De Herziening van het Kadastraal Inkomen HET GELiE GEVAAR Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Er dienen dringende maatregelen getroffen ten voordeele onzer Handelsbloemisten en Tuinbouwers Japan tegen Europa ZITDAG Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 28 JANUARI 1934. Prijs 25 centiem 16de JAARGANG Nr 787 weken in der Drech- Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Iracht, Men schrijft in op ons ^er" Bureel en op alle postkantoren. Iracht Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. voor- Wij- weken isimiei em. Fra Q! legem 2 jaai ïuwer- :n her n., aai II. 3. Onrechtvaardigheid van het nieuwe stelsel. Het kadastraal inkomen zal na t Th.jjg herziening overeenstemmen met merjde gewone gemiddelde huurwaar- rCgUde, verminderd met één vijfde, alles ii In theorie valt er op die schik- jij Doking niet zoo heel veel af te din gen; in werkelijkheid daarentegen ierzele al ste'se^ tot verbazende en 0fzaacpnbillijke uitslagen aanleiding ge- >ordeeven, vooral wanneer, zooals bij de Irussebude regeling, het inkomen voor Iedere gemeente gaat verschillen, ide "Daarenboven zullen de Vlaamsche gen, poeren veel erger belast worden 'an dedan hun Waalsche vakgenooten. Deze vaststelling, door onzen n 150t)rjefwjss?jaar eveneens onderlijnd, tte voor de hand. Uit betrouwba- aat te bron werd ons medegedeeld dat ie gemiddelde huurprijs van ak- aanterland in het Henegouwsche nog izcndeiiet de helft bedraagt van de jekoeWeste pachten, die in Vlaande- a^en betaald worden. Dat blijkt es aarouwens uit de aankondigingen )ondeitan tehuurgestelde goederen in 109. jansch Wallonië, i In alle opzichten is de Waal- laatsei0^12 hoer dus bevoordeeligd boon0^1^ pachten, minder belastin- t circjen, betere gronden en in t alge- kiekemeen meer beschikbaar kapitaal '®9en minder handwerk de kontin- D^enteeringen van tarwe en haver iselbaa'i" bijna uitsluitend in zijn ich m/oordeel. It direl Maar zelfs in Vlaanderen af- niet geonderlijk genomen, zou de nieuwe egeling nog geen voldoening ge- ^aarze/en, omdat de grondslag ervan, en prij<amelijk de huurwaarde te veel s, nr lvisselvallig is en omdat deze te 'eel verschilt van streek tot streek, zelveien zaak van zulk groot gewicht ilandsc,pbouwen Qp ecn basis die alle ia°op^astheid en algemeenheid mist, 3,75 poet aanleiding geven tot onder ken aacheid in toepassing en zelfs tot thuisg^nrechtvaardigheid. i?ettn Laat ons nu in cijfers het ver- chil nagaan tusschen de vooroor- pgsche en de nieuwe schatting. Van een partij akkergrond, ge- s, werlgngschikt als tweede kwaliteit, s, voo^root 25(5 a. en gelegen in een ,n Eecflcine 9emeente' zonder econo- 3orp, pisch belang, beliep het kadas- raal inkomen voor den oorlog 5,24 fr. Berekend aan de tegen woordige geldwaarde zou dat X 25,24 fr. 176,68 fr. uit- '■j^r ^ïaken. 'LN v. In die gemeente is de gewone rk gemiddelde huurwaarde 11,50 fr. séizoele are' Dus zou het belastbaar in- prijzecomen volgens de nieuwe regeling >edragen 11,50 fr. X 25,5 193,25 fr., waarvan 1/5 moet af- cn e jetrokken worden, of 293,25 fr. 58,65 fr. 234,65 fr.hetzij 57,92 meer dan in 1913, st i 131 In een andere gemeente, half andbouw- en half nijverheidsge- ;n neente, waarvan wij ook de noo- fmotoliqe gegevens bezitten, zal het de /ia%erscbil voor eene hoeve van 3 .da., meer dan 1100 fr. bedragen. r °Sn zulks gaat werkelijkheid wor- MBnaden in een tijd dat de prijzen van s Vilaiile landbouwprodukten aanzienlijk ager zijn dan in de vooroorlogsche alst. bmhb" jaren, ja zelfs voor sommige kui turen de voortbrengingskosten niet dekken. Ziedaar de sprekende feiten, die door niemand kunnen weerlegd worden. In regeeringsgezinde bla den heeft men er ons nochtans op gewezen dat wij, landbouwers, alle redenen hebben om tevreden te zijn, aangezien men op het globaal inkomen voor de landbouwgron den 1/5 vermindering toestaat en voor de bebouwde eigendommen maar 1/10, alhoewel deze laatste dikwijls groote herstellingskosten vergen en er gaandeweg het kapi taal van verslijt. Op die dwaze uitbating, die en kel dient om de boeren een rad voor de oogen te draaien, ant woorden we met een dubbele vraag Welk kapitaal zal meest op brengen,dat omgezet in landbouw gronden, of dat waarmee men hui zen heeft gebouwd of hypotheken aan 6 heeft afgesloten Welke van die twee kapitalen zal van zijn eigenaar of van zijn gebruiker meest inspanning en zweet eischen? 4. Een redelijker voorstel. Uit de voorgaande kritiek blijkt dat het kadastraal inkomen moet beantwoorden aan vastheid van grondslag en algemeenheid van toepassing. De verplichtingen, die er uit voortspruiten, moeten voor alle burgers dezelfde zijn, zoodanig dat van bevoordeeliging geen spraak is. Wanneer men van dat recht vaardigheidsbeginsel uitgaat, is er volgens onze opvatting maar één enkele regeling mogelijk, namelijk de schatting van het opbrengings- vermogen van den grond, zonder de minste rekening te houden met de huurwaarde, die aan geen en kel waardegegeven beantwoordt; voornamelijk de algemeene kui turen moeten daarvoor in aan merking komen. De opwerping, dat bijzondere teelten meer winst gevend zijn, komt hier niet te pas, omdat men er zich overal in zeke re mate kan op toeleggen en dat zij dikwijls maar van tijdelijken aard zijn. Evenals met de huurwaarde als basis, zou men hier ook de gron den, volgens hunne waarde, in reeksen verdeelen, een punten schaal vaststellen, en daarop naar een goed bestudeerd stelsel het kadastraal inkomen berekenen. Voorbeeld een grond wordt geschat 28 zakken tarwe te kun nen voortbrengen en daarom in de tweede reeks gerangschikt; men kent hem 90 op 100 punten toe. Wanneer men nu de waarde schat aan 5 fr. per punt, bekomt men 90 X 5 fr. 450 fr. kadastraal in komen. Het cijfer 5 valt misschien te betwisten, maar dat doet niets af aan de deugdelijkheid van het stelsel en een passend cijfer zal wel gemakkelijk gevonden wor den. De voordeelen van dit stelsel tegenover dat van de huurwaarde zijn talrijk 1° onveranderlijke (Zie vervolg onderaan 3de kolom). In ons nummer van 5 November 1933 hebben wij onder hoofding "De scherpe nood onzer Vlaamsche handelsbloemis ten,, de aandacht gevestigd op den be narden toestand waarin zich de hofbouw bevindt in het Vlaamsche land en tevens de middelen aangeduid welke volgens de meening van bevoegde personen zouden dienen getroffen om deze scherpe crisis te lenigen. Intusschen is de toestand nog ver slecht, ja zelfs hachelijk geworden. Zoo vernemen wij dat azalea's welke drie jaar geleden nog 15 tot 20 fr. golden nog enkel tegen 2 a 3 fr. worden ver kocht, wat een enorm bedrijfsverlies op levert. De uitvoer van bloemen en planten welke in 1919 nog 122 millioen bedroeg is gedurende de tien eerste maanden van 1933 gevallen op 45 millioen. Zooals wij het in onze vorige bijdrage aantoonden is een der eerste hulpmaat regelen welke ten voordeele van onze bloementeelt dient getroffen het verhin deren van den leurhandel en van den uitvoer van te jonge planten. Welnu, deze leurhandel woekert steeds voort. Zekere opkoopers profi- teeren van den noodtoestand der kleine en middelmatige bloemisterijen om zich te verstaan omtrent uiterst lage prijzen die ruineerend zijn voor de voortbren gers. Anderzijds verzenden zij naar het buitenland en voornamelijk naar Hol land, Duitschland en Denemarken zeer jonge planten en kleine bloembollen teneinde aldus onze specialiteiten naar den vreemde over te planten. Indien dergelijke praktijken nog lan ger geduld worden loopt de bloemen- stiel gevaar te verdwijnen. Wat de invoerbelemmeringen en de tolmaatregelen betreft op onze planten en bloemen, waarvan sprake in onze vorige bijdrage, deze worden nog steeds door het buitenland verder toegepast. Zoo heft Duitschland nog op het huidige oogenblik op de azalea's 80 Reichsmark per 100 kg. plant en aarde, terwijl Frankrijk en Nederland verder hunne scherpe contingenteeringen handhaven. Men zal begrijpen dat in zulke omstan digheden de uitvoer onzer bloemen schier onmogelijk wordt. Het komt ons dan ook onbegrijpelijk voor dat onze Regeering tot heden geen hulpmaatregelen getroffen heeft tot vrij waring van het bestaan onzer handels bloemisterij welke de faam van onzen tuinbouw in het buitenland gevestigd en waarin aanzienlijke kapitalen zijn be legd. Op zijn zitting van 17 Januari heeft de Hooge Tuinbouwraad den toestand der bloemisterijen onderzocht en den wensch uitgedrukt dat onze Minister van BuitenlandscheZaken onderhandelingen zou aanknoopen met Duitschland, Frankrijk en Holland tot verlaging der prohibitieve invoorrechten en verzach ting der invoerbelemmeringen door deze landen toegepast op de azalea's indica en andere bloemsoorten. Gevraagd werd ook door den raad dat de uitvoer van ingesneden planten "azalea indica,, zou verboden worden vanaf een door een bevoegde commissie te bepalen diameter. Verder heeft de Hooge Tuinbouw raad de aandacht der bevoegde besturen gevestigd op de oneerlijke mededinging (Zie vervolg 2e bladz. Ie kol.) basis, 2° algemeenheid voor gansch het land, 3° inachtneming der volstrekte rechtvaardigheid, 4° eenvoud en gemak van uitvoe ring. Wij geven deze uiteenzetting gansch ten persoonlijken titel en wij koesteren den vurigen wensch dat talrijke lezers er op reageeren zullen of desgevallend ons voor stel aanvullen of verbeteren. i. Er wordt heden ten dage veel ge schreven over Japan, bijzonderlijk in verband met de politieke verwikkelin gen die in het Verre-Oosten dreigend opsteken, en, naar veler bevoegde mee- ning, vroeg of laat tot een gewapend treffen tusschen Japan en Rusland moe ten voeren. En al hebben we hier in Europa onze handen meer dan vol, om de orde en de rust in ons eigen huishou den te bewaren, toch is het ons veilig heidshalve geboden een waakzaam oog in het zeil te houden. Merken we echter op dat de land- honger, waarvan Japan in den loop der laatste jaren meermaals blijk heeft gege ven, niet het eenige gevaar is dat ons van dien kant bedreigt. Europa, met zijn millioenen werkeloozen en zijn ontred derde economie, wordt door Japan voor een ander, niet minder ernstig probleem gesteld: het stelselmatig en daadkrachtig doorgevoerd handelsoflensief, met de daaruit voortvloeiende overrompeling der wereldmarkten door Japansche goe deren aan prijzen, die de Europeesche mededinging ver achter zich laat. Dat dit probleem met den dag ernsti ger en dreigender wordt, en de oplos sing niet zoo eenvoudig als velen het zich voorstellen, zullen we hierna trach ten te bewijzen. Want indien men het Japansch vraagstuk onpartijdig belicht en zich voor het zoeken van een oplos sing op algemeen menschelijk en recht vaardig terrein plaatst, dan moet men toegeven dat ze, gezien de huidige poli tieke en economische verwarring in de wereld, haast onmogelijk toepasbaar lijkt. En, nochtans, niet enkel voor de handhaving van den vrede in het Verre- Oosten, niet enkel voor het welzijn van het Japansche volk, maar tevens voor de rust en het welzijn van de gansche wereld is een spoedige en rechtvaardige oplossing geboden. Gezien de groote belangen die op het spel staan, is een bondige en objectieve uiteenzetting van het uiterst ingewikkeld vraagstuk allerminst overbodig. Begin nen we derhalve met een oogslag te werpen op het Japan van heden en de vele binnenlandsche moeilijkheden waaraan het ten prooi is. De eerste en grootste moeilijkheid waarmede Japan sinds tientallen jaren reeds te kampen heeft is het bevolkings probleem. Bekijken we even de wereldkaart, en dan zien we dat Japan een smalle land- strook vormt, die loopt van de Zuide lijke eilanden, met schier tropisch kli maat, tot aan Siberië, met zijn eeuwigen winter. De breedte overschrijdt slechts zelden de 300 kilometer. De totale op pervlakte, echter, bedraagt 380.000 vierkante kilometer, en overtreft dus merkelijk de oppervlakte van Frankrijk. Maar van die 380.000 vierkante kilo meter zijn er nauwelijks 62.000 v. k. ge schikt voor den landbouw, de overige vormen bergen en steengrond. En op die 62.C00 v. k. vruchtbare aarde leven 65.000.000 menschen. Met andere woorden op iederen v. k. leven onge veer 1000 menschen. Om een bevattelijke vergelijking te geven om het gebrek aan ruimte van het Japansche volk aan te toonen, nemen we best Duitschland als voorbeeld. Im mers, Duitschland en Japan tellen onge veer dezelfde bevolking, maar het Ja pansche moet het stellen met het vierde deel der oppervlakte waarover het Duitsche beschikt. Indien men dan in aanmerking neemt, dat het Duitsche volk het als een levenskwestie aanziet dat het ruime en dunbevolkte kolinies verkrijge, met hoeveel meer recht stellen dan de Japanners niet dezelfde vraag. We kennen allen die Japansche por- selijnwerken waarop geduldige handen mooie hoekjes van het land der rijzende zon hebben afgebeeld, zoodat het Ja pansch landschap meer op een lusthof Idan op bebouwde velden gelijkt. En toch is dat beeld niet heelemaal valsch. Japans vruchtbare oppervlakte is als het ware in het oneindige verdeeld en de landbouwers beschikken er over het algemeen slechts over een reepel grond. Ze bewerken dat stukje land, groot als een voorschoot, dan ook met ongekende zorg, want in de meeste gevallen brengt het amper voldoende op om in de noo- den van hun eigen gezin te voldoen. Hoort het land aan den landbouvyer toe, dan wordt hij daarbij nog onder lasten begraven. Hoort het een grond eigenaar toe, dan moet de pachter in doorsnee 50 tot 60 t.h. van de opbrengst aan zijn heer afstaan. In geen van beide gevallen schiet er dus voor den land bouwer veel over... maar ook de grond eigenaar wordt er niet rijk aan. De Japansche staat is in den zuiversten zin van het woord een "slokop,,. De wedloop in bewapening ter zee en te land dat Japan met Engeland en met de Vereenigde-Staten voert, de bezetting van Mandchourije, kost aan dit in den grond doodarme land "de oogen uit bet hoofd,,. De nood onder de landelijke bevol king is dan ook uitermate groot. Er zijn in Japan geheele provincies waar jaar-in jaar-uit armoede wordt geleden. Onlangs werd door de Japansche Re- geering een commissie samengesteld, om een onderzoek te doen naar het lot van den landman in de meest geteisterde streken. Het rapport bracht wraakroe pende feiten aan het licht. Zoo is het in het Niagata-distrikt een doodgewoon iets dat een landbou wer zijn dochters verkoopt, om de overblijvende leden van het gezin van den hongerdood te redden. Voor een meisje van elf jaar bekomt men in door snee een prijs van 100yen; voor een meisje van 14 jaar ongeveer 400 yen. In andere distrikten zijn de diefstallen, uit nood bedreven, zoo talrijk, dat de politie totaal onmachtig is om ze te bestrijden. In weer andere provincies zijn de hon- gerbetoogingen en de onlusten niet van de baan. Over het algemeen is het dan ook In den landbouwersstand zeer roerig en de patriotistische beweging, door hooge officieren geleid, vindt er dan ook haar grootsten aanhang. In den grond is die beweging anti-kapitalistisch en streeft ze naar een omvorming van het huidige economische stelsel, maar het hoofddoel is de uitbreiding der Japansche macht tot buiten de grenzen. Met begeerige oogen loeren ze naar de dunbevolkte en vruchtbare streken in China, Siberië, Australië. De verovering daarvan aan zien ze als het eenige middel om uit den nood te geraken. Intusschentijd wijken de dorpsbewo ners in steeds grootere getallen naar de steden uit, en vragen aan de nijverheid het minimumlevensonderhoud, dat het land hen niet meer geven kan. Maar de nijverheid is niet bij machte om steeds en opnieuw de aanrukkende arbeids krachten op te slorpen, en de steden zien zich voor angstige sociale problemen gesteld, waarvan de werkloosheid, de woningnood, de armoe voorzeker de bijzonderste zijn. En van jaar tot jaar neemt de toestand aan scherpte en hopeloosheid toe. Immers, het Japansche volk is een jong en vruchtbaar volk. Ieder jaar groeit de bevolking met ongeveer een millioen hoofden aan. Waar moet men er op den duur mee heen Wie zal ze werk verschaffen Wie zal ze voedsel bezorgen Want al is de Japanner met een handvol rijst tevreden en is zijn taaiheid en uithoudingsvermogen legen darisch, toch maakt de honger er dage lijks veel slachtoffers zoo in de steden als in de dorpen. ('t Vervolgt mammammammamaamamammam van Rechtskundige Dienst wordt ge" houden op Zondag 4 Februari van 10 tot 3 uur. D16UV1

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1934 | | pagina 1