Albrecht Rodenbach K. HEIREWIANS Notariëele Annoncen - AALST - UITSLAG Veeprijskamp Sint Martens Jaarmarkt Het Oogsten der Beeten Wedstrijd van Hengsten Kiekenvoeders Kiekenvoeders Redt U. Zeivers Onzè Kunstenaars 29,Molenstraat,20, HUIZEN 4 STAD AALST van den DER GROOTE VERMAARDE op Woensdag 11 November 1931. I. Voor het grootste getal jonge bees ten (knappers) minstens 8 1. Sonck Arthur, Denderleeuw 2. Sonck Albert, 3. Sonck Jozef, 4. Vereecken R., Pamel. II. Voor het grootste getal magere beesten minstens 8 1. Vinck Remi, Aalst. 2. Blanckaert gebroeders, Overmeire. 3. De Putter R., Denderhautem. 4. Sonck Frans, Denderleeuw. III. Aan den verkooper van het groot ste getal volle vaarzen, melkkoeien, minstens 6: 1. Abbeloos Alfons, Erembodegem. 2. Antheunis Jos., Hamme. 3. De Wilde Ruf., Teralphene. 4. Groeninckx Maur., Ninove. 5. Eylenbosch Jan, St Katharina- Lombeek. IV. Aan den verkooper van de schoonste bekalfde vaars tot 2 tanden 1Abbeloos Alfons, Erembodegem 2 3. Jacobs Victor, Moorsel. 4. Abbeloos Alfons, Erembodegem. 5. De Cock Jos., Opwijck. V. Aan den verkooper van de schoon- ste bekalfde vaars met 4 tot 6 tanden Jacobs Victor, Moorsel. 2. Wierick Theo., Zele. 3. Antheunis René, Hamme. 4. Van Leysebeth Em„ Denderbelle 5. Antheunis Jos., Lokeren. 6. Abbeloos Alfons, Erembodegem. 7. Abbeloos Alois, VI. Aan den verkooper van de schoonste melkkoe bekalfd en onbekalfd 1. Antheunis René. 2. De Cock Camille. 3. Antheunis Jos. 4. De Cock Camille. VII. Voor het vetste, voordeeligst voor de slachting en best gevormde beest, van alle geslacht) Reeks A tot 6 tanden. 1. Tibbaut Albert, Aalst. 2. Vinck Remi, Aalst. 3. Vinck Remi, Aalst. Reeks B boven 6 tanden. 1. De Nayer Louis, Aalst, 2. De Nayer Louis. VIII. Voor de schoonste inlandsche bekalfde vaars, ten hoogste 6 tanden en die in de vorige reeks geen priis be haalde: 1. Blanckaert René, Overmeire. 2. Abbeloos Aloïs, Erembodegem. 3. Van Royen B., Denderbelle. •••••••••••■•■BBneaeeittaaaeAm Enkele wetenswaardigheden over de beeten. Op dit oogenblik is de beetenoogst bijna gedaan, het kan echter geen kwaad wat meer over de beeten te zeggen, het kan misschien voor vele landbouwers van nut zijn voor de volgende oogst. Wij weten door de plantenkunde, dat iedere plant, dus ook de beet, het voed sel opneemt voor het grootste gedeelte langs den wortel. Deze stoffen, allen van verschillenden aard, vindt de plant voor het meerendeel in den grond, 't zij ze een natuurlijk bestanddeel uitmaken van den grond, of t zij dat ze er aangebracht werden door middel onzer bemesting. Het ondergrondswater lost deze voe dende bestanddeelen op. De plant op hare beurt neemt dit voedende water op, door middel van osmose in de zuig- haartjes der wortelen en stuwt het onder invloed van worteldrukking, haarbuis- kracht, zuigkracht der bladeren en door- vliezing van cel tot cel naar het bladge stel. Merken we terloops op, dat het sap tot hiertoe nog niet gebruikt kan worden om nieuwe cellen te vormen of als reserve weggeborgen te worden. In het blad, ja zelfs in alle groene deelen van de plant, wordt er onder invloed der bladgroenkorrels een bereid sap ge vormd, door bijvoeging aan het onbe reide vocht van koolstof, hetwelk door de bladeren aan de lucht ontnomen werd. Het is dit bereid sap, dat dienen moet om nieuwe cellen op te bouwen, ver wondingen te herstellen of als reserve- stof weggeborgen wordt in sommige deelen van de plant, onder meer in de wortels zooals het wel voor de beet het geval is. Hoe meer reservestoffen in de beeten opgeborgen worden, hoe hooger zijne voedende waarde als dierenvoeder t.t.z. zijn gehalte eiwit, suiker, vet en droge stof. Wanneer we nu bestatigen dat som mige landbouwers overgaan tot het oogsten der beeten, dan als de bladeren nog zoo groen staan, en dus nog ten volle hunne werking uitoefenen, dan kunnen we vast en zeker begrijpen, welke groote hoeveelheden reservestof fen nog verhuizen moeten naar d^n wortel en diensvolgens als verloren zijn voor den beetenoogst. Konden we den oogst nu nog uitstellen tot bij de volledige rijpwording, t.t.z. tot wanneer de blade ren geel worden, dan zouden we het maximum van reservestoffen in de wortels en zouden onze beeten fel ver- verhoogen als dierenvoeder. Merken we terloops op dat de inner lijke waarde der beeten maar al te weinig waarde besteed wordt, en nochtans, het is niet den omvang die medehelpt in de dierenvoeding, doch wel den inhoud aan suiker en droge stof, om er maar twee te noemen. Men koopt beeten aan per 100 a 1000 kg., doch men vraagt niet eens naar hun gehalte. Ten einde U een ge dacht te geven omtrent den inhoud der beeten, ziehier wat ik bestatigde bij de ontleding van beeten, geteeld als proef, allen in de zelfde voorwaarden als grond, bemesting, teeltzorgen enz. De Eckendorf bevatte 4 tot 4,40 suiker en 9,50 tot 10,22 °/o droge stof naargelange de variëteit de halve suikerbeet daarentegen behaalde 7 tot 7,90 °/o suiker en 13 tot 13,98 droge stof. Op eene hoeveelheid van 1000 kg. brengt zulks ten slotte een verschil van gemiddeld 32,50 kg. suiker en 36,30 kg. droge stof, wat als dierenvoeder gerekend een rond sommetje uitmaakt. Begrijpt U nu beste lezer, hoe het uitlegbaar is dat uwe dieren vervetten, uwe melkkoeien meer en deugdelijker melk afscheiden of dat gij soms het omgekeerde resultaat bekomt, wanneer U verandert in de dierenvoeding van beetensoort of van beeten welke op verschillenden grond geteeld werden. Behalve de minderwaarde aan voe dingsstoffen, hebben we bij te vroegen oogst nog dit nadeel, dat onze beeten min geschikt zijn tot bewaren. Onze beeten bevatten nog eene te groote hoeveelheid vocht, dat nog verdampen moet, en dat, eens ingekuild, mede helpen zal tot verrotting. Welke middelen hebben we nu ter hand tegenover dezen nadeeligen toe stand Vooreerst het tijdstip van het zaaien. Jaarlijksch bestatigen we dat de land bouwers, die vroeg in het voorjaar zaaien ook vroeger oogsten dan deze die laattijdig hun zaad aan den grond toevertrouwen. En zulks is begrijpelijk. De beet, een tweejarige plant zijnde, zorgt er voor dat vóór het gure jaarge tijde aanbreekt, hare reservestoffen voor het vorige jaar verzameld zijn. Hiertoe heeft de beet een bepaalde groeiperiode van noode. Hoe vroeger de groei begint, hoe vroeger ook de plant hare werking van reserveeren zal kunnen aanvatten en diensvolgens haar slapenden toestand intreden zal. De bemesting speelt voorzeker een even belangrijke rol. Wanneer we onze landbouwers van naderbij beschouwen in hun doen en laten, dan bestatigt men telkens dat hunne bemesting hier op neer komteen groote hoeveelheid stal mest toegediend juist vóór de zaaiing, daarbij een flinke begieting met ale of beir en eene bestrooiing met zwavelzure ammoniak, nitraat of cyanamide. Van potasch, noch fosfoorzuurbemesting geen spraak. Nochtans we weten dat deze minerale bemesting rechtstreeksch inwerkt op de rijpwording. Willen we onze beeten tijdig zien rijpen, dan aarzelen we niet aan onze beetenvelden groote hoeveel- heden fosfoorzuur en potasch toe te ver trouwen, onder vorm van ijzerslakken of supra en sylviniet. Deze meststoffen zul len tevens medehelpen aan de felle ont- j wikkeling der beeten, immers zij hebben groote behoefte aan eene minerale be- mesting. Daar zooeven deed ik opmerken dat j de stalmest meestal toegediend wordt vóór de zaaiing. Hierdoor wordt er een groot gedeelte zijner voedende bestand deelen, als stikstof, fosfoorzuur en pot asch, slechts omgezet en oplosbaar ge- 1 maakt op 't oogenblik dat de beeten moeten rijpen, wat natuurlijk een nieuwe stuwing in den plantengroei teweeg- brengt. Vandaar het laattijdig rijpen. Waarom onze stalmest niet toege- j diend vóór den winter, zoo bijvoorbeeld op het stoppelland, voor het zaaien van de rapen. Welke uitwerkselen bekomen we alsdan Het klein gedeelte ammoniakale stik stof, aanwezig in den verschen stalmest, 1 zal door de rapen ten nutte gemaakt worden. Gedurende zijn verblijf in de grondlagen zal de stalmest stilaan om zetten, zoodat op t oogenblik van het zaaien der beeten eene groote hoeveel heid opneembare stikstof, potasch en fosfoorzuur in den grond aanwezig zal zijn. De jonge plant kan er zich onmid- dejlijk mede voeden, zal de moeilijkheden bij zijne eerste groeiperiode gemakke lijker te boven komen en zal flink door groeien. Daardoor wordt het uitstrooien van snelwerkende stikstofmesten over bodig. Ondertusschen zetten de nog on oplosbare stoffen uit den stalmest om, zoodat de plant ten volle genieten kan over zijn inhoud aan voedende stoffen en diens volgens ook tijdig rijpen zal. Wellicht zal menig landbouwers op werpen: Waar halen we den stalmest vandaan in de maanden Juli-Augustus Moeten we dan ook rond dit tijdstip niet zorgen voor onze aardappelen van t komende jaar en een paar maanden later voor onze graanvelden Voorzeker zal het ons in den beginne moeilijk vallen. Doch konden onze land bouwers er toe besluiten hun stalmest- bemesting steeds toe te passen op de voorvrucht ten profijte van de teelt die deze volgt, dan ware dit vraagstuk ten spoedigste opgelost en zouden ze den weldoenden invloed van deze werkwijze vlug bestatigen. Aan onze vooruitstrevende landbou wers deze doenwijze in praktijk te stel len en ik ben er van overtuigdze zullen in de toekomst vele navolgers vinden. In 1830, met het ontstaan der Vlaam- sche Beweging, kende de Vlaamsche letterkunde een tijdperk van herwording en herleving. Er rezen toen, inderdaad, in Vlaanderen enkele mannen op die, met warme liefde voor hun taal Bezield, met helderzienden blik begaafd en met taai geduld gewapend, den strijd aanvin gen voor behoud van hunne taal en cultuur. Noodig was dit toen ook, want de misprezen volkstaal door de hoogere standen verdrongen, bespot en veracht, was alleen blijven voortleven in den mond der kleine burgerij en van het ge wone volk. Hier ziet men nu de jonge Vlaamsche strijders een hardnekkigen kamp aan gaan ten bate der verdrukte volkstaal. Door hunnen koortsachtigen ijver bij het stichten van kringen ter bevordering der letteren, wordt de Vlaamsche geest weder wakker. Deze jongelingen zijn de baanbrekers, de voorlichters der Vlaam sche dichtkunst na 1830. Toen ook opende zich het tijdperk van de heropbouwing der Vlaamsche tooneelletterkundeevenwel pas in 1860 kwam de eerste aanmoediging vanwege de Regeering ten voordeele der Vlaam sche taal tot stand, door het inrichten van een driejaarlijkschen letterkundigen wedstrijd en door het oprichten van Vlaamsche Schouwburgen. Eenmaal zoover, ontbreekt het niet meer aan tooneelschrijvers, en onder deze laatste treffen we Albrecht Roden bach. Huis van volle vertrouwen Prachtige keus van WINTER-PARDESSUS Gabardinen, Trench-Coats, Impermiabels. X Lederen Vesten Sport- en Ruitersbroeken. Laatste mode Uitmuntende kwaliteit Laagste prijzen. Deze Vlaamsche dichter zag het licht in 1856 te Roeselare, aldaar studeerde hij in de humaniora, om zich later, als S student in de rechten, te Leuven te doen inschrijven. Aanstonds aan het hoofd gesteld der j Leuvensche Vlaamsche Studentenbewe ging, schrijft Rodenbach bezielde gezan gen voor De Vlaamsche Vlagge en Het Pennoen, namelijk Aan Lodewijk De Koninck Het Vlaam sche Studentenvolk Klokke Roe- landt Het Kerelskind "O Nacht Breydel en de Coninck dit laatste bekroond in den letterkundigen prijskamp, uitgeschreven door den Vlaamschen Broederbond ter verheer lijking van Breydel en De Coninck. Rodenbach schreef ook talrijke too- neelwerken zooalsUit den Franschen tijd De Wacht van Vlaanderen "Koning Lear,, (naarShakespear).en ook nog "Gudrun,, het te Antwerpen in 1878 bekroonde spel in vijf bedrijven, dat door zijn aanleg en allegorische bedoeling aan Conscience's Leeuw van Vlaanderen herinnert. Rodenbach's dichtwerken blijken ge groeid te zijn uit des dichters gepraamd gemoed, uit een oprecht diepgevoelde aandoeningde schoonheidsschepping wordt opgewekt door des dichters drang naar Vlaanderens herwording. Zoo innig is Rodenbach's dichterlijke gloed dat ieder vers van hem ons on middellijk ontvoert en in zijne beste ge dichten worden ons hooger kunstgenot aangeboden. Enkele verzen wezen hierbij aange haald in "Fierheid,,, waarin de dichter de Gentsche poorters beschrijft die den voetval aan Hertog Filips den Stoute weigerden Heer grave, vrouw gravin, U groet [uw goede steê En biedt u, zoo 't u mag gelieven [dezen vreê Rodenbach schildert episch breed, maar dramatisch is hij minder behendig hij bezit echter eene sterke verbeelding, een warm gevoel en veel geestdrift. Helaas Eene al te voorbarige dood moest deze verhevene en rijkbegaafde natuur aan den Vlaamschen herwor- dingsstrijd ontrukken in 1880 pas vier en twintig jaar oud overleed onze dich ter ten gevolge eener onmeedoogende longtering. Een standbeeld door Juul Lagae den bekenden beeldhouwer vervaardigd en te Roeselare in 1903 onthuld verbeeldt Rodenbach een blauwvoet uitwerpend en herinnert aldus het nageslacht aan het levensideaal van den jeugdigen en geestdriftigen strijder voor het Vlaam sche Volksrecht. Rodenbach als verdediger van den Vlaamschen volksaard kwam op zijn tijd hij daagde op, juist toen in Vlaan deren een valsche toestand moest wor den weggeruimd. In den beginne diende onze jonge dichter slechts mede te gaan met de sterke strooming die zich in Vlaanderen openbaarde tot het wakker schudden onzer Vlaamsche Nationali teit, later echter oefende hij eenen zelf standigen en sterken invloed op de Vlaamsche jeugd uit. Het boek der ge schiedenis zal eepmaal in gouden letteren Rodenbach's lof vermelden, samen met dat van enkele zelfbewuste en recht geaarde Vlamingen die tot hun dood toe geijverd hebben voor de eenheid der Vlaamsche taal, de verheerlijking der Vlaamsche voorouders, het ongeschon den bewaren van het Vlaamsch karakter en Vlaamsch genie. Filips schoot woedend uit en verweet [den Gentenaren AI wat men in Parijs van Vlaanderen [wist te maren Verweet hun hooveerdij en weder- [spannigheid Maar bovenal die ijzeren, koppen [koppigheid Filip en kon niet meer. O trotsche, [trotsche stede Sprak hij gaat aan en dankt uw m [vree mijn gemalin En groetend hoofsch hun grave, en [dankbaar hun gravin Gerust en kalm, vertrokken de eedle [Gentenaren Helaas waar is der oudren fierheid [nu gevaren Rodenbach's historie-dichtstukken en tooneelspelen werden door hem zelf en zijne gezellen heel West-Vlaanderen door opgevoerdde dichter meende de volksenergie het best te kunnen opwek ken, door het volk een beeld te geven van zijn grootsch en heerlijk verleden Lijst der bekroonde eigenaars. Omschrijving Audenaarde. Wedstrijd van hengsten van 3 jaar. le Prijs: M. Delie Adolf, Ronse, Albion, schimmel. 2e prijs: M. De Clerck Jules, Zulte, Major, schimmel. Wedstrijd van hengsten van 4 jaar en meer. 1e pr.M.M. Vander Beken en Van Lancker gebr., Dickelvenne, Favori, vos. 2e pr.Langhendries Nestor, Etichove, Horizon, baai. 3e pr.: De Craene, Hipp. Ste Maria- Hoorebeke, Mercure, bruin. Omschrijving Eecloo. Wedstrijd van hengsten van 3 jaar. lepr.Dierkens Gebr., Sleydinge, Brin d'Or, baai. 2e pr.Olivier Marcel, Looteuhulle, Popol, bruin. Wedstrijd van hengsten van 4 jaar en meer. le pr.De Sutter Clement, Assenede, Markies, schimmel. 2e pr.Vereecke Vital, Somergem, Barnum, vos. Omschrijving Geeraardsbergen. Wedstrijd van hengsten van 3 jaar. le pr.Omer Van Lancker, Velsique, Charmant, schimmel. Wedstrijd van hengsten van 4 jaar en meer. lepr.Matthys Juul, Nederboulaere, Robert, vos. 2e pr.De Wolf Victor en Mottart, Nederbrakel, San Canio, vos. Omschrijving Gent. Wedstrijd van hengsten van 3 jaar. lspr.Van Poucke Achiel, Nazareth, Dolin, vos. 2e pr.Van Nevel Jules, Zwijnaerde, Espoir, vos. Wedstrijd van hengsten van 4 jaar en meer. lepr,Blomme Jordaan, Vosselaere, Girondin, vos. 2e pr.: Van Poucke Alfons, Nazareth, Cascadeur, vos. 3e pr.Voet Adolf, Deinze, Piot, bruin. 4e pr.Matton Omer, Petegem-D. Indigène, vos. 5e pr.Van Poucke, Achiel, Nazareth, Estimé, vos. 6e pr.Matton Omer, Petegem-D., Patriot, vos. Omschrijving Ninove. Wedstrijd van hengsten van 3 jaar. le pr.R. Van Eeckhoudt, Erembode gem, Albion, bruin. 2e pr.R. Van Eeckhoudt, Erembode gem, Etonnant, bruin. Wedstrijd van hengsten van 4 jaar en meer. le pr.R. Van Eeckhoudt, Erembode gem, Avenir, vos. 2e pr.Steppe Henri, Appelterre, Louis d'Or, vos. 3e pr,R. Van Eeckhoudt, Erembode gem, Victorieux, vos. Omschrijving St Niklaas. Wedstrijd van hengsten van 3 jaar. le pr.Van Goethem Wwe Gregoor, [St Gilles-Waes, Vainqueur, vos. 2e pr.Muylaert Jan, Herdersem, Sergent, vos. Wedstrijd van hengsten van 4 jaar en meer. le pr.Lenaerts Louis, Kieldrecht, Nervien, bruin, s 2e pr.Muylaert Jan, Herdersem, Fargeur, vos. EN ~ZIJN TWEE. De samenstelling kan de prijzen met de helft doen verschillen. In Meelvoeders vooral zal men niet vergeten dat men in vertrouwen moet koopen, want niemand is in staat de echte waarde op oogziens vast te stellen. Proeven op uwe leghennen en kiekens zullen U bewijzen dat de meel- en graanmengelingen van Redt U Zeiven extra zijn. Voor een grooter eieropbrengst en de gezondheid uwer kiekens is het noo dig onze MEELVOEDERS en KOR RELVOEDERS te gebruiken. maakt gebruik van onze diensten, U zult er alle voordeel, zekerheid en ge mak bij hebben. TECHNISCHE DIENST maken van plans en bestekken voor bouw en draineering. Verkoop van pan nen, eternit, draineerbuizen, kalk, ce ment enz. enz. Alle inlichtingen worden per brief verschaft of mondelings gegeven op on ze bureelen. Op aanvraag komen we ter plaats. Studie van Notaris BRECKPOT te Aalst. Bij sterfgeval. Openbare Verkooping van te Aalst Korte Nieuwstraat en Peterstraat. De Notaris BRECKPOT te Aalst,zal namens wie het behoort, openbaarlijk verkoopen Stad Aalst. Koop een Een welgelegen woonhuis met aanhoorigheden, zijnde een herberg, gestaan en gelegen te Aalst, Korte Nieuwstraat, nr 1, gekend ten kadaster sectie A, nummer 938, met eene grootte van 40 centiaren, palende zuid de straat, oost Mr Joseph van Cauwenberg te Aalst, noord en west de Kinderen van wijlen den heer Camille Liénart. Bewoond geweest door wijlen Mr August Clarys. Kortelings ingebruiktreding. Koop twee Een eigendom, bevatten de vijf woonhuizen met aanhoorigheden, gestaan en gelegen te Aalst, Peperstraat, nummers 32 en 34 en nummers 1, 2, 3 van den ingang, palende volgens kadas ter, noord Mej. Maria Moyersoen te Aalst, oost en zuid de Peperstraat, en west Mr. De Vis te Aalst. Verdeeld in vijf deelen Deel een Een woonhuis aan de Peper straat, nr 34, gekadastreerd sectie A, nr 361a, met een grootte van 40 ca. Bewoond door Mr Callebaut. Deel twee Een woonhuis nevens voorgaande, nr 32, gekadastreerd sectie A, nr 360a, met eene grootte van 40 centiaren. Bewoond door Mr. Jan Pauwels. Deel drieEen woonhuis achter voorgaande deel, gekadastreerd sectie A, nr 361b, met eene grootte van 20 centi aren. Bewoond door Mr Oscar Meert. Deel vier Een woonhuis nevens voorgaande deel. gekadastreerd sectie A, nummer 361c, met eene grootte van 20 centiaren. Bewoond door Mme Wed. Silon. Deel vijfEen woonhuis nevens voor gaande deel, gekadastreerd sectie A, nr 360b, met eene grootte van 20 centiaren. Bewoond door Mr Alex. De Backer. Zie vervolg 5de bladzijde. a ,i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 4