Arbeid adelt» Landbouwweekblad Orgaan dêr Landbouwersverecniging Redt II Zeiven Voor en door de Landbouwers Het Pensioen onze voor Landbouwers Het Eeuwfeest van Melbourne ZITDAG i ST ELOOi i S.M. Redt U Zeiven Versche en Drooge Pulp ZONDAG 25INOVEMBER 1934 Prijs 25 centiem 17de JAARGANG Nr 830 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke tjpsteiier O. CAUDRON. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat» 4» Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Reeds meer dan eens heeft R.U.Z. bewezen de belangen zijner leden waar lijk te verdedigen, zonder de minste nevenbedoeling en zonder winstbejag. Niet steeds echter werd die strijd met den noodigen uitslag bekroond, omdat de opeenvolgende Regeeringen in ons land, zonder onderscheid van politieke kleur, nooit werkelijk rekening hielden met de levenseischen en noodwendig heden van den boerenstand. In 't algemeen mag de Belgische be volking roemen op een prachtige maat schappelijke wetgeving pensioen voor gebrekkelijken, kindertoeslag en ouder domspensioen voor werklieden, bedien den en ambtenaars, vergoeding aan de werkloozen, verzekering met staatshulp tegen ongevallen en vroegtijdigen dood. Ongelukkig schijnen de boeren, voor wat deze nuttige instellingen aangaat, niet bij de Belgische bevolking gerekend te worden. Ze mogen wel belastingen betalen voor de sociale voordeelen van anderen, maar zij kunnen er zelf niet van genieten. Vooral het ontzeggen van het ouder domspensioen aan de boeren, spijts hun wil om de wettelijke stortingen te ver richten, is een maatschappelijke mis daad. De kleine en middelmatige boe ren beschikken niet over den welstand van ambtenaar en werkman. Ze zijn verplicht jaar in, jaar uit te werken en te zwoegen voor het schamel onderhoud van hun gezin en om een schijn ^an fortuin te verzamelen, teneinde later hun kinderen min of meer kunnen voort te helpen. Maar dat is juist het noodlot van den boer omdat bij zorgzaam en vooruitziend te werk gaat, omdat hij van zijn kinderen geen doppers of geen budjetvreters maken wil, daarom wordt hem alle maatschappelijke tegemoet koming ontzegd. Niemand heeft het ouderdomspen- sioen meer noodig dan den kleinen en middelmatigen boer en toch wil de Staat niets doen om hem dat recht te ver schaffen en hem gelijk te stellen met ambtenaar en werkman. Het zijn deze overwegingen die het Bestuur van R.U.Z aangezet hebben zelf de hand aan den ploeg te slaan en te trachten dat sociaal onrecht te herstellen. Ons eerste ontwerp bestond hierin ten totaal zelfstandige pensioenkas in den schoot van R U Z, op te richten. 1 e dien einde hadden we reeds in twee gemeentehuizen het procent sterfgeval len bij de boeren, over een tijdbestek van zestien jaar nagegaan. Met deze cijfers en na talrijke renteberekeningen waren we tot het volgend besluit geko men om aan onze leden, zoowel vrou wen als mannen, op 65 jarigen ouder dom een pensioen van 2500 fr. in het jaar te verzekeren, moeten ze vanaf 25 jarigen ouderdom een jaarlijksche storting van 170 fr. verwezenlijken. Die stortingen zouden ongeveer met 6 °/o verhoogen, voor elk jaar dat men later begint te storten. Om zulks in feite te kunnen verwe zenlijken. zouden we in korten tijd om streeks 700 leden moeten kunnen in schrijven, dit om de onkosten van be stuur en personeel te dekken. Spijts dat betrekkelijk groot aantal noodige leden viel de berekening toch nog niet al te slecht uit maar de daar opvolgende studie van de wettelijke be palingen over de levensverzekeringen wierp on2e eerste plannen in duigen. De staat wil absoluut, en dit met groote redenen, dat er met het geld der verzekerden niet gemooscht worde, en dat er in alle omstandigheden afdoende waarborgen moeten zijn voor de toe komst. Zelfs wanneer de verzekerende maatschappij zou failliet gaan, mag er aan de stortingen der verzekerden hoe genaamd niet getornd worden. Dat alles is maar billijk, maar juist daarom zijn de wettelijke bepalingen zoo streng. Door de wet van 25 Juni 1930 mag het bedrijf van leven- en pensioenverze kering slechts uitgeoefend worden doo. inrichtingen 1) die regelmatig werden tot stand gebracht. 2) waarvan de geldelijke inrichting en de grondslagen harer verrichtingen met de beginselen der verzekeringstechniek overeenstemmen. 3) die in hare overeenkomsten geene verkeerde berekeningen insluit, waar door het evenwicht tusschen de premiën en de verzekeriogsvoordeelen wordt te niet gedaan. Dat zijn de beginselen dezer wet. Daaraan ware wellicht te voldoen maar deze wet stelt daarbij zulkdanige eischenvan kapitaal, waarborgen, neerleggingen, controle-diensten van staatswege, dat wij ons terdege moeten afvragen of redelijkerwijze van ons kan verlangd worden, dat wij aan al deze voorwaarden zouden kunnen beant woorden. Eene zelfstandige kas als de onze, ingericht als onderlinge levensverzeke- ringsvereeniging, zou in de eerste plaats onderworpen zijn aan nagenoeg al de bepalingen, die van de samenwerkende vennootschappen in wetten op de koop handelsmaatschappijen zijn opgenomen. Daarbij moet een waarborgfonds van 200,0C0 fr. tot stand gebracht worden van bij de stichting. Eene speciale waar borgsom van 100.000 fr. moet neerge legd worden van bij het begin en blijft onder controle van het Ministerie van Maatschappelijke Voorzorg. Talrijk zijn nog de andere bepalingen der wet, waarmede moet rekening ge houden worden, bepalingen die het op richten eener zelfstandige pensioenkas voor ons uiterst bemoeilijken. Is er dan hoegenaamd niets te doen zonder al die moeilijkheden en risicos te trotseeren Dat kunnen we zeker, met ons in groep aan te sluiten bij een wettelijk erkende maatschappij. Hierover zullen we in eene volgende bijdrage en na raadpleging van onze afgevaardigden ons gedacht zeggen. Deze tamelijk droge en zeer ingewik kelde studie werd, op voorstel van het bestuur van R. U. Z opgemaakt, uit sluitend in het belang onzer leden en op eene eerste vergadering van bestuursle den en afgevaardigden besproken.Voor het bestuur zelf is er niets aan vast dan veel werk en last, maar ook het genoe gen voor de boeren nogmaals wat nut tigs verwezenlijkt te hebben. De nood zakelijkheid van dergelijke inrichting, als waarborg voor onzen ouden dag, werd genoegzaam bewezen. Kortelings zal eene nieuwe vergade ring van afgevaardigden samengeroe pen worden, om de zaak verder te be spreken en denkelijk voor goed aan te pakken. Afd.Spaar- en Leenbank Volgende interesten worden aan de spaarders vergoed voor geldplaatsin- gen 1) Op een maand voorbericht 3°/o netto. 2) Op een jaar voorbericht 5 °/o netto. 3) Vaste plaatsing voor een termijn van 5 jaar 5 1 2 °/o netto. 4) Kasbons op 5 jaar, interest 5 °/c vrij van alle lasten. De maatschappij leent aan de volgen de voorwaarden 1. Voor terugbetaling op zes maand tot een jaar, zonder hypotheek, dus te gen handteeken en borg aan 7 dit tot ten hoogste 10.000 fr. 2. Voor terugbetalingen op 5 jaar tegen hypotheek en tegen interest van 6 °/o 's jaars, afkorten naar believen. 3. Voor terugbetaling op ten hoogste 14 jaar (landbouwkrediet) op hypotheek en tegen intrest van 4,25 4,75, tot hoogstens 60.000 fr. met vaste jaarlijk sche afkortingen. De Maatschappij Redt U Zeiven be- j veelt zich aan bij alle leden en belang hebbenden voor hunne geldverhande- lingen. Zij geeft de hoogste waarborgen en zal in alle opzichten door raad en daad, de belangen der leden zoowel in plaat singen als ontleeningen weten te behar tigen. Meerdere landbouwers hebben zich afgevraagd wat de voedingswaarde is van versche en van drooge pulp en wat het voordeeligst uitkomt als veevoeder. Algemeen is men van oordeel dat drooge pulp te duur is en op t eerste zicht is dit wel het geval. Van den an deren kant zijn er vele landbouwers, vooral deze die zich met melkvee bezig houden, die beweren dat drooge pulp oneindig veel beter is voor de melk en de gezondheid der dieren en als voeder middel goedkooper is als de versche. Men haalde ons laatst voorbeelden aan van bevindingen op eene melkkoe die na twee maand kalven 24 liters melk gaf bij het voederen van beste klaver. Zeker oogenblik waren de klavers op en de kweeker was verplicht drooge pulp te voederen. De koe vermeerderde in melkgeven en 14 dagen nadien kwam ze op 32 liters per dag. Dit was een doorslaand bewijs van de hooge voedingswaarde van drooge pulp. Laten we nu de ontledingen spreken. Verscheidene geleerden hebben de ver schillende voeders ontleed, ook pulp. Wij geven hier de ontledingen en be palingen der voederwaarde volgens de verschillende geleerden en vakkundigen. Em. Van Godsenhoven, staats- landbouwkundige te Brugge, zegt in zijn boek Dierkunde op de hoeve onder meerVersche pulp is een zeer arm voedsel. Daarenboven is het overvloedig gebruik van pulp, bijzon- der van slecht ingekuilde pulp. niet zonder gevaren Hij geeft als inhoud van versche pulp Droge stof 9 °/o Water 91 Eiwit 0,4 °/o Zetmeelwaarde 5,2 °/o. Zooals men ziet is de inhoud aan voedende bestanddeelen zeer gering. Van Godsenhoven zegt vervolgens, sprekende van DROOGE PULP Gedroogde pulp is veel voedzamer en mag aan alle dieren gegeven wor- den Hij geeft de volgende ontleding Water 10 °/o Drooge stof 90 °/o Verteerbaar eiwit 5,9 °/o Zetmeelwaarde 51,5 °/o In de bekende tabellen van H. Zwae- nepoel, leeraar aan de veeartsenij school te Cureghem, vinden we de vol gende ontledingen Natte pulp Drooge stof Water Verteerbaar eiwit Zetmeelwaarde Drooge pulp Drooge stof Vocht Verteerbaar eiwit Zetmeelwaarde 3. De Veeteelt is de bijzonderste bron van Australië's rijkdom. 7 93 0,3 5 88.8 11,2 4,1 51,9 o Ons steunende op de cijfers dezer twee geleerden, mogen we de drooge pulp bepalen op bijna 11 maal de waar de van versche. Op gebied van gezondheid mag droo ge pulp als een beste voeder worden beschouwd, terwijl natte, door de ge durige gistingen eerder gevaarlijk is. Volgens hoogergenoemde staatsagro- noom Van Godsenhoven is versche pulp zeer gevaarlijk voor drachtige dieren, vooral wanneer de inkuiling gebrekkig is, wat meestal het geval blijkt. Bij wintertijd biedt drooge pulp deze voordeelen altijd gereed en vrij van vorst en kou. Steeds versch en vrij van gistingen. Nooit geen verlies in kuilen. We mogen besluiten met te zeggen dat drooge pulp op alle gebied te ver kiezen is en indien men een weinig rekening houdt met arbeid en verlies bij versche, moet onze keus in 't voor deel van drooge pulp uitvallen. van Rechtskundige Dienst wordt ge houden op Zondag 2 Dec. van 10 tot .3 uur, in onze bureelen De Vilanderstraat, Aalst. Gelijk we het in de vorige bijdrage hebben gezegd, had het vaartuig dat ten jare 1788 de eerste bannelingen naar Australië verscheepte, een lading Europeesche huisdieren aan boord. Daartusscben bevonden zich, volgens de geschiedenis, 29 merino-schapen. Geen banneling dacht er toen aan welk een rijkdom ze met zich meevoer den. En geen wonder. Ze wisten zoo bitterweinig af van de natuur- en kli maatgesteltenissen van bet nieuwe land dat hun vaderland zou worden, en ze waren alles behalve zeker dat de mee gevoerde huisdieren er zouden gedijen. Dit viel echter buiten alle verwach tingen mee. Tientallen jaren leefden de bannelingen zoowel als de kolonisten schier uitsluitend van de voortbrengst hunner kudden schapen. Het is dan ook geen wonder dat het aantal, jaar na jaar, geweldig toenam. In 1890 bereikte het globale cijfer de 100 millioen. Op dit oogenblik wordt het, volgens de laatste statistieken, met zes millioen overschre den. Er waren echter jaren dat het aantal geweldig afnam. Gelijk we zegden wordt Australië iedere vier vijf jaar door een aanhoudende droogteperiode geteisterd. Dan sterven de schapen met millioenen. Vooral in de jaren negentig is het zelfs gebeurd dat 42 t.h. van het globale aantal werden verdelgd. Australië beeft verschillende maat regelen getroffen om de vermeerdering van bet aantal schapen tegen te gaan. Het wordt algemeen aangenomen dat het cijfer 100 millioen een maximum is dat in deze tijden van crisis niet mag overschreden worden, zonder gevaar te loopen de prijzen van het vleesch zoo wel als van de wol naar omlaag te ha len. In de laatste jaren werden er door de Regeering niet minder dan 80 000 schapen afgemaakt, waarvan zoowel het vleesch als de wol werden vernie tigd, met het oog op een ontlasting van de markt. De schapenteelt is de bijzonderste bron van Australië's rijkdom, schreven we in den aanvang. Enkele cijfers zullen u daarvan overtuigen. In de na-oorlog- sche jaren voerde Australië jaarlijks voor ongeveer 30 millioen pond-sterling aan schapenvleesch uit, hetgeen echter slechts gelijkstond met 15 t.h. van de gezamelijke voortbrengst. 85 t.h. ervan worden voor eigen verbruik in Austra lië achtergehouden. Naast de uitvoer van vleesch vormt de uitvoer van wol een echte goudmijn. In den goeden tijd waren de jaren dat er voor 10 milliard trank aan wol werd uitgevoerd inlange niet zeldzaam. Trou wens, met de jaren is de merino-wol haast een Austalisch monopool-artikel geworden en overal gegeerd. In deze crisistijden echter blijkt de afzet langsom lastiger. Dit begon reeds in 1931. Op 30 Juni 1932, datum waarop in Australië het handelsjaar wordt afgesloten, bleven er voor de eerste maal in Australië s bruik in Australische spin- en weverijen verwerkt. Vel.» teekenen wijzen er echter op dat de wolindustrie van jaar tot jaar toeneemt.Op dit oogenblik telt Australië reeds 50 tabrieken, meestal in de buurt der groote steden gevestigd. De wolin dustrie heeft echter, naar van zeer be voegde zijde wordt vermeld, bijna haar hoogtepunt bereikt. De voortbrengst hangt nauw af van de binnenlandsche vraag. Een mededinging vanwege Australië inzake wollen stoffen is dus niet te vreezen. De inwijking van Chi- neezen en Japanners, het is te zeggen van de goedkoope werkkrachten, wordt in Australië sterk tegengegaan en daar de levensstandaard van den Austra- lischen arbeider zeker zoo hoog is als van den Europeeschen werkman, is de Australische mededinging zoo goed als uitgesloten. Australië moet zich met het voldoen van de eigen behoeften tevreden stellen. t geschiedenis 150.000 balen onver kocht. In vergelijking met de twee a drie millioen balen die door Australië I jaarlijks op de markt worden gebracht, was dit haast de moeite niet waard om over te spreken. Nochtans, gezien de slechte vooruitzichten, oefende deze stock een slechten invloed uit op de prijzen. Het volgende jaar was de toe stand merkelijk verbeterd. Van de 2,9 j millioen balen, die door Australië in den loop van dit jaar te koop werden aangeboden, waren er slechts 42 000 balen die geen kooper vonden. Op 30 Juni 1934 echter bedroegen de stocks 250.000 balen. Hoe het dit jaar zal gaan is nog niet met zekerheid vast te stellen. Het wegblijven van Duitschland van de wolmarkt, neutraliseert de ver hoogde vraag vanwege Engeland en Japan. Nochtans, volgens de laatste berichten die ons vanuit Sydney en Melbourne bereiken, gaan de aange boden partijen goed van de hand en zijn de prijzen loonend. Van de geweldige hoeveelheden wol welke Australië jaarlijks voortbrengt, i wordt slechts een tiende voor eigen ver- Alhoewel Australië een vlak land is en bijzonder rijk aan weiden, kan de eigenlijke veeteelt noch in aantal, noch in rijkdom met den schapenteelt verge leken worden. Waaraan dit juist te wijten is, werd totnogtoe niet duidelijk aangetoond. Wellicht zijn de opvolgende droogteperioden daaraan niet vreemd. Koeien zijn daartegen minder bestand dan schapen en bij gebeurlijke rampen is de schade dan ook minder groot. Vernalatigd is de veeteelt eigenlijk niet. Australië telt 14 a 15 millioen koeien, hetgeen, dat zal iedereen toe geven, voor een land dat nauwelijks zeven millioen inwoners telt, een meer dan respectabel getal daarstelt. 83 t.h. van de gezamenlijke vleesch voortbrengst blijft echter in Australië. De overblij vende 17 t. h. worden grootendeels door Engeland afgenomen. Inzake vleeschuitvoer is Australië tegenover zijn bijzondersten concurrent Argentinië fel gehandicapeerd. Ten eer ste is de weg naar Engeland langer en loopt hij door tropische streken en, ten tweede, blijft Australië inzake inrichting van verkoelingsinstellingen bij Argen tinië ver ten achter. Ze zijn minder mo dern ingericht en liggen over heel het land verspreid, dikwijls ver van de havens verwijderd, hetgeen bijkomende vervoerkosten meebrengt. Onder den druk der crisis wordt er hard gewerkt om die nadeelen tegen te gaan. De uitvoer van huiden brengt elk jaar een mooi sommetje op, dat in doorsnee op 1 millioen pond sterling mag ge raamd worden. Het grootste deel der huiden blijven niettemin in eigen land. Australië telt enkele goed-ingerichte schoenfabrieken, die in de binnenland sche behoeften voorzien. Er was een tijd dat de paardenfok kerij eveneens een rijke bron van in komsten voor Australië daarstelde. Onder den oorlog bijv. waren de En- gelsche legers in Egypte, Indië en ook in Frankrijk rijk voorzien van Austra lische paarden en muilezels. Hoevele Vlaamsche boeren schaften zich na den oorlog niet zulk een paard aan Sinds dien daalde de uitvoer jaar na jaar en op dit oogenblik ligt hij zoo goed als stil. We kunnen dit artikel niet sluiten zonder dat we eveneens den uitvoer van boter, kaas en gecondenceerde melk, aanstippen. 20 t.h. van den Engelscben invoer van boter komt uit Australië, dat achter Denemarken en Nieuw-Zeeland de derde plaats inneemt. t Verv.) Nog eenige dagen scheiden ons 1 van onzen Patroondag Hebt ge allen uw plicht gedaan, bestuursleden, zaakvoerders en leden der plaatselijke afdeelingen, om uwen patroon op waardige wijze te vieren 0/o °/o °/o. HsaBï Minmii «as*!»»» jhbim

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1934 | | pagina 1