DE RUILHANDEL
De Begrooting van Landbouw De Voeding en de
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zilver*
Voor en door de Landbouwers
Wij moeten graan kweeken
Nog de herziening van
het Kadastraal Inkomen
ZITDAG
Economisch Praatje
ZONDAG 4 MAART 1934
Prijs 25 centiem
16de JAARGANG Nr 792
Abonnementsprijs 12 fr. 'sjaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactiet De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
De boter mag niet meer in prijs verhoogen VocdiflQSStoffcfl.
In onze uiteenzetting van verleden
Zondag hebben we aan de hand van
feiten en cijfers vastgesteld dat onze
landbouweconomie doodgaat aan de
gevolgen van vreemde dumping, aan
een onberedeneerde handelspolitiek en
aan gebrek van eenig initiatief bij de
Regeeriog zelf.
De heer Sap, Minister van Land
bouw, geeft ons hierin volkomen gelijk
wanneer hij in de zitting van 15 Februati
1.1. letterlijk het volgende zegt "Thans
moeten wij de pijnlijke vaststelling doen
dat de toestand (van onzen landbouw,
in de maand Februari 1934 erger is dan
in de maand Maart 1933
Op deze bekentenis laat de Minister
dan een pleidooi volgen ten gunste van
het beetje bescherming dat de land
bouw hier geniethet ligt er vingerdik
op dat hij dit doet om de socialisten en
enkele liberale vrijhandelsgezinden niet
al te zeer te mishagen.
Hebt ge dat begrepen landbouwers
In 1932 werd nog voor 725.881.000 fr.
vreemde boter en uitheemsch vleesch op
onze markten gebracht: dat is echter
nog bijlange niet genoeg 1 Wij moeten
de produktie van die waren nog inkrim
pen enkel en alleen om er nog voor
honderden, ja voor duizenden miljoenen
frank meer te kunnen invoeren.
Leve de boeren en de landbouw is de j
eerste nijverheid der natie
Maar troost u, landbouwersbreekt
uw stallen af en verandert uw weiden in
akkerlandde Minister doet u gratis een
radikaal middel aan de hand om de door
deze verandering geleden schade rijke
lijk in te winnen. Ziehier zijn eigen
woorden Den 15 November j.l. zei ik
in den SenaatWij mogen de graanteelt
geenszins verminderen want zij is het
die ons gisteren in staat stelde en die ons
morgen in staat zal stellen de overpro-
duktie te vermijden in de dierenteelt.
Heden ga ik verder en zeg de graan
teelt moet uitbreiding nemen, om
de overproduktie der fokkerij te vermij
den en om meer vleesch en boter te
kunnen invoeren, zoodat we daarvoor
onze nijverheidsprodukten kunnen in
ruilen.
Dus, landbouwers, kweekt maar
graan, tot meerdere eer en glorie van de
nijverheid en van Minister Sap, niet
tegenstaande gij goed weet dat de kui
tuur van rogge een verlies van 32 fr.
per zak, die van tarwe een tekort van
20 fr. en die van haver een deficiet van
10 fr. medebrengen. Welke premiën zal
de staat verleenen, niet alleen om dat
verlies te dekken, maar om deze teelten
winstgevend te maken En hoe staat
het met de revalorisatie der rogge, de
graankultuur van Vlaanderen
In Amerika worden de stoomketels
met graan gestooktin Rusland liggen
ontzaglijke hoeveelheden opgestapeld
in Roemenië gaan de graanproducenten
den dieperik in, bij gebrek aan afnemers.
En wij met onze kleine akkers, waar om
zoo te zeggen de mechanisatie van den
arbeid geheel uitgesloten is, wij zouden
moeten meer graan kweeken, terwijl
onze grenzen voor den invoer wijd open
staan. Het is te dwaas om bij dergelij-
ken onzin, al komt hij uit den mond van
een Minister, stil te blijveu.
Bij het lezen van gansch zijn rede kan
men niet anders denken of hij laat zich
voorlichten door eenige groote Waal-
sche boeren. Dat maakt echter onze
rekening niet voor ons. Vlamingen
komen bijzonder in aanmerking, naar
gelang de verschillende streken, de kui
turen van aardappelen, vlas, hop, tabak
en suikeibeeten. Daarbij komt als voor
naamste bron van inkomsten de pro
ductie van melk, boter en vleesch.
Met gelijke bescherming voor land
bouw en nijverheid zouden de Vlaam
sche boeren gemakkelijk hun plan trek
ken en zelfs goede zaken doen. Wil
men echter de door de Regeering aan-
geduiden weg in de handelspolitiek blij
ven opgaan, dan zal, spijts de schoone
woorden en de schijnbare vastberaden
heid van den Minister, den ondergang
van de boerenbevolking, zoo min als
het cooflikt tusschen landbouw en nij
verheid, niet lang uitblijven.
De nijverheid wordt niet alleen aan
gewend om de taal en zeden in Vlaan
deren te verfranschen, maar ook om
onze levensvoorwaarden onmogelijk te
maken.
Dat de rede van den Minister, over
zulk belangrijk vraagstuk, geheel en
gansch in een voor ons vreemde taal
werd voorgedragen, juist of de Vlaam-
sche boeren niet meetelden, bewijst
evenzeer als zijn nieuwe graanpolitiek,
dat de Vlaamsche landbouwers hem
bitter weinig belang inboezemen.
Gelukkig voor hem, maar noodlottig
voor de Vlaamsche agrariërs, mag de
heer Sap immer rekenen op den on-
voorwaardelijken steun van zijn gemuil
bande partij vrienden inde Regeering.
Syndikale Beweging.
Bij de bespreking van het landbouw
budget werd dit belangrijk vraagstuk
maar terloops aangeraakt, zonder dat
de grond der zaak besproken werd.
Wij hebben vroeger, in een paar bij
dragen, onze meening nopens deze
kwestie uitvoerig doen kennen.
Uit het schrijven van een onzer Bra-
bantsche vrienden blijkt dat we juist
gezien hebben, wanneer we verklaarden
dat de huurwaarde hier niet als bazis
mocht genomen worden.
Onze correspondent deelt ons mede
dat de vrederechter te Nijvel (Wallonië)
de huurprijs vaststelt op ongeveer 500
fr. de Ha deze van St Truiden op
700 fr. te Thienen wordt de prijs offi
cieel opgedreven tot 1200 fr.
Wij meenen dat alle commentaar hier
overbodig is.
Onze correspondent neme ons niet
kwalijk dat we niet vroeger van zijn
schrijven melding maakten we wilden
eerst het debat over de landbouwbe-
grooting afwachten, omdat we daarvan
eenige opheldering verhoopten, temeer
daar de zaak reeds lang door de pers
voor de openbare opinie werd gebracht.
De wetgevers waren dus op de hoogte
van onzeeischen. Het heeft echter niet
gebaat.
Een goede voeding van onze produc
tiedieren begint steeds meer de belang
stelling van de veehouders te trekken.
Voor 50 jaar maakte men zich hierover
nog weinig druk, en hoewel er ook thans
nog velen zijn, die onoordeelkundig en
slordig voederen, geven velen er zich
rekenschap van dat de hoogere eischen
die men aan de dieren stelt, een meer
geperfectioneerde voeding noodzakelijk
maken. De voeding van onze huis
dieren moet zoo zijn, dat zij gezond
blijven, zooveel mogelijk produceeren en
zoo weinig mogelijk kosten. De wijze
van voederen heeft groote invloed op
de ontwikkeling van het individu, de
verrichtingen en het weerstandsvermo
gen. Bij onvoldoende voeding wor
den de organen slecht gevormd, en zijn
spieren en klieren ongeschikt voor ar
beid. Een slecht gevormd lichaam
wordt gemakkelijk ziek en heeft daarna
langen tijd noodig voor herstel. Zoo
wel over- als ondervoeding zijn beiden
in elk opzicht nadeelig. Bij onder
voeding ontvangt het dier onvoldoende
voedingsstoffen om het lichaam in stand
te houden en te produceeren, terwijl
overvoeding er te groote eischen aan
steltimmers het lichaam krijgt meer
te verteren dan het noodig heeft of pro
ductief kan maken, waardoor gisting en
rotting gemakkelijk aanleiding kunnen
geven tot digestie-stoornissen, terwijl er
belangrijk hoogere kosten gemaakt wor
den dan voor een juiste voeding nood
zakelijk is.
Voor een goed begrip van economi
sche voeding, willen wij hieronder het
voedsel in het algemeen bespreken.
Voedsel bestaat uit water en droge
stoffen. De droge stoffen uit organi
sche- of verbrandbare deelen en anorga
nische- of onverbrandbare deelen.
De organische stoffen zijn eiwit, vet,
koolhydraten en ruwvezel, terwijl de an
organische stoffen bestaan uit de diverse
zouten, die in het lichaam aanwezig
moeten zijn en die het voor opbouw of
productie noodig heeft. Hierbij ko
men nog voor de z.g. vitaminen, welke
bijzondere levensfuncties vervullen en
waarvan het ontbreken ernstige gevol
gen kan hebben. Alle levensfuncties
die het dier verricht, moeten voortko
men uit de voeding en daarom is het zoo
noodzakelijk de grootste aandacht daar
aan te wijden. De practijk leerde dat
eenzijdige voeding hierin te kort schoot
en gaat men er thans meer en meer toe
over om de voedingsstoffen ineen meng
sel bijeen te brengen, dat op grond van
biologische studie de grootst mogelijke
nuttige waarde waarborgt. Men
spreekt bij de voeding van onderhouds-
en productievoeder. Onderhoudsvoeder
is datgene wat het dier noodig heeft om
het lichaam zonder voor- of achteruit
gang geheel in stand te houden. Al
wat het meer ontvangt kan het gebrui
ken voor productie, in welken vorm
ook, en noemt men dus productievoe
der. Bij het samenstellen van een
rantsoen moet men dus trachten, om het
alle voedingsstoffen te laten bevatten,
die het lichaam noodig heeft.
Eiwitten.
Zoo moet het dan in de eerste plaats
voldoen aan de benoodigde hoeveelheid
eiwit. Eiwit is het duurste bestanddeel
en niet te vervangen.
De eiwitten zijn zeer ingewikkeld sa
mengesteld en zijn opgebouwd uit ami
nozuren. In het darmkanaal vallen ze
in hun bouwsteenen uit elkaar, welke
door het lichaam weer worden benut
tot opbouw van de weefsel-eiwitten.
Immers bet lichaam slijt evenzeer als de
onderdeelen van een machine en is het
dus noodig dat steeds weer nieuw weef
sel wordt gevormd. Nu heeft elk weefsel
haar eigen eiwitten die door het lichaam
uit de toegevoerde eiwitten worden op
gebouwd. Dieren kunnen lichaams- en
productie-eiwitten slechts opbouwen uit
I de afbraakproducten van de voedings-
eiwitten.
Voor den opbouw van elk lichaams
weefsel moeten alle eiwitonderdeelen
waaruit dit weefsel bestaat, in het voed-
j sel aanwezig zijn. Ontbreken één of meer
(Zie vervolg 2e bladz. Ie kol.)
In vorige bijdragen hebben we af en
toe, naar gelang de gelegenheid zich
voordeed, de veranderingen die de han
delspolitiek onder den druk der crisis
sinds jaren ondergaat, onderstreept.
Heden willen we eenige woorden
wijden aan den ruilhandel, die in de hui
dige handelspolitiek terug een eerste-
rang-plaats opeischt.
Voor den oorlog, wanneer het om de
verdzeling ging van nieuwe afzetgebie
den, speelde de handelspolitiek daarin
slechts een geringe rol. In feite bestond
ze er meestal in zich te verzekeren of de
toen algemeen in zwang zijnde grond
regel dat ieder land gelijke rechten
bekwam, vastgelegd in de zoogenaam
de meestbegunstigingsclausule. ongerept
werd toegepast.
Toen, jaren na den oorlog, de weder
opbouw van den ouden wereldhandel,
op onveranderde basissen, zoo jammer
lijk mislukte, werd aan deze clausule
meer en meer afbreuk gedaan, en op
dit oogenblik is ze zoo goed als opge
borgen.
De snelle vermindering der koop
kracht, zoowel van de landbouw- als de
nijverheidsbevolking, en de daaruit j
voortspruitende slechte afzet van agra
rische en industrieele producten, legden
de landen de verplichting op, ieder
naargelang den aard zijner economische
structuur, die middelen aan te wenden
die hen het bestgeschikt toeschenen om
le aan hun eigen landbouw en nijver
heid de inlandsche markt als afzetgebied
te behouden, en 2e ia de mate van het
mogelijke hun exportnijverheid tegen
vreemde mededinging te beschermen.
De toltarieven werden verhoogd dat
het een aard had, de contingenteeringen
als het ware vermenigvuldigd, de mun
ten naar omlaag gehaald, de deviezen-
handel aan allerlei restrictieve voor
schriften onderworpen. De grenzen
werden hooger en hooger afgesloten en
in een drietal jaren verloor de interna
tionale handel meer dan de helft van
zijn omvang.
Een dubbele beweging is aan den
gang langs de eene zijde wordt de be
perking van den invoer tot de hoogst-
noodige grondstoffen en de ontbreken-
I de levensmiddelen doorgevoerd, en
langs de andere zijde de inlandsche
markt voor eigen nijverheid zorgvuldig
afgesloten.
De oude basissen, waarop jarenlang
de wereldhandel was opgetrokken, ver
schuiven en verbrokkelen. De vrijhandel
heeft zoo goed als afgedaan. En in ieder
land zijn specialisten, en ook geen spe
cialisten, bezig nieuwe fundamenten aan
te leggen. Daarbij wordt materiaal ge
bruikt dat we dachten allang te hebben
afgedaan. Het is zelfs zoover gekomen
dat oude handelsprinciepen gelijk de
compensatie- of ruilhandel meer en
meer terug in zwang komen.
Het princiep van den ruilhandel kan
best in de volgende formuul vastgelegd
worden ik koop van hen die van mij
koopen en in dezelfde mate. Daardooc
worden de handelsruilingen in een be
paalde richting voortgestuwd en hun
intensiteit mathematisch geregeld.
Het is in naam van dit princiep dat de
tegenwoordige handelsonderhandelin
gen worden aangevat. In vele gevallen
blijft het succes niet uit, bv. de handels-
accoorden Engeland-Denemarken, Bel
gië-Argentinië, België-Australië, enz
Maar in weer andere gevallen loopen
de besprekingen van geen leien dakje.
De internationale handelsrelaties zijn
nooit zoo gespannen en verward ge
weest gelijk op het huidige oogenblik.
Nooit heeft men zooveel gehoord van
afgebroken onderhandelingen, tarieven
conflicten, dreigende handelsoorlogen.
We willen er voor vandaag niet lan
ger bij stilstaan, maar van den ruilhan
del. gelijk hij op het oogenblik door
sommige landen in het praktijk gesteld
wordt, een treffend voorbeeld aanhalen.
Polskie Tawarzystwo Handlies Kom-
pensacyprejo Poolsche Maatschap
pij voor den Ruilhandel in het leven
geroepen, dat na een paar jaren arbeid
op bijzondere gunstige resultaten mag
bogen. Het stelt zich voornamelijk ten
doel invoerders en uitvoerders in ver
binding te stellen om aldus zaken op
compensatiebasis tot stand te brengen.
Gelijk we zegden stemmen de afgewor
pen resultaten hoopvol. Van October
1932 tot Maart 1933, nadere gegevens
hebben we nog niet, werden er door be
middeling van dit organisme voor on
geveer 7.000.000 zloty zaken gedaan.
Bestellingen in Zweden van elec-
trische benoodigheden werden met
Poolsche kolen betaaldEstlandsche
schoenen en tabak uit Yugo-Slavië met
Poolsche nijverheidsproducten. Verder
worden op dezelfde basis geregelde
transacties met de Vereenigde Staten,
Engeland, Griekenland, Hongarië,
Oostenrijk gevoerd. Het zijn de Veree
nigde Staten die de eerste plaats be-
kleeden.
Deze Poolsche maatschappij ter be
vordering van den ruilhandel bezit reeds
in vele landen vertakkingen. Ze heeft
bureelen te Belgrado, te Weenen, te
Buda-Pest enz. en haar arbeidsveld
strekt zich uit tot in Perzië en Zuid-
Amerika.
Op al de zaken die tot stand komen
neemt de maatschappij ter bestrijding
harer onkosten, een commissieloon van
1/2 t. h.
Het bijzonderste kenteeken is wel dat
deze maatschappij in zeer nauwe ver
standhouding met de regeering arbeidt,
en dat het op hare aanduiding is dat het
eene land tegenover het andere met in
voervergunningen bevoordeeld wordt.
De Fransche oud-minister Mario
Roustan was bij een bezoek aan Polen,
in de gelegenheid een onderhoud bij te
wonen van een Fransche nijveraar, die
er zijn beklag over maakte dat Duitsch-
land tienduizenden ton van een bepaal
de koopwaar mocht invoeren, als wan
neer hij zelf vergeefs om vergunningen
vroeg.
Het antwoord dat hem te beurt viel,
verdient aangestipt te worden
Voor iedere ton koopwaar, die we
uit Duitschland invoeren, versturen we
zooveel ton boter naar Duitschland, bo-
ven het overeengekomen contingeering-
cijfer. Wat wilt ge van ons koopen, in
ruil van uwe koopwaar? Voor iedere
zloty die we uitvoeren, voeren we ook
eeu zloty terug.
We gaan dit voorbeeld in Polen zoe
ken.
Door de samenwerking van vooraan
staanden uit regeeringskringen en land
bouw-, nijverheid- en handelsgroepen,
werd een half officieel organisme, de
Het zou ons natuurlijk te ver leiden
een vergelijking te maken tusschen de
voordeden die den vrijhandel en den
ruilhandel ons bieden. Van den eersten
wordt alle goed gezegd. Er wordt be
weerd dat hij de economische onafhan
kelijkheid bevordert, de dumping vol
strekt onmogelijk maakt, de mededin
ging onderhoudt en wat weet ik meer.
De werkelijkheid is geheel anders, dat
weten we maar al te wel, omdat we het
dagelijks aan den lijve ondervinden.
In het stadium waarin de economische
ontwikkeling op het oogenblik gekomen
is, houden we het liever met den ruil
handel dan met den vrijhandel. Het zoe
ken naar economische overeenkomsten
moet hoofddoel zijn, zóó dat én land
bouw én nijverheid er welbij varen 1
De vrijhandel zou onwederroepelijk den
ondergang van den landbouw daar is
het iedereen eens mee maar ook van
een groot deel van de nijverheid voor
gevolg hebben.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 4 Maart van
10 tot 3 nur, in onze bureelen De
Vilanderstraat, Aalst.
VERZEKERINGEN. - Een af
gevaardigde van de Verzekeringsmaat
schappij Redt U Zeiven is regelmatig
ALLE ZATERDAGEN in ons lokaal,
Groote Markt.
IIMHIMUMhMWIIIWlMI iPmli
rara
Maar het schitterende in zija rede
en hierbij moeten de Vlaamsche boeren
wel groote oogeD opzetten, was het
volgende De boter die in 1 923-
1929-1930 tusschen 25 en 30
Ir. kostte, wordt thans verkocht
„tusschen 20 en 22 fr. Ik zal niet
dulden dat die prijs overschreden
wordt(Zeer welop verschei
dene banken). De landbouwers
moeten in hun eigen belang vrij-
willig de produktie van boter en
vleesch beperken. Daarom wei-
gerde ik voor enkele dagen toe
te stemmen in een nieuwe ver-
hooging van den prijs der boter.
De boter kost duur genoeg. De
vrijwillige beperking van de boter-
en vleeschproduktie zal ons in
staat stellen er grootere hoeveei-
heden in te voeren uit landen die
afzetgebieden voor onze nijver-
heid zouden openen. De boter en
het vleesch kunnen aldus als ruil-
munt dienen.
BOUBBMK ■■■HM»ISBIBB ««(«.«is*
Op ZONDAG 18 MAART, te 10 uur
voormiddag, vergadering van de afgevaar
digden van boerensyndikaat R. U.Z., in ons
lokaal, Groote Markt.
DAGORDE
1. Bespreking van den ekonomischen
toestand en van de nieuwe graanpolitiek
der regeering.
2. Onze in- en uitvoertarieven in ver
band met den landbouw.
3. Samenstelling van een bestendig be
stuur.
Elke afdeeling waar het syndikaat reeds
ingericht werd, sture één afgevvaardlgde.
Andere belangstellenden zijn ook wel
kom.
r»