De wijzigingen aan ons
Hypotheekregiem
64
ng
m*
Arbeid adelt*
Landbouw weekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
Voor eo door de Landbouwers
Ons beste Fruit*
Frankrijk en zijn Koloniale Bezittin9©n
ZONDAG 19 OOGST 1934.
Prijs 25 centiem
16de JAARGANG Nr 816
i&i'-
ïllen
tteii
regelia
ekking
Geott
ït 2851
d de
:erde
:r
n im,
rijd
1931,
2e Bijdrage.
Benevens de wet betreffende het uit-
stel van betaling aan de hypothecaire
1 en li schuldenaars, waarvan we een beknopte
enste
rde„
ïnaar
i. gom
t 1913
tadplegi!
den
statie,
el de Bij
Sint P»
rdag vi
de Flat
s Ruts
Abonnementsprijs 12£r. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
liet overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke opsteiier
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
rrtrouwti
ijzen et
ACHIEN
ge waai
:en
end Hè
PFAFP
geven.
•men m
ledieniitfr
ienen
nummM
«IHII
11
EDICI,
noet gt
kenbaat
en aan-
ibloem»
ten be-
ïers vaa
irijla kunt
/allen,
uiteenzetting hebben gegeven in onze
rorige bijdrage, heeft het Staatsblad
m 29 Juli 1.1. insgelijks de wet afge
kondigd van 27 Juli 1934 houdende
wijziging en aanvulling van artikel lyU/
m het Burgerlijk Wetboek inzake den
interest voortspruitende uit een overeen
komst.
Ziehier de bijzonderste bepalingen
van laatstgenoemde wet
1) Bij leeningen met annuïteiten of
stortingen omvattende den interest en
de afkorting van het ontleend kapitaal
moeten den interest en de rentevoet tot
delging van het ontleend kapitaal vast
gesteld worden door afzonderlijke be
palingen der leeningakte.
Deze bepaling heeft voor doel de
ontleeners in te lichten over wat zij
werkelijk betalen aan hunne schuld-
eischers en aldus de uiterst zware voor
waarden te voorkomen welke door
sommige maatschappijen aan de ont
leeners. bij gebreke aan genoegzame
voorlichting, worden opgedrongen.
2) De interestverhooging te betalen
door den schuldenaar wegens achter
stallige betaling mag in geen geval 1 /2
t.h. 's jaars overtreffen op het verschul-
digd gebleven bedrag.
3) Wanneer de hypotheekovereen
komst bij speciale bepaling geen melding
maakt van het icterestbedrag, dan
wordt dit laatste bepaald op den wette-
lijken rentevoet en is de ontleener niets
verschuldigd aan commissieloon of bij
komende vergoedingen.
4) Bij geheele of gedeeltelijke terug
betaling der leening vóór den overeen
gekomen termijn mag van den schulde
naar, benevens het nog verschuldigd
kapitaal en den verstreken interest, geen
hoogere vergoeding voor vervroegde
terugbetaling geëischt worden dan 6
maand interest op de bij voorbaat te
rugbetaalde som berekend tegen den
interestvoet vastgesteld door de lee
ningakte.
De wet op het hypothecair morato
rium, zooals zij thans is verschenen, is
ten slotte nog de minst gevaarlijke vorm
waaronder uitstel kan verleend worden
aan de hypothecaire schuldenaars ge
troffen door de economische crisis.
Er waren voorstellen ingediend on
der meer dit van den heer Marcel Henri
Jaspar, welke onder voorwendsel hulp
te bieden aan de schuldenaars het hy
pothecair krediet totaal zouden ontred
derd hebben, den verkoop van onroe
rende goederen zouden bemoeilijkt
hebben, de min begoede lieden in de
onmogelijkheid zouden gesteld hebben
eigenaar te worden van hun huis en de
bouwnijverheid zouden benadeeligd
hebben.
De nieuwe wet, doordat zij minder
strak is als bedoelde voorstellen, zal ver
moedelijk deze zware nadeelen vermij
den op voorwaarde dat zij met omzich
tigheid en volgens den geest van den
wetgever wordt toegepast.
De Rechtbanken beschikken immers
hier over een zeer uitgebreide macht in
economische en financieele aangelegen
heden welke normaal buiten hun werk
gebied moeten vallen.
Wij vragen ons toch af of de wet
zelfs in haar huidigen meer beredeneer
den tekst ten slotte nog niet meer kwaad
dan goed zal stichten.
Het is een feit dat zelf zonder wet
talrijke schuldeischers aan schuldenaars
van goeden wil uitstel van betaling en
interestvermindering hebben toegestaan.
Wij vreezen dat het afgekondigd mora
torium talrijke geldbeleggers zal doen
afzien van het verstrekken van hypo
theekleningen en de interestverlaging
welke dezen laatsten tijd sterk tot uiting
kwam voor enkelen tijd zal remmen.
Welnu, het is een feit dat gemakke
lijk en voordeelig hypotheekkrediet een
onmisbare factor is tot herleving van
Streven ze naar de vorming van een
afgezonderd economisch blok
de markt in onroerende goederen en
van de bouwnijverheid die beiden zoo
zwaar door de economische crisis zijn
getroffen.
Elke uitzonderingsmaatregel in eco
nomische aangelegenheden hoe goed
ook bedoeld berokkent niet zelden meer
nadeel dan voordeel en mist daardoor
dikwerf het doel waarvoor hij werd
ontworpen.
Voorzeker is het logisch en billijk dat
de schuldenaar die momenteel door de
economische krisis verhinderd is aan
zijne verplichtingen te voldoen uitstel
aan betaling krijgt wanneer hjj het voor
uitzicht heeft op betere omstandigheden
die hem zullen toelaten binnen korten
tijd zijn schuld te betalen.
Doch w ij meenen dat de schuldeischer
in dit geval, vermits het zijn eigen be
lang is, uit eigen wil uitstel zal toestaan.
Geldt het echter een schuldenaar die te
kwader trouw is of geen redelijk uitzicht
heeft op verbetering, dan is het logisch
dat de schuldeischer het onderpand zij
ner schuldvordering verwezenlijkt niet
alleen om te groote verliezen te vermij
den, doch ook om te voorkomen dat de
schuldenaar door het oploopen zijner
schuld niet zou komen te staan voor een
te zwaar tekort voortspruitende uit den
verkoop van het onderpand. Dit tekort
kan immers na verkoop van het onder
pand gedurende dertig jaar ingevorderd
worden ten laste van den in gebreke ge
bleven schuldenaar.
Zooals elke andere wet biedt ook deze
het nadeel dat de schuldenaar om zijn
aanspraak op uitstel te kunnen doen
gelden de zware kosten moet betalen
eener proceduur met pleitbezorger en
meestal advokaat! De ongelukkigsten
onder de schuldenaars beschikken niet
over de noodige middelen om een pleit
bezorger of advokaat te werk te stellen.
Ons inziens ware de proceduur voor
eerst bij minnelijke regeling en zoo noo-
dig bij vonnis door den vrederechter
een betere oplossing geweest.
Er is ten slotte ook het belang der
schuldeischers dat tot zijn recht moet
komen. De meeste hypotheekbeleggers
zijn kleine en middelmatige spaarders
die moeten leven van den interest hun
ner geldplaatsingen, terwijl de hypo
theekleningen toegestaan door maat
schappijen gedaan worden met de gel
den van obligatiehouders die veelal tot
de massa van kleine spaarders behooren.
Een moratorium dat te gemakkelijk
zou worden toegestaan door de recht
banken zou veel onheil berokkenen aan
de interessante kategorie der spaarders
hooger vermeld hetzij rechtstreeks, hetzij
onrechtstreeks doordat het de betrokken
maatschappijen in de onmogelijkheid
zou stellen hunne verplichtingen na te
komen tegenover hunne obligatiehou
ders en neerleggers van spaargelden.
Wat voorgaat toont aan welke deli-
kate zending de rechtbanken is opge
legd bij de toepassing der wet op het
hypothecair moratoriumZooals bij
elke andere uitzonderingswet zal het hier
ook moeilijk vallen de misbruiken te
weren welke onstemming verwekken en
de wet onpopulair maken bij de bevol
king.
Wij hadden liever maatregelen ge
zien tot afschaffing der huidige hooge
fiskale rechten op de doorhaling der
hypothecaire inschrijvingen en op de
akten van subrogatie of inplaatsstelling
door schuldeischers. Door deze twee
maatregelen zou het den schuldenaar
mogelijk zijn de thans bestaande zware
hypotheekleeningen te vervangen door
meer voordeelige. Verder zou de in
richting van een speciaal Instituut voor
Hypotheekkrediet onder waarborg van
den Staat met het doel de overname te
doen van hypothecaire schuldvorderin
gen, bestaande lastens ongelukkige
schuldenaars wier toestand voor verbe
tering vatbaar is, naar onze meening
ook heel wat meer nut opgeleverd heb
ben dan het thans afgekondigd morato-
rium.
Om te sluiten nog een woord over ae
nieuwe wet betreffende de vaststelling
(Zie vervolg onderaan 3de kolom).
II.
Het is reeds lang geweten dat de bui-
tenlandschc handel aan Frankrijk zware
zorgen berokkent. En niet zonder reden.
Er bestaat schier geen land waar de
achteruitgang in zulkdanig snel tempo
beeft plaats gevonden.
Indien Frankrijk zijn industrieele ont
wikkeling in dezelfde mate als Duitsch-
land en Engeland had doorgetrokken,
dan ware het daar eveneens op een ge
weldige ramp uitgeloopen. Dat Frank
rijk, niettegenstaande het failliet van
zijn buitenlandschen handel, toch min
der erg onder de crisis lijdt dan Duitsch-
land b.v.b., is voornamelijk toe te schrij
ven aan het evenwicht dat er tusschen
nijverheid en landbouw behouden bleef.
Dit bedoelt niet dat Frankrijk meer
vooruitziende was dan de andere landen.
Het is enkel te wijten aan de schaarsch-
heid van zijn bevolking.
Om U een gedacht te geven van den
achteruitgang van den buitenlandschen
handel, zal het volstaan enkele cijfers
naar voren te brengende gezamentlijke
buitenlandsche handel van Frankrijk,
welke in 1926 ruim 107 milliard frank
bedroeg, was in 1932 op amper 49 mil
liard teruggevallen. De invoer, vooral
van grondstoffen, verminderde gestadig,
feit dat op een zware nijverheidscrisis
wijstmaar ook de uitvoer ging schrik
barend achteruit.
In 1929 bereikte de Fransche uitvoer
het geweldig cijfer van 50 milliard frank.
Met de crisis brokkelde het jaar na jaar
af. Van 50 milliard in 1929 viel het op
42 milliard in 1930, op 30 milliard in
1931, op 19 milliard in 1932, op 18 mil
liard in 1933. In 1934 zal het cijfer nog
verder achteruitgaan. Gedurende de
vijf eerste crisisjaren onderging de uit
voer een vermindering van ruim 32 mil
liard frank, of meer dan 60 t. h.
Hier volgen nog enkele cijfers om aan
te toonen, in tegenstrijd met hetgeen uit
zekere bron wordt uitgestrooid, dat
Frankrijk aan de nadeelige gevolgen van
de crisis niet ontsnapt is
In 1932 sloot de handelsbalans met
Duitschland met een tekort van 5 mil
liard frankviel de uitvoer naar Enge
land van 7,5 milliard frank in 1929 op
amper 2 milliard in 1932; boekte de
handelsbalans met Canada, Argentinië,
de Vereenigde Staten, Nederland, Bel
gië, enz. milliarden deficietviel de in
voer van grondstoffen, welke een ge
voelige waardemeter is voor de binnen-
landsche bedrijvigheid, van 35 milliard
in 1929 op amper 13 milliard in 1932,
enz. enz. enz.
Frankrijk, dat reeds voor 1932 bui
tenmate protectionnistischgezind was,
sloeg, van toen af, een nieuwe handels
richting in. Het zocht zich te ontdoen
van de meestbegunstigingsdausule en
het systeem van wederkeerigheid toe te
passen in zijn handelsbetrekkingen met
het buitenland. Het is te zeggen dat het
slechts handelsvoordeelen toestaat aan
die landen, die. in ruil, den Franschen
uitvoer bevoordeelen. De vele onder
handelingen, welke op dit oogenblik
nog in gang zijn, toonen duidelijk dat de
toepassing niet zonder moeilijkheden
verloopt.
ging van het moederland te beschou
wen. En alhoewel dit streven nog bitter
jong is, wordt er van Fransche zijde
reeds met fierheid op de behaalde resul
taten gewezen.
Het is niet te loochenen het ruilver
keer tusschen Frankrijk en zijn koloniale
bezittingen boekt gestadigen vooruit
gang. Het aandeel der kolonies in den
Franschen uitvoerhandel beliep 15 t. h.
in 1927. 23 t. h. in 1931 en 32 t.h. in
1932. Het is te zeggen dat het derde
van den Franschen uitvoer zijn weg
vindt naar de kolonies. De cijfers van
den invoer uit de colonies zijn in het
algemeen niet zoo gunstig 11 t. h. in
1927, 14 t. h. in 1931, 22 t.h. in 1932.
Hier is er toch ook een gestadige ver
betering waar te nemen.
Dit is zeker op een oogenblik dat de
onmiddelijk omliggende afzetgebieden
nauwer afgesloten worden grooten-
deels door Frankrijks schuld vindt
het in zijn kolonies nieuwe uitvoer-
markten. Het is uitgemaakt dat Frank
rijk op den ingeslagen weg zal volhar
den. De toon van zekere regeeringsbla-
den laat daarover niet den minsten twij
fel.
Het is dan ook niet meer dan natuur
lijk dat de coloniale conferenties zich als
het ware opvolgen. Gouverneurs wor
den verplaatst enz. Trouwens, de vroe
gere minister van Handel, Laurent-Ey-
nac, verklaarde het onomwonden dat
het moederland zinnens was het ruilver
keer met zijn kolonies uit te breiden.
"Frankrijk, zegde de minister woorde
lijk, kan geen betere beleggingsmoge
lijkheden vinden dan in zijn kolonies,,.
De vraag is nu of een afgezonderd
economisch blok, tusschen Frankrijk en
zijn overzeesche bezittingen, leefbaar is.
Om het verlies van de Europeesche
markten goed te maken, tracht Frank
rijk reeds geruimen tijd den ruilhandel
tusschen het moederland en zijn kolo
niale bezittingen uit te breiden. Meer
de kolonies als een natuurlijke verlen-
van den conventionneelen interest hoo
ger toegelicht.
Deze wet draagt onze goedkeuring
weg, omdat zij naar onze meening zal
bijdragen tot de uitroeiing van de er
gerlijke misbruiken die te talrijk in het
hypotheekbedrijf voortwoekeren. De
wet vertoont echter eene leemte, door
dat zij de verplichting niet oplegt aan
de schuldeischers in de hypotheekakte
uitdrukkelijk melding te maken van de
commissie, bestuursvergoedingen en an-
dere bijkomende vergoedingen, welke
hij van zijn schuldenaar eischt.
Evenals voor Duitschland moeten we
antwoorden dat Frankrijk in afzonde
ring niet kan leven. Enkele feiten, gros-
so modo gekozen, zullen dit klaar be
wijzen.
Ten eerste heeft Frankrijk een groot
tekort aan steenkolen. Ieder jaar betrekt
Frankrijk voor anderhalf milliard frank
steenkolen uit het buitenland, waarvan
slechts voor 22 millioen uitzijn koloniën.
Inzake benzine of petroleum is de toe
stand even ongunstig. Met de aanhech
ting van Elzas-Lotharingen heeft Frank
rijk weliswaar zijn eigen bronnen, maar
de opbrengst ervan is onbeduidend in
vergelijking met de Fransche nooden.
Op dit oogenblik wordt er veel hoop
gesteld op de onlangs in Marroko ont
dekte petroleumvelden.Voor lange jaren,
hoe goed het ook moge meevallen, blijft
Frankrijk voor zijn behoeften aan ben
zine op het buitenland aangewezen.
Verder ontbreekt het de kolonies aan
genoegzame hoeveelheden wol, katoen,
rubber, koffie, cacao, rijst, enz. om aan
de vraag van het moederland te vol
doen. Inzake wol en katoen brengen de
kolonies slechts het honderdste paart
op van hetgeen het moederland jaar
lijks verwerkt inzake rubber slechts
het tiende deel inzake koper voert
Frankrijk jaarlijks voor 280 millioen
frank in, waarvan slechts voor twee
millioen uit de kolonies. Slechts 1/5 van
de benoodigde koffie betrekt Frankrijk
uit zijn overzeesche bezittingen, en rijst
en cacao vindt het er evenmin in vol
doende mate.
tie. Men mag niet vergeten dat Frank
rijk voornamelijk autos, chemische pro
ducten, machienen, glas, luxe-artikelen
en wijnen uitvoert. De Fransche kolo
nies zijn over het algemeen te arm om
juist die producten, die kunnen gemist
worden, af te nemen.
Het is dus uitgemaaktin geval
Frankrijk verder aanstuurt op econo
mische afzondering zullen er vele nij
verheden moeten omvormd of opge
doekt worden. Zal het zoover komen
Heel waarschijnlijk wel. De evolutie is,
trouwens, van nu af aan reeds begon
nen.
Tijdterwijl tracht Frankrijk in ruil
voor den invoer van onmisbare grond
stoffen, welke het uit de kolonies in
geen voldoende hoeveelheid kan be
trekken, voordeelen te bekomen voor
zijn luxe-industrie. Maar trapsgewijze
worden ze omvormd. terwijl, langs den
anderen kant, de ontginningen en cul
turen in de kolonies op de nooden van
het moederland worden toegepast. We
mogen er ons in de naaste toekomst aan
verwachten dat Frankrijk zich steeds
nauwer zal insluiten, om, met de hulp
van zijn koloniale bezittingen, een afge
zonderd economisch blok te vormen.
In een volgend artikel zullen we zien
welxe houding de leidende kringen en
de economisten tegenover het autarkisch
probleem innemen, om deze artikelen
reeks te sluiten met een korte studie
over de Belgisch-Fransche handelsbe
trekkingen en hun toekomst.
('t Vervolgt).
®«a«88®®nii>tü» aaanaa
Aan 't kaarten, Lodewijk, en dan
nog onder glas met rijpende druiven
boven uw hoofdKunt ge 't nog uithou
den van de warmte en kunt ge aan de
bekoring nog weerstaan
't Een en 't ander, Kamiel, in den
valavond is 't al tamelijk koel en de serre
doet dan goedvoor wat de druiven be
treft die moeten eerst goed rijp zijn eer
er hier iemand aan denkt ze te plukken.
Wat zijn ze schoon dit jaar En
geen spoor van plaag op te bemerken.
Daaraan ziet ge dat 't weder toch ook
zijn invloed heeft doen gelden.
Ja, Kamiel. vochtige lucht werkt
de plaag in de handveel overtrokken
weder hebben we dezen zomer niet ge
had. Maar ga nu toch niet denken dat
ik ook niet alles in 't werk heb gesteld
om de plaag te voorkomen en ze buiten
te houden.
'k Heb reeds menigmaal hooren
zeggen, Lodewijk, dat 't beter is plagen
te voorkomen dan plagen te genezen
maar zeg me eens, wat gij zooal doet om
ziekvrije en prachtige druiven te win
nen.
Gelijk eenerzijds Frankrijk onmogelijk
al de noodige grondstoffen uit zijn kolo
nies kan betrekken, om de goede reden
dat ze er niet in voldoende mate ont
gonnen of verbouwd worden, zoo kun
nen anderzijds de kolonies onmogelijk
het te veel van de Fransche productie
afnemen.
In 1932 voerde Frankrijk voor 12
milliard frank aan gemanufactureerde
goederen en drie milliard frank aan
landbouwprodukten uit. hetzij het vier-
i de deel van de totale productie. Voor
de landbouwproductie is er vanzelfspre
kend geen plaats in de kolonies. Mada
gascar drinkt nog geen Bourgogne.
Maar evenmin is er plaats voor het
grootste deel van de nijverheidsproduc-
Er is een winter- en zomerbehan-
deling toe noodig. Kamiel, en dit wil ik
U eens uiteenzetten. De druivelaar in
koude serre wordt reeds einde Januari
begin Februari gesnoeid. Wacht hoege
naamd niet langer want een druivelaar
die reeds in groei herneemt, kan zich
door 't snoeien doodbloeden, t is te zeg
gen, zijn sap laten loopen. Onmiddelijk
na het snoeien maakt ge de ranken los
en ge rukt er de oude schors af. Dan
overstrijkt ge de ranken met een soort
pap die ge gereed maakt uit een meng
sel vankleikalk, carbolineum en solfer-
bloem. Ik heb er dit jaar colloïdale sol
fer bijgevoegd, omdat deze op een 11
graden warmte reeds solferdampen ont
snappen laat. Ranken, korte twijgjes
alles wordt overstreken en dan worden
de ranken terug aangebonden. Dit is
voor mij het voornaamste werk om pla
gen te voorkomen. De bemesting noch
tans kan ook wel het hare bijdragen om
te beletten dat oïdium zou verschijnen.
Zoo bijvoorbeeld heeft het toedienen
van een goede dosis potaschnitraat bij
het ontwaken van den druivelaar een
gunstigen invloed op de kleur en den
smaak der druivenop de kloekte en
rijpwording van het hout en bijgevolg
ook op het niet verschijnen van de ziek
te. Bovendien om steelziekte te voorko
men zal men den druivelaar genoegzaam
voorzien van voedingstoffen onder
vasten en vloeibaren vorm. De druive
laar is een gulzige plant en verdampt
binst den Zomer onzegelijk veel water,
daarom ook durf ik stoutweg beweren
dat men hem, om zoo te zeggen niet te
327
ThéoVi
:raat,
i; J.
ische
Aalst; Pr»
len Dt
aat, Wki
en van
iwfeestittj
jenezen
e
Brussel,
itoröng,
DERS
te toesttH
van Bu
r Brevet
lien met s
kvetra,
t en gevi
vtrweüi
len nitili
:llen keue
aner groot
en zetel*
3EN
iritltfUt
SS EL.
Illllll
Wat van de nieuwe wetten te
denken