog een zekere winst af wierp, niet ten ondergang te doemen. We kennen den lijdensweg die moest afgelegd worden vóór dit ontwerp"wet„ werd. Van begin Januari tot Augustus, dus 8 volle maanden moesten de heeren studeeren en beraadslagen tot einde lijk in het Staatsblad van 1 Oogst de wet verscheen die de Regeering de lang verwachte machtiging tot regeling van den eierhandel gaf. Nog een klein beetje geduld en op 5 December daaropvol gend, dus weer eens 4 maanden tijdver lies, hadden we de Koninklijke Besluiten betreffende invoer en uitvoer van eieren, besluiten die grootendeels onze wen- schen vertolkten. We hebben nog eens deze geken de feiten opgerakeld om te bewijzen dat de Belgische eier-exportateurs maanden en maanden tijd gehad hebben om door oneerlijken handel enorme winsten op te strijken en alzoo de buitenlandsche af nemers, bijzonder Duitschland en En geland, elke goesting voor onze eieren te ontnemen. We hadden langzaam maar zeker een slechte faam verworven en 't zou niet gemakkelijk meer zijn het vroegere vertrouwen terug te winnen. We hebben hierop gewezen en de aan gegeven uitvoercijfers van 1931, hier boven aangehaald, hebben ons over schot van gelijk gegeven. 30 °/o vermin dering voor Engeland, 62 voor DuitschlandWaar moeten we hiermee naartoe Het binnenlandsch verbruik verhoogen Bijna niet meer mogelijk,en 't zal weinig aarde aan den dijk bren gen. Nieuwe afzetgebieden zoeken in 't buitenland Misschien, en daar heeft de Regeering grootendeels voor te zorgen door goede voorlichting aan de binnen- landsche handelaars door hare consuls, en tevens door de goed doorgevoerde reklaam voor onze produkten in 't bui tenland krachtdadig te steunen. De maatregelen die voorzien zijn in 't Ko ninklijk Besluit van 5 December moeten tevens streng toegepast worden, goede verpakking, sorteering, zuiverheid en hoedanigheid moeten gewaarborgd wor den. Hierdoor ware het misschien ook niet gansch onmogelijk de verloren markten terug te winnen. Laat ons po gen dit te doen en dat de voortbrengers ook de poging krachtdadig steunen. Hieruit valt een goede les te ha len het leere onze voortbrengers dat ze steeds voor hun eigen welzijn degelijke, goed-verzorgde waar ter markt moeten brengen het leere onze handelaars dat ook in den handel eerlijkheid het langst zal blijven duren. Dat beiden in de toekomst meer vooruitziend zijn, opdat geen officiëele maatregelen, die toch maar komen als het te laat is, zouden moeten getroffen worden. MHaMHnKIHIIH»«*«iaHa!HIIIMHNMHH (Vervolg) In ons vorig artikel spraken we over de uiteenzetting van Professor Van Godtsenhoven der Gentsche Landbouw- universiteit. We geven ze hier zoo goed mogelijk weer Bemesting. Als we eens nagaan hoe rondom ons 1 de landbouwer zijn aardappel bemest, dan bemerken we maar al te vaak dat j deze bemesting te éénzijdig is. Meestal overgroote stikstoftoevoer en mangel aan fosfoorzuur en potasch. De overtol lige onbenuttigde stikstof wordt gedu rende het mooi seizoen omgezet in nitri- sche of salpeterzure stikstof, door in- 1 werking der micro-organismen (micro ben) die zich in den grond bevinden, j Deze nitrische stikstof is uiterst oplos baar in water en wordt dan ook meege voerd met de regenwaters, wat een ver lies voor den landbouwer berokkent, i Van den anderen kant zal eene over- j tollige stikstoftoepassing de bladeren en stengels in overmate doen ontwikkelen en eene laattijdige rijpwording veroor- zaken, met eene vermindering van de kwaliteit der knollen (waterachtig). We hoeven dus onze bijzondere aan dacht te wijden aan de verhouding die dient bereikt te worden tusschen de drie hoofdbestanddeelen eener bemesting, 't zij de stikstof, de fosfoorzuur en de potasch. Volgens proeven zou de ideale ver houding wezen2,3 voor de stikstof, 1 voor de fosfoorzuur en 3 voor de pot asch. Dus voor ééne eenheid zuivere fosfoorzuur (P205) zou men 2,3 eenhe den stikstof (N) en drie eenheden pot asch (K20) moeten gebruiken. Wat de keus der meststoffen aangaat, deze zal geleid worden volgens den zuurheids graad (reactie) van den grond. Een grond die een reactie heeft van P. H. 7 wordt aanzien als neutraal (noch zuur noch alcalisch). Is de P. H. minder dan 7,b.v. P. H. 5, dan is dit een bewijs dat de grond zuur is integendeel is de P. H. hooger dan 7, b.v. P. H. 8.5, dan wil dit zeggen dat de grond alca lisch is. De beste bodemreactie (beste graad van zuurheid) voor aardappel teelt zou volgens de laatste landbouw techniek overeenkomen met een P. H.= 5,5, dus een lichtzure. Dus moet men er naar trachten van door de keus der meststoffen de bodemreactie zoo dicht bij het ideale P. H. 5,5 te brengen. Een voorloopig onderzoek van den bodem is dus noodzakelijk om eene de gelijke bemestingsformule te kunnen vaststellen. Inderdaad, indien de bodem reeds erg zuur is b.v. P. H. 4,5 dan hoeven we alcalisch kalkhoudende mest stoffen te gebruiken zooals kalknitraat en ijzerslakken. Is de reactie reeds alca lisch of neutraal dan moet er gebruik gemaakt worden van meststoffen die de zuurheidsgraad van den grond verhoo gen, zooals zwavelzure ammoniak en superfosfaat. Voor wat de potasch aangaat, hier moeten we den nadruk leggen op het voordeel van potaschsulfaat of zwavel zure potasch, en de ruwe potaschzouten verwerpen. Immers de ruwe potasch zouten (kaïniet-sylviniet) alsmede de chloorpotasch, houden eene groote hoe veelheid chloor in deze chdoor werkt heel nadeelig op den plantengroei en vermindert het zetmeelgehalte der knol len. Hij werkt ook heel schadelijk in op de plantenweefsels en zal de aardappel in hoedanigheid doen verminderen, zelfs bij eene vroege toepassing is het bewe zen dat de chloor, niet heel en al verwij derd, nog zijn nadeelige ge volgen £iet voelen op de plant. Integendeel met potaschsulfaat bekomt men de hoogste opbrengsten met knollen van eerste hoe danigheid. In deze tijden van overproductie gaat het er vooral om goede produkten voort te brengen. Het potaschsulfaat heeft dit ander voordeel dat het mag uitgestrooid en ingewerkt worden tege lijkertijd als super en stikstof. De hooge prijs mag nimmer den landbouwer doe:n aarzelen, want met gelijke uitgaven zal nog deze mest stof de ruwe potaschz outen op den ach tergrond stellen. Wat fosfoorzuur aangaat, proeven hebben menigmaal bewezen dat eene rationeele fosfoontiurbemesting de vroegrijpheid in dhand werkt en de hoedanigheid der knollen zeer verhoogt. Ook de hoeveelheid (opbrengst) is er stellig door bevoordeeligid en verhoogd. De stalmest is ook van het hoogste nut voor den aardappel. Geen versche stalmest pas vóór het poten, maar ge teerde stalmest vóór of in begin van den winter ondergeploegd. Versxhe stalmest geeft soms aanleiding tot zi'ekten. De geteerde stalmest, in «den grond, gedurende den groei van den aardappel wordt ontbonden door de m.t'cro-orga- nismen. Uit deze ontbinding wc-rdt kool zuur (C02) vrijgelaten en zal dan ook onder vorm van gas de grond verlaten. De plant in de onmiddellijke neibijheid dier C02-uitwasemingen, zal dr kool zuur benuttigen langs de longrn om (bladeren) tot het vormen der kool ver bindingen in de weefsels (hoofdbesl atnd- deel der plantenweefsels). Die koolverbindingen of koolhydra ten maken trouwens het overgroot du el uit van de droge stof der knallen. Dus laten we samenvatten wat er hoeft ge daan om rationeel en doelmatig een aardappelveld vóór te bereiden en een goede aardappeloogst te verzekeren r 1° Vóór den winter geteerde stalmest onderploegen. 2° De zuurheidsgraad van den bodem bepalen, om de te gebruiken meststoffen te kennen. In dees geval zal uwe land- bouwvereeniging zich wel gelasten om den zuurheidsgraad en formule voor be mesting ter hand te stellen. Over pootgoed en ziekten met al de verwoestingen door de ontaardingsziek- ten teweeggebracht, hunne bestrijding enz., willen we in een volgende bijdrage handelen. 1° Landbouwkundige dienst t AALST. Eiken Zaterdag van 10 tot 12 uur, in ons lokaal De Koorn bloem Groote Markt. 2° Rechtskundige dienst In onze bureelen de Vilanderstraat, Aalst Op Zondag 5 Juli, van 10 uur s' morgens tot 3 u. namiddag. De belanghebbenden welke wenschen Mr Peiffer, Staatslandbouwkundige, te raadplegen over landbouwzaken, kun nen hem gratis spreken in het lokaal "Paviljoen,,, Groote Markt, te Aalst, op den eersten en derden Zaterdag van elke maand, van 8 1/2 tot 9 1 /2 uur. Desnoods mogen zij gemelden heer ook per brief raadplegen, met te schrij ven aan zijn adresVeerstraat, 39, te Dendermonde. Wij|kunnen"met genoegen een schrij ven meedeelen van den heer Minister van Landbouw als antwoord op onze tusschenkomst Den Heer O. Caudron, Bestuurder der Landbouwersveveeniging REDT U ZELVEN de Vilanderstraat, AALST (Oost-Vlaanderen). Heer Bestuurder, Als gevolg op uw schrijven van 17 Juni 1931, heb ik de eer ll te melden dat volgens de verordeningen in voege, de invoer van varkens van welke her- komst ook, verboden ts. Er wordt slechts aan die schikkingen afgeweken voor wat betreft den invoer van varkens herkomstig uit Holland en bestemd om onmiddellijk in de quaran tainestallen afgemaakt te worden, alsook voor eenige dieren van veredeld ras, en vergezeld van hun pedigree, ingevoerd om zekere varkensfokkerijen te verbe teren. Hoogachtend. Voor den Minister: De Algemeene Bestuurder Handteekenonleesbaar. De inhoud is nog niet al te duidelijk. We meenen evenwel dat het ook gaat over geslachte zwijnen en zwijnen- vlttesch. Het spijt ons dat er weer een achter poortje openblijft en dat de zwijnen uit Holland langs de quarantainestallen binnen kunnen. Hoeveel zullen er binnen komen Gaan de Deensche zwijnen niet over Holland gaan We schreven aan den heer Minister voor opheldering en zullen het toeko mende week meedeelen. ïntusschen-kunnen we niet nalaten de i heesr Minister van Landbouw te danken voor zijne tusschenkomst en wel met de hoop .dat het achterpoortje waarvan hooger spraak geen hinder weze voor de goede uitwerkselen der genomen beslis sing. Dus z wijnenk weekers de hardste da gen zijn achter den rug en we mogen ons kortelings aan verbetering verwach- ten. in den handel van slachtzwijnen. Een ongehoorde verwaarloozing waaraan dringend een einde dient gesteld. ]vj'a een'eeuw hardnekkigen strijd heeft het Vla amsc^e v°lk eindelijk zijn hooge- qrlln„l n eigen taal veroverd. Deze is ongetwijfeld een belangrijke u itvooading van ons volk, ÏÏdZM .aaA.il. o„„pheX i i t >oaer onderwijs de volle- bied van het hc 9 hen Vlamingen en *ge gelijkheid ük Er is n»melijk Walen te versm ch)nische of beroeps_ nog het hoogere te ,erljjk het h re onderwijs en irvzor*. thans er„ landbouwonderwijs^ ,eerschen ten na. gelijke wantoestanden? h vojk deele van het Vlaamsche steeds de Zoo wachten wij nog -he Veeart- oprichting van een Vlaaö**. ,aitdringen senijschool, na herhaaldelijk i. ln der Vlaamsche volksvertegezW*. bij de Regeering en bij den Mijpis er van Landbouw schijnt men thans vaö hv °°9er hand eindelijk aan deze oprichting 7 'e denkenDoor de bevoegde landbou. w~ middens werd in menige omstandigheid^ 1 bij de Regeering aangedrongen dat met de inrichting van ons hooger Ve*~ artsenijkundig onderwijs spoed worde" gemaakt en dat de Vlaamsche veeart senijkundige school om wetenschappelij ke zoowel als financieele redenen als bij zonder instituut worde gehecht aan onze Vlaamsche Hoogeschool te Gent. Wij verhopen dat de Heer Van Die voet, onze nieuwe minister van Land bouw, aan deze wenschen welke wij hier met geestdrift bijtreden ten spoedigste het passende gevolg zal geven en aan onzen landbouw een degelijk ingericht veeartsenijkundig onderwijs zal ver schaffen bij machte de vruchten af te .-«. a%wagHiy.MMi »M MUM— 111 I BffMI UM«WM|BBHgBaBB!B De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. SIRIH SIISfflHSRBBHBISBIMHn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 1