Het Schild()riffclen
Heel de Wereld rond
8ANQUE CENTRALE
DÉ LA DENDRE gfltt
LEDEN
Export van
Groenten en Fruit
Voor ai uwe DaoKbewerkmgea m
geldplaatsingen
Fruitteelt
Het Hoekske van
Tijl Uilenspiegel
16 Oogst
3
Het beste tijdstip van het jaar om de
fruitboomen te schildyriffelen gaat van
einde Juli tot half September. Deze grif
feling geschiedt met een slapend oog,
omdat het geplaatste oog slechts door
schiet in de Lente van het volgende
jaar. Er wordt ook nog een schildgriffe-
ling met een schietend oog toegepast
deze geschiedt in April of Mei en het
oog dat men op den stam heeft geplaatst
schiet korten tijd nadien door. We ver
kiezen nochtans de schildgriffeling met
slapend oog, deze gróeit nog vast voor
den Winter en schiet in de Lente on
middellijk door en heeft gansch het
goede seizoen om door te groeien tot
een kloeke, veelbelovende scheut.
Indien men te lang wacht van schild-
griffelen loopt men gevaar dat de schors
niet meer loskomt en voor het goede
tijdstip zijn de knoppen die men hoeft te
gebruiken niet voldoende ontwikkeld.
De tak waarop men schildgriffelt zal
hoogstens tweejarig hout zijn wanneer
men denkt dat de groeikracht van den
tak onvoldoende is, zal men een paar
weken voor 't occuleeren de groeikracht
prikkelen door het toedienen van vloei-
mest of uitstrooien van snelwerkende
stikstofmest.
Wanneer het te griffelen boompje te
krachtig groeit of te hevig in sap is,moet
men wat langer wachten ofwel een paar
weken voor de bewerking enkele wor
tels afsteken of scheuten innijpen ten
einde het vastgroeien te voorkomen.
Wanneer er takken zijn die de be
werking zouden bemoeilijken moet men
die een veertiental dagen op voorhand
wegsnoeien.
Griffelen is geenszins het werk van
oningewijden en alhoewel deze bewer
king bij oppervlakkige beschouwing niet
al te ingewikkeld schijnt, zijn er toch
vele verrichtingen die den goeden uit
slag beïnvloeden. Deze zijn de keus der
twijgen en der oogen, de keus der stam
men, de bewerking op den stam, het
snijden van den griffel, het plaatsen en
het vastbinden en de latere zorgen er
aan toe te dienen.
Indien we dus griffelen willen met de
grootst mogelijke hoop van allerbeste
uitslagen, dan zullen we ook het niet
langer meer aanzien als een werk dat
valt in 't bereik van om 't even wie,maar
integendeel als een werk dat moet ge
daan worden met goed overleg en met
al de mogelijke voorzorgen er toe ver-
eischt.
De keus der griffeltwijgen is van 't al
lergrootste belang. Men neme ze op ge
zonde, kloeke en bejaarde boomen die
vele en schoone vruchten geven en de
eigenschappen der variëteit bezitten.
Vergeet niet dat de griffel evenals het
zaad een boom voortbrengt die mis
schien honderd jaar zal worden en dus
onze grootste zorg noodig heeft.
De twijgen moeten goed rijp zijn, de
beste vindt men in den kop van den
boom. De scheuten of twijgen welke
men dan tot het schildgriffelen bestemd
zal men onmiddellijk van de bladschij
ven ontdoen en niet van de bladstelen.
Deze laatste immers zullen u voor 't
plaatsen der griffels uitstekend te pas
komen en later als ze bij de minste aan
raking afvallen leveren ze u 't bewijs dat
uw werk gelukt is. Is de keus der grif
fels goed gedaan, dan kiest men de
stammen uit waarop men de schildgrif
feling gaat toepassen. Deze moeten jong
zijn en vrij van ziekten en een gladde
schors hebben. Bij oude boomen wordt
de schildgriffeling niet toegepast om re
den dat de schors te dik is en ook te
weinig rekbaar.
De griffeltwijgen worden zooveel mo
gelijk vóór de bewerking afgesneden
wanneer men verplicht is de griffeltwij
gen op voorhand af te snijden, wikkelt
men ze in vochtig gras of steekt men ze
met den voet in een aardappelknol, dit
om het uitdrogen te beletten. De bewer
king te verrichten op den stam bestaat
slechts hierin dat men met een goed snij
dend griffelmes een langwerpige en een
dwarsche insnede geeft dwars door de
schors tot op het hout, dan de schors
oplicht om er de griffel onder te schui
ven.
Voor hoogstammige boomen griffelt
men niet zelden hoog boven den grond
op de plaats waar men gaarne de kruin
zag tot stand komen. Bij laagstammige
boomen kiest men, zoo laag mogelijk
tegen grond, een effen en gladde plaats
uit om er de griffel te plaatsen. Van de
scheut nog voorzien van de bladstelen
snijdt men een oog. Men plaatst het mes
1 of 2 centimeter boven het oog en men
snijdt dan diep genoeg onder het oog
om de kiem van het oog niet/te kwetsen,
om dan 1 of 2 centimeter onder het oog
terug boven te komen.
Hoveniers en fruitkweekers die al ta
melijk handig zijn in deze bewerking,
pellen het hout van de schildgriffel uit
alhoewel dit niet volstrekt noodig is.
Personen die de gewoonte niet hebben
van deze bewerking uit te voeren, kun-
evengoed het hout er in laten, maar dan
de griffel niet te dik snijden. Het is ze
ker aan te raden het hout weg te nemen,
doch dit is niet volstrekt noodig, want
met of zonder hout groeit de griffel vast.
Bij het toebinden zal men opletten niet
te vast te binden, om het geplaatste oog
niette kwetsen, noch te bedekken.
Een acht tot tiental dagen na de be
werking worden de occulaties nagezien.
Deze die los zijn worden herbonden, de
bindsels die ingegroeid zijn worden los
gesneden en vervangen. Na verloop van
ongeveer 14 dagen moet nagegaan wor
den of de schildgriffel is gelukt, hetgeen
gemakkelijk aan het overgebleven blad
steeltje te bemerken is. Is de bladsteel
geel dan is de bewerking gelukt. Indien
het bladsteeltje opgedroogd is en aan de
schors blijft kleven, is dit een bewijs van
mislukking. De occulatie blijft den Win
ter door slapend en in 't voorjaar snijdt
men de onderstammen op den tak opeen
10 cm. boven de veredeling af. De
scheut die zich uit het oog ontwikkelt,
wordt zoodra zij eenigszins voldoende
stevigheid bezit, aan den stomp beves
tigd, zoodat hij vertikaal kan opgroeien,
««uowa ïsSSB* ASttSIMIB
Wij lezen hierover in de V. E. V.-
berichten, maandblad van het Vlaamsch
Economisch Verbond, van Juli 1931, on
derstaand artikel
Deze onzer leden die de besprekin
gen van de studiedagen te Hasselt heb
ben bijgewoond, zullen zich de belang
rijke mededeelingen herinneren die den
Heer O. Caudron deed over de verzen
ding van onze groenten eti fruit.
De heer Caudron wees op de groote
servitude die op de verzendingen van
groenten en fruit uit onze Vlaamsche
provinciën drukt door het feit, dat, in
tegenstelling met andere landen, vele
onzer handelaars hunne verzendingen
nog laten geschieden naar aartsvaderlijk
gebruik en zich niet weten aan te passen
aan de vereischten die, ook in dit opzicht,
de moderne opvattingen stellen. Met
dit inzicht stelt de h. Caudron voorover
te gaan tot het stichten van eene be-
roepsvereeniging of handelskamer, die
zich zou gelasten methodische aanwij
zingen te verstrekken omtrent den inpak
en 't verzenden van de producten van
onze groenten- en fruitteelt en tevens
een soort van waarborgbureau in te
rtchten waar, onder de controol van
aangestelde bevoegdheden de verzen
ding van deze producten zou geschieden,
en die slechts zouden mogen vertrekken
nadat ze ter plaatse waren onderzocht
en den stempel van vertrouwbaarheid
bekomen hadden.
Hoe gegrond deze opvattingen en
deze mededeelingen van den h. Caudron
waren, moge blijken uit dringende vin
gerwijzigingen, die van het Belgisch Ge
zantschap te Londen uitgaan en waarbij
wordt opgemerkt, dat er in Engeland
hevige klachten heerschen, omdat som
mige Belgische exporteuis, ten einde
van de betere prijzen in het voorseizoen
te profiteeren, druiven sturen welke op
het oog wel mooi van kleur zijn, doch
blijken niet voldoende rijp te zijn. Het
Belgisch gezantschap te Londen wijst
op het gevaar dat er in dergelijke wijze
van handelen gelegen is. Het doet op
merken dat het voor den goeden naam
van het Belgisch fruit gewenscht en
aanbevolen is maatregelen te nemen, ten
einde den uitvoer van druiven, welke
niet voldoende rijp zijn, te voorkomen.
Nu we toch op dit kapittel zijn, willen
we verder meedeeling geven van de
inlichtingen die het Belgisch Consulaat
te Tanger doet kennen met het oog op
den uitvoer van aardappelen naar
Marokko en waarbij in het bijzonder
dient gelet te worden op de volgende
wenschen van de afnemers
"De kwaliteit zandaardappelen is in
Marokko gewild.a De hoedanigheid
moet prima zijn. De aardappelen dienen
goed gesorteerd en gaaf van schil gele
verd te worden. Er wordt meestal
nauwkeurig gelet op de grondsoorten
van de streek waar de waar vandaan
komt en dienaangaande worden in de
koopcontracten nauwkeurige bepalingen
vastgesteld. De zendingen moeten in
nieuwe zakken plaats hebben. De beta
lingen geschieden meestal bij aankomst.
Somtijds wordt crediet verlangd van een
of twee maanden.,,
Wij kunnen meedeelen dat ons be
stuur zich ieverig bezighoudt met het be-
studeeren van middelen tot het in uitvoer
leggen van de besluiten te Hasselt, met
het oog op dit stuk, genomen. Konden
wij ertoe geraken, met de medewerking
van alle belanghebbenden, een orga
nisme in het leven te roepen dat onze
Vlaamsche voortbrengers van groenten
en fruit zou voorlichten in het praktisch
aan den man brengen van hunne pro-
dukten en hen tevens hoeden voor het
gevaar dat zij loopen hun faam te com-
promitteeren, door handelingen als deze
die hierboven aan de kaak worden ge
steld, dan zou er, naar wij meenen, in
dit opzicht een belangwekkende hervor
ming zijn geschied.
BELGIË.
Onze in en uitvoerhandel over het
eerste halfjaar 1931. Volgens de
jongste statistiek vertegenwoordigt onze
uitvoer over de 6 eerste maanden van
1931 93 t.h. van den invoer tegen 81 t.h.
verleden jaar en 92 t.h. in 1929. Deze
cijfers toonen aan dat onze handel met
het buitenland nog tamelijk goed weer
stand biedt aan de huidige economische
inzinking.
Ingevolge de ingetreden prijsdaling
en de afname der handelsverhandelingen
uit oorzaak der crisis, vertoont de in en
uitvoer natuurlijk een vermindering ten
opzichte der vorige jaren. Deze vermin
dering wordt aangetoond door de vol
gende vergelijkende cijfers
In- en uitvoerhandel over de eerste
helft van
Invoer
1929 17.450 millioen frank.
1930 16.800
1931 12.700
Uitvoer
1929 16.100 millioen frank.
1930 13.650
1931 11.850
Werft nieuwe leden aan, laat uwe
vrienden De Koornbloem lezen dan
sluiten ze zich wel aan bij onze rangen.
Ieder begrijpt zijn plicht, met taaien
moed en volharding aan 't werk.
De afname is natuurlijk gevoelig, zij
bereikt 27 t.h. voor den in en uitvoer
ten opzichte van het jaar 1929. Noch
tans is de vermindering in het buitenland
nog aanzienlijker. Zoo is de Fransche
uitvoer welke ongeveer 25 milliard frank
bedroeg gedurende de zes eerste maan
den van 1929 gedaald tot 16 1/4 milliard
frank, het verlies bedraagt dus 1/3. In
Engeland loopt deze vermindering tot
44 °/o.
Bij den invoer wordt een lichte ver
mindering vastgesteld bij den aankoop
van eetwaren en een veel gevoeliger
afname bij den aankoop van grondstof
fen. Ook de invoer van afgewerkte pro
ducten voornamelijk van machines is
sterk gedaald ten opzichte van verleden
jaar. Hoe verwonderlijk het ook schijne,
is de invoer van vreemde automobielen
ten opzichte van het jaar 1929 enkel 10
tot 15 °lo verminderd. Het snobisme van
de aristocratische middens die nochtans
zoo gaarne uitpakken met patriotisme
oefent ongetwijfeld een zeer ongunstigen
invloed uit op onze handelsbalans.
Bij den uitvoer dient genoteerd een
flinke herneming van den uitvoer van
levensmiddelen die verleden jaar onrust
wekkend was gedaald. Niettegenstaande
een sterke daling der prijzen der eieren
en groenten, mag onze landbouw flinke
re resultaten boeken dan verleden jaar
en is de uitvoer enkel met 17 p.h. ge
daald ten opzichte van het jaar 1929.
De uitvoer van onze afgewerkte pro-
dukten noteert eene vermindering van
27 p.h. tegenover het eerste halfjaar
1929. In Frankrijk bedraagt de afname
34 t.h. De diamantnijverheid is hier het
zwaarst getroffen, zij verliest de helft
van haren verkoop, dan volgt de metaal
nijverheid.
De textielnijverheid ziet haren uitvoer
dalen van 2.100 millioen frank tot 1.500
millioen frank. Nochtans kan als een
gunstig factor in dit vak worden be
schouwd, dat kleederen en witgoed van
allen aard niettegenstaande de prijsda
ling het peil der twee vorige jaren heb
ben behouden.
Opgave der gevallen van mond
en klauwzeer. Week van 2 Aug.
tot 9 Aug. Getal besmette hoeven
provincie West-Vlaanderen 1.
De misbruiken bij het uitbetalen
der pensioenen. Het verslag van
den Heer Francqui over de misbruiken
bij de uitbetalingen van militaire en
ouderdomspensioenen hebben allerwege
heel wat stof opgejaagd. Wij hebben er
hier de aandacht op gevestigd in ons
vorig nummer.
Wij hebben er niets tegen dat men
aan diegenen die er recht op hebben in
de volle mate het invaliditeitspensioen
en het ouderdomspensioen toekent.
Doch even onverbiddelijk verklaren wij
ons tegen de misbruiken waarvoor de
belastingsbetalers in 't algemeen en ook
voor een ruim deel onze boeren moeten
betalen. Wij vragen ons af waar het ge
weten is van de talrijke hoogere officie
ren die ten nadeele der gemeenschap
groote sommen opstrijken waarop zij
geen recht hebben en toch steeds hun
mond vol hebben van vaderlandsliefde.
Door hun handelwijze brengen zij toch
zwaar nadeel aan den welstand des
vaderlands. Ook in zake oorlogsschade
aan goederen werden aan sommigen
met de medeplichtigheid van enkele
weinig kiesche ambtenaren ten nadeele
der gemeenschap enorme sommen uit
betaald. Wij vragen dat desomtrent ook
een scherp onderzoek worde ingesteld.
Het algemeen belang vergt dat 1) in
verstandhouding met de erkende groe
peeringen van oud-strijders, invalieden
en mutualiteiten het onderzoek naar de
misbruiken worde doorgevoerd zonder
zich te laten beïnvloeden door perso
nen-kwesties 2) dat het pensioen zon
der verwijl ontnomen worde aan al wie
er geen recht op heeft3) dat de som
men ten onrechte betaald, worden te-
ruggeëischt met schadevergoeding 4)
dat een strenge boete worde opgelegd
aan dezen die bedrog hebben gepleegd,
zonder eenig onderscheid5) en dat
hunne namen bekend gemaakt worden
met het bedrag der ontvreemdingen
waaraan zij zich hebben plichtig ge
maakt ten nadeele der gemeenschap.
De Antwerpsche koophandel laat
terug van zich hooren. De Ant-
werpscheHandelskamer heeft een nieuw
protest gezonden aan de Regeering te
gen wat zij noemt het landbouwprotec-
tionisme. Zij heeft het namelijk tegen de
ontworpen maatregelen ten voordeele
van de inlandsche graanteelt en ten
voordeele van onze veeteelt, en bestem
pelt al deze maatregelen als rampspoe
dig voor 's lands economie en als van
aard om de levensduurte op schrikwek
kende wijze te doen stijgen. Argumen
ten tot staving van haar standpunt haalt
de Antwerpsche Handelskamer niet aan,
zij bepaalt zich zooals in haar protest bij
algemeene beweringen die grootendeels
ongegrond, overdreven en onrechtvaar
dig zijn.
Wij hebben de houding der Antwerp
sche Handelskamer reeds in een onzer
vorige bijdragen op afdoende wijze in
't ongelijk gesteld en wenschen het dus
niet meer te doen om dubbel werk te
vermijden. Een paar vragen wenschen
we echter aan die heeren te stellen n.l.
1dat zij ons zouden uitleggen hoe een
matige verhooging der invoerrechten
op een paar landbouwprodukten het le
ven zoo schromelijk duur zou maken,
dan wanneer naar hun oordeel zulks niet
het geval was door de verhooging of
invoering van veel zwaardere rechten
op 1200 en meer nijverheids- en baa-
delsprodukten 2) Hoe zij als puriteinen
der handelsvrijheid het over hun gewe
ten kunnen krijgen bijzondere vervoer-
tarieven en andere gunstmaatregelen te
vragen aan de Regeering tot bevorde
ring der Antwerpsche haven en van den
groothandel. De vrije mededinging op
handelsgebied welke volgens hun mede-
deeling de onfeilbare oplossing is in eco-
j nomische aangelegenheden is toch moei-
lijk te verzoenen met staatshulp en
staatstusschenkomst.
Onze paardenfokkerij en paarden
handel. Ook de paardenfokkerij lijdt
onder de huidige krisis. In verhouding
tot het vorige jaar wordt dit jaar meer
vraag naar trekpaarden genoteerd.
Nochtans blijkt de vraag nog te gering
om de prijzen te verhoogen.
Deze bereiken thans tenauwernood
zesmaal de vooroorlogsche cijfers, ter
wijl de fokkerij kosten zevenmaal hooger
zijn dan in 1914. Alleen de groote zware
ruinen vinden afzet tegen loonenden
prijs.
Deze daling der prijzen veroorzaakt
natuurlijk eene beperking in den paar-
denkweek. Men berekent deze beper
king gemiddeld op 25 t. h. 50 t.h. voor
de kleine fokkerij, 25 t. h. voor de ge
middelde fokkerij, 5 t. h. voor de groote
fokkerij.
Onze fokkerij blijkt thans juist genoeg
voort te brengen voor den huidigen af
zet. Een prijsverhooging is niet te ver
wachten vóór een terugkeer van het
evenwicht tusschen vraag en aanbod in
de landen die onze voornaamste klanten
zijn. Onze uitvoer over de 5 eerste maan
den van dit jaar bedroeg 8069 paarden
(veulens, merriën, ruinen en hengsten)
voor eene waarde van 43.878,000 frank.
Daarvan kocht Frankrijk 6,688 paarden
voor fr. 34,216,000 Duitschland 793
paarden voor 6,252,000 fr.; Holland
397 paarden voor 1,572,000 fr. Ander
zijds heeft ons land gedurende voormeld
tijdperk 13.368 paarden ingevoerd ter
waarde van 19.050,000 frank.
ENGELAND.
De nood van den landbouw. Een
verzoekschrift geteekend door 200 par-
lementsafgevaardigden werd gericht tot
den eersten Minister en den Minister
van Landbouw. Het vestigt de aandacht
der regeering op den uiterst critischén
toestand van de graanteelt en vraagt
dringende hulp voor den oogst van dit
jaar. Deze maatregelen zouden enkel
tijdelijk zijn in afwachting dat een wet
tot stand kome waardoor de graanknl-
tuur wordt geregeld op bestendige eco
nomische basis.
De aardbeziënoogst en invoer.
Onderstaande opbrengstcijfers der 6
laatste jaren wijzen uit dat de aardbe-
ziënteelt van groot belang is in England
De opbrengst bedroeg
in 1925: 35.815.000 kg.
1926 33.885.000 kg.
1927: 20.524.000 kg.
1928: 20.066.000 kg.
1929: 17.272.000 kg.
1930: 19.254.000 kg.
Naarmate de opbrengst verminderde,
steeg de invoer geleidelijk. Deze is als
volgt: 2.787.353 kg. in 1925, 2.634.632
kg. in 1926; 3.628,634 kg. in 1927.
3.995.189 kg. in 1928, 4.075.184 kg. in
1929 en 3.438.279 kg. in 1930.
Frankrijk en Nederland zijn de voor
naamste leveraars van aardbeziën.
DUITSCHLAND
De beperking der suikerbeetteelt.—
Volgens een bericht der Duitsche sui
kerindustrie zullen gedurende het be-
drijfsjaar 1931-32 vermoedelijk 228
beetenverwerkende suikerfabrieken in
't Is Zomer
Ja, ja, beste lezers en allerliefste le
zeressen, als ge 't misschien vergeten
waart, Tijl zegt het LIWe zijn in het
jaargetijde dat "Zomer,, heet
Dat eeuwig en altijd regenen begint
me echter stillekens aan de keel uit te
hangen, en 'k zou willen weten of dege
nen die aan t roer zitten niet een beetje
de kluts kwijtgeraakt zijn. Eer het eeni-
ge jaren verder is zie 'k onze boeren
nog moeten een soort "broeimachien,,
koopen om hun oogst te drogen, zoo
ver zullen ze 't nog brengen.
De eenigen die met dit honden-
weder zullen gediend zijn, zijn de
fabrikanten van regenjassen en para
plu's, en 'k ben zinnens van ook dat
stieltje eens te gaan probeeren. Van den
anderen kant is het echter triestig die
heele stapels strooie hoeden te zien die
die in de magazijnen nog zullen be
schimmelen. Ik verwacht dat er als ge
volg hiervan toekomend jaar een groote
overproductie van stroo gaat zijn en als
eenig redmiddel daartegen zie ik in
't vervolg de "panama's in den winter
te verslijten. Wie lanceert deze nieuwe
mode
Dat is echter niet het eenige onheil
dat de vervloekte regen in ons reeds zoo
vochtig tranendal sticht, 'k Hoorde deze
week nog ne Brusseleer die van de zee
kwam, na 'n heelen hoop verwenschin-
gen, zeggen dat ne mensch niet eens
meer serieus z'n corpus aan 't strand
kan gaan laten "bruinen„en, dat hij nu al
die groote kosten voor niks gedaan had.
'k Had er oprecht compassie mee en
spontaan klonk het uit m'nmedelijdend
hart Heer, zendt ons spoedig zon en
warmte, wees die arme sukkelaars ge
nadig AS
Tijl Uilenspiegel.
k
werking worden gesteld. Gedurende het
vorige bedrijfsjaar bedroeg dit aantal
233. De in 1931 aan suikerbeet bezaaide
oppervlakte wordt geschat op 352.933
ha. tegen 468.293 ha. in 1930, hetzij
eene vermindering van 24,6 ten op
zichte van het vorig jaar.
NEDERLAND
Inkrimping van den varkenskweek.
Volgens eene mededeeling in Han
delsberichten van 18 Juni blijkt dat bij
aanvang Juni 1.1. in Nederland eene ster
ke afname van het aantal gedekte zeu
gen werd vastgesteld, zoowel in verge-
king met Maart 1931 als met Juni 1930.
Het groote aantal nog voorhanden zijn
de biggen en jonge varkens doet echter
vermoeden dat de aanvoer van slacht-
varkens gedurende de eerstvolgende
drie maanden nog groot zijn zal.
Ingevolge het ontbreken van alle in
voerrecht zal een groot aantal dezer
zwijnen geslacht of ongeslacht den weg
nemen naar België en er de prijzen der
inlandsche varkens drukken.
ZWITSERLAND.
Het bevolkingscijfer over de we
reld. Volgens het statistisch jaarboek
dat de Volkerenbond te Genève eerst
daags zal uitgeven, bedraagt het totaal
bevolkingscijfer over de wereld 1 milliard
392.500.000 bewoners, onder voorbe
houd der cijfers voor Azië, Afghanistan.
China en Perzië welke enkel benaderend
zijn.
Europa komt vooraan met 498.000.000
inwoners Volgen China met 440
millioen, Indie met 348.000.000, Ame
rika met 248.000.000, Afrika met 144
millioen, Oceanië telt enkel 9.700.000
inwoners.
Voor de landen van Europa werden
volgende bevolkingscijfers vastgesteld:
Rusland 124 millioen inwoners in
Europa-)- 157 millioen in AziëDuitsch
land 64 millioen inwoners.
Italië 42 millioen, Frankrijk en Enge
land 39 millioen,Polen 30 millioen, Span
je 22 millioen, Roemenië 17 millioen,
Tcheco-Slowakije 14 millioen, Joego
slavië 13 millioen, België en Hongarijë
8 millioen.
ITALIË.
In 1928 werd door Italië nog 6738
ton ammoniak-sulfaat uitgevoegdIn
1930 moesten echter 4480 ton ingevoerd
worden.
De invoer van Thomasslakken is de
laatste twee jaar ook verminderd met
50 °/o.
Ver.-St. van AMERIKA
Het jaarlijksch verlies dat door de
rundertuberculosis veroorzaakt wordt
schat men op ongeveer ander half mil
liard frank. De gezondheidscommissie,
beschikkende over toelagen ten beloope
van 600 millioen frank per jaar, geeft
jaarlijks gemiddeld 80 hiervan uit
voor vergoedingen voor verplichte
slachting.
wendt U tot de
i