Onze Landbouwers en het
Dure Leven.
Vernieuwing van
Abonnementen
FINLAND
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
Over Hopziekten
ZITDAG
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
1
ZONDAG 13'JANUARI 1935.
Piljs 25 centiem
17de JAARGANG Nt 837
Abonnementsprijs 12 fr. 'a jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
De hatelijke campagne tegen onze Landbouwers gaat voort!
In Ons nummer van 4 November
laatstleden hebben wij door de concrete
gegevens van het indexcijfer aangetoond
dat de huidige prijzen van de landbouw
producten merkelijk blijven onder het
algemeen index en onder dit der speci
fieke nijverheidsprodukten.
Zelfde bijdrage gaf ons gelegenheid
te bewijzen dat het feit, zoo gaarne in
geroepen door onze tegenstrevers, dat
de prijzen van sommige landbouwpro-
dukten elders lager zijn dan in ons land,
geen afbreuk doet aan het tweede feit
dat de prijzen der levensmiddelen hier
te lande over 't algemeen genomen, tus-
schen de goedkoopste zijn van gansch
Europa.
En nochtans wordt het offensief tegen
de bestaande nog onvoldoende verde
digingsmaatregelen ten voordeele van
den landbouw door de nijverheidsmid
dens hardnekkig voortgezet en wordt
de landbouw met volstrekte kwade
trouw verder beschuldigd de oorzaak
te zijn van de ongenoegzame daling der
levensduurte.
Deze ongegronde beschuldiging heeft
ten huidige dage, nu de wedden en ioo-
nen der arbeiders en bedienden met den
dag worden verminderd, een bijzonder
hatelijk karakter, omdat zij de bevolking
tegen onze boeren in 't harnas jaagt.
Op een zijner laatste studiedagen
heeft het Centraal Nijverheidscomité
groepeering der nijverheidsfirma's
die niet bij het Vlaamsch Economisch
Verbond zijn aangesloten volgende
bewering geuit "het landbouwprotec-
tionnisme is overdreven aldus belem
mert het onzen uitvoer van nijverheids-
producten omdat het den kostprijs ver
hoogt en verwe-ermaatregelen uitlokt
vanwege het buitenland tegen onze
waren.,,
Toetsen wij deze beschuldiging aan
de werkelijkheid, en wij komen aldra
tot de bevinding dat zij allen grond mist.
Het landbouwindex der maand Ok
tober 1.1. leert ons dat ten opzichte van
de maand Oktober der jaren 1929-1934
de voortbrengstkosten in den landbouw
het index 655 bereiken en de verkoop
prijzen der landbouwproducten slechts
het index 500. Dus niettegenstaande het
zoo genaamde landbouwprotectionnis-
me, blijft het verschil tusschen het index
der voortbrengstkosten en der verkoop
prijzen aanzienlijk. Zulks beduidt dat
onze landbouw voortgaat met zwaar
bedrijfsverlies te werken. De meeste
nijverheden, werkende in dezelfde on
gunstige omstandigheden, zouden de
deuren hunner fabrieken sluiten. Indien
de landbouw het werk niet stillegt. is
het omdat de aard van zijn bedrijf het
niet toelaat.
Nemen wij thans het index over de
maand Oktober 1.1. voor de bijzonderste
landbouwproducten die regeeringsbe-
scherming genieten. Ziehier de uitslag
Tarwe: 321 Paarden: 411
Rogge: 415 Boter: 635
Haver351 Rundvee588
Gerst399 Varkens394
Aardappelen536 Eieren489
Suiker 441
Gemiddeld 503
Gemiddeld 410
Het gemiddeld index dezer produc
ten is 457. Welnu indien de prijs dezer
hooger genoemde producten zijn vóór-
oorlogsch peil moest bereiken, zou het
index 700 zijn in plaats van 457.
Kan er spraak zijn van bescherming
of protectionnisme, wanneer deze er niet
toekomt het index der verkoopprijzen
te brengen op hetzelfde peil als dit der
voortbrengstkosten
Doch er zijn neg andere doorslaande
gegevens tot staving van onze zienswij
ze en wel het onderzoek der tolont
vangsten.
In 1933 bedroeg de waarde der land-
jbouwprodukten gekocht in het buiten
land 5,053,120,000 fr. en de tolrechten
daarop geheven bereikten een bedrag
van 214,252,000 fr. Het tolrecht be
droeg dus 4,2 t.h. van de waarde van
den invoer.
Voor hetzelfde jaar 1933 bedroeg de
waarde van de ingevoerde produkten
andere dan landbouwproducten 10
milliard 163.762.000 fr. en de tolrech
ten daarop geïnd 1 milliard 293 millioen
224,000 fr. De tolontvangst bedroeg
dus 12,7 t.h. van de waarde van den
invoer.
Gedurende de negen eerste maanden
van 1934 geven dezelfde berekeningen
volgende uitslagen tolrechten geheven
op den invoer van landbouwprodukten
4,2 t.h. en op den invoer van niet-land-
bouwprodukten 14,5 t.h.
Het centraal nijverheidscomité zou
dus best doen niet te spreken van de
koord in het huis van den gehangene,
vermits het tolprotectionnisme ten bate
zijner aangesloten leden in de tijdspanne
van een jaar gestegen is van 12,7 t.h.
tot 14,5 t.h., terwijl de tolrechten op de
landbouwproducten behouden zijn op
het geringe peil van 4,2 t. h.
Nogmaals dus de eeuwige historie
van balk en splinter
Onze tegenstrevers schermen ook zoo
gaarne met de contingenteeringen ten
voordeele van den landbouw. Zij ver
geten echter dat de contingenteerings-
maatregelen ten voordeele van de nij
verheid heel wat talrijker en scherper
zijn.
Niettegenstaande dit feit, beweert het
centraal nijverheidskomiteit dat het de
landbouwkontingenteeringen zijn welke
ons verweermaatregelen op den hals
halen vanwege het buitenland en dus
onzen uitvoer belemmeren.
Welke gegevens verstrekken ons
desaangaande de statistieken betreffende
onzen handel met het buitenland
Vergelijken wij onzen invoer over de
9 eerste maanden van 1929, jaar van
voorspoed, met deze over de 9 eerste
maanden van 1934, jaar van volle crisis:
1929 30.778.868 299.285.000
1934 33.073 876 203.463.764
hetzij 7,4 °/0 meer 32 °/o min.
Deze vergelijkende cijfers toonen aan
dat de weerwraakmaatregelén van het
buitenland zeker niet als oorzaak hebben
de vermindering van den uitvoer van
landbouwproducten, vermits deze in
het crisisjaar 1934 gestegen is met 7,4
t.h., terwijl de invoer van niet-land-
bouwproducten integendeel verminderd
is met 32 t.h.
Nog een laatste vraag wenschen we
te stellen Volgens een mededeeling
der Regeering zal de invoertaks op de
kolen vanaf 1 Februari a.s. verhoogd
worden als volgt van 15 fr. tot 20 fr.
per ton op de huiskolen. De taks op de
nijverheidskolen zou behouden blijven
op 10 fr., deze op de coke voor metaal
nijverheid zal gesteld worden op 10 fr.
en op de andere coke op 15 fr.
Deze invoertaksen nu zijn toch ook
van aard om den kostprijs der nijverheid
merkelijk te verzwaren en de levensduur
te op te hoog peil houden.
Waarom protesteert het Centraal
Nijverheidskomiteit niet tegen deze
taksen in naam van het algemeen be
lang
Voorgaande feiten en gegevens be
wijzen duidelijk dat de campagne van
het Centraal Nijverheidskomiteit niet
voor doel heeft het openbaar belang te
dienen, doch wel de ikzuchtige belangen
der nijverheid Deze zou volgens het
inzicht dezer heeren terug tot bloei
moeten gebracht worden door *de ver
arming en den ondergang van den land
bouw
Doch deze heeren mogen weten dat
onze landbouw niet voornemens is zich
weerloos als een lam te laten slachten.
Onze landbouw heeft er niets tegen
wijzigingen te laten brengen tot herstel
onzer nationale economie aan het be-
(Zie vervolg 2de bladzijde.)
Van vele kanten komen ons
brieven toe van personen die
klagen dat hen door de post geen
kwijtbrief wordt aangeboden voor
"De Koornbloem,,.
Er kan vanwege de postdienst
tegenwerking of nalatigheid in
het spel zijn er zijn ook brief
dragers die het gemakkelijker
vinden naar een afgelegen wijk
geen poststukken te moeten dra
gen en niet beter vragen dan een
weigering van betalen vanwege
de geabonneerde.
Wij vragen aan onze lezers ons
regelmatig te schrijven indien
door een of andere reden "De
Koornbloem,, achterwege blijft.
Ze moeten ook een klacht doen
in het postbureel of aan den brief
drager en eischen dat hen een
kwijting wordt aangeboden.
NHtiaiÉftiaai&eagBHamBaaBsaasBeia
Men schrijft ons uit Sint Katharina-
Lombeek
Gedurende den verloopen Zomer
vroeg ik of er geene voorbehoedsmid
delen bestonden tegen de ziekten der
hop. Een agronoom antwoordde mij
nevens de kwestie, ik drong toen niet
verder aan.
Vandaag wil ik die kwestie wat nader
belichten en U mijne bevindingen daar
omtrent meedeelen.
Onder al de ziekten die onze hopvel
den teisteren is voorzeker de valsche
meeldauw (parapluiekensziekte) de meest
gevreesde en ook degene die het meest
schade berokkent; de bel wordt er min
derwaardig, ja soms gansch waardeloos
door. Op dit oogenblik geloof ik niet
dat er een afdoend middel tegen bestaat.
Ik laat me niet gemakkelijk door bewe
ringen of door theorie beïnvloeden
practische ondervinding geloof ik liever.
Toen over twee jaar deze ziekte zoo
sterk kwam opzetten in onze streken,
besproeide ik met Bordeleesche pap,
doch mijne hop werd zoowel in de
bloem aangetast als een die niet be
sproeid was.
Nu verleden Zomer kwamen ik en
een vriend overeen. Hij besproeide met
Bordeleesche pap en ik met Nosperit,
De uitslag was niet schitterend voor de
bordeleesche pap, want had dien hop-
boer nog eens met dit vocht besproeid,
dan was zijne hop gansch kapot en als
er iemand bruine hopbellen had dan
was hij het wel.
Bij mij was den uitslag beter, de bla
deren van mijne hop waren tot op den
grond groen, maar ongelukkiglijk waren
de bellen bruin gespikkeld.
Nu mijn gedachtEr bestaat op dit
oogenblik geen afdoende middel tegen
de valsche meeldauw en dit is zeer spij
tig. Maar ik durf een gedacht vooruit-
zetten Zou onze minister van land
bouw al ware het maar een millioentje
aan zijn collega van oorlog kunnen
vragen om in deze zoo belangrijke
kwestie wetenschappelijke opzoekingen
te doen Dat zou toch beter zijn als
giftgas, gasmaskers, forten en kanonnen
te maken Wat denkt U daarvan
S.
NOTA DER REDACTIE Onze
briefwisselaar geeft ons daar onomwon
den een gedachthet ware zeer billijk
zoo ons ministerie van landbouw een
speciaal fonds voor opzoekingen tot be
strijden naar deze zóó gevreesde ziekte
wilde ter beschikking stellen van de
wetenschap.
We zullen zoo vrij zijn de aandacht
te trekken van onzen heer Minister van
Landbouw op dit vraagstuk.
Zij die de crisis overwonnen.
Voor Finland is de economische crisis
voorloopig voorbij. Wirtschaftsdienst.
Finland, dat we ook wel eens het land
der duizend meren noemen, heet in het
Finsch Suomenmaa, het is te zeggen
moerasland. Het is zeer laat in de ge
schiedenis getreden en heeft er nooit een
overwegende rol gespeeld.
De Finnen zijn eigenlijk van Azia-
tischen oorsprong. Omtrent den aanvang
onzer tijdrekening waren ze reeds een
heel eind naar Europa doorgedrongen
en huisden tusschen de kleine en groote
Wolga. Vier eeuwen later zetten ze
hun opmarsch voort en betrokken hun
huidige woonplaats.
In aloude tijden vormden ze een
zelfstandig rijk. Veel is er echter in de
geschiedenis niet van bewaard gebleven.
Het waren zeeroovers van eerste klas
en scheerden onophoudend de tegen
overgelegen Zweedsche kusten kaal en
plat. De Zweden hadden er veel last
mee, totdat in 1157 het den Zweedschen
koning Eric den Heilige gelukte de
Finnen te onderwerpen. Hij liet den
bisschop van Uppsala met een leger
soldaten in het overwonnen land achter
om het tot Christus te bekeeren. De
bisschop werd vermoord en het leger
verslagen. Eerst in 1209 werd het be-
keeringswerk terug opgenomen. De
strijd tegen het heidendom duurde er
ongemeen lang. Eerst honderd jaar
later, in 1323, was hij voleind.
En in den loop der eeuwen was Fin
land als het ware een speelbal tusschen
Zweden en Russen. Het ging van de
eene heerschappij onder de andere over
en twintig oorlogen beslisten over zijn
lot. Na den oorlog van 1808 werd Fin
land voorgoed van Zweden losgerukt
en kwam, bij het vredesverdrag van
Fredrikshavn in 1809, onder den scep
ter van den Tzaar. Tot in 1917 bleef
Finland een Russisch Groot-Hertogdom,
Na de ineenstorting van den Russischen
"kolos,, dacht Finland het tijdperk aan
gebroken om zijne onafhankelijkheid te
bevechten. Onder het voorzittersschap
van Svinhufud kwam in September 1917
de eerste Finsche Regeering tot stand.
Het verdrag van Brest-Litovsk bekrach
tigde de Finsche zelfstandigheid. Maar
de sovjets verstonden het zoo niet. Ze
weigerden hun troepen terug te trekken
die het land doorkruisten en alles te
vuur en te zwaard zetten.
Finland rustte een eigen leger uit
onder bevelhebberschap van baron
Mannersheim. die zijn strepen in den
oorlog tegen Japan en in den wereld
oorlog in Russischen dienst gewonnen
had. Het was echter niet opgewassen
voor zijn taak. Onder het kommando
van graaf von der Goltz zond Duitsch-
land een expeditieleger van 12.000 man
naar Finland. Na verschillende veld
slagen te Karis, Tammersfors, Lathi
werden de roode legers nabij Viborg
verslagen.
Svinhufud bood de Finsche konings
kroon aan prins Karei Frederik von
Hesse, een schoonbroeder van den
Duitschen Keizer, aan. Deze sloeg toe.
Maar van toen af volgden de politieke
verwikkelingen zich zoo snel op, dat hij
nooit de kans kreeg een voet op Finsch
grondgebied te zetten. Op 17 Juni 1919
werd de Finsche Republiek uitgeroepen.
van Rechtskundige Dienst wordt ge<
houden op Zondag 3 Februari van
10 tot 3 uur, in onze bureelen De
i Vilander straat, Aalst.
Heel in het Hooge Noorden vormt
Finland een uitgestrekten driehoek. Ten
Noorden grenst het aan Noorwegen en
ten Oosten aan Arkangel, terwijl een
lengte van duizenden kilometer door de
Finsche Golf en de Botnische Golf wor
den bespoeld. De gezamenlijke opper
vlakte bedraagt 390,000 vierkante kilo
meter daarvan is 46 uit rotsgron
den of is met eeuwigen sneeuw bedekt,
35 t. h. is met wouden, 11 t. h. met me
ren en moerassen en slechts 5 t. h. be
staat uit grasland en 3 t. h. vormt
vruchtbaar akkerland.
Door zijn aardkundige structuur is
Finland nauw verwant met het Scandi-
naafsche schiereiland. Het klimaat is er
zeer streng en een koude van 35°
is er in den Winter geen zeldzaamheid.
De Zomer duurt slechts twee tot twee
en half maanden. De Herfst en de Lente
zijn nog van veel korteren duur.
Gezien de strengheid van het klimaat
en de geringheid van het vruchtbaar
akkerland komt Finland er niet toe in
zijn levensnooden te voorzien. Goed
jaar door slecht jaar voert het voor!300
millioen Finsche marken aan allerhande
soorten granen in. Het vindt echter'een
vergoeding in den uitvoer van boter en
andere levensmiddelen van "dierlijken
oorsprong, zoodat de landbouwbalans
voordeelig sluit.
Nochtans, een eigenlijk landbouw-
land is Finland niet, al gaat het daar
meestal voor door. De Finsche land
bouwer is gewoonlijk tezelvertijd een
houthakker. In den verkoop van zijn
hout vindt hij een rijke hulpbron voor
zijn bestaan. Dit wordt des te duide
lijker indien men in aanmerking neemt
dat Finland, dat 3.300.000 inwoners
telt, over 25 millioen hectaren uitbaat-
bare bosschen beschikt, hetzij ongeveer
7,5 hectaar per hoofd.
De houtindustrie (houtbereiding en
veredeling) bekleedt dan ook veruit de
eerste plaats in de Finsche economie.
Daarnaast beschikt Finland over
zeer rijke ijzerertslagen en, alhoewel de
steenkolen er uiterst schaarsch zijn, be
staat er een bloeiende ijzer- en machi
nesnijverheid. Ook telt Finland textiel-,
leder-, tabak- en chemische industriën.
83 t.h. der bevolking leeft schaarsch
verdeeld over de uitgestrekte gebieden.
65 t.h. daarvan vindt zijn bestaan in den
landbouw, het houthakken en de visch-
vangst. Nauwelijks 15 t.h. der bevolking
is in de nijverheid werkzaam.
Zoolang Finland een provincie van
Rusland uitmaakte, vond het daar een
uitgestrekt afzetgebied, zoowel voor zijn
houtsoorten als voor de producten van
zijn opkomende nijverheid. Nochtans
dreef Finland ook handel in hout en
papierpulp met Westelijk Europa.
Onder den oorlog was het een bloei
tijd voor de Finsche nijverheid die met
volle kracht voor het Russische leger
arbeidde. De communistische revolutie
en de onafhankelijkheidsverklaring sneed
Finland van zijn afzetgebieden af. Na
den vrede van Brest-Litovsk stond het
voor de zware taak om eenerzijds, zijn
oude markten in Europa te heroveren
en, anderzijds, er nieuwe bij te winnen
om het verlies van het Russisch afzet
gebied goed te maken.
De choatischen toestand waarin,
daags na den oorlog, de wereldmarkten
zich bevonden, in aanmerking genomen,
gebeurde die economische heraanpas-
sing verbazend snel.
In 1926 nam Engeland 38 t.h. van
den totalen Finschen uitvoer af, alhoe
wel Finland slechts 13 t.h. van zijn in
voer uit Engeland betrok. Duitschland
was de grootste leverancier, al kocht het
niet zoo veel in Finland. Dit was te dien
tijde nog mogelijk omdat de landen nog
min of meer vrijhandelsgezind waren.
Gelijk we het in een tweede artikel zul
len zien is op dit oogenblik de toestand
gansch omgeworpen. Het aandeel van
Duitschland in den Finschen handel is
niet groot meer. Zoowel inzake in- als
uitvoer spant Engeland de kroon.
Onlangs ging er een Belgische han
delsdelegatie naar Finland met het doel
het aandeel uit te breiden. Te dier ge
legenheid werd er meer dan eens be
weerd dat Finland een der weinige lan
den is waar de vlag van den vrijhandel
nog hoog wordt gehouden. Dit is echter
niet heelemaal juist. Voorzeker zijn er
vele producten die vrij mogen ingevoerd
worden, maar dan zijn het er gewoon
lijk die Finland zelf niet fabrikeert. Van
in de eerste dagen zijner onafhankelijk
heid bestond in Finland den vasten wil
de binnenmarktindustrie uit te breiden
en zoo noodig door tolrechten tegen de
vreemde mededinging te beschermen.
De schoen- textiel- en metaalnijverheden
die onder de Russische heerschappij
reeds een schoone ontwikkeling bereik
ten, werden van den beginne beschermd
en beschut.
('t Vervolgt,)
Welke is de terugslag der verde-
digingspolitiek van den landbouw
op de prijzen der landbouwpro
ducten
Invoer in metrische kwintnlen van
landbouwprodukten niet-landbouwpro-
dukten