Doelmatiqe hulp is hoofdzaak 3an de Lezers
Landbouwweekblad
i
ZITDAG
Zifting der Provinciale
landbouwkamer van
Oost-Vlaanderen.
Aanleg van een
Boomgaard
Nu 111
ZONDAG 25 OCT. 1931
Prijs 25 centiem
13d« JAARGANG R 668
WÊBmmammmem
mmmmam i
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord,
Bureel en Redaktie: DE VI LAN DERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor en door
de Landbouwers
Uit oorzaak van ziekte v
Wat andere landen doen, wat de Belgische Regeering
voor de Nijverheid doet, en voor den Landbouw,.. in 1887.
Herhaaldelijk hebben wij aan de hand
van sprekende cijfers aangetoond hoe
andere landen hunne binnenlandsche
voortbrengers (waaronder ze, in tegen
stelling met de Belgische Regeering, ook
de landbouwers tellen) in crisisjaren, en
zelfs in normale tijden, beschermen.
Altijd zijn deze beschermingsmaatre
gelen niet te verrechtvaardigen, we zeg
gen meer, ze zijn niet altijd eerlijk en
getuigen van een eng economisch natio
nalisme dat er zeker niet zal toe bijdra
gen om een gezonden toestand te schep
pen, waarvoor alle volkeren toch hun
beste krachten moeten veil hebben.
Dergelijke methodes verwerpen we dus,
doch we laten niet na ze even onder de
oogen onzer bewindvoerders te brengen
om hen met des te meer reden de wet
telijke eischen der Vlaamsche landbou
wers te kunnen voorleggen. Deze vragen
niet min of meer als "verdediging,, tegen
oneerlijke practijken van anderen en
"bescherming,, voor wat fataal ten
onder zal gaan indien niet krachtdadig
ingegrepen wordt.
In ons nummer van 13 September
wezen we er reeds in enkele woorden op
wat andere landen doen om hun boter-
productie te beschermen. Sommige lan
den, boter-uitvoerders, moedigen hun
voortbrengers aan door het toekennen
van premies voor den uityoer. We noe
men (uit het verslag der Commissie, in
gesteld voor het onderzoeken van het
botervraagstuk)
Oostenrijk. 60 kronen per 100 kg.
Tchéco-Slowakije. 210 kronen per
100 kg.
Polen. 20 zlotys per 100 kg.
Litauwen. 15 cent per kg.
De boterproducenten dier landen be
vinden zich dus in een bevoorrechte
positie en kunnen, dank zij milden Staats
steun, hun producten op vreemde mark
ten beneden den binnenlandschen pro
ductieprijs aanbieden.
Andere landen heffen hooge invoer
rechten, zooalsFrankrijk, Duitschland,
Oostenrijk, Noorwegen, Zweden, Bul-
garië, Hongarije,Roemenië, Zwitserland,
Spanje, Joego-Slavië.Vereenigde Staten,
Litauwen. Zoodoende worden de bui-
tenlandsche producten buiten hun gren
zen gehouden en is de binnenlandsche
boterprijs loonend genoeg om, in geval
van binnenlandsche overproductie, het
overschot op de vreemde markten onder
den voortbrengstprijs aan te bieden. De
gevolgen van dit alles blijven natuurlijk
niet uitde landen ^die aangewezen zijn
op boteruitvoer zien hen belangrijke af
zetgebieden afgesloten, eenige uitweg
de vrij-gebleven markten. Op deze
wordt dan, door het verbreken der ver
houding vraag en aanbod, een heele
ontreddering teweeggebracht, in dit ge
val te veel aanbod, met terzelvertijd
kleinere vraag door vermindering der
koopkracht van de verbruikers, dus een
geweldige prijsinzinking onvermijdelijk
Zoo is het met de boter gegaan.
We hebben in tweede instantie het
vleeschvraagstuk.
We staan hier bijna voor hetzelfde
verschijnsel, met dit verschil, dat ver
scheidene landen eiken invoer van vee
verbieden. In dit geval is Denemarken,
dat hier nochtans geweldige hoeveel
heden vee en vleesch invoert. Frankrijk
staat natuurlijk altijd aan de spits wan
neer hare binnenlandsche markt moet
beschermd worden. We hebben echter
ook die landen welke mee het Oslo
verdrag onderteekenden
versch
rundvleesch 10 432,89 76,37
bevroren
rundvleesch 86,70 432,89 76,37
versch
varkensvleesch 360,72 115,51
Boter - 360,72 192,55
Dit overzicht is natuurlijk verre van
volledig en we zien ook van verdere op
zoekingen af omdat we denken dat deze
feiten op zich zelf beschouwd nog de
zelfde maatregelen voor België niet
wettigen.
Er is echter meer.
Als dit verleenen van uitvoerpremiën,
dit heffen van hooge invoerrechten door
vreemde landen, voor ons nadeelige,
uiterst nadeelige gevolgen heeft, is dan
het systeem van "oog om oog, tand om
tand,, niet noodzakelijk.
Als de feiten bewijzen dat andere lan
den,we bedoelen deze welke nagenoeg in
dezelfde omstandigheden verkeeren als
wij, in dezen crisistijd bate vinden bij
het beschermen der binnenlandsche pro
ducenten door middel van verhooging
der invoerrechten of andere z.g.z. pro
tectionistische maatregelen, hebben wij
dan niet alle redenen om het ook eens te
beproeven
We gaan verder als we weten dat
het Belgisch Staatsbestuur niet aarzelt
wel een door-en-door protectionistische
politiek te voeren ten voordeele van de
nijverheid en nog meermaals tegen de
landbouwbelangen in (dit hebben we
meer dan eenmaal met klinkende cijfers
bewezen, zie hiervoor voorgaande num
mers van "De Koornbloem,,), wat kan
men dan opwerpen als wij,met misschien
meer redenen, hetzelfde vragen.
t Moet voor sommige heeren kinder
spel zijn hier te verbranden wat ze elders
gaan aanbidden. Onwillekeurig zullen
de oudere boeren terugdenken aan de
scherpe crisisjaren der vorige eeuw.
Toen, even als nu, was er een hevige
tegenstand, verzette men zich halstarrig
tegen elke bescherming van den land
bouw. Door den nijpenden nood was
men echter gedwongen in te grijpen en
door de wetten van 18 Juli 1887 en 12-
15 Juli 1895 werden verschillende in
voerrechten geheven op vee, vleesch en
andere landbouwproducten. Van toen
dateeren de tegenwoordig-bestaande
rechten op boter, haver (nu geperekwa-
teerd). De toenmalige prijzen der graan
producten waren echter nog voordeeli-
ger als deze welke nu betaald worden,
terwijl het vleesch en de dierlijke pro
ducten minder te lijden hadden. Des
ondanks oordeelden de Belgische Wet
gevers het noodig ook de invoer van de
veeteeltproducten te belasten. Nu is de
toestand ook zwart voor de veeteelt
uitbaters, zwarter als in 1887. Toen
greep men in onder den drang der om
standigheden, wat doet men nu
We hebben reeds zoovele tegenstrij
dige berichten gehoord en we aarzelen
daarom de laatste over te drukken.
De laatst gehouden Ministerraad zou
Minister Van Dievoet gemachtigd heb
ben een ontwerp van wet gereed te ma
ken dat de art. 1769 en 1773 van het
Burgerlijk Wetboek zou herzien. Deze
artikelen voorzien enkele gevallen van
heirkracht (zooals hagelslag,brand,over
strooming) waarin de huurder gemach
tigd is vermindering van huur te vragen
als het een pacht geldt loopende over
verschillende jaren. De huidige land
bouwcrisis zou als zulkdanig geval van
heirkracht beschouwd worden.
Hoever deze maatregel zal strekken,
kunnen we natuurlijk niet weten vóór
we het definitief ontwerp onder onze
oogen hebben gehad.We onthouden ons
dus van voorbarig commentaar, doch,
indien het voorstel goed uitgewerkt
wordt, zullen zeker heel wat huurders
geholpen worden.
Dit alleen zal echter niet meer baten,
we zijn reeds te ver in het drijfzand ge
zonken.
Het zal noodig zijn dat de maatrege
len door ons en andere landbouwersver-
eenigingen gevraagd, onverwijld door
gedreven worden.
Lapmiddelen kunnen niet meer helpen
en vóór we de pen neerleggen, moeten
weten dat er doelmatige, volle hulp gaat
geboden worden.
Eerder rusten we niet.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 8 November van
10 tot 3 uur.
Uit oorzaak van ziekte van
deir meestergast onzer druk
kerij, zal ons blad deze week
slechts op 4 bladzijden verschij
nen, Wij bidden onze lezers
dit niet ten kwade te duiden.
De Redactie.
De zitting werd gehouden te Gent in
het Provinciaal Bestuur op Vrijdag 16
October om 10 uur, onder voorzitter
schap van den heer A. Van der Linden.
De heer Voorzitter geeft een over
zicht van de toestanden op landbouw
gebied en vraagt de gedachten der leden
over wat de landbouwkamer te doen
staat.
De heer De Vleeschhauwer (Belg.
Boerenbond) geeft een omstandig en
zooals altijd,wat langdradig betoog,over
de toestanden en de te nemen maatre-
gelen.
Hij sprak 22 minuten om de handeling
van den Minister van Landbouw in zake
de stikstofvergunningen goed te praten.
Het scheen dat de heer Van Dievoet
aan de stikstoffabrikanten voldoening
schonk nadat deze beloofden het ammo-
niaksulfaat niet hooger te verkoopen
dan circa 100 fr.(groothandelsprijs).
Hij vind er geen graten in dat het
sulfaat aan dezen prijs zou verkocht wor
den, daar het sulfaat maar 3,2 maal de
prijs van voor den oorlog zou staan.
Hij vind dat de hollandsche suiker-
beetkweekers beter beschermd worden
als de belgische.
Hij verklaart verder dat de tarwe-
kwestie voor goed begraven is dit uit
goede bron te hebben vernomen.
Hij is partijganger van de perekwatie
der rechten op de boter en vind zelfs
2 fr. invoerrecht per kilo op vreemde
boter niet te veel.
Hij geeft kennis van de belachelijke
taksen op vleesch en ingevoerd vee en
zwijnen en stelt voor bij den Minister
aan te dringen om hier een redelijk in-
komrecht voor vreemde invoer te be
komen.
De heer Maenhout (volksvertegen
woordiger) dringt aan om aan den Mi
nisterraad een telegram te zenden. Hij
zegt van ons recht te eischen en zou
liever eene regeeringskrisis verwekken
dan afbreuk te doen van onze gewettig
de eischen.
Hij kritikeert de tusschenpersonen die
groote winsten opstrijken terwijl de
voortbrengers met verlies moeten wer
ken.
De heer Geurden (Opziener Veearts)
kritikeert insgelijks het groot verschil
tusschen de prijzen der voortbrengers en
deze betaald door de verbruikers.
Hij doet het belachelijke uitschijnen
van de bestaande rechten en wijst voor
al op het bedrog op groote schaal aan
de grenzen waar de invoerders niette
genstaande hunne kleine taksen den
Staat nog voor 2/3 bedriegen
Hij wijst erop dat de verschillende
rechten in België geheven op het slachten
van een zwaren stier omtrent 200 fr. be-
loopen terwijl dezelfde stier, ingevoerd
uit den vreemde in kwartieren slechts
6 fr. zou betalen
Hij vraagt ten minste gelijke rechten
voor de inlandsche productie.
Hij verklaart verder dat het Deensch
geslacht vleesch verkocht wordt aan
4 tot 8 fr. de kilo.
Melkvee komt binnen aan 20 fr. per
kop invoerrechten.
Hij vraagt dringende maatregelen en
herziening der invoerrechten.
De heer Haelterman, Appelterre,
klaagt over de verpachtingen van Ni-
nove door de Gentsche godshuizen.
Hij vraagt dat de nijverheidsplanten
als tabak, hop en vlas zouden be
schermd worden en wijst op het bedrog
dat vreemde tabakken voor inlandsche
prima-pijptabak verkocht worden.
De heer De Bruyn controol-veearts
te Stekene) klaagt het bedrog aan bij
den invoer van vee en paarden en
vraagt vooroorlogsche maatregelen in
't belang van den landbouw.
De heer Caudron sluit zich aan bij
r de eischen en kritieken der vorige spre-
kers en vraagt of men in de landbouw-
kamer geene kommissie zou aanstellen
om de toestanden aan de grens te on-
iderzoeken gezien de groote schade aan
de schatkist en aan den landbouw toe
gebracht.
Hij vraagt dat de Kamer het geval der
j verpachtingen van Ninove zou onder
zoeken waar schandelijke misbruiken
werden gepleegd
De heer Van Ceulebroeck is tevreden
dat de tarwekwestie niet doorgaat in
't belang der kiekenkweekers. Hij vraagt
bescherming tegen de concurrentie van
Hollandsche verkoopers van kleine
kuikens.
De heer Scholliers vraagt de quaran
taine voor de hollandsche kiekens.
De heer Geurden bespreekt nog de
invoer van margarine die zonder con-
trool gebeurt.
De heer Danckaert vraagt om door
de pers onze zaak toe te lichten. Hij
vraagt het gedacht van eene manifesta
tie in Brussel.
De heer Voorzitter bespreekt het
voorstel van den heer Caudron en zal de
zaak nader ter studie leggen.
De vergadering stelt zich akkoord met
de volgende motie dewelke in ver
korte termen aan den Ministerraad zal
worden overgemaakt
De Landbouwkamer van Oost-
Vlaanderen in hare algemeene verga-
dering van 16e dezer, te Gent, in het
Provinciaal Bestuur, na kennis geno-
men te hebben van den toestand in
den Landbouw, betreurt dat de hulp
welke onze landbouw zoo dringend
noodig heeft zoo lang op zich laat
wachten, terwijl zoo gezegd in-nood-
verkeerende nijverheden (stikstof,
meststoffen, steenkolen) onmiddellijk
geholpen werden
eischt de onmiddelijke aanpassing
van het bestaande invoerrecht op bo-
ter, aanpassing die minstens Fr. 2 per
kilo moeten bedragen
eischt de herinvoering, met aanpas-
sing van de tegenwoordige geldwaar-
den, van de vooroorlogsche invoer-
rechten op vee en vleesch
vraagt maatregelen om de hop-,
tabak- en vlasteelten te bevoordeeli-
gen
eischt in alles vanwege de Regee-
ring. Parlement en Openbare Besturen,
gelijke berechtiging voor landbouw
zooals voor nijverheid
bezweert de openbare opinie van
België wel te willen inzien dat de
maatregelen door den landbouw ge-
vraagd niet van aard zijn om den le-
vensprijs te verduren, levensprijs die
nog te hoog is, gezien de bespottelijke
prijzen aan den landbouw betaald en
dat die maatregelen eene levenskwes-
tie zijn voor onzen landbouw, 's Lands
eerste nijverheid.
De zitting wordt geheven om 12 1/2 u.
onzen boomgaard vroeger door weg
stervende beplantingen ingenomen was,
dan is het volstrekt noodig de oude wor
tels zorgvuldig uit te rukken, die soms
met schimmels kunnen bedekt zijn, en
zoo de jonge boomen besmetten.
3. Bemesting van den grond.
Het verdient aanbeveling, een vol
doende hoeveelheid meststoffen met den
grond te mengen, die, om zoo te zeggen
tot voorraad voor later zullen bewaard
blijven. Men mag de aanlegbemesting
niet verwarren met de onderhoudsbe-
mesting zij zal zooveel te overvloedi
ger zijn, daar de onderhoudsbemesting
bemoeilijkt wordt wanneer het gras den
grond bedekt.
Om goede, sterke en veel opbrengen
de boomen te bekomen, moet men tij
dens de diepspitting.per hectare 50.000-
60.000 kg. korte stalmest gebruiken. Als
minerale meststoffen geeft men van 1500
tot 2000 kg. metaalslakken, de helft spit
men mede in den grond en de andere
helft werkt men oppervlakkig in, alsook
van 1500 kg. tot 2000 kg. sylviniet of
500 tot 600 kg. chloorpotasch die men
ook goed met den grond mengt.
Volgens de hoedanigheid en de sa
menstelling van den grond geeft men
1500 tot 2500 kg. kalk.
De scheikundige meststoffen, zooals
ik hooger zegde, mogen de helft onder
gespit, en de andere helft oppervlakkig
ingewerkt worden.
Een boomgaard, goed aangelegd en
onderhouden, is voor den landbouwer
een belangrijke bron van inkomsten.
Maar al te dikwijls zien we dat die ver
waarloosd wordt, dat men zich bezig
houdt met fruitsoorten die zich hoege
naamd niet op hunne plaats bevinden,
met waardelooze variëteiten, met zieke
boomen, dikwijls is het als een echt pa
radijs voor alle insekten en ongedierte,
die de waarde van het fruit erbarmelijk
verminderen.
In enkele bijdragen wil ik aantoonen
hoe er dient te werk gegaan, om een
degelijken winstgevenden boomgaard te
bekomen.
1 Ligging en Keus van den grond.
Men zal de boomgaard zoo dicht
mogelijk tegen de woning aanleggen,
t Is een middel om het vee te bewaken,
dat de beplantingen gaarne beschadigt,
alsook om de ongewenschte personen
verwijderd te houden.
Voor de keus van den grond zal men
rekening houden, met de bijzondere
eischen der te kweeken fruitboomen.
Zoo b.v. gedijt de appelaar best in klei
achtige zandgronden, die los en zacht
zijn de perelaar vreest te kleiachtige of
te kalkachtige gronden de steenvruch
ten, als perziken, pruimen, abrikozen,
enz., verkiezen daarenboven een lichte
grond die voldoende kalk bevat.
Nochtans, een grond geschikt voor
graangewassen, die vruchtbaar en wel
doordringbaar is, past ook' voor het
grootste deel der fruitboomen. Vochtige
bodems met ondoordringbaren onder
grond zijn koud, slecht verlucht en daar
door schadelijk voor de fruitteelt. De
boomen zijn er weinig vruchtbaar, de
groei is er laat, de vruchten verliezen
veel van hoedanigheid en worden dik
wijls aangetast door ziekten.
Indien we nu toch op vochtige stand
plaatsen verplicht zijn een boomgaard
aan te leggen, zal men door één van de
volgende middelen den afloop van het
water vergemakkelijken.
1Buizendraineering, In dit geval
neemt men zijn voorzorg de buizen op
zekeren afstand van de boomen te leg-
gen.om te voorkomen dat de openingen
later door de wortels zouden verstopt
worden.
2. Het maken van open grachten.
De grachten worden tusschen de rijen
boomen gegraven. Deze doenwijze is
gemakkelijk en goedkoop, doch soms
gevaarlijk voor de dieren die op den
boomgaard grazen.
2. Voorbereiding van den bodem.
De voorbereiding van den bodem,
voor nieuwe beplantingen bestemd, zal
zooveel mogelijk op 't einde van den
Zomer, of bij 't begin van den Herfst
gedaan worden, omdat op dit tijdstip de
aarde in goede voorwaarden kan be
werkt worden. De beste manier om den
grond te bereiden wanneer men boom
gaarden aanlegt, is de diepspitting, het
geen zoowel met de spade als, met de
ploeg kan geschieden.
In diep omgewoelde gronden dringen
lucfct en warmte gemakkelijk in en hebben
er een weldoenden invloed. In den
Winter zijpelt het te veel water gemak
kelijk door, terwijl in den Zomer, gedu
rende een aanhoudende droogte diep
gespitte gronden lang het noodige vocht
bewaren.
Bij het omwerken van den grond
moet er steeds voor gezorgd worden, de
verschillende lagen van den grond op
hun oorspronkelijke plaats te behouden.
In enkele gevallen kan het soms nuttig
zijn de lagen te mengen, b.v. kleiachtige
stijve grond, welke op een zandachtigen
ondergrond berust of zandachtige grond
welke als onderlaag een kleiachtige of
mergelachtige laag heeft.
Het diepspitten van gansch de opper
vlakte is de beste handelwijzenochtans
kan men ook bedden van 2 tot 3 meter
breedte of vierkanten van 3 tot 4 meter
diepspitten.
De diepte van het spitten verschilt
volgens de natuur van den grond en het
wortelgestel der boomen. Appelen en
peren, bv. op wildeling gegriffeld hebben
een diepgaand wortelgestel, dus zal men
den grond tot op een voldoende diepte
moeten omspitten,waardoor het wortel
gestel zich gemakkelijker zal vertakken.
Indien de uitgekozen plaats voor
(Zie vervolg onderaan voorgaande kol.)
«hm
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen,
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Nederland Noorwegen Zweden