NIEUWJAAR Arbeid adelt* Landbouwweekblad Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zei ven Voor en door de Landbouwers Valorisatie der Gronden in Italië Hoe Denemarken de Crisis bekampt lit ZONDAG 30 DECEMBER 1934 Prijs 25 ccntictt i7de JAARGANG N* 835 ren- :lgië surg toe- van idea 1 en Luik met rso- tngt \R- ingt lan- r de vla- Sint dó-. v en tot- Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke vjpsteiler O. CAUDRON. Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. ren ten ÏN ais 'F an 9' :r. I- d, te De uitgelaten feeststemming van I geroepen worden, daar zullen er vroeger is nog zelden bij de jaar- honderd zijn Ik staar me niet meer wisseling te bespeuren. De bitter- blind op de belangen van anderen, heid van het onmiddellijk verleden maar ik spring in de bres voor het en de angst voor de onzekere toe- welzijn van mijn stand en van komst maken veel ha. ten onge- gansch mijn volk dat doe ik zon- voelig voor de indrukken van één der redeneeren, met lijf en ziel Niet vergeten dat velen van ons In de landbouwersgezinnen hun eigen inrichting R.U.Z. on vooral is de stemming verre van rechtstreeks bekampten, niet uit feestelijk de dikwijls nog veel te moedwil, maar uit onwetendheid zware pachten, de spotprijzen voor of uit behaagzucht aan een of an- de meeste onzer voortbrengselen, der invloedrijk dorpspotentaat, om de talrijke belastingsbrieven, het hun vertrouwen te schenken aan mogelijk verlies van zuurge- menschen, die dat vertrouwen wonnen spaarpenningen, bijeen- schandelijk hebben uitgebuit en gegaard door jarenlange inspan- die, misschien niet met slecht in ning en zuinigheid, het dreigen zicht, maar met groots lichtzinnig- van het oorlogsspook en de onze- heid, veel onheil hebben gesticht, kerheid van de toekomst onzer Niet vergeten dat de heer Theu- kinderen, al deze omstandigheden nis onlangs weigerde de afge- scheppen hoegenaamd geen voor- vaardigden van een groote massa waarden om te juichen en te vie- Vlamingen te ontvangen om te ren onderhandelen over een kwestie Ên toch... gedane zaken hebben van rechtvaardigheid en kristelijke geen keer, en niemand kent de naastenliefde, die ieder goedge- toekomst. aarc* Vlaming nauw aan het hart Het is geen bewijs van moed ligt... en mannenkracht om over het Tot nut gemaakt de stille, 'erleden te treuren, en geen tee- maar zekere werking van R.U.Z. «een van wijs beleid zich te ver- tot verheffing van den boerenstand, liepen in de ellende van de toe- spijts onverschilligheid vanwege KOmst de massa, die wel leven wil met Een wijze is hij die leeft met een één dag, maar zonder besef van dag seffens, maar die dag weet te eigenwaarde en plichtsgevoel, besteden volgens plicht, eer en Tot nut gemaakthet lawaaie- geweten. Wie dat kan, spaart rig getier tegen R.U.Z. in de ver- zichzelf en zijn omgeving veel nut- politiekte kleine gemeenten en het teloos leed en zorgt aldus voor misbruik van de ernstigste dingen menig gelukkig nieuwjaar. om onze inrichting te bekampen. Sursum corda Hoog de har- T°< 9e°>aakt de oude ten zoowel bij regen als bij zon- spreuk waar pn,st zrch- neschijn I Maar vooral de harde "To( he( fat da, lessen van het verleden niet ver- tij i j j geren en de loutering van het lijden ons "ad zooveel goeden raad ons tot nut gemaakt voor morgen. aanwtjzmgen onbaat- r maar zuchtig werden gegeven en door Leven met een dag, maar wijs- velen even onachtzaam in den ij even wind werden geslagen... Niet vergeten dat, spijts mooie lessen van het verleden niet beloften van één oogenblik, de vergeten cn ons tot nut maken de landbouwers niet moeten rekenen gCvolgen Van eigen feilen, met op ministers en gearriveerde po i- jen vasten wil van te strijden voor tickers. eigen recht... Niet vergeten dat de boeren i in <Jiien geest en wars van alle over het recht van den sterkste, gewone formules en woordkrame- dus over de macht beschikken, in- j rijt wenschen wij aan alle land- dien zij kunnen verzaken aan het bouwers zonder uitzondering, een alles doodend individualisme en zalig en gelukkig Nieuwjaar aan de logge gemakzucht. zalig voor de ziel en gelukkig in Niet vergeten dat ze hun eigen het werk, met de innige hoop lot in handen hebben wanneer ze de landbouwers vaster aan elkaar maar willen kunnen, en in geweten te snoeren voor de verovering van durven zeggen weg met het oor- een beter bestaan, deel van vriend en vijandik wil Geen ijdele of onmogelijk te den goeden strijd onvoorwaarde- vervullen wenschen dus, maar een lijk mede voeren waar er tien richtsnoer voor de daad. Wat daaruit te leeren valt voor ons land Men kan het fascistisch staatstelsel op verschillende wijzen beoordeelen, niet te loochenen feiten zijn echter dat het Italië uit de wanorde heeft gered en den weg van den vooruitgang heeft op gestuurd. Een der groote verdiensten van Mussolini als staatsman is ook dat hij den landbouw in het leven van het Italiaansche volk den voorrang heeft toegekend, die hem toekomt in het le ven van elke groote natie die zich har monisch wil ontwikkelen. Een der grootsche werken waaraan het Italiaansch Fascisme zijn naam heeft gehecht en dat het dubbel doel na- en den landbouw van dienste zijn in de drooglegging der Italiaansche moeras sen en hunne omwerking in uitgebreide vruchtbare landbouwgronden. Reeds in de vorige eeuwen hadden de keizers, en nadien de pauzen, zich ingespannen om de duizenden hectaren moerassige gronden, die over het schier eiland zoovele centra waren van moe raskoorts, aan den landbouw terug te schenken. Gebrek aan organisatie, aan geldmiddelen en ook aan vastberaden heid en bijzonder gebrek aan de huidige geperfectionneerde arbeidsmiddelen wa ren oorzaak dat deze afzonderlijke po- verden. Mussolini en zijne medewerkers span den zich aan deze enorme taak. De reeds bereikte uitslagen laten voorzien dat zij haar tot een goed einde zullen brengen. Na Littoria en Sabaudia heeft Mussolini onlangs de stad Pontina inge huldigd op de plaats waar voorheen de vuile waters der moerassen hunne ziek- teverwekkenden stank verspreidden. Deze politiek van valorisatie der gronden werd het fascisme ingegeven door verschillende beweegredenen Vooreerst de snelle uitbreiding der Italiaansche bevolking. Deze steeg van 18 millioen inwoners in 1800 tot 42.488.215 inwoners in 1933. Deze be volking moest leven op eene oppervlakte van 310.107 vierkante kilometer, waar van dan nog de vier vijfdep zijn beno men door bergen en heuvelen en een vijfde slechts door vlakten De snelle toename der bevolking en de geringe oppervlakte van den bebouwbaren grond hadden tevens voor gevolg, dat de bevolking, gedwongen door den strijd om het bestaan, op groote schaal overging tot het rooien der bosschen, teneinde deze te vervangen door labeur- gronden. Deze buitensporige ontbossching had niet alleen voor gevolg Italië te beroo- ven van zijne schoone wouden, doch leverde tevens aanzienlijke gevaren op voor overstroomingen. Reeds van den beginne bestreed het fascistisch regiem krachtdadig deze overdreven ontbossching en zette eene br»ede actie in voor het aanleggen van nieuwe bosschen. Deze stelselmatige werking voor herbebossching, door de Italianen genaamd umboscimento leverde tot heden den prachtigen uitslag op dat het wouddomein van den staat gestegen is met 1/5 en thans 250,000 ha bereikt. De bebossching door de private personen wordt ook bevorderd door de vrijstelling van grondbelasting geduren de een termijn van 15 tot 40 jaar, terwijl de staat tevens flinke toelagen geeft tot dekking der kosten veroorzaakt door het aanleggen van nieuwe wouden. Doch de ontbossching te keer gaan vereischt met meer klem nog dat aan de aangroeiende bevolking nieuwe land bouwgronden werden verschaft door andere middelen. De bijzonderste daar van was het droogleggen der moerassige gronden van het Italiaansch grondge bied. De tweede beweegreden tot valorisa tie der gronden is van socialen aard, namelijk het ontlasten der steden van hunne overtollige bevolking veroorzaakt grootendeels door de uitwijking uit het platteland naar de groote centra. Bij een zijner redevoeringen verklaar de Mussolini wat volgt "Het is naar den landbouw dat de hoop en de wils kracht der volken zich moet richten om aan deze bijzonderste bron van welvaart, aan deze steeds hernieuwde reserve, de noodige energie te putten welke aan de wereld blijdschap en rijkdom zal bren- gen„. De landbouw wordt hier uitdrukkelijk beschouwd als de onmisbare basis van het economisch en maatschappelijk evenwicht in den schoot der Italiaansche natie. De reeds bereikte uitslagen bij dit grootsche werk van valorisatie der gronden zijn schitterend te noemen wanneer men bedenkt dat op 31 De cember 1933 de totale oppervlakte grond, teruggeschonken aan den land bouw, 4.215.092 hectaren bedroeg. De uitgaven besteed aan de werken be reikten op 30 Juni 1934 meer dan 5 mil liard lire. Door deze grootsche werking tot valorisatie der gronden heeft Italië aan de wereld een voorbeeld gesteld dat ook in België navolging verdient. We weten goed dat het vraagstuk hier te lande op een andere wijze dient gesteld dan in Italië. Niettemin blijft het waar dat ook in ons land maatre gelen vereischt zijn om de werkloosheid te lenigen, om aan onze boerenbevol king meerder grond te verschaffen tegen billijke voorwaarden en om de groote steden te ontlasten van hunne overbe volking. Wat kan er hier op dit gebied gedaan worden Vooreerst blijven er in de Kempen nog duizenden hectaren heidegrond te aehecht cn dat net auoiici uuci r. w t j u Streeft de werkloosheid te bestrijden gingen de verwachte uitslagen niet ople- ontginnen, behoorende grootendeels aan openbare besturen. Mits behoor lijke en wetenschappelijke ontginning en bewerking kunnen zij herschapen wor den in landbouw- en weidegronden. Tot heden hebben de openbare besturen wel enkele fragmentaire pogingen ge daan, zooals premiën voor de ontgin- ners, tijdelijke vrijstelling van grond belasting, om de ontginning aan te moe digen. Doch van een grootscheepsche actie van regeeringswege is tot heden geen spraak geweest. Nochtans zou deze actie op het huidig oogenblik ge legenheid bieden om talrijke werklooze arbeiders van den buizen een klein landbouwbedrijf te verschaffen. Hiervoor zijn natuurlijk belangrijke geldmiddelen noodig en een flinke tech nische leiding bij de ontginningswerken. Wat deze laatste betreft beschikt het Ministerie van Landbouw over een flink aantal jonge landbouwingenieurs waarvan velen elders geen werk vinden. Wat de kredieten betreft is het naar onze meening heel wat nuttiger uitga ven te doen voor nuttige en rendeerende werken dan voorden niets-opbrengen- den werkloozensteun. Doch niet alleen op ons grondgebied doch ook op dit van Belgisch Congo is er plaats voor talrijke goed opgeleide Belgische landbouwers. De voortdurende economische crisis en de steeds toenemende uitbreiding der machines zullen voor gevolg hebben dat talrijke arbeiders gedurende ruimen tijd nog ten laste zullen blijven van de ge meenschap. Anderzijds bieden sommige streken in Congo zooals Katanga, het Kivugebied, een klimaat dat goed past voor de blanken en tevens vruchtbare gronden voor den landbouw. Waarom zou de Staat er niet aan den ken ginder een kolonie van Belgische landbouwers te vestigen of van werk looze arbeiders die voor eerst voor het beoefenen van den landbouw aldaar zouden worden opgeleid Natuurlijk vergt dergelijke kolonisatie een zorgvuldige en doeltreffende voor bereiding op gebied van vervoer, huis vesting der uitwijkende gezinnen, ge- neeekundige en geestelijke zorgen, in richting van het onderwijs, verschaffing der vereischte technische middelen, af zet der gewonnen producten door de uitwijkelingen tegen loonende prijzen enz. enz. Er is ook de fingnceering van derge lijke onderneming. Doch wij zijn de over tuiging toegedaan, dat voor al deze vraagstukken mits goeden wil een be hoorlijke oplossing kan gevonden wor den door de openbare besturen. Wat den afzet betreft der landbouw- produkten die door onze landgenooten in Belgisch Congo zouden gewonnen worden, deze schijnt ons verzekerd in België, mits dit laatste de aangepaste economische en tolpolitiek in praktijk stelle. Dit is onder meer het geval voor de koffie, de caoutchouc en de katoen, terwijl in Congo zelf voor de veeteelt, de groenten en andere Europeesche teel ten voldoende afzet zou gevonden wor den in de nijverheidscentra en steden. Het is wellicht een gansch nieuw gedacht dat wij vooruit stellen, doch wij zijn er van overtuigd.dat het een ernstig onderzoek waard is vanwege de be voegde overheid. Wij denken ook dat vele arbeiders die sedert jaren werkloos zijn en ook talrijke kleine boeren die hier met groote moeite aan den karigen kost komen, een uitwijking naar Congo gunstig zouden bejegenen, mits zij de zekerheid hebben dat zij ginder met be hoorlijken arbeid flink aan hun dage- lijksch brood komen. Zij die onze meening als waardeloos beschouwen, doen goed te overwegen dat ons land te klein is om het bestaan te verzekeren aan zijne talrijke bevol king, wanneer het stelsel van vrijhandel wat hoogst waarschijnlijk is niet meer tot zijn volle recht komt bij de economische betrekkingen tusschen de volkeren. Kostelooze steun aan de werkloozen en aan andere standen der bevolking is een gemakkelijk stelsel, doch enkel van voorloopigen aard, omdat het door den duur de gemeenschap gansch verarmt en dan ten slotte zal moeten opgegeven worden. Wij verkiezen dan ook een ruim op gevatte werking, welke onze bevolking het bestaan waarborgt en tevens het geschokte evenwicht herstelt tusschen landbouw en nijverheid, naar het voor beeld dat ons thans wordt gegeven door Mussolini en zijne medewerkers. II. De ontwaarding van de Deensche munt. Na een ambtelijk onderzoek waar van de resultaten in Juli 1.1. in het Deen sche parlement werden bekend gemaakt, bedraagt de gezamenlijke schuld van de landbouwers ruim 4 milliard kronen, welke voor 3750 millioen kronen door hypotheken gewaarborgd zijn. De mid delmatige hoeven zijn in doorsnee voor 70 t. h. en de kleine bedrijven voor 87 t. h. van hun waarde, grond en vee in begrepen, belast. Sedert vier jaar doet de regeering veel moeite om aan dien beroerden toestand een einde te stellen. En alhoewel het de boeren in Denemarken heden beter gaat dan in de voorbije jaren, toch blijft er nog ontzettend veel te doen. De schuld daarvan ligt niet bij de regeering. Ze is in haar actie steeds tegengewerkt ge weest door de socialisten. De bijzonder ste maatregel was natuurlijk de ontwaar ding van de Deensche munt, welke voornamelijk op den aandrang der agra rische partij werd getroffen. In de vorige bijdrage hebben we reeds gezegd dat 65 t. h. van den uit voer der landbouwproducten door de Eugelsche markt wordt afgenomen. Dit wil zeggen dat de afzet naar Engeland een levensnoodzakelijkheid voor den Deenschen landbouw daarstelt. Toen het Engelsche pond in 1931 den goudstandaard verliet, kon Denemarken daarin, trouwens door Zweden enNoor- wegen gevolgd, niets anders doen dan zijn munt te ontwaarden in evenredig heid met den val van het pond sterling, wilde het de Engelsche markt niet kwijt spelen. In 1933 werd, andermaal op aandrang der landbouwers, de Deensche kroon verder ontwaard, zoodat de goudwaarde, op dit oogenblik juist de helft van vroeger bedraagt. We willen nu niet beweren dat de ontwaarding de redding heeft gebracht. In het geheel niet. Maar wat ze wel heeft gedaan is, de kadastrofale inzin king der landbouwprijzen te stremmen en daardoor is de Deensche landbouw aan een algemeen faillissement ontsnapt. Gezien het groote belang dat er aan het vraagstuk der ontwaarding gehecht wordt, willen we bij het Deensche voorbeeld even blijven stilstaan. Er is meer dan een gevolgtrekking uit te halen. Men kan het alle dagen lezen in de politieke gazetten dat elke daling van de goudwaarde der munt zich omzet in een gelijkmatige stijging van de prijzen. Dit is echter niet waar. Voortgaande op een tabel van de "Wirtschaftsdienst,, van Hamburg zijn de grootprijzen tusschen en 1931 en 1934 inplaats van 50 t.h. enkel met 20 t.h. gestegen, de prijzen der grond stoffen en der halfafgewerkte producten met 39 t.h., de prijzen der ingevoerde goederen met 31 t h„ de prijzen der uit voerde artikelen met 12 t.h., de prijzen der in het land voortgebrachte artikelen met 8 t.h. en de levensduurte enkel met 12 t.h. De bij een gebeurlijke inzinking van de goudwaarde van een munt zoo zeer gevreesde vermeerdering der le vensduurte heeft zich in Denemarken niet voorgedaan, evenmin als in Enge land, de Vereenigde Staten, Noorwe- i gen. Zweden enz. Nochtans, ter opwekking van den uitvoerhandel heeft de ontwaarding van de Deensche kroon weinig bijgedragen. Dat komt omdat men in den econo- mischen oorlog vele defensieve wapenen gebruikt in den vorm van verhoogde tolrechten, contingenteeringen enz. Om zijn handelsbalans min of meer in evenwicht te brengen heeft Dene marken het Duitsche voorbeeld ge volgd het stelde slechts een bepaalde hoeveelheid deviezen ter beschikking van den invoer. En dit heeft geholpen. Van 1929 tot 1933 is de invoer van 1624 millioen kronen op 1222 millioen kronen gedaald. t Vervolgt). Wel- Van- 4, te oi re teen- 'reet leroji rieie, breu- itraat van man, I, ge- beek, euk ^etel- lezen S re- lag- uw- met aar. >ud. bij ;ijoe DE KT ir- 4.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1934 | | pagina 1