Het Lied van de Zee Voor onze Vrouwen Voor de lekkerbekjes i Aardappeluitroeier Landbouwers A. DUMONCEAU f werd het hoogtepunt bereikt met 3.365 ton. In 1930 slonk de uitvoer tot 2285 ton, doch in 1931 werd weer 3529 ton bereikt. Een vijfde van dezen uitvoer ging naar Londen, terwijl Manchester in 't volle seizoen dagelijksch 80 tot 90 ton afnam. DUITSCHLAND. Regeeringshulp voor de graan- teelt, De Duitsche Regeering heeft nieuwe maatregelen getroffen tot finan- ciëering van den graanoogst.Op al de le veringscontracten van tarwe, rogge en gerst zullen voorschotten 'toegestaan worden door de Centrale Landbouw- bank. Het Rijk heeft aan deze Bank te dien einde de middelen verschaft om kredie ten te verstrekken tegen een interest gaande tot 6 onder den wettigen rentevoet. ITALIË. Het belang van de bloemkoolen teelt. Dit belang blijkt uit volgende cijfers In het seizoen 1930-31 werden in Italië 189.394.000 kg. voor export ge schikte bloemkoolen voortgebracht. Daarvan werden 92.249.100 kg. uitge voerd en Duitschland nam 77 °/0 van deze hoeveelheid. De eierhandel. Vóór den oorlog voerde Italië weinig eieren in en vele uit, In 1913 bedroeg dé uitvoer 24.800.000 kg. ter waarde van 48 millioen lire tegen een invoer van enkel 2.200.000 kg. voor 4 millioen lire. In 1925 steeg zoowel in voer als uitvoer en klom tot 4.675.000 kg. bij den invoer en 30 335.000 kg. bij den uitvoer. Sedert dan is de uitvoer af genomen, terwijl de invoer bleef stijgen. Voor 1930 luiden de statistieken in voer 4.650.000 kg., uitvoèr 8.700.000kg JOEGO-SLAVIË. De Regeeringsbescherming der landbouwbelangen. Ingevolge be slissingen van den Ministerraad tot le niging der financieele crisis, heeft de Minister van Handel en Nijverheid, een wetsontwerp opgesteld dat reeds onder teekend werd door den Koning en dat zekere wijzigingen brengt aan de wet van 5 Juli op het staatsmonopolium be treffende den graanhandel. Voortaan zal de inlandsche markt aan dezelfde verplichtingen onderworpen worden als de aankoopen bestemd voor den uitvoer. De maalderijen zijn ver plicht hunne graanvoorraden te koopen uitsluitend van de Maatschappij belast met den uitvoer welke de aankoopprij zen heeft vastgesteld tusschen 240 en 270 dinars den centenaar volgens de hoedanigheid. Het doel der nieuwe wet is den uit voer te verzekeren van ongeveer 58.000 wagens tarwe aangegeven voor den verkoop en de binnenlandsche markt aan te passen aan de noodwendigheden van den uitvoer. In andere woorden, de binnenlandsche markt moet in zekere mate de verliezen dekken voortspruitende uit den verkoop der voorraden bestemd voor den uitvoer. Baa»»; aims» aaaaaaiiBBBBB - NOVELLE - Ze stormde weer, vanavond... Ze stormde weer en ze huilde, de zee, en ze beukte in razernij den dijk waar tegen haar golven zich te pletter sloegen. Donker was de avond, donker als een hel. Om de visschershutten, waarin wa kende lichtekens pinkten, gierde de wind maar boven zijn jagend geweld, stormde telkens weer op, het huilende lied van de zee. Ze sliepen niet die vele kleine hutten waar visschersgezinnen met schrik te luisteren zaten naar de wreede die weer feeste vierde... Niet dat z'het nog niet vroeger hoor den, dat huilend geweld, o neen... Zóó vele avonden en nachten hadden z'er naar geluisterd met angst in het hart en biddend... biddend tot de Lieve Vrouwe opdat ze den storm stillen zou. En nu weer van avond, pinkten op vele kastjes, op menig schouwken, naast 'n verkleurd heiligenbeeldje trillende kaar sen, en vrouwen en kinderen zaten stille om den haard met gebogen hoofden, en ze baden... Als de nood het hoogst is, dan kan men bidden, zóó vurig... Morgen misschien konden de vis- schers thuis zijn nu speelde de stormen de zee met de zwakke booten en nu vochten de mannen met al de kracht van hun gestaalde lijven tegen de ra zende woede van de golven... Nu baden in al de hutten al de gezin nen, want allen hadden ze iemand in den storm een man of een zoon, een vader of een beminde... In 't verste hutteken ook pinkte'n vale lichteschijn door de matte ruitjes. Vóór 'n oud Lieve Vrouwebeeldje dat er stond in de str denklaarte van twee brandende kaarzen. zat een vrouwke op 'r knieën. Gebogen was haar hoofd, gebogen was haar rug, want vele jaren waren over haar heeigegaan... Diepe groeven, lijnen van sma t, had het wee der jaren in haar gelaat g iegd en in haar oogen was de glans lai g gedoofd... Ze was oud, het vrouwke dat bad. Beven deden haar vingeren, wijl de kralen van den pater noster er doorheengleden beven deden haar lippen, lijk de angst haar harte kloppen deed... ...Zóóvele avonden, vroeger, jaren geleden, had ze hier zitten bidden met in haar hart de wreede angst van het onzekere, die streed met de hoop van haar vurig gebed. Zóóvele avonden had ze om hulpe gesmeekt... Maar de zee had haar niet gespaard. Haar man, haar oudste zoon, haar broer, ze waren weggebleven om nooit weer te keeren. Eén had ze behouden haar jongste, haar jongen, haar mooie groote sterke jongen, die nu mee was met de anderen... Nu vocht hij met de maten tegen 't geweld van de stormende zee, nu kwamen ze naar huis... nu...; was hij nog de sterke Narden, de jolige maat... En vuriger bad ze, wijl haar oude vingeren zenuwachtig gleden over de dikke kralen van haren paternoster... Als hij nog leefde... als hij weerkwam... O Lieve Vrouwken... Woester rende de wind voorbij de huisjes, en wilder en luider klonk het stormende lied van de zee... O Lieve Vrouwken... Er was ook een meisje dat bad, met in 'r groote oogen den glans van ver twijfeling en hoop...: 't was in 'n ander huisje, dichter bij den dijk... Vuriger werd de stemme van haar ge bed, en luider joeg de klopping van haar hart, bij ieder stormgehuil. O, de zee... ze droeg op haar razende golven den liefste van haar hart... Narden, -fluisterden stil harr lippen, en de naam klonk vol teederheid. En weer kwamen de golven aange stormd en spetterden schuimend aan stukken tegen den dijk die niet roerde. En dan opeens klonk boven 't gehuil van den storm een zware mannenstem De sloep de sloep Weer bulderde de zee los, maar luider klonk de stem van den man die voortliep, al de huize- kens langs. Het meisje had den kreet gehoord, en ze vloog den donkeren avond in, naar het strand... Het oude vrouwken ook hoorde de zware stemme aan haar deur ken, boven het woeden van den storm uit, en ze sukkelde recht op haar stram me beenen en met 'n bange gejaagdheid in 'r wild kloppend hart strompelde ze haar huizeken uit. De wind gierde om haar hoofd en flapperde haar haren los uiteen, en duwde haar oude lijf tegen 't muurken. Ze hijgde... zou ze nu toch niet weg- kunnen door den storm om haar jongen welkom te gaan heeten, ginds aan het strand... Onze Lieve Vrouwken... bad haar bevende stemme en ze schraagde haar j gebogen gestalte tegen den wind in. Ze sukkelde, en ze stond, en ze viel, neer geduwd... en weer stond ze recht, en hijgde naar adem, en kreunde zijn naam, den naam van haar jongen... Betje, kom... 't Klonk heel dicht bij, met 'n gejaagde frissche vrouwenstem, en meteen voelde ze een sterken arm om haar bevende lijf. Lena... zijt gij het... Ja... Kom... zie ginds de lichten. Al 't volk is te been... Wat 'n geluk dat ze komen, 'k Heb zoo'n schrik gehad... 'k Heb 't zóóvele malen meege maakt, meisje... en 't vrouwke zuchtte. Samen gingen ze, tegen den woeden den wind in, die in hun kleeren joeg en om hun hoofden joelde. Ze gingen traag: 't oude wijveken met korten adem, en 't jonge sterke visschersmeisje, schuttend met haar jeugdig lijf het sukkelig vrouwke... De avond was donker, maar ginds aan de reede spookten lantaarns heen en weer, en wierpen rooden schijn op don kere gestalten van vrouwen en mannen. Er stonden er veel, als ze ginder kwa men, en nog steeds kwamen er andere aan. Kreten klonken, al verwarde kre ten... Zooeven was de sloep in 't zicht geweest, heel dicht bij... nu was ze weer weg, opgenomen door 'n opstormende golf die wit zag van schuim. De mannen zwaaiden de lantaarns, hoog boven hun hoofden de vrouwen gilden, weenden, baden... en daar vóór hen lag de rollende zee te schuimen, wijl boven het dichtbije golvengeklots op klonk haar woeste lied uit de verre baren. Wreed was ze weer, vanavonden haar woede spotte met 't smeekend ge schrei van vrouwen en kinderen... De sloep de sloep Ze was er weer de lichten waren er... en de logge massa van de boot ook: ze was heel dicht nu. Mannenstemmen klonken hun tegen op de reede... stem men van de visschers... De sloepLantaarns zwierden. Forsche mannen schoten vooruit, naar 't water toe om de boot te grijpen en ze aan te halen op 't droge. Tegen hun lij ven botsten de golven, maar ze vochten er tegen. Zouden ze... Onze Lieve Vrouwken, help De sloep danste met de baren mee, voor- en achteruit, op en neer, en spattende schuimgolven vlogen over haar heen. Hoerah Hoerah Ze lag op grond,.. De visschers sprongen 't water in, en ze sleurden en ze wroet ten... Nu waren ze er Goddank Vrouwen riepen luide wijl ze schrei den van vreugde, kinderen klampten zich vast aan moederkes rokken, en in den ordeloozen hoop van weenende vrouwen en roepende mannen zochten de vermoeide visschers de hunnen... Doodop waren ze, t'enden gevoch ten... Maar de vangst was goed ge weest en nu was alles weer vergeten... En daar stonden ook tusschen al de anderen, een oud vrouwke dat schreide, en 'n jong meisje dat 'n naam riep Narden Narden Visschers hoorden den naam ze keerden zich om... beten op de tanden... gingen... Narden Hij 'n kwam nietOp 't strand gingen velen al naar hun hutteken... Narden De zee alleen zong voort, haar hoo- nend lied vol woede en dood. Narden Niemand antwoordde op den kreet, en 't meisje vloog vooruit, naar de visschers die er nog stonden, en met bei 'r handen klampte ze zich vast aan hun leeren vesten die nat waren van de zee- Ze konden niet spreken, de stoeren... in hun oogen lag 'n traan. Over boord... Hij was de beste maat geweest, de sterkste, de edelste... Uitgegleden... de diepte in... Eén gil klonk, één enkele... en ze liep kermend heen... Alles was ze vergeten, ook 't oude vrouwke, dat had gehoord als zij... 't Oude vrouwke dat nu sukkelde op den dijk, waar de wind haar losse haren in 'r gezicht flapte en huilde om haar heen... Narden En de zee ving haar op in haar stor mende golven die klotsten vol schuim, zonder onderbreken. En ver uit de baren klonk woest en luid, het onverstoorde lied in 't razend geweld. Ze was wreed geweest- Morgen zou ze weer liggen droomen, en neuriën, heel zacht, een lied van den dood. B. Putteman. Bewaren van voedingsmiddelen De Groenten. Al vinden we in den Winter de con fituren nog zoo lekker, en is het daarom noodig dat we veel tijd besteden aan het inmaken van fruit, toch moeten we ook zorgen van tijdens den Winter een groo- ten voorraad groenten te hebben; en we kunnen dat heel gemakkelijk. Een goede huisvrouw zal er voor zorgen, nooit een middagmaal op te dienen, zonder groenten. Weliswaar vinden we op een hoeve ook vele groenten die we 's Winters gereed vinden, als b.v. de winterworte len, verschillende koolsoorten, knol selder, porei, witloof enz. Nochtans, dat alleen is niet voldoende, een goede huis vrouw zorgt ook voor afwisseling, en de winter is lang, om zoo maar met een vijftal soorten groenten smakelijke mid dagmalen gereed te hebben. 't Ware ook, en vooral in dezen tijd van crisis, een groote verspilling voor onze landbouwbevolking, van het groot geld uit te geven aan dure versche win tergroenten. En hoe kunnen we het nu aan boord leggen, om heel het jaar door groenten te hebben Weer heel natuurlijk kunnen we dat door ze op te leggen, op verschillende manieren. Wat is toch die Zomertijd aange naam zeggen vele brave vrouwkens, dan zijn er altijd groenten voorhanden maar ze weten niet dat er ook in den Winter lekkere goedkoope groenten zijn. Groenten kunnen we op verscheidene manieren bewaren: 1) door drogen; 2) door pekelen en zouten3) in azijn 4) onder vet5) gesteriliseerd. Op de eerste manier, dus het drogen, kunnen bewaard worden princessen, snijboonen, erwten, soepgroenten. Het drogen van die groenten, berust bijna voor allen op het zelfde princiep, en we zullen daarom enkel de doenwijze uit leggen van princessen. Ze worden ontdaan van vezels, door gebroken en gewasschen. Regenwater koken, met 10 gr. zout per liter. De prin cessen er eventjes laten in opkomen. Ze in een zuiveren doek of mand scheppen om te laten uitlekken. Daarna worden ze op een gespannen doek gelegd, en boven op de stoof gedroogd, 't Gaat echter nog beter door ze op een plank te leggen, die natuurlijk zuiver moet zijn,en ze na het broodbakken in den oven te steken. De gedroogde princessen wor den bewaard in een blikken doos, of zuiver lijnwaden zakje. Vóór 't gebruik worden ze één nacht in koud water ge weekt, en verder bereidt als versche groenten. Om snijboonen op die manier te be waren,hoeft men ze echter eerst in reep jes te snijden. Verder is de handelwijze als hiervoor. Voor selderbladeren, kervel, peter selie, postelein, hebben we eenvoudig eerst de groenten te wasschen.Het voor koken is hier overbodig. Zulke groenten worden gewoonlijk, nadat ze gedroogd zijn, klein gewreven, en dan in blikken doosjes bewaard. De tweede manier van groenten be waren is ze te pekelen of te zouten. Deze manier is reeds heel oud, en sommige menschen denken, dat alles in zout bewaart, en dat dit ook de eenige doenwijze is. Heel zeker bewaart het zout goed, doch, de fijne smaak der groenten wordt er door ontnomen. Het is dus niet de beste doenwijze voor de fijne groen ten. In groote gezinnen waar talrijke ma gen hoeven verzadigd, kan het bewaren der groenten in zout, wel aan te raden zijn, daar men er een groote massa kan bewerken. De groenten die in zout bewaard wor den zijn: snijboonen, princessen,erwten, witte kooien, selder en tomaten. Bespreken we nu eerst de snijboonen. Ze worden ontdaan van de vezels en in reepjes gesneden. Daarna geschikt in een zuiveren pot. Eerst een laag zout, dan een laag groenten. De snijboonen mogen ook gemengd worden met het zout (1 kg. zout 10 kg. groenten).Boven op komt peterselie, die vooraf met wat zout wordt gemengd dit is om de; groe ne kleur te bewaren. Dan legt men er een zuiver doekje op, daarboven een plankje, met een kasseisteen, om te per sen. Princessen. Deze worden gekuischt, doorgebro ken en goed gewasschen. Verder zal men ze behandelen, op dezelfde manier als snijboonen. Erwten. Nadat ze gepeuld en gewasschen zijn, worden ze verder behandeld als snij boonen. De Mirabellen. Onder de vele pruimensoorten bestaat er ééne, wellicht de beste klein rond, van een teeder gele kleur met roze stipjes, zoet, geurig, en best geschikt voor tafel vrucht. Lotharingen is beroemd wegens de overgroote voortbrengst dezer vruchten, waar men haar verbruikt onder vorm van moes, taarten, enz. Ook in de Ar dennen vindt men zeer goede mirabellen, en in tallooze Belgische boomgaarden rijpt deze herfstvrucht tot groote vreug de der talrijke liefhebbers. In onze streken worden mirabellen onder vorm van moes opgediend met gebraden gevogelte of wild, en de lief hebbers stellen dit zeer op prijs ten spijt der Franschen die niet kunnen begrijpen dat men bij kip nog iets anders zou kun nen eten dan salade. En toch, wanneer een Franschman het in België eenigszins gewoon geraakt is, vindt hij deze manier van eten niet meer vreemd, wel integen deel uitmuntend. De pitten dezer vrucht worde ever eens gebruikt tot bereiding eener zeer gezochte, geurige likeur, terwijl de mira bellen zelf gemakkelijk kunnen bewaard worden in flesschen, bokalen, enz. Mirabellenconfituur. De vruchten reinigen en met een weinig water langzaam laten koken. Wanneer de mirabellen gesmolten zijn, giet men ze in een op een kom geplaatste teems, waarin ze met behulp van een soepstamper fijngewreven en doorge daan worden. Zoodanig dat nog alleen de pitten in de teems overblijven. Het verkregen moes wordt gemeten en lang zaam gekookt met 800 grammen suiker per liter moes, terwijl een voortdurend roeren op den bodem van den ketel wenschelijk is om aankleven en aanbran den te vermijden. Wanneer de confituur begint te verdikken, giet men ervan een weinig met een lepel op een telloor, indien zij bij het koud worden opstijft tot een gelatine-achtige siroop, dan is de confituur klaar, en giet men ze in bokalen, waarin ze tot 's anderendaags blijft afkoelen. Men overdekt dan de confituur met een met glycerine bevochtigd rond pa pier, vervolgens met een groot papier dat men door middel van een koordje stevig rond de potten vastbindt. Deze confituur moet in een droge plaats be waard worden. Mirabellen in Siroop. Hiervoor gebruikt men rijpe vruchten die evenwel niet gevlekt of te malsch zijn de pitten worden er uitgehaald en de vruchten gewogen. Eenzelfde ge wicht aan suiker wordt met een weinig water gekookt totdat de suiker siroop achtig wordt en parelt om dit laatste te kunnen waarnemen, neemt men een weinig suiker tusschen duim en wijsvin ger indien er zich een klevige draad vormt bij het openen der vingers, dan is de siroop klaar. Men werpt er de mira bellen in, en laat doorkoken totdat ze doorschijnend zijn; men neemt ze met een schuimlepel uit de siroop en legt ze in bokalen, waarna men de siroop nog vijf minuten laat koken alvorens ze op de vruchten te gieten. Men laat de potten gedurende twee dagen afkoelen. Het sluiten der potten geschiedt dan zooals voor de confituur, en zij worden even eens op een droge plaats bewaard. MELOTTE Voor 't aanstaande seizoen zijn be schikbaar in onze magazijnen 1 De nieuwe gebreveteerde aardappel uitroeiers Mélotte (zwaar model) met automatische opheffing en ingangzetting, dichten oliebak met zelfsmering, een wonder van sterkte en goede werking (gewicht 400 kilo) met voorwiel of met dijssel volgens keus. Het nieuwe model 1931 voor 1 sterk paard of 2 lichte paarden of 2 koeien (gewicht 250 kil.) voorzien der laatste verbeteringen en geleverd met de beste waarborg. Alle machienen voor 't seizoen Volledige keus dubbele ploegen Mé- lotte in alle nummers, met of zonder re gulateur, schoepers met ressortranden, scheepers met stijve tanden, ressorteg gen Mélotte 7, 9 en 12 tanden, stalen eggen voor de velden, ontroomers en alle andere machienen Mélotte met al hunne verwisselstukken. Sleepkettingen, zaaimachienen met speciaal toestel voor loof.landrollen.vet- strooiers, beerpompen, wanmolens (ge wone en opzakkers) raapmolens (nieuw model), enz. enz. Voordeelige prijzen, beste waarborg, Werkhuis. Speciaal ingericht voor alle reparatiën. Hoofd-agentschap der fabrieken Mé lotte en der beroemde machienen Mas- seij-Harris. CASTEUR GEBROEDERS, St Lievens-Essche. Tel. Sottegem 34, De Samengestelde Opgeloste Meststoffen HNAC, NI. Mij. Geldenaeken gebruikt voor uwe RAPEN en wortelen de volledige opgeloste meststoffen UNION. Voor uwe herfstzaaiïngen zal de formule 2-10-10 Opgeloste Union U de schoonste uitslagen geven Voor bestellingen en proeven wende men zich tot Zeiven Aalst. (Toezicht der Staatslaboratoriums) ZAKKING DER MAAG EN BAAR- MOEDER; LOSSE NIEREN; WA TER- EN ADERBREUK GENEZING ZONDER OPERATIE door toepassing dag en nacht zonder ge vaar of ongemak, der nieuwe speciale regelbare toestellen of breukcorseletten met vier dubbele plooibare regeling voorzien van handvormige wederheffen- de kunstmatige proppen deze toestel len zijn de eenigste volledige zonder rug- of zijveeren en zonder ijzerbanden op den onderbuik drukkendede toestellen DUMONCEAU door alle geneeskun digen aanbevolen; laatste wetenschap pelijke ontdekking van groote heelkun dige waarde, zijn volledig gewaarborgd. BEWIJZEN VAN GENEZING Fastré, G., 52, Avendorenstraat, Thienen, maag was volledig gezakt, door ons toestel gansch op de plaats gebracht, eet en drinkt zonder stoornis en heeft zijn werk van machinist op den spoorweg hernomen. Mad. Snauwaert, te ZedelghemHr. Mestdaghs, te BeernemJ. B. Vanden- Houte, Asbeek-AsscheBonte Frans, Stuivenberg, Oostkamp; Wwe Ver- cruysse, Vaandelstraat, 26, Anderlecht, Desmet, 19, Sergeant Debruynestraat, Cureghem, genezen op 6 tot 12 maand. Specialist Breukmeester Belgische firma, opgericht in 1885, Vijf brevetten, zes diplomas met gou den medalies t Brussel 1910; Gent 1913 en 1923; Lyon 1914; Antwer pen en Luik 1930. Kostelooze bezoeken. Raadpleging van 9 tot 2 uur te GEERAERDSBERGEN den 1" Maandag, Hotel de l'Europe, statie. GENT den 2" en 4° Vrijdag Hotel deTermonde, Zuidstatie. AALST, den 1 en 3" Zaterdag, Ho tel du Comte de Flandre, statie. Vraagt uitlegboekje gratis Rue de la Meuse, 65, Brussel.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 4