ZIEKTEN DER HOP
De Italiaansche Landbouw
Arbeid adelt.
Landbouwweekblad
Voor cn door dc Landbouwers
onder het Fascistisch Regiem.
Orgaan der Lamdbouwersvereenigiiig Redt li Zeiven
de
ZONDAG* 6 MEI 1934.
PriJ» 25 centiem
16de JAARGANG Nr 801
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
We ontvingen hiernavolgend schrij-
veaom inlichtingen, welk door ons
werd doorgezonden aan den Rijksland-
bouwkundige Coulier te Dendermonde.
Genoemde heer heeft in een belang
wekkend artikel de kwestie besproken.
Brief om inlichtingen volgt
St Katherina-Lombeek, 23-4-'34.
WAARDE HEER.
Ik neem de pen op, om, U over eene
voor ons landbouwers, zeer belangrijke
kwestie te raadplegen.
Op dezen oogenblik staan onze hop
velden gereed om er de staken aan te
steken en nu het geval, of het daar ook
zoo is weet ik niet, doch hier zijn velden
die nu reeds zoodanig door de perinos-
pora (parapluikes ziekte) aangetast zijn
dat er geen goede ranken meer over-
overblijven. Nu de vraag, denkt LI niet
dat levende kalk een goed voorbehoeds
middel zou zijn Kunnen we den grond
zelf niet ontsmetten want verleden jaar
hebben we gespoten tot in den bloeitijd
toe met eene oplossing van 100 gr.
kopersulfaat per 10 liters wateren 500gr.
kalk per beerkuip. helaas zonder de
ziekte te kunnen beletten.
Hopende in ons blad een antwoord te
vinden bied ik U mijne beleefde groeten
en dank op voorhand.
Spitaels August.
Meerschstraat, 43.
St Katherina-Lombeek.
Hierna het artikel van Mr Coulier
doelmatige en volledige bemesting,
herhaalde doeltreffende besproeiingen
en degelijke onderhoudszorgen op
brengsten bekomen maar den uitslag
blijft altijd wisselvalliger dan voor de
gezonde kuilen. De nuttige groei is ook
altijd minder krachtig, daar de hop-
planter iedere maal verplicht is de
krulscheuten, of "paraplukes,, te ver
nietigen.
Ook voor de gezonde kuilen moet de
hopboer zijn voorzorgen nemen en hier
kunnen wij onze planters niet genoeg
aanraden hun hop regelmatig te be
sproeien om de 10 of 14 dagen, vol
gens de noodwendigheden 't zij met
Bordeleesche pap, 't zij met Nosperit
l/2al°/o, van zoodra de scheuten
doorschieten tot dat de hop in de bellen
staat.
Veronderstel nu een oogenblik, dat
onze raadgeving niet nagevolgd wordt.
Welnu, van zoodra de ziektesporen op
de bovenvlakte van de bladeren vallen,
kunnen zij daar naar hartelust kiemen
en dringen weldra door het bladweefsel
en reeds na korten tijd ziet men aan de
onderzijde van het blad een witachtig
schimmelpluis te voorschijn komen
allemaal nieuwe sporen, die de aantas
tingen verergeren en bespoedigen. Na
eenigen tijd wordt de gansche hopplant
aangetast van de wortelstok tot aan de
bellen.
Middelen om deze woekerzwam bin
nenin de plant te dooden. zonder dat de
plant zelf gedood wordt, bestaan nog
niet. Het eenige wat wij kunnen doen is
het optreden van de valsche meeldauw-
ziekte voorkomen en ook wel de verdere
uitbreiding ervan verhinderen. Daartoe
werd er hier altijd gebruik gemaakt
De Bestrijding van
Valsche Meeldauw
van de Hop
Bij onze hopboeren is er overal nieuwe werd cr hjer altijd geDrunc gemaasr
bedrijvigheid te bespeuren. Immers, op j vgQ Bordeleesche pap. Sinds de gunstige
de hopvelden begint men met de hop- proev.en met Nosperit 1/2 °/o wordt dit
staken te plaatsen, ofwel met de leidra- SDroejVocht nu ook meer en meer aan-
plaatse
den te spannen, t Is ook op dezen
oogenblik dat onze hopplanters kunnen
bemerken of hun kuilen gezond geble
ven zijn of niet. Niet aangetaste hop-
blokken geven kloeke gezonde scheuten
terwijl de aangetaste kuilen zieke krul
scheuten of "paraplukes,, vertoonen.
Zulks is veroorzaakt door de zóó ge
duchte valsche meeldauwziekte van de
kop, ook wel "vlekziekte,, genoemd
(Pseudo Peronospora numili M.), die
groote schade kan veroorzaken en zeer
moeilijk om bestrijden is.
De valsche meeldauw wordt in al onze
hopvelden aangetroffen (ook op de
wilde hop en op de netels, vandaar het
groot belang wilde hop cn netels te
verdelgen), 't zij onder den vorm van
vervorming van de jonge scheuten, t zij
onder den vorm van donker roodbruine
vlekken, die zich meestal ontwikkelen
langs de nerven van de hopbladeren en
later ook op de bellen.
Hopvelden, die vroeger eenigszins
verwaarloosd werden of ondoelmatig
besproeid, vertoonen soms zeer veel
misgroeide scheuten of "paraplukes,,.
Zulks is een bewijs dat de woekerzwam
die de valsche meeldauw veroorzaakt
in de hopblok woekertdat deze zwam
in de hopkuil overwinterd heeft en zich
du begint te ontwikkelen tezelvertijd
met de hopplant. Deze ontwikkeling zal
gepaard gaan met het vormen van ziek
tesporen en het verder verspreiden van
de valsche meeldauwziekte. Immers, de
sporen worden door den wind, de
regen en andere oorzaken overal rond
gestrooid, tot dat ze hier of daar op de
bovenzijde van de hopbladeren blijven
liggen en daar gunstige omstandigheden
afwachten (voldoende vochtigheid en
warmte) om te kunnen kiemen en op
hun beurt dan de ziekte te veroorzaken
en ze later nog uit te breiden.
Erg aangetaste hopblokken kunnen
over 't algemeen geen opbrengsten op
leveren en tot nu toe zijn geen middelen
bekend om daaraan te verhelpen. Der
gelijke kuilen zijn een blijvend gevaar
voor besmetting op groote schaal en wi|
kunnen onze hopplanters niet genoeg
aanraden van ze onmiddellijk te veJ"
niettigen (uitdelven en verbranden, de
grond mengen met ongebluschte ka
en wel nalaten van gedurende de eerste
jaren op zulken grond nieuwe hopaan-
plantingen aan te leggen).
Bij geringe aantasting van de hop
blokken kan men wanneer de weers
omstandigheden gunstig zijn en mits
sproeivocht nu ook meer en meer
gewend.
Het bereiden van de Bordeleesche
pap is geen gemakkelijk werk en maar
al te dikwijls geven de besproeiingen
met Bordeleesche pap geen voldoenden
uitslag omdat de bereiding slecht was.
Goede Bordeleesche pap moet melk
achtig zijn, gemakkelijk om bestuiven en
voldoende aankleven aan de bladeren.
De sterkte van het te gebruiken mengsel
hangt af van de ontwikkeling van de
hopplant, die op haar beurt afhankelijk
is van de bemesting en de groeivoor-
waarden, hangt ook grootendeels af
van de hopsoort. De hopboer moet zelf
ondervinden hoe sterk hij zijn sproei-
mengsel mag maken. Daartoe kan hij
een proefbesproeiïng doen op een paar
hopplanten.
Veronderstellen we dat wij 100 liter
Bordeleesche pap willen bereiden met
een sterkte van 11/2 °/o, dat is 1 1/2 kg.
kristallen kopersulfaat voor 100 liter
water. Daartoe brengt men 1 1/2 kg.
blauwen aluin in een zakje en hangt het
in een houten kuip met bv. 25 liter wa
ter (aan te raden gemalen blauwen aluin
te gebruiken en te laten oplossen in
warm water. De oplossing gebeurt veel
sneller).
In een ander vat bereidt men de
kalkmelk (de hoeveelheid te gebruiken
ongebluschte kalk is in verhouding van
1/2 kg. tot 1 kg. ongebluschte kalk voor
ieder kg. blauwen aluin). Dus in ons
geval gebruiken wij 3/4 kg. tot 1 1/2
kg. ongebluschte kalk (hangt af van de
zuiverheid van de kalk) in menging met
b.v. 25 liter water. Nu gieten wij de
alzoo bekomen kalkmelk door een zeef
(om later te beletten dat de besproeier
zou verstoppen) en laten wij de gefil
terde kalkmelk uitloopen in het houten
vat, waarin de Bordeleesche pap wordt
vervaardigd. Daarop gieten wij dan
langzaam en onder standvastig roeren
de aluinoplossing dus de kopersulfaat-
oplossing langzaam gieten in de kalk
melk en niet omgekeerd en ook niet
verwaarloozen te roeren.
Tot nu toe hebben wij maar een
mengsel van 50 liter. Door toevoeging
I van nog 50 liter water bekomen wij de
vereischte oplossing van 1 1'2 °/o. Men
moet nu ook onderzoeken of er voldoen
de kalk in aanwezig. Immers bij een te
kort aan kalk is de Bordeleesche pap te
zuur en de plant wordt beschadigd is
er te veel kalk, dan is het vocht minder
werkzaam, het regent te gemakkelijk af.
Dus er moet genoeg kalk gebezigd wor
den, maar ook niet te veel. Om te on
derzoeken of er voldoende kalk in is,
dompelt men gedurende eenige oogen-
blikken een zuiver blinkende nagel, of
een ander zuiver stalen voorwerp in het
vocht. Komt den nagel er blinkend uit,
dan moet er geen kalkmelk meer bijge
voegd worden een roestachtige neer
slag wijst op een te kort aan kalkmelk.
Dus op die manier bekomt men Bor
deleesche pap van goede hoedanigheid,
die een tiental dagen kan melkachtig
blijven en goed op de bladeren kleeft,
op voorwaarde dat men per 100 liter
sproeivocht 2 liter afgeroomde melk
voegt, ofwel 100 grammen suiker.
Zooals wij terecht bemerken is het
vervaardigen van Bordeleesche pap een
gewichtige en tamelijk ingewikkelde
bezigheid, die al onze aandacht vergt en
ook wel tijdroovend kan zijn als men
bedenkt dat een voorzichtige en ver
standige om de 10-14 dagen zijn hop
besproeit. De ondervinding heeft ons
ook bewezen, dat de Bordeleesche pap
op onze dradenvelden een niet te on
derschatten schade aan de draden aan-
richt.
Deze feiten hebben ons verleden jaar
aangezet om vergelijkende besproeiïngs-
proeven aan te leggen eenerzijds met
Bordeleesche pap 11/2 °/o-2 °/oander
zijds met nosperit 1/2 °/o.
De nosperit is evenals de Bordelee
sche pap een koperhoudend sproei
vocht, dat zeer gemakkelijk om bestui
ven is, neutraal reageert, de sproeidop-
pen niet verstopt en een groote kleef-
kracht bezit. Onze proeven van verle
den jaar die wij dit jaar nog zullen
vervolledigen hebben ons aange-
toond datnosperit in den beginne
dient aangewend in oplossing van
1/2 °lo om dan geleidelijk te versterken
tot. 1 °/o dat het aan te raden is om de
14 dagen te besproeien (hangt grooten
deels af van de weersomstandigheden)
dat het over 't algemeen gemakkelijker
bestuift dan de Bordeleesche pap cn
wat wel het voornaamste is dat
tot nu toe de draden niet aangetast
werden.
De proeven hebben ons ook bewe
zen dat de manier van besproeien even
eens van het grootste belang is. Wij
moeten betrachten de bovenvlakte van
de bladeren regelmatig te bestuiven met
de kleine koperdeeltjes die in het sproei
vocht aanwezig zijn. Om daarin te ge
lukken moet men vermijden van de
sproeilansen te dicht bij de planten te
houden en ook zorgen voor een vol
doende drukking. Alzoo verwekt men
een echte nevel van uiterst fijne drup
peltjes die gelijkmatig op de boven
vlakte van de hopbladeren vallen en
die blijven bedeKken. Het afloopen van
het sproeivocht moet vermeden wor
den. Immers wij raden U niet aan van
de planten af te spoelen, maar wel van
ze te bestuiven, zoo regelmatig en gelijk
matig mogelijk. Daartoe wordt er ook
bij voorkeur gesproeid bij stil en regen-
vrij weder en best met overtrokken lucht.
Wij hebben ook ondervonden dat het
bestuiven bij sterke zon moet vermeden
worden.
Coulier G.
Rijkslandbouwkundige
«■«■MS» «■«•HM SMBHIHM
ui
In Moeilijke Tijden
moeten alle middelen worden aange
wend om het hoofd boven water te
houden Dit geldt vooral voor onze
landbouwers die op dit oogenblik het
ergst door de krisis getroffen worden.
Onze boeren moeten, meer dan
iemand anders, weten dat ze zich moe
ten aanpassen aan de nieuwe toestan
den.
Inzake varkenskweek mag niet ver-
der worden gegaan, de varkensstapel
niet vermeerderen op dit oogenblik.
Van den anderen kant dient vooral ge
past op de methode van varkensvoeding.
Waarom nog vasthouden aan ouden
slenter, wanneer het U bewezen wordt
dat de nieuwe voedermethoden veel
beter zijn, zekerder en minder kosten
Vraagt de voedermethode aan Redt
U Zeiven, voedert met de melen door
Redt U Zeiven samengesteld en U zult
zeker zijn van beste uitslagen.
Slaat met ons de nieuwe wegen in,
dit is de beste verdediging in deze krisis-
tijden.
In de vorige artikels hebben we de
uitgebreide werking van het Fascistisch
Regiem ten voordeele van den Italiaan-
schen landbouw schematisch uiteenge
zet. In dit artikel willen we echter een
concreet voorbeeld van de Fascistische
actie uitstippelen, namelijk de "Strijd
voor het graan,,.
Italië was in vroeger jaren een groot
invoerder van graan, hoe ongerijmd dit
ook schijnt voor zulk een overwegend
andbouwland. In 1919 voerde Italië
ongeveer 20 millioen centenaar tarwe
in in 1922 ongeveer 32 millioen cente
naar in 1924 ongeveer 30 millioen
centenaar. In geld omgezet bereikte de
tarweinvoer in 1922 de geweldige som
van 3622 millioen lire in 1923 onge
veer 3 milliard lire in 1924 ongeveer
2500 millioen lire in 1925 het record
cijfer van 6 milliard lire
De liberale regeeringen vóór de
Fascistische Revolutie lieten zich op
bet gebied van landbouw zoo goed als
onbetuigd. Ze waren de meening toege
daan dat Italië onmogelijk meer tarwe
kon voortbrengen dan het deed en langs
den anderen kant waren ze partijgan- j
gers van de internationale verdeeling
van den arbeid. Italië voerde het ont-
brekende graan in in ruil zijner indus-
trieele producten.
De Fascisten van den dag af dat ze
het bewind overnamen wierpen die
oude politieke regels over boord. Ze
waren de meening toegedaan dat een
land geen goederen of producten moet
invoeren die het zelf kan produceeren of
verbouwen. Vanaf 1925 beloofde Mus
solini plechtig dat de landbouw de
voorrang zijner bekommernissen innam
en dat hij geen middel zou verwaarloo
zen om de teelt van de tarwe uit te
breiden. Italië moest in afzienbaren tijd
in zijn eigen korennood kunnen voor
zien (80 millioen centenaar) zonder
dat daarom de bezaaide oppervlakte
moest uitgebreid worden.
Hoe was het mogelijk, vroegen zich
vele landbouwers in Italië af, de jaar-
lijksche opbrengst met 20 a 30 millioen
centenaar te verhoogen Deden de
boeren niet alles wat ze eenigszins
konden om hun oogst zoo hoog mogelijk
op te voeren Was het geen fascistische
grootspraak
Op 4 Juli 1925 werd een bestendig
tarwekomiteit gesticht en op 29 Juli
van hetzelfde jaar was het te volgen
programma reeds tot in de bijzonder
heden uitgewerkt. We kunnen het tot
ons groot spijt niet integraal afdrukken,
en moeten ons beperken tot de bijzon
derste bepalingen.
In de eerste plaats werd het steungeld
aan de rondreizende landbouwleeraars
verleend van 3 1/2 millioen lire op 7
millioen lire gebrachtde leeraars kre
gen opdracht in ieder dorp demonstra-
tievelden aan te leggen veredelde
graanzaden werden aan de landbouwers
verstrekt het gebruik van modern
landbouwgetuig werd aangeraden enz.
De intense propaganda die aldus rond
het tarwevraagstuk werd gevoerd,
wakkerde den geest van wedijver tus-
schen de landbouwers aan en iedereen
wilde betere uitslagen bekomen dan zijn
gebuur. Het kwam zelfs zoover dat gan
sche provincies mekaar de handschoen
toewierpen. In 1928-1929 namen Cré-
mone en Brescia het tegen mekaar op.
Deze beide provincies waren mekaar
overwaard. De eerste immers behield
het rekord van de gemiddelde produc
tie, de tweede had vele harer bewjoners
in den tarweprijskamp van 1927 be
kroond gezien. De beide partijen legden
zulken ijver aan den dag dat het moeilijk
was uit te maken wie den palm verdien
de. Op 688 hectaar was voor Crémone
de doorsneeproductie 41,43 centenaar
per hectaarBrescia haalde op 629 heet.
41,05 centenaar gemiddeld per hectaar.
Hierna geven we de uitslagen voor
het ganscheland
In 24-25 bedroeg de totale tarwe-
voortbrengst 65 millioen centenaar.
In 25-26 60
In 26-27 53,3
In 27-28
In 28-29
In 29-30
In 30-31
In 31-32
In 32-33
62,2
70,9
57.2
66,1
75,1
81
Het is opvallend hoe erg de produc
tie van het eene op het andere jaar ver
schilt. Dit spruit voort uit de weerge-
steltenis die op den oogst zooveel in
vloed uitoefend. Indien men op de
voorgaande cijfers voortgaat zou men
geneigd zijn aan te nemen dat de getrof
fen maatregelen slechts in de laatste
jaren eenig resultaat hebben afgewor
pen. Dit is echter niet zoo. Indien men
een periode van vóór en een periode
van na den oorlog vergelijkt, dan moet
men toegeven dat de Fascistische actie
werkelijk reusachtige vorderingen heeft
bewerkt op het gebied van tarweteelt.
Van 1909 tot 1914 werden in Italië
ieder jaar ongeveer 4.756 000 hectaar
met tarwe bezaaid. De gezamenlijke op
brengst bedroeg in doorsnee 49,000,000
centenaar, hetgeen een gemiddeld van
10,4 centenaar per hectaar uitmaakt.
Van 1920 tot 1925 verschilde de bezaai
de oppervlakte schier niet. De totale
voortbrengst bedroeg 51,000,000 cente
naar. hetgeen een gemiddeld van
1 0,75 centenaar per hectaar uitmaakt.
Van 1927 tot 1932 werden 4,883,000
hectaar land met tarwe bezaaid. De
gemiddelde opbrengst per jaar bereikte
64 millioen centenaar of 13,1 cente
naar per hectaar.
Merken we hier, volledigheidshalve,
op dat de doorsneeproductie per hecta.
in 1882 slechts 8,5 centenaar bedroeg.
Indien men de gemiddelde voort
brengst per hectaar van 1909-1913
tegen 1927-1931 vergelijkt, bestatigt
men een vermeerdering van
21 t. h. voor Italië
10 t. h. voor Yugo-Slavië
9 t. h. voor Frankrijk
3 t. h. voor Hongarië
1 t. h. voor de Vereenigde Staten.
Voor Spaoje, Australië, Canada, Roe
menië enz. is er zelfs een vermindering
waar te nemen.
Italië spant dus veruit de kroon. En
dit verschijnsel is niet alleen op tarwe-
gebied waar te nemen. De maïsproduc-
tie overtrof in 1932 met 79 t.h. de pro
ductie van het jaar te vorende aardap
pelenproductie overtrof in 1932 met
43 t.h. de productie van 1931voor den
wijn is de voortbrengst met 10 t.h. ge
stegen enz.
27,50 lire
40,40
51,40
60,60
75.00
Het was enkel niet voldoende de pro
ductie te verhoogen, even noodzakelijk
was het prijspeil van de tarwe loonend
te houden. Om dit doel te bereiken
werden de inkomrechten op de vreemde
tarwe progressief verhoogd.
In Juli 1925 bedroegen ze
In September 1928
In Mei 1929
In Juni 1930
In 1931
Deze verhooging van invoerrechten
werd met een onrechtstreeksche contin-
genteering samengevoegd, daar een ver
ordening de bakkers den plicht oplegde
minstens 95 t.h. nationaal graan te ge
bruiken. Over de resultaten van deze
aldus opgevatte prijsverdediging zijn,
niettegenstaande de uitgebreidheid der
in het werk gestelde middelen, de op
vattingen verdeeld. We zullen dan ook
slechts eenige cijfers geven en de lezers
zelf een besluit laten trekken.
In 1926 was een centenaar tarwe nog
200 papier-lire gecoteerd, maar van toen
af is de prijs gestadig gedaald. In 1931
was hij nog enkel 100 lire per centenaar.
In 1932 schommelde de prijs tusschen de
100 en de 105 lire. Men kan dus niet
afstrijden dat de daling der prijzen zich
ook in Italië heeft laten gevoelen, zon
der nochtans de catastrophale aspecten
aan te nemen gelijk in vele andere
landen. En is dat niet reeds veel
('t Vervolgt).
i LEDEN 1 Houdt de nummers van
ons blad samen, want heel dikwijls kunt
U er raad vinden voor vele gevallen.
i