Een nieuwe aanval op onzen
Landbouw.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
ZITDAG
Hoever is de Crisis
reeds gezet
Verslag der Buitengewone Algemeene
Vergadering
Landbouwers,
i
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zeiven
ZONDAG 3 FEBRUARI 1935.
PrQi 25 centiem
17de JAARGANG Nf 840
België
uburj
a toe-
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
85.
1 Samenwerkende Maatschappij «REDT U ZELVEN f 1934/1935
r vai
Dudet
13 et
Lui!
mei
gehouden op Zondag 27 Januari 1935.
Deze buitengewone algemeene ver-
Wel gadering welke belegd werd met het
doel de standregelen der maatschappij te
Groot veraD<Ber^n naar de schikkingen en
!5.Tit eischen van het Koninklijk Besluit van
Wiezt 15 December 1934, moest volgens de
ïhoutr wet en standregelen minstens de helft
l'Kijk; van kct kapitaal vertegenwoordigen,
eydels De opkomst, alhoewel goed, was niet
tnge voldoende. 119 aandeelhouders boden
wfees' 2*Ck aan' we^e samen 9401 aandeelen
akkinr vertegenwoordigden, wat niet tot de
k zon vereischte helft kwam.
De vergadering kon geen wettelijke
beslissing nemen, en een nieuwe samen-
RS komst zal bijeengeroepen worden op
Zondag 10 Februari, dewelke tot wet-
>erso- dge beraadslagingen zal overgaan, wat
rengl ook het getal deelnemers zij.
^AR- Er werd niettemin een officieuze bij
eenkomst gehouden welke werd voor-
vangi gezeten door den heer Clement Ruys-
sinck, afgevaardigde-beheerder, in ver
laan-vanging van den heer Schockaert, die
rer d<zich deed verontschuldigen wegens on
gesteldheid.
Ma- De heeren M. Meert, A. Possemiers,
(SinlFr- Coppens, C. Van den Haute, Fr.
Wynant, beheerders, en de heeren Fr.
Hö-Vermoesen, J. Schollaert en E. Baten,
toezichters, namen plaats aan de be-
n eoStuurstafel.
9 tol De heer Aug. Moens, burgemeester
5-67,van Wichelen, liet zich verontschul-
Kerkffigen.
Nadat de optelling der vertegen-
raag,'woordigde aandeelen was gedaan, be-
■an vloot de Voorzitter de vergadering voor
14 dagen te verdagen en riep al de aan
wezigen andermaal op.
De heer O. Caudron nam vervolgens
3wen'iet woorc* cn een klare en omstan-
eendige uiteenzetting van de dagorde zoo-
[IENa,s ze ^oor ^en beheerraad werd opge-
taar-!tc^ zu"en bier in korte trekken
de uiteenzetting geven van zijn rede
De nieuwe wetgeving op de maat-
4 schappijen, banken, spaarkassen, samen
werkende vennootschappen, die gelden
yan spaarders aanvaarden en die in het
Staatsblad van 15 Dec. verscheen,
stelt deze instellingen onder rechtstreek-
AFFsche controol van de wetgeving. De
coöperatieven moeten minimum 2 mil-
vanioen volstort kapitaal bezitten om de
ling.:oelating te bekomen verder te mogen 1
werken.
De samenwerkende maatschappij
mer." Redt U Zeiven valt onder de wet
we zijn dus verplicht ons kapitaal te
vermeerderen.
Er bestaat geen keus we moeten ons
onderwerpen aan de wet of verdwijnen.
DU- De beheerraad juicht dit streven van
ond.Je regeering volmondig toe en meent
lit te^at het hoog tijd werd dat de centen
Ier spaarders in alle maatschappijen en
eim-'°°ralin banken onder kontrool werden
Jen geplaatst. Had de regeering dit tien jaar
•erder gedaan,er waren geen honderden
nillioenen verloren gegaan in allerlei
instellingen, zooals het nu gebeurde.
De beheerders van Redt U Zeiven
Foon jnderwerpen zich volgaarne aan het
oezicht van de wet, omdat ze niets te
heer verduiken hebben en steeds als goede
ïuisvaders de zaken hebben gedreven,
heer De beheerraad vindt verder dat ons
capitaal niet moet blijven bij de wette-
heer Jjke eisch, maar dat we, gezien de be-
angrijkheid onzer eigendommen en de
™™3mvang onzer zaken, minstens op vijf
IkT millioen moeten komen. De bestuursle-
Li Jen, evenals de bestuurder, zu'len het
goede voorbeeld geven en alhoewel ze
'gen;
men
aai-
reeds zeer veel aandeelen bezitten,
tullen ze de eerste zijn om hun inzet te
verdubbelen of te verdriedubbelen. Ook
chts bedienden en zelfs de werklieden die
meest allen aandeelhouders zijn zullen
p dit voorbeeld volgen,
j. Duizende goede leden kregen sinds
10 j iar niet eens de kans aandeelhouder
te worden. Anderen bleven met een
klein getal aandeelen en hebben kasbons
of een spaarboekje. Allen moeten heden
aandeelhouder worden. Ieder volgens
zijne middelen moet inschrijven of zijne
van
aandeelen vermeerderen.
De beheerraad stelt eveneens voor
de nieuwe aandeelen te aanvaarden aan
dezelfde voorwaarden als de stichters en
zonder inkomgeld en vraagt om in dien
zin de standregelen te willen wijzigen.
Het is een feit dat de stichters het
meest recht hebben en zekere voordee-
len zouden moeten behouden. Maar van
den anderen kant zijn het de spaarders
die ons toegelaten hebben de maatschap
pij op te voeren en bloeiend te maken.
Ook de koopers hielpen mee om de
zaak te doen opbrengen, in een woord
alle leden van Redt U Zeiven moeten
hier gelijk worden gesteld, omdat ze
allen meewerkten op de eene of andere
manier.
We hopen dat de algemeene vergade
ring hiermede zal akkoord gaan.
Verders wenscht de raad preciese
aanduiding te geven inzake handlichting
en het teekenen van officieele en nota-
rieele stukken, daar de standregelen zulks
niet voorzien.
Het artikel 45 over het stemrecht
wenschen we ook te veranderen. Toen
de maatschappij werd gesticht was het
hoogste getal aandeelen 10, en zoo werd
aan elke aandeelhouder een stem gege
ven. Nu is die toestand heelemaal ver
anderd en dienen er andere schikkingen
getroffen. In de meeste maatschappijen
heeft men zooveel stemmen als aandee
len.
De beheerraad meent dat men best
een stem per 10 aandeelen zou toeken
nen om iedereen recht te geven, naar-
volgens zijn belangen in de maatschappij.
Er zal echter altijd minstens één stem
aan ieder aandeelhouder worden toe
gekend, zoodat ook deze die één aandeel
bezit stemrecht zal hebben.
De Bestuurder geeft vervolgens eenige
aanduidingen over de balansrekeningen,
die in Maart zullen worden voorge
dragen en die de bloeiende toestand
van Redt U Zeiven doen uitschijnen.
De onderschrijvers van aandeelen doen
eene zekere en opbrengende geldplaat-
sing.
Verscheidene vragen werden ver
volgens beantwoord en alle gewenschte
inlichtingen gegeven.
Tot slot deed de heer Caudron een
oproep tot alle leden, tot alle aandeel
houders en spaarders, en tot al dezen die
willen meewerken aan den verderen
groei en bloei van Redt U Zeiven om
ieder, volgens zijn vermogen, in te schrij
ven in de kapitaalsvermeerdering.
Spreker werd langdurig toegejuicht.
De vergadering was een zegepraal
voor Redt U Zeiven. Het is bewezen
dat alle Redt U Zeivers het beleid en
de werkkracht hunner hoofdmannen
hoogschatten en dat alle leden bereid
zijn in de mate hunner mogelijkheden
en in de mate van de liefde en de
trouw die ze hunne vereeniging toedra-
gen mee te werken tot verderen op
bouw.
Redt U Zeiven is en blijft onze
leus. Op anderen moeten we ons niet
betrouwen, de strijd moet worden ge
voerd door de boeren en voor de boe- j
ren. 17 jaar zijn achter den rug. 17 jaar
streden we onverpoosd. In deze krisis-
tijden is het meer dan ooit de tijd om de
koppen bijeen te steken en het bedreigd
bestaan van den boerenstand te verde
digen tegenover iedereen.
Dit kan eene vereeniging als Redt
U Zeiven dit deed ze sinds hare stich
ting en zal ze immer doen. Daarom
heeft ze haar blad De Koornbloem
daarom heeft ze hare inrichtingen en
diensten om in alle opzichten de leden
bij te staan en de levenszaak der boeren
te behartigen.
Heil Redt U Zeiven I
•UBUïi a&BHHa
leest en verspreidt uw blad.
Een kort overzicht.
Het is, in deze crisistijden, een ge
woonte geworden bij den aanvang van
een nieuw jaar even te blijven stilstaan
om te zien hoever we op den weg naar
het economische herstel reeds gevor
derd zijn.
We willen er niet aan tekort komen.
En om met de deur in huis te vallen
zijn er reeds landen waar de crisis wer
kelijk is overwonnen
Ia en neen.
Voor Finland is de economische crisis
voorloopig voorbij, schreven we in de
voorgaande nummers van De Koorn
bloem Vanaf Juni 1934 reeds wezen
de statistieken die voor het bepalen van
de conjonctuur in aanmerking komen,
als die voor de industrieele bedrijvigheid,
de werkloosheid, de uitvoer en de invoer,
de bankbilans, enz. dit uit. Het peil van
voor de crisis was terug bereikt en er
was geen reden om te voorzien dat de
verbetering niet zou aanhouden. Noch
tans, gelijk we het verleden week aan
merkte, is het met de landbouw nog niet
gelijk het hoort. Door regeeringstoela-
gen wordt hij min of meer loonend ge
houden.
Over de naburige Scandinaafsche lan
den kan bijna hetzelfde gezegd worden.
Zoowel in Zweden als in Noorwegen
is er een sterke industrieele ontwikkeling
merkbaar. In Denemarken, echter, is de
landbouw nog verre van het einde zijner
zorgen.
Over Engeland hebben we hier reeds
menigmaal ons gedacht gezegd. De eco
nomische hervatting is er, uit vele oog
punten, bemerkenswaardig, al schijnt ze,
op dit oogenblik, tot stilstand te zijn ge
komen. Runciman verklaarde het nog
onlangs dat er inzake de verdere bestrij
ding van de werkloosheid op de nijver
heid niet meer te rekenen viel. De in-
landsche markt is ruimschoots voorzien.
Engeland staat voor zeer zware proble
men. In de oude industrieele gebieden.
Manchester en Lancashire, woedt de
werkloosheid, van dag tot dag, scherper.
Het zou ons niet verwonderen dat de
regeering, naast een massale terugkeer
uit de overbevolkte steden naar het land,
de 40-urenwerkweek zal toepassen.
Ook ik Duitschland gaat het sinds een
paar jaar veel beter. Er is niemand meer
die het nog loochent, al wordt het ge
woonlijk niet gaarne toegegeven. Even
als in Engeland is er sinds een paar
maanden een stilstand ingetreden en
neemt de werkloosheid opnieuw toe. Zal
het slechts voor korten duur zijn? Indien
al de voorteekenen niet bedriegen dan
is er een keering in de handelsbetrekkin
gen van Duitschland met het buitenland
op til. In 1935 zal Zuid-Afrika voor 30
millioen mark wol leveren waarvoor het
in betaling Duitsche nijverheidsproduc
ten zal aanvaarden. Ook Australië heeft
zich in princiep bereid verklaard op de
zelfde basis de handelsbetrekking met
Duitschland uit te breiden.
Een verhoogde vraag naar grondstof
fen vanwege Duitschland kan niets an
ders dan de wereldmarkt ten goede
komen.
Ook in Oostenrijk, Tchecho-Slowa-
kië, Estland en Letland is de algemeene
economische toestand lichtjes verbeterd.
Van uit Zuid- en Noord-Amerika
loopen er gunstige berichten binnen.
In Argentinië is er, naast een ver
hoogde industrieele bedrijvigheid, een
toenemen van den uitvoer waar te ne
men. Voor het koren, het lijnzaad, de
wol en de maïs zijn de prijzen, al laten
ze nog veel te wenschen over, iets ver
beterd. De handelsbalans sluit met een
overschot van ruim 300 millioen pesos.
Voor Brazilië heeft het stijgen der
koffieprijzen, weliswaar door een nieuwe
daling gevolgd, een diepgaande verbe
tering meegebracht. Ook de uitvoer van
katoen is toegenomen en de handels
balans sluit weer voordeelig. Nochtans,
komt deze verbetering grootendeels aan
de binnenlandsche industrie ten goede.
Zuid Amerika drijft de industrialisatie
onvermoeid verder door.
(Zie vervolg op de 5de bladzijde.)
Het is in ons land een zeldzame ge
beurtenis dat de verschillende politieke
partijen zich onderling verstaan of ge
meenzaam overleg plegen, om een op
lossing te zoeken voor maatschappelijke
en ekonomische vraagstukken. Dit valt
maar bij uitzondering waar te nemen en
dan nog in het belang van handel en
nijverheid, maar nooit voor den land
bouw.
Stel u eens voor, landbouwers, dat een
afvaardiging van de politieke partijen,
broederlijk bij de ministers trekken om
de bestaansmogelijkheid voor den boe
renstand te bepleiten, of om een sociale
wet voor de landelijke bevolking op te
eischen. Zulke belangstelling van de
politiekere schijnt ons zoo gewoonweg
onmogelijk, dat wij er zelfs niet aan
denken
Wat evenwel niet te verwezenlijken
valt voor de landbouwers, schijnt noch
tans van een leien dakje te loopen, wan
neer er andere belangen mede gemoeid
zijn, zelfs wanneer het gaat om den land
bouw er onder te krijgen, tot profijt en
genoegdoening aan kapitaal en prole
tariaat...
Zoo zagen we verleden week nage
noeg al de volksvertegenwoordigers uit
het Antwerpsche, zonder onderscheid
van politieke kleur, naar Brussel trekken
om, bij den eersten minister en bij den
minister van ekonomische zaken, de be
langen van onze havens te bepleiten. Een
groep Gentenaars had zich ook bij deze
delegatie aangesloten.
Wij hebben hoegenaamd niets in te
brengen tegen deze ruime en eensgezin
de belangstelling voor de Belgische ha
vens, die samen een der bijzonderste le
vensaders van ons ekonomisch leven
uitmaken. Maar dat zulks weeral groo
tendeels moet gebeuren op de kap van
de boeren, daarmede gaan wij hoege
naamd niet akkoord. Dat schijnt noch
tans het inzicht te wezen der voornoem
de heeren uit Antwerpen en Gent ze
vroegen immers nog min dan de afschaf
fing. of ten minste een aanzienlijke ver
mindering van de toepassing der wet op
de kontingenteeringen.
De aanhangers van den vrijhandel
hebben deze gelegenheid met beide han
den aangegrepen en, evenals hoogerge-
melde afvaardiging, halen zij in hun pers
cijfers aan, om te bewijzen dat gansch
het leven van onze havens door de kon
tingenteeringen bedreigd wordt.
Onnoodig te verklaren dat, in begin
sel, ieder verstandig mensch voorstan
der is van het vrijhandelsbegrip, maar
men dient altijd rekening te houden met
de mogelijkheden. Deze waarheid schijnt
door de afvaardiging in kwestie en door
zekere pers over 't hoofd gezien, en
daarom zijn wij zoo vrij hen de volgende
vragen te onderwerpen
1. Kan België op zijn eentje aan vrij
handel doen
2. Wat geeft men de landbouwers in
de plaats, bij een eventueele afschaffing,
of zelfs maar bij een mildere toepassing
der kontingenteering
3) Hoelang zal, bij een nieuwe rich
ting in onze handelspolitiek, de ver
wachte heropleving in onze havens
duren, indien men de reeds geringe
koopkracht van een groot deel onzer
bevolking nog merkelijk vermindert
4) Hoe kan de invoer zelfs maar stand
houden, wanneer de uitvoer lamgesla
gen wordt door allerlei beschermings-
wetten in den vreemde
Dat de bekampers der contingentee-
ringen eens een afdoend antwoord ge
ven op deze vragen
De cijfers welke zij tot verdediging
hunner stelling opgeven, schijnen bij den
eersten aanblik nogal indrukwekkend,
maar bij een nader onderzoek verliezen
zij veel aan waarde. Het is trouwens
algemeen geweten dat statistieken en
cijfers, met wat goeden wil, kunnen
aangewend worden om twee tegenover
gestelde zaken te bewijzen dat is veelal
maar een kwestie van behendige voor
stelling.
Zoo wordt aangehaald dat sedert het
begin der kontingenteeringspolitiek, de
invoer van vleesch met 15 °/o vermin-
derde deze van visch met 27 °/o, en
deze van boter met 52 °/0.
De groote vraag is hier echter hoe
veel tonnemaat deze cijfers vertegen
woordigen en of deze vermindering wel
een werkelijken invloed heeft op de
haven beweging.
Men kan het toch niet aan de kontin
genteering der landbouwproducten wij
ten dat de werkelijke invoer van
1.321.000 ton in 1931 teruggeloopen is
op 492.000 ton in 1933. De scheeps-
ruimte door de ingevoerde landbouw
producten gevergd is, zelfs in normale
tijden,daarvoor van te weinig beteekenis.
Dat de verminderde invoer van kolen,
stikstofmesten en andere stoffen, die een
ruime tonnenmaat in beslag nemen, een
noodlottigen terugslag in deze kwestie
hebben, is gemakkelijk aan te nemen.
Dat de katoenaanvoer op een derde
viel, doordat onze textielfabrieken in
Vlaanderen stilgevallen zijn door de
schuld van de toestanden en de verwaar-
loozing door de Regeering is een bekend
feit.
Wat de argumenten van de Ant
werpsche en Gentsche afgevaardigden
daarenboven erg ontzenuwt, is het feit
dat er alleen cijfers verstrekt worden
voor den invoer, maar hoegenaamd
geen voor den uitvoer deze hoofdfac
tor schijnt niet in aanmerking te komen.
Bij dit alles moet men ook willen in
zien dat de ekonomische bedrijvigheid,
vooral gedurende de twee laatste jaren
aanzienlijk gedaald is, niet alleen in Bel
gië, maar in alle landen, zoodat, ook
zonder de kontingenteeringen, van een
verbeterde of standhoudende tonnemaat
geen spraak kan zijn.
De Antwerpenaars kennen geen an
der belangen dan deze hunner haven.
Wij zouden hetzelfde kunnen doen voor
den landbouw; we zijn echter ruimer
van opvatting en meenen dat de belan
gen van een gansche natie kunnen be
hartigd worden, zonder de verschillende
volksklassen tegen elkander op te ruien.
Van den ondergang onzer havens is
voor den landbouw niets goeds te ver
wachten, maar een verarmde landbou
wersbevolking kan evenmin dienstig zijn
voor handel en scheepvaart.
Wat tot heden voor de boeren ge
daan werd is op verre na niet voldoende,
en aan de bestaande beschermingsmaat
regelen mag niet gepeuterd worden,
zoolang landbouw en nijverheid niet ge
lijkwaardig in de nationale ekonomie be
schouwd en behandeld worden.
De regeering zelf heeft dat ook be
grepen, wanneer zij aan de delegatie
verklaarde dat het gestelde probleem
zeer ingewikkeld is. dat de belangen van
nijverheid, landbouw en haven soms zeer
tegenstrijdig zijn en dat 's lands bestuur
verplicht is met al deze factoren en ook
nog met andere rekening te houden en
wellicht met het feit dat de invoertaksen
voor landbouwprodukten in 1933 reeds
130 millioen in de staatskas brachten op
eenige maanden, en men voor 1934 wel
tot 500 a 600 millioen zal komen.
De zaak zal onderzocht worden en wij
hopen dat de daarvoor aangestelde
kommissie haar taak met doorzicht en
bekwaamheid zal kunnen uitvoeren. De
bestaande kontingenteeringen van de
landbouwprodukten zijn een levens
kwestie voor onze boeren, en hun ver
mindering, of zelfs hun volledige schor
sing zou geen noemenswaardig voordeel
aan de havenbelangen bijbrengen.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 3 Februari van
10 tot 3 uur, in onze bureelen De
V ilan derstraat, Aalst.
De Staatslandbouwkundige Coulier
te Dendermonde, zal zitting houden in
ons lokaal den eersten en derden Zater
dag van iedere maand, van 11 tot 12 uur.
De heer Coulier mag kosteloos ge
raadpleegd worden over allerlei land-
bouwaangelegenheden.
,v /,v,\\v,y .'.v.*v.* v.v.y.\y,y.' v v y
Daarom ook moeten we Redt U
Zeiven getrouw zijn en blijven.