Het Schild()riffclen Heel de Wereld rond 8ANQUE CENTRALE DÉ LA DENDRE gfltt LEDEN Export van Groenten en Fruit Voor ai uwe DaoKbewerkmgea m geldplaatsingen Fruitteelt Het Hoekske van Tijl Uilenspiegel 16 Oogst 3 Het beste tijdstip van het jaar om de fruitboomen te schildyriffelen gaat van einde Juli tot half September. Deze grif feling geschiedt met een slapend oog, omdat het geplaatste oog slechts door schiet in de Lente van het volgende jaar. Er wordt ook nog een schildgriffe- ling met een schietend oog toegepast deze geschiedt in April of Mei en het oog dat men op den stam heeft geplaatst schiet korten tijd nadien door. We ver kiezen nochtans de schildgriffeling met slapend oog, deze gróeit nog vast voor den Winter en schiet in de Lente on middellijk door en heeft gansch het goede seizoen om door te groeien tot een kloeke, veelbelovende scheut. Indien men te lang wacht van schild- griffelen loopt men gevaar dat de schors niet meer loskomt en voor het goede tijdstip zijn de knoppen die men hoeft te gebruiken niet voldoende ontwikkeld. De tak waarop men schildgriffelt zal hoogstens tweejarig hout zijn wanneer men denkt dat de groeikracht van den tak onvoldoende is, zal men een paar weken voor 't occuleeren de groeikracht prikkelen door het toedienen van vloei- mest of uitstrooien van snelwerkende stikstofmest. Wanneer het te griffelen boompje te krachtig groeit of te hevig in sap is,moet men wat langer wachten ofwel een paar weken voor de bewerking enkele wor tels afsteken of scheuten innijpen ten einde het vastgroeien te voorkomen. Wanneer er takken zijn die de be werking zouden bemoeilijken moet men die een veertiental dagen op voorhand wegsnoeien. Griffelen is geenszins het werk van oningewijden en alhoewel deze bewer king bij oppervlakkige beschouwing niet al te ingewikkeld schijnt, zijn er toch vele verrichtingen die den goeden uit slag beïnvloeden. Deze zijn de keus der twijgen en der oogen, de keus der stam men, de bewerking op den stam, het snijden van den griffel, het plaatsen en het vastbinden en de latere zorgen er aan toe te dienen. Indien we dus griffelen willen met de grootst mogelijke hoop van allerbeste uitslagen, dan zullen we ook het niet langer meer aanzien als een werk dat valt in 't bereik van om 't even wie,maar integendeel als een werk dat moet ge daan worden met goed overleg en met al de mogelijke voorzorgen er toe ver- eischt. De keus der griffeltwijgen is van 't al lergrootste belang. Men neme ze op ge zonde, kloeke en bejaarde boomen die vele en schoone vruchten geven en de eigenschappen der variëteit bezitten. Vergeet niet dat de griffel evenals het zaad een boom voortbrengt die mis schien honderd jaar zal worden en dus onze grootste zorg noodig heeft. De twijgen moeten goed rijp zijn, de beste vindt men in den kop van den boom. De scheuten of twijgen welke men dan tot het schildgriffelen bestemd zal men onmiddellijk van de bladschij ven ontdoen en niet van de bladstelen. Deze laatste immers zullen u voor 't plaatsen der griffels uitstekend te pas komen en later als ze bij de minste aan raking afvallen leveren ze u 't bewijs dat uw werk gelukt is. Is de keus der grif fels goed gedaan, dan kiest men de stammen uit waarop men de schildgrif feling gaat toepassen. Deze moeten jong zijn en vrij van ziekten en een gladde schors hebben. Bij oude boomen wordt de schildgriffeling niet toegepast om re den dat de schors te dik is en ook te weinig rekbaar. De griffeltwijgen worden zooveel mo gelijk vóór de bewerking afgesneden wanneer men verplicht is de griffeltwij gen op voorhand af te snijden, wikkelt men ze in vochtig gras of steekt men ze met den voet in een aardappelknol, dit om het uitdrogen te beletten. De bewer king te verrichten op den stam bestaat slechts hierin dat men met een goed snij dend griffelmes een langwerpige en een dwarsche insnede geeft dwars door de schors tot op het hout, dan de schors oplicht om er de griffel onder te schui ven. Voor hoogstammige boomen griffelt men niet zelden hoog boven den grond op de plaats waar men gaarne de kruin zag tot stand komen. Bij laagstammige boomen kiest men, zoo laag mogelijk tegen grond, een effen en gladde plaats uit om er de griffel te plaatsen. Van de scheut nog voorzien van de bladstelen snijdt men een oog. Men plaatst het mes 1 of 2 centimeter boven het oog en men snijdt dan diep genoeg onder het oog om de kiem van het oog niet/te kwetsen, om dan 1 of 2 centimeter onder het oog terug boven te komen. Hoveniers en fruitkweekers die al ta melijk handig zijn in deze bewerking, pellen het hout van de schildgriffel uit alhoewel dit niet volstrekt noodig is. Personen die de gewoonte niet hebben van deze bewerking uit te voeren, kun- evengoed het hout er in laten, maar dan de griffel niet te dik snijden. Het is ze ker aan te raden het hout weg te nemen, doch dit is niet volstrekt noodig, want met of zonder hout groeit de griffel vast. Bij het toebinden zal men opletten niet te vast te binden, om het geplaatste oog niette kwetsen, noch te bedekken. Een acht tot tiental dagen na de be werking worden de occulaties nagezien. Deze die los zijn worden herbonden, de bindsels die ingegroeid zijn worden los gesneden en vervangen. Na verloop van ongeveer 14 dagen moet nagegaan wor den of de schildgriffel is gelukt, hetgeen gemakkelijk aan het overgebleven blad steeltje te bemerken is. Is de bladsteel geel dan is de bewerking gelukt. Indien het bladsteeltje opgedroogd is en aan de schors blijft kleven, is dit een bewijs van mislukking. De occulatie blijft den Win ter door slapend en in 't voorjaar snijdt men de onderstammen op den tak opeen 10 cm. boven de veredeling af. De scheut die zich uit het oog ontwikkelt, wordt zoodra zij eenigszins voldoende stevigheid bezit, aan den stomp beves tigd, zoodat hij vertikaal kan opgroeien, ««uowa ïsSSB* ASttSIMIB Wij lezen hierover in de V. E. V.- berichten, maandblad van het Vlaamsch Economisch Verbond, van Juli 1931, on derstaand artikel Deze onzer leden die de besprekin gen van de studiedagen te Hasselt heb ben bijgewoond, zullen zich de belang rijke mededeelingen herinneren die den Heer O. Caudron deed over de verzen ding van onze groenten eti fruit. De heer Caudron wees op de groote servitude die op de verzendingen van groenten en fruit uit onze Vlaamsche provinciën drukt door het feit, dat, in tegenstelling met andere landen, vele onzer handelaars hunne verzendingen nog laten geschieden naar aartsvaderlijk gebruik en zich niet weten aan te passen aan de vereischten die, ook in dit opzicht, de moderne opvattingen stellen. Met dit inzicht stelt de h. Caudron voorover te gaan tot het stichten van eene be- roepsvereeniging of handelskamer, die zich zou gelasten methodische aanwij zingen te verstrekken omtrent den inpak en 't verzenden van de producten van onze groenten- en fruitteelt en tevens een soort van waarborgbureau in te rtchten waar, onder de controol van aangestelde bevoegdheden de verzen ding van deze producten zou geschieden, en die slechts zouden mogen vertrekken nadat ze ter plaatse waren onderzocht en den stempel van vertrouwbaarheid bekomen hadden. Hoe gegrond deze opvattingen en deze mededeelingen van den h. Caudron waren, moge blijken uit dringende vin gerwijzigingen, die van het Belgisch Ge zantschap te Londen uitgaan en waarbij wordt opgemerkt, dat er in Engeland hevige klachten heerschen, omdat som mige Belgische exporteuis, ten einde van de betere prijzen in het voorseizoen te profiteeren, druiven sturen welke op het oog wel mooi van kleur zijn, doch blijken niet voldoende rijp te zijn. Het Belgisch gezantschap te Londen wijst op het gevaar dat er in dergelijke wijze van handelen gelegen is. Het doet op merken dat het voor den goeden naam van het Belgisch fruit gewenscht en aanbevolen is maatregelen te nemen, ten einde den uitvoer van druiven, welke niet voldoende rijp zijn, te voorkomen. Nu we toch op dit kapittel zijn, willen we verder meedeeling geven van de inlichtingen die het Belgisch Consulaat te Tanger doet kennen met het oog op den uitvoer van aardappelen naar Marokko en waarbij in het bijzonder dient gelet te worden op de volgende wenschen van de afnemers "De kwaliteit zandaardappelen is in Marokko gewild.a De hoedanigheid moet prima zijn. De aardappelen dienen goed gesorteerd en gaaf van schil gele verd te worden. Er wordt meestal nauwkeurig gelet op de grondsoorten van de streek waar de waar vandaan komt en dienaangaande worden in de koopcontracten nauwkeurige bepalingen vastgesteld. De zendingen moeten in nieuwe zakken plaats hebben. De beta lingen geschieden meestal bij aankomst. Somtijds wordt crediet verlangd van een of twee maanden.,, Wij kunnen meedeelen dat ons be stuur zich ieverig bezighoudt met het be- studeeren van middelen tot het in uitvoer leggen van de besluiten te Hasselt, met het oog op dit stuk, genomen. Konden wij ertoe geraken, met de medewerking van alle belanghebbenden, een orga nisme in het leven te roepen dat onze Vlaamsche voortbrengers van groenten en fruit zou voorlichten in het praktisch aan den man brengen van hunne pro- dukten en hen tevens hoeden voor het gevaar dat zij loopen hun faam te com- promitteeren, door handelingen als deze die hierboven aan de kaak worden ge steld, dan zou er, naar wij meenen, in dit opzicht een belangwekkende hervor ming zijn geschied. BELGIË. Onze in en uitvoerhandel over het eerste halfjaar 1931. Volgens de jongste statistiek vertegenwoordigt onze uitvoer over de 6 eerste maanden van 1931 93 t.h. van den invoer tegen 81 t.h. verleden jaar en 92 t.h. in 1929. Deze cijfers toonen aan dat onze handel met het buitenland nog tamelijk goed weer stand biedt aan de huidige economische inzinking. Ingevolge de ingetreden prijsdaling en de afname der handelsverhandelingen uit oorzaak der crisis, vertoont de in en uitvoer natuurlijk een vermindering ten opzichte der vorige jaren. Deze vermin dering wordt aangetoond door de vol gende vergelijkende cijfers In- en uitvoerhandel over de eerste helft van Invoer 1929 17.450 millioen frank. 1930 16.800 1931 12.700 Uitvoer 1929 16.100 millioen frank. 1930 13.650 1931 11.850 Werft nieuwe leden aan, laat uwe vrienden De Koornbloem lezen dan sluiten ze zich wel aan bij onze rangen. Ieder begrijpt zijn plicht, met taaien moed en volharding aan 't werk. De afname is natuurlijk gevoelig, zij bereikt 27 t.h. voor den in en uitvoer ten opzichte van het jaar 1929. Noch tans is de vermindering in het buitenland nog aanzienlijker. Zoo is de Fransche uitvoer welke ongeveer 25 milliard frank bedroeg gedurende de zes eerste maan den van 1929 gedaald tot 16 1/4 milliard frank, het verlies bedraagt dus 1/3. In Engeland loopt deze vermindering tot 44 °/o. Bij den invoer wordt een lichte ver mindering vastgesteld bij den aankoop van eetwaren en een veel gevoeliger afname bij den aankoop van grondstof fen. Ook de invoer van afgewerkte pro ducten voornamelijk van machines is sterk gedaald ten opzichte van verleden jaar. Hoe verwonderlijk het ook schijne, is de invoer van vreemde automobielen ten opzichte van het jaar 1929 enkel 10 tot 15 °lo verminderd. Het snobisme van de aristocratische middens die nochtans zoo gaarne uitpakken met patriotisme oefent ongetwijfeld een zeer ongunstigen invloed uit op onze handelsbalans. Bij den uitvoer dient genoteerd een flinke herneming van den uitvoer van levensmiddelen die verleden jaar onrust wekkend was gedaald. Niettegenstaande een sterke daling der prijzen der eieren en groenten, mag onze landbouw flinke re resultaten boeken dan verleden jaar en is de uitvoer enkel met 17 p.h. ge daald ten opzichte van het jaar 1929. De uitvoer van onze afgewerkte pro- dukten noteert eene vermindering van 27 p.h. tegenover het eerste halfjaar 1929. In Frankrijk bedraagt de afname 34 t.h. De diamantnijverheid is hier het zwaarst getroffen, zij verliest de helft van haren verkoop, dan volgt de metaal nijverheid. De textielnijverheid ziet haren uitvoer dalen van 2.100 millioen frank tot 1.500 millioen frank. Nochtans kan als een gunstig factor in dit vak worden be schouwd, dat kleederen en witgoed van allen aard niettegenstaande de prijsda ling het peil der twee vorige jaren heb ben behouden. Opgave der gevallen van mond en klauwzeer. Week van 2 Aug. tot 9 Aug. Getal besmette hoeven provincie West-Vlaanderen 1. De misbruiken bij het uitbetalen der pensioenen. Het verslag van den Heer Francqui over de misbruiken bij de uitbetalingen van militaire en ouderdomspensioenen hebben allerwege heel wat stof opgejaagd. Wij hebben er hier de aandacht op gevestigd in ons vorig nummer. Wij hebben er niets tegen dat men aan diegenen die er recht op hebben in de volle mate het invaliditeitspensioen en het ouderdomspensioen toekent. Doch even onverbiddelijk verklaren wij ons tegen de misbruiken waarvoor de belastingsbetalers in 't algemeen en ook voor een ruim deel onze boeren moeten betalen. Wij vragen ons af waar het ge weten is van de talrijke hoogere officie ren die ten nadeele der gemeenschap groote sommen opstrijken waarop zij geen recht hebben en toch steeds hun mond vol hebben van vaderlandsliefde. Door hun handelwijze brengen zij toch zwaar nadeel aan den welstand des vaderlands. Ook in zake oorlogsschade aan goederen werden aan sommigen met de medeplichtigheid van enkele weinig kiesche ambtenaren ten nadeele der gemeenschap enorme sommen uit betaald. Wij vragen dat desomtrent ook een scherp onderzoek worde ingesteld. Het algemeen belang vergt dat 1) in verstandhouding met de erkende groe peeringen van oud-strijders, invalieden en mutualiteiten het onderzoek naar de misbruiken worde doorgevoerd zonder zich te laten beïnvloeden door perso nen-kwesties 2) dat het pensioen zon der verwijl ontnomen worde aan al wie er geen recht op heeft3) dat de som men ten onrechte betaald, worden te- ruggeëischt met schadevergoeding 4) dat een strenge boete worde opgelegd aan dezen die bedrog hebben gepleegd, zonder eenig onderscheid5) en dat hunne namen bekend gemaakt worden met het bedrag der ontvreemdingen waaraan zij zich hebben plichtig ge maakt ten nadeele der gemeenschap. De Antwerpsche koophandel laat terug van zich hooren. De Ant- werpscheHandelskamer heeft een nieuw protest gezonden aan de Regeering te gen wat zij noemt het landbouwprotec- tionisme. Zij heeft het namelijk tegen de ontworpen maatregelen ten voordeele van de inlandsche graanteelt en ten voordeele van onze veeteelt, en bestem pelt al deze maatregelen als rampspoe dig voor 's lands economie en als van aard om de levensduurte op schrikwek kende wijze te doen stijgen. Argumen ten tot staving van haar standpunt haalt de Antwerpsche Handelskamer niet aan, zij bepaalt zich zooals in haar protest bij algemeene beweringen die grootendeels ongegrond, overdreven en onrechtvaar dig zijn. Wij hebben de houding der Antwerp sche Handelskamer reeds in een onzer vorige bijdragen op afdoende wijze in 't ongelijk gesteld en wenschen het dus niet meer te doen om dubbel werk te vermijden. Een paar vragen wenschen we echter aan die heeren te stellen n.l. 1dat zij ons zouden uitleggen hoe een matige verhooging der invoerrechten op een paar landbouwprodukten het le ven zoo schromelijk duur zou maken, dan wanneer naar hun oordeel zulks niet het geval was door de verhooging of invoering van veel zwaardere rechten op 1200 en meer nijverheids- en baa- delsprodukten 2) Hoe zij als puriteinen der handelsvrijheid het over hun gewe ten kunnen krijgen bijzondere vervoer- tarieven en andere gunstmaatregelen te vragen aan de Regeering tot bevorde ring der Antwerpsche haven en van den groothandel. De vrije mededinging op handelsgebied welke volgens hun mede- deeling de onfeilbare oplossing is in eco- j nomische aangelegenheden is toch moei- lijk te verzoenen met staatshulp en staatstusschenkomst. Onze paardenfokkerij en paarden handel. Ook de paardenfokkerij lijdt onder de huidige krisis. In verhouding tot het vorige jaar wordt dit jaar meer vraag naar trekpaarden genoteerd. Nochtans blijkt de vraag nog te gering om de prijzen te verhoogen. Deze bereiken thans tenauwernood zesmaal de vooroorlogsche cijfers, ter wijl de fokkerij kosten zevenmaal hooger zijn dan in 1914. Alleen de groote zware ruinen vinden afzet tegen loonenden prijs. Deze daling der prijzen veroorzaakt natuurlijk eene beperking in den paar- denkweek. Men berekent deze beper king gemiddeld op 25 t. h. 50 t.h. voor de kleine fokkerij, 25 t. h. voor de ge middelde fokkerij, 5 t. h. voor de groote fokkerij. Onze fokkerij blijkt thans juist genoeg voort te brengen voor den huidigen af zet. Een prijsverhooging is niet te ver wachten vóór een terugkeer van het evenwicht tusschen vraag en aanbod in de landen die onze voornaamste klanten zijn. Onze uitvoer over de 5 eerste maan den van dit jaar bedroeg 8069 paarden (veulens, merriën, ruinen en hengsten) voor eene waarde van 43.878,000 frank. Daarvan kocht Frankrijk 6,688 paarden voor fr. 34,216,000 Duitschland 793 paarden voor 6,252,000 fr.; Holland 397 paarden voor 1,572,000 fr. Ander zijds heeft ons land gedurende voormeld tijdperk 13.368 paarden ingevoerd ter waarde van 19.050,000 frank. ENGELAND. De nood van den landbouw. Een verzoekschrift geteekend door 200 par- lementsafgevaardigden werd gericht tot den eersten Minister en den Minister van Landbouw. Het vestigt de aandacht der regeering op den uiterst critischén toestand van de graanteelt en vraagt dringende hulp voor den oogst van dit jaar. Deze maatregelen zouden enkel tijdelijk zijn in afwachting dat een wet tot stand kome waardoor de graanknl- tuur wordt geregeld op bestendige eco nomische basis. De aardbeziënoogst en invoer. Onderstaande opbrengstcijfers der 6 laatste jaren wijzen uit dat de aardbe- ziënteelt van groot belang is in England De opbrengst bedroeg in 1925: 35.815.000 kg. 1926 33.885.000 kg. 1927: 20.524.000 kg. 1928: 20.066.000 kg. 1929: 17.272.000 kg. 1930: 19.254.000 kg. Naarmate de opbrengst verminderde, steeg de invoer geleidelijk. Deze is als volgt: 2.787.353 kg. in 1925, 2.634.632 kg. in 1926; 3.628,634 kg. in 1927. 3.995.189 kg. in 1928, 4.075.184 kg. in 1929 en 3.438.279 kg. in 1930. Frankrijk en Nederland zijn de voor naamste leveraars van aardbeziën. DUITSCHLAND De beperking der suikerbeetteelt.— Volgens een bericht der Duitsche sui kerindustrie zullen gedurende het be- drijfsjaar 1931-32 vermoedelijk 228 beetenverwerkende suikerfabrieken in 't Is Zomer Ja, ja, beste lezers en allerliefste le zeressen, als ge 't misschien vergeten waart, Tijl zegt het LIWe zijn in het jaargetijde dat "Zomer,, heet Dat eeuwig en altijd regenen begint me echter stillekens aan de keel uit te hangen, en 'k zou willen weten of dege nen die aan t roer zitten niet een beetje de kluts kwijtgeraakt zijn. Eer het eeni- ge jaren verder is zie 'k onze boeren nog moeten een soort "broeimachien,, koopen om hun oogst te drogen, zoo ver zullen ze 't nog brengen. De eenigen die met dit honden- weder zullen gediend zijn, zijn de fabrikanten van regenjassen en para plu's, en 'k ben zinnens van ook dat stieltje eens te gaan probeeren. Van den anderen kant is het echter triestig die heele stapels strooie hoeden te zien die die in de magazijnen nog zullen be schimmelen. Ik verwacht dat er als ge volg hiervan toekomend jaar een groote overproductie van stroo gaat zijn en als eenig redmiddel daartegen zie ik in 't vervolg de "panama's in den winter te verslijten. Wie lanceert deze nieuwe mode Dat is echter niet het eenige onheil dat de vervloekte regen in ons reeds zoo vochtig tranendal sticht, 'k Hoorde deze week nog ne Brusseleer die van de zee kwam, na 'n heelen hoop verwenschin- gen, zeggen dat ne mensch niet eens meer serieus z'n corpus aan 't strand kan gaan laten "bruinen„en, dat hij nu al die groote kosten voor niks gedaan had. 'k Had er oprecht compassie mee en spontaan klonk het uit m'nmedelijdend hart Heer, zendt ons spoedig zon en warmte, wees die arme sukkelaars ge nadig AS Tijl Uilenspiegel. k werking worden gesteld. Gedurende het vorige bedrijfsjaar bedroeg dit aantal 233. De in 1931 aan suikerbeet bezaaide oppervlakte wordt geschat op 352.933 ha. tegen 468.293 ha. in 1930, hetzij eene vermindering van 24,6 ten op zichte van het vorig jaar. NEDERLAND Inkrimping van den varkenskweek. Volgens eene mededeeling in Han delsberichten van 18 Juni blijkt dat bij aanvang Juni 1.1. in Nederland eene ster ke afname van het aantal gedekte zeu gen werd vastgesteld, zoowel in verge- king met Maart 1931 als met Juni 1930. Het groote aantal nog voorhanden zijn de biggen en jonge varkens doet echter vermoeden dat de aanvoer van slacht- varkens gedurende de eerstvolgende drie maanden nog groot zijn zal. Ingevolge het ontbreken van alle in voerrecht zal een groot aantal dezer zwijnen geslacht of ongeslacht den weg nemen naar België en er de prijzen der inlandsche varkens drukken. ZWITSERLAND. Het bevolkingscijfer over de we reld. Volgens het statistisch jaarboek dat de Volkerenbond te Genève eerst daags zal uitgeven, bedraagt het totaal bevolkingscijfer over de wereld 1 milliard 392.500.000 bewoners, onder voorbe houd der cijfers voor Azië, Afghanistan. China en Perzië welke enkel benaderend zijn. Europa komt vooraan met 498.000.000 inwoners Volgen China met 440 millioen, Indie met 348.000.000, Ame rika met 248.000.000, Afrika met 144 millioen, Oceanië telt enkel 9.700.000 inwoners. Voor de landen van Europa werden volgende bevolkingscijfers vastgesteld: Rusland 124 millioen inwoners in Europa-)- 157 millioen in AziëDuitsch land 64 millioen inwoners. Italië 42 millioen, Frankrijk en Enge land 39 millioen,Polen 30 millioen, Span je 22 millioen, Roemenië 17 millioen, Tcheco-Slowakije 14 millioen, Joego slavië 13 millioen, België en Hongarijë 8 millioen. ITALIË. In 1928 werd door Italië nog 6738 ton ammoniak-sulfaat uitgevoegdIn 1930 moesten echter 4480 ton ingevoerd worden. De invoer van Thomasslakken is de laatste twee jaar ook verminderd met 50 °/o. Ver.-St. van AMERIKA Het jaarlijksch verlies dat door de rundertuberculosis veroorzaakt wordt schat men op ongeveer ander half mil liard frank. De gezondheidscommissie, beschikkende over toelagen ten beloope van 600 millioen frank per jaar, geeft jaarlijks gemiddeld 80 hiervan uit voor vergoedingen voor verplichte slachting. wendt U tot de i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 3